Hoofdstuk 41: De leeuwin
Feline
Het was alsof er een druk mijn lichaam verliet op het moment dat ik de Box in stapte met generaal Jorisho. De generaal had geen moment getwijfeld toen hij door Edeline werd gevraagd om mijn tegenstander te zijn. Nou ja, echt vragen was het niet geweest. Ze had hem half gedwongen. Hij had enkel zijn ogen over mij laten dwalen om vervolgens zijn schouders op te halen en in te stemmen.
'Wil jij de controle?' vroeg Jorisho kalm. Hij leek geen nare man. Wel strikt, maar dat was ongetwijfeld nodig bij een groep jonge jongens, die zich inmiddels bij de glazen wand van de Box hadden verzameld.
Ik stak mijn handen op. 'Ik ken het niet, dus ga gerust je gang.'
Hij knikte. 'Activeer systeem.'
'Systeem geactiveerd. Noem instellingen.' Een mechanische stem vulde de Box.
Hij zweeg even en zei daarna: 'Agatha plein.'
'Agatha plein wordt geladen.'
Om ons heen begon de wereld te veranderen. De glazen vloer bestond opeens uit stenen tegels. Tussen Jorisho en mij verscheen een fontein. Achter ons verschenen de zandkleurige huisjes die de eerste dimensie rijk was.
'Noem gewenste status.'
'Status verwoesting vijftig procent.'
De huizen brokkelden af alsof een gigantische, stille bom had ingeslagen. Rook ontstond en kleine kraters in de vloer werden zichtbaar. Er was geen vuur, maar er was wel water. Hij speelde het slim. Misschien dat hij dacht dat hij mij een hinderlaag kon verkopen.
'Gewenste staat aangepast. Noem specifieke details.'
'Geen specifieke details gewenst.'
'Specifieke details aangepast. Noem aanpassingen of start simulatie.'
Jorisho keek naar mij. 'Wil je nog een aanpassing?'
Ik schudde mijn hoofd. Ik had geen aanpassingen in een simulatie nodig om te laten zien dat ik kon vechten.
'Prima. Start simulatie.'
'Simulatie gestart.'
Ik hoorde een kleine klik, alsof er iets op slot ging, en ik zag hoe de glazen wand veranderde in dezelfde zandkleurige huisjes die ons verder omringde. De simulatieruimte was nu compleet. Jorisho trok zijn wapens en ik voelde hoe een onzichtbare kracht mijn lichaam omhulde.
'Is alles toegestaan? Alle krachten?'
Hij knikte statig. 'Alles.'
Ik voelde een glimlach om mijn lippen. Daarna voelde ik het vuur knetteren aan mijn vingertoppen. Onze omgeving was doodstil. Ik hoorde het bewegen van het water in de fontein, terwijl Jorisho zijn wapens aan het laden was. Hij putte zijn kracht uit die fontein. Ik putte mijn kracht uit mijzelf, uit mijn altijd woekerende vlam.
Ik sloot mijn ogen. Spitste mijn oren. Voelde het vuur dat door mijn aderen kronkelde. Ervoer mijn licht en duisternis die zouden bepalen hoe het spel vandaag gespeeld zou worden. Merkte dat Jorisho twijfelde, alsof hij niet de eerste slag wilde uitdelen. Nee, hij was slim. Hij was getraind. Hij wilde zijn tegenstander kunnen inschatten voordat hij zou laten zien wat hij kon. Dat was krachtenbesparend, dat was tactiek.
Dus liet ik hem zien wat hij wilde zien. Maar niet alles. Ook ik had nu al wel het een en ander gezien. Ik zou mij niet laten opbranden voor deze man, zodat hij mij daarna kon uitblussen. Zijn kracht was gevaarlijk. Water en vuur ging nooit goed samen en daarin trok ik aan het kortste eind. Dus besloot ik mijn vuur te laten branden. Langzaam, voorzichtig, beheerst.
Toen ik mijn ogen opende, waren mijn vuisten in vuur omhult. Zijn werpmessen vonkten met kleine, blauwe vlammen. Vlammen die hij meedogenloos op mij af liet komen. Het water schoot op mij af als een speer zonder dat hij daar zijn messen voor hoefde te werpen. Maar het kleine trucje, dat slechts een tipje van de sluier moest zijn, deed ik teniet door een dikke muur van brandende vlammen voor mij op te trekken. Het water siste en verdampte. Het was alsof Jorisho daar op aan het wachten was, want toen ik mijn muur liet zakken, zag ik hem lachen.
'Zullen we er een oprecht schouwspel van maken?' opperde hij. 'Want ik heb zo het idee dat je er een show van kan maken.'
En toen grijnsde ik. 'Laat maar eens zien wat je kunt.'
'Met genoegen.'
Oké, misschien had ik niet verwacht wat hij daarna deed. Misschien waren we best wel aan elkaar gewaagd. Het was eigenlijk dom geweest om een generaal te onderschatten, laat staan een generaal van de eerste dimensie. Had ik gedacht dat ik dit makkelijk kon winnen? Met een element dat ondergeschikt was?
Jorisho twijfelde geen seconde toen hij zijn eigen water aansprak. Natuurlijk waren de wapens maar voor de sier geweest. Jorisho was een sterke engel, misschien wel grensengel, die prima wist hoe hij met water om moest gaan. Het water haalde hij overal vandaan. Van de fontein, uiteraard, maar ook uit elk klein plantje dat hij kon vinden. Hij haalde het tussen de tegels door uit de grond. En daarmee creëerde hij een gigantische pijlstaartrog.
Een ding moet je weten over pijlstaartroggen. Hoewel mijn kennis over dieren niet gigantisch is, weet ik wel dat je uit de buurt moet blijven van hun staart. Hun staart, en dan met name de stekel aan het einde, is gevaarlijk. En een pijlstaartrog die aangevallen wordt, slaat terug. Ik vroeg me af in welk opzichte Jorisho de pijlstaartrog gebruikte om zichzelf te identificeren.
Ik liet mijn vuur los. Geen slangen dit keer. Slangen zouden niet genoeg zijn voor deze Jorisho. Ik moest iets beters, iets groters. Mijn gedachten daarover waren warrig, misschien moest ik voor iets met grote dreiging gaan, zoals een draak. Niets representeerde vuur beter dan een draak. Maar er kwam iets anders tot stand dat eigenlijk ook prima dienst deed. Voor mij ontstond een leeuwin uit puur vuur.
Jorisho knikte tevreden. 'Een waardige tegenstander, zie ik. Dames eerst.'
'Met alle liefde.'
Het was niet vergelijkbaar met een gevecht tussen Jurian en mij. Onze gevechten droegen een zekere passie met zich mee. Het was een krachtmeting waarbij we het beste uit elkaar probeerden te halen. Nee, dit was een strijd. Het was geen strijd zoals ik die met Katherine had gevoerd, want dat was nooit echt één op één geweest. En ook niet zoals mijn schaamteloze ontploffing bij Scarlet en Clay. Dit was gewoon een echte één op één strijd.
Zijn pijlstaartrog dwaalde dreigend door de lucht. Mijn leeuwin stond op scherp, iets door haar achterpoten gezakt. Zou het genoeg zijn? Zou ik het vuur genoeg voeden om het een kans te geven tegen de gigantische waterkracht die in de lucht zweefde?
Het antwoord daarop was heel simpel: nee.
De pijlstaartrog dook naar beneden. Ik plaatste mijn voeten uit elkaar, liet mijn leeuwin ontwijken. De eerste klap kon ik niet opvangen, dat was een genadeloze. Jorisho zag het aankomen, en dook met zijn pijlstaartrog achter mijn leeuwin aan. Met de eerste klap voelde ik het vuur in mij haperen. Er klonk luid gesis en damp vulde de lucht. Ik voedde mijn vuur met al het licht dat ik in mij had.
Het was niet genoeg, want Jorisho gaf nog een klap. Weer gesis, weer enorm veel damp. Hij stortte al zijn water op mijn vuur en het ergste was dat het hem amper moeite leek te kosten.
Mijn vuur was gedoofd. Ik balde mijn vuisten. Dit kon niet zo zijn. Nee, dit was niet alles wat ik had. Ik was een grensengel. Ik leefde niet alleen op licht, ik accepteerde en omarmde ook mijn duisternis en ik was er niet bang voor om dat te gebruiken. Dus in plaats van Jorisho zijn winst te gunnen, liet ik mijn vuur opnieuw aanwakkeren.
Uit de dampende resten van mijn vurige leeuwin, steeg iets nieuws op. Een blauwzwarte feniks, bestaande uit knetterde vlammen van mijn nachtvuur. Het dier sloeg met haar vleugels, rees hoog boven ons uit. Vlammen vielen als veren naar beneden. Een vuur dat sterker was dan gewoon vuur. Een vlam geboren uit pure duisternis, een verbeelding van duister verlangen. En waar mijn leeuwin afwachtend was geweest, was mijn feniks dat niet. Mijn feniks wist wat er van haar verwacht werd. Ze dook naar beneden, recht op de pijlstaartrog af. Zonder genade. Jorisho had amper de tijd om te verwerken wat er voor hem was gebeurd. Hij had geen tijd om een nieuwe aanval voor te bereiden. Zijn pijlstaartrog werd doorboord door de nachtelijke vlammen. Een vuur dat niet te doven was door simpel water.
Pas toen Jorisho's pijlstaartrog was verdwenen en hij met bewondering in zijn handen klapte, voelde ik pas hoe mijn benen trilden. Schaduwen kropen langs mijn lichaam. Zweet parelde op mijn voorhoofd. Mijn schaduwvuur was iets wat ik nog niet kende. Een kracht dat veel meer vroeg dan ondersteuning van duistere magie. Maar het was zo veel sterker. Het was misschien zelfs een klein beetje beangstigend.
Zoals een feniks het betaamt, brandde ze op en verdween ze.
'Beëindig simulatie,' zei Jorisho met een zelfverzekerde lach op zijn gezicht. 'Dat was een waardig gevecht. Indrukwekkend.' Het was het eerste echte beetje respect dat ik kreeg sinds ik in de eerste dimensie was aangekomen.
'Simulatie wordt beëindigd.'
Om ons heen verdween de wereld die Jorisho had neergezet. Het duurde niet lang voordat we weer werden omgeven door glas. Zo verscheen ook weer de glazen wand die ons scheidde van de trainingszaal. Het was bijzonder om de bewondering op de gezichten van de mannen en vrouwen te zien. Om zelfs bij Edeline gemengde gevoelens te zien.
Maar de beste reactie kwam toch wel van iemand anders. Een zeker persoon die met zijn armen over elkaar stond en grijnsde. Natuurlijk kende Jurian mijn krachten al en langs onze band voelde ik zijn trots.
Jorisho hield de deur van de Box voor me open en ik knikte dankbaar naar hem, om vervolgens naar Jurian te lopen. Hoewel ik bij het verlaten van de Box meteen de armband weer in werking voelde treden, was mijn vuur nog fel genoeg om direct Jurians gezicht vast te pakken en hem te zoenen alsof er geen morgen zou komen. Dat mijn krachten gedempt waren, betekende niet dat die van hem dat waren. De sensatie die door mijn lichaam trok, verdrong alle twijfels die ik mezelf had aangepraat. Zijn licht en duisternis prikkelden die van mij, maar ze brachten ook rust, zoals zijn aanraking dat altijd deed.
Ik hoorde het gejoel om mij heen pas toen mijn lippen die van Jurian verlieten en ik hem grijnzend aankeek.
'Was dat alles?' vroeg hij uitdagend, zijn wenkbrauw licht opgetrokken. Ik was er niet geheel over uit of hij op mijn krachten doelde, of op iets anders.
'Ach, hou toch op.'
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro