Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 34: De eerste dimensie

Feline

Onze groep was een kleurrijk geheel toen we ons in de late ochtend na slechts enkele uren slaap in de magere zonnestralen verzamelden. Dat moest wel, had Jurian ons verteld. We konden niet in onze makkelijke, veilige strijdkleding naar de eerste dimensie reizen. Ondanks de prinsen in ons gezelschap, zou dit waarschijnlijk nog steeds als een oorlogsdaad gezien worden. Dus de wapens werden gelimiteerd, de donkere beschuttingskleuren verdwenen en maakten plaats voor lichtere kleuren en duurdere accessoires. 

Het meisje met de twee blonde vlechten, die aan mij voorgesteld werd als Elin, had voor andere kleding gezorgd. Met enig advies van Ashlynn dan. Dat was wel nodig, want als ik het mij goed herinnerde, waren mijn eigen kleren in de herberg kort bij de hemelpoort gestrand. Dat was ongetwijfeld enkele dagen vliegen. Maar Elin kende deze dimensie, en dan vooral de kuststreek waar we niet ver van verwijderd waren, als de palm van haar hand. 

Eerlijk was eerlijk, het blauwe tuniek dat de twee dames voor mij hadden uitgekozen, zat bijna net zo lekker als mijn strijdkleding. En hoewel ik wel gewoon mijn strakke, zwarte broek kon dragen, zag ik er een stuk volwassener uit. Als een dimensie-leidster had Ashlynn gegrapt. Ja, misschien ook wel. De gouden platen die als verfraaiing moest dienen voor het tuniek, waren ook functioneel. Geen directe oorlogsdaad, maar het gaf wel een belangrijke boodschap af. Ik droeg bescherming bij mij, ik was een strijder. 

Ik had naar Declan gegrijnsd toen ik hem had zien staren. Met een verbeten uitdrukking op zijn gezicht had hij zich weer afgewend. Daarna had Jurian een goedkeurend rukje aan onze band gegeven. Ja, zijn broers keken nu wel iets anders naar mij. En dat was belangrijk. Waar wij heen gingen, zat het vol met elite. We gingen nota bene naar hun koningshuis. We moesten een statement maken. En niet alleen ik. Ashlynn, Calum, Katana, Jurian en ook Elin. Ze zagen er allemaal uit alsof we ons eigen koningshuis vormden en misschien was dat nu ook wel zo.

De groep was veranderd. Meral en zijn soldaten waren afgedropen. Zij gingen terug naar de achtste dimensie om Gabe bij te staan. Hoewel er geen echte dreiging was, was er wel enige onrust ontstaan sinds Jurians vertrek. Gabe kon prima zijn eigen boontjes doppen, maar in dit geval hadden we Merals hulp niet meer nodig. Dat maakte eigenlijk dat we met onze oude, vaste club overbleven. Daarbij toegevoegd werden Declan, Roan, maar ook Elin, die mee wilde naar de eerste dimensie omdat daar zeldzame edelstenen te vinden waren. En aan de gezichtsuitdrukking van Katana te zien, zou zij ons hebben vermoord als we dat geweigerd hadden. 

Roan haalde zijn amulet tevoorschijn. Nee, niet zijn amulet. Deze steen was anders dan de steen die Jurian mij had laten zien. De hoekige, grijze steen ving geen licht en leek op het oog ook niet meer dan een uit de kluiten gewassen kiezelsteen. Maar Elin hield haar adem in. 

Toen ze mijn blik ving, fluisterde ze: 'Een portaalsteen.' 

Roan glimlachte zonder vreugde naar haar. 'Dat klopt. Ik ben onder de indruk dat je het herkent. Buiten het koningshuis van de eerste dimensie is het gebruik verboden.'

Ze haalde haar schouders op, maar ik zag dat ze gevleid was door het compliment van de prins. 'Ik heb een voorliefde voor stenen.'

'Wat is een portaalsteen?' vroeg Ashlynn gefronst. 

Roan zei niets, maar stelde het in werking. Hij richtte zijn steen op de grond voor zich en na enkele, onverstaanbare woorden, verscheen er een groot, duister, gapend gat. 

Jurian legde zijn hand op mijn rug. 'Het werkt hetzelfde als de hemelpoort. Het biedt een doorgang naar eenzelfde steen.' 

'In dit geval ons kamp bij de twee hemelpoort in deze dimensie.' Declans woorden stierven weg toen hij in het portaal verdween. 

Roan staarde de rest een voor een aan. Ik haalde diep adem en nam het voortouw. Ik moest een nieuwe reputatie op zien te bouwen bij deze prinsen. Ze hadden mij zien branden. En hoewel dat voor een nobele reden was, was het ook roekeloos geweest.

Het portaal voelde inderdaad aan zoals de hemelpoort, maar deze keer was ik een stuk minder misselijk toen ik de grond weer onder mijn voeten voelde. Mijn hoofd voelde nog even gedesoriënteerd, maar toen ik weer helder kon denken, zag ik dat ik midden in een tentenkamp stond. Maar dat deed er niet toe.

Met een ruk draaide ik mij om. Daar, slechts enkele honderden meters van dit kamp, brandde het adembenemende hellevuur. Het lonkte zo erg, dat ik er gek van werd. En ik was niet de enige die daar op reageerde, want op het moment dat Elin naast mij verscheen, draaide zij zich ook om. Haar ogen stonden niet groot van verbazing. 

Vragend keek ik haar aan.

Ze grinnikte. 'Ik ben opgegroeid bij die vlammen, maar ik ben er nog nooit zo dichtbij geweest.' Ze hield haar handpalm op en bracht haar woorden kracht bij door een kleine, zwarte vlam boven haar hand te laten dansen.

'Nachtvuur,' fluisterde ik. Ik liet eenzelfde vlam boven mijn handpalm zweven, maar liet deze voeden door mijn licht. Gewoon vuur. 

'Het enige vuur dat ik kan oproepen, ben ik bang,' grijnsde ze. 

Het leek alsof er op dat moment een band tussen ons geschept werd. Haar fonkelende dieprode ogen glansden in de duisternis van haar vuur. 

Toen iedereen aan de andere kant van het hellevuur was, vlogen we naar de hemelpoort die slechts enkele minuten van het tentenkamp af lag. De noordelijke poort, noemde Roan deze. Vanaf daar zouden we naar de eerste dimensie reizen. Ik voelde mij verre van op mijn gemak toen we bij de poort kwamen. Misschien kwam dat ook wel doordat Jurian de weg er naartoe in gedachten verzonken was. Ja, voor ons was dit nieuw en onwennig, maar hij ging terug naar iets wat hij achter zich had willen laten. 

Roan en Declan bundelden hun krachten en openden de poort. 

Ik schuifelde heen en weer. 'Is dit hetzelfde als de reis tussen de achtste en zevende dimensie?' fluisterde ik naar Jurian.

Dat trok hem uit zijn gedachten en bedenkelijk keek hij mij aan. 'Het duurt langer, maar dat merk je niet. Je kan er wel misselijker van worden.' 

'Ge-wel-dig,' merkte Katana op, die ons overhoorde.

Ik kon het niet helpen om te lachen. Dat ging een zware reis worden voor haar. Voor ons allemaal. 

'Schieten we nog op, of hoe zit dat?' gromde Declan. 

Jurian pakte mijn hand en kneep er in. 'Samen.' 

'Samen,' herhaalde ik. Mijn blik dwaalde bemoedigend langs mijn vrienden, oud en nieuw, en bleef uiteindelijk even stug steken op de twee prinsen. Ik staarde ze even aan, daagde ze net zo lang uit tot ze een reactie geven.

Uiteindelijk nam ik mijn winst toen Declan zijn tanden dreigend ontblootte. Samen met Jurian stapte ik zonder nog te twijfelen de poort in.


Het was werkelijk een stuk erger dan de eerste keer dat ik tussen dimensie had gereisd. Jurian had dat ongetwijfeld geweten. Een leugentje om bestwil, zou hij mij vast gezegd hebben als hij zelf niet tegen het overgeven aan het vechten was. Hij zag lijkbleek. Ik voelde mij absoluut niet beter. Rusteloos stroopte ik de mouwen van mijn tuniek omhoog. Het was hier zo heet. Hoorde de grond zo te draaien?

Nee, focus. Focus.

De lucht draaide ook. Net zoals de vogels. Er waren hier vogels?

Fo-cus.

Mijn beeld werd scherper toen ik ervoor koos om even op mijn rug te gaan liggen, waarmee ik ook mijn misselijkheid onderdrukte. Zachte, warme zonnestralen dansten in mijn gezicht. Dat was als ze zich een weg konden vinden door het bladerdak boven mij. Groene, ruisende blaadjes. Takken met vogeltjes. Ik had het mij niet verbeeld. Hun zachte tjilpen en de bruisende wind vulden de lucht. Was dat een kabbelend beekje dat ergens op de achtergrond klonk? 

Toen al mijn geprikkelde zintuigen enigszins tot bedaren waren gekomen, verzamelde ik mijzelf en ging ik rechtop zitten. Ik keek om mij heen. Katana zat tegen een boom en gebaarde naar Calum, die naast haar neer was geploft, dat ze hem afraadde om de bosjes naast haar in te gaan. Ashlynn lag ook op haar rug in het groene gras. Elin zat rustig naast haar en was haar haren opnieuw aan het vlechten, alsof ze nergens last van had. Roan en Declan zaten bij elkaar, duidelijk ook aangedaan door de reis. Alleen Jurian zat hier niet. Hij stond een stukje verderop. 

Ik streelde langs onze band. Hij keek om en wenkte dat ik moest komen. Mokkend stond ik op en gunde ik mijn benen de tijd om weer aan mijn gewicht te wennen. Daarna liep ik naar hem toe. Naar de rand van dit bosje waar we in uit waren gekomen. 

Vanaf daar keek je uit op een adembenemend uitzicht. We zaten tussen bergen, aan de rand van een groen dal. De wind liet het lange gras werkelijk waar dansen. En in het midden van het dal, omringd door een heldere, blauwe rivier, lag een bruisende stad vol met witte huisjes. Het krioelde er van de mensen. Af en toe leek er muziek naar ons toe te waaien. 

Het was prachtig. Het was vredig. Het was... zoals mensen zich waarschijnlijk de hemel zouden inbeelden. 

Mijn hand viel in die van Jurian. 

'Welkom in de eerste dimensie,' zei Jurian verbitterd. 

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro