Hoofdstuk 33: Domme deals
Feline
Bij gebrek aan een betere oplossing, trokken we terug naar het fort. Voordat ik iets kon zeggen, werd Jurian al meegenomen door zijn broers en verdwenen ze in de dichtstbijzijnde ruimte. De deur vloog met zo'n klap dicht, dat ik ineen kromp. Uitleg zou morgen wel volgen, was de boodschap die ze hadden afgeleverd voordat ze er vandoor waren gegaan.
Ik sloeg mijn armen om mij heen en haalde beverig adem. Van de ene rotzooi, naar de andere. Dat was precies waarom ik deze hele wereld achter mij had willen laten. Ashlynn kwam het fort binnenlopen en hoewel ik oogcontact zocht, was ze te druk aan het praten met Meral. Twee generaals onder elkaar. Dit fort was een paradijs voor ze. Ze liepen de gang in en verdwenen de hoek om. Op Calum en Katana hoefde ik niet te wachten want die waren als het stel kinderen dat ze af en toe waren meteen op zoek gegaan naar de slaapvertrekken, in de hoop de grootste aan de haak te kunnen slaan.
Blijkbaar ging de woordeloze overeenkomst om alles samen te doen, hier niet meer op. Jurian had slechts zijn hoofd geschud toen ik hem had gevraagd om mee te mogen naar de bespreking. Nou, prima. Dan ging hij maar lekker alleen.
Zwijgend liep ik door de spookachtige gangen. Dood hing hier in de lucht en dat was me eerder niet opgevallen. Maar er waren ook veel doden gevallen. De broers waren niet genadig geweest. Er trok een koude, fluisterende wind langs mij. Onverschillig bekroop een glimlach mijn gezicht.
Het duurde lang voordat Jurian klaar was met zijn bespreking. Ondanks de hoge muren die hij langs zijn geest had opgetrokken, kon ik zijn stemming langs onze gedeelde band haarfijn aanvoelen. Toen de spanning en het ongemak wegvielen, duurde het nog maar tien minuten voordat hij dezelfde band naar deze kamer had gevolgd.
Een slaapkamer. Een hele grote slaapkamer. Misschien was deze wel van Katherine geweest, en daarna van Scarlett en Clay. En misschien had mij dat ook moeten afschrikken, was het niet dat deze kamer over drie gigantische ramen beschikte die de deels bewolkte hemel prijsgraf. Een raam werd verticaal opgedeeld en vormde een deur die uitkwam op een lang en breed balkon. De andere twee ramen hadden brede vensterbanken, waar gouden beeldjes op stonden. Hoor geen kwaad, zie geen kwaad, spreek geen kwaad.
'De sterren zijn hier anders,' zei ik bij wijze van begroeting.
De deur die zachtjes open was gegaan, ging net zo zachtjes weer dicht. De kamer was een puinhoop. Dat kwam misschien doordat ik alle kussens en dekens bijeen had geraapt om het mijzelf comfortabel te maken in de brede vensterbank. Ik hield het zware beeldje van het aapje dat zijn poten op zijn mond hield in mijn handen.
'De sterrenbeelden, ze kloppen niet,' ging ik verder. In gedachten ging ik terug naar ons landhuis in de achtste dimensie. Het balkon boven aan de trap, waar Jurian en ik voor het eerst samen naar de sterren hadden gekeken. Het was voor ons beiden een toevluchtsoord geweest. 'Wens jij nog wel eens op een ster?'
Een diepe zucht. 'De sterren in de lucht heb ik niet nodig om te krijgen wat ik wil.'
Ik glimlachte, maar keek niet naar hem. 'Ik wens er nog wel op. Dat heb ik de afgelopen nachten bijna iedere nacht gedaan. Ik wens om domme dingen, zoals dat de zon de volgende ochtend maar weer op mag komen en dat de dagen langer mogen duren dan de nachten.' Ik keek naar hem. 'De nachten zijn hier ook langer... Of ze voelen langer.'
Hij stond midden in de kamer, zijn houding straalde ongemak uit. Het sterrenlicht was niet voldoende om de duistere kamer te verlichten, dus kon ik alleen maar gissen naar zijn gezichtsuitdrukking. Jurian vroeg enkel: 'Mag ik erbij komen zitten?'
'Natuurlijk, dommie,' grinnikte ik en ik trok mijn benen op.
Het laatste beetje spanning dat langs onze band vloeide, verdween. Er klonk een klein lachje en hij klom ook in de vensterbank, tegenover mij. De maan leek specifiek zijn gezicht te verlichten. En deze was heel somber. Er stonden tranen in zijn ogen terwijl hij naar buiten keek. Als ik het zo moest inschatten deed hij veel moeite om ze te verbergen.
'Ik wenste ook om vrede,' zei ik, mijn blik afgewend naar het beeldje in mijn handen. 'Domme dingen, onrealistische dingen.' Ik voelde zijn blik branden als de tranen in mijn eigen ogen. 'Maar de sterren vielen net zo hard als dat ik viel.'
Het ging een beetje onhandig, maar ik liet het gouden beeldje op de grond vallen, trok Jurian in mijn armen en verborg mijn gezicht tegen zijn schouder. Zijn schouders begonnen te schokken en mijn trainingsshirt begon ook langzaam vochtig te worden toen Jurian brak. Hij zocht mijn troost. Ik zocht hém.
'Ik heb zoveel domme deals gesloten de laatste paar dagen, Feline,' bekende hij toen hij zijn schouders gerecht had.
Ik draaide mij om en kroop tussen zijn benen, mijn rug tegen zijn borst die door de diepe, herstellende ademteugen regelmatig op en neer ging. Hij sloot zijn armen om mij heen.
'Vertel me alles,' fluisterde ik.
Met mijn blik op de sterren luisterde ik naar hem. Ik liet zijn stem tot in mijn botten doordringen, terwijl mijn handen in die van hem verstrengeld waren. Hij vertelde mij over zijn deal met de piratenheer Branson, wiens lichaam nu ergens in de buik van een of andere wendigo lag. De deal die mij deed geloven dat hij dood was. Ik hoefde hem niet te vertellen dat die deal mij gesloopt had en dat het misschien wel het domste was geweest wat hij had kunnen doen. Dat wist hij al.
'Ik heb nog een deal gesloten,' zei hij met een diepe zucht, zijn duim cirkelde over de rug van mijn hand. 'Wil je het nog horen?'
Ik was uitgeput, maar ik knikte. Naar hem luisteren was alles wat ik nu wilde.
'Oké,' fluisterde hij en onze band werd gebombardeerd door spanning.
Ik draaide mijn hoofd om hem aan te kunnen kijken. Zijn blik bleef steken op het beeldje dat ik op de grond had gegooid. Spreek geen kwaad. Om zijn aandacht terug te krijgen, stal ik een korte kus. Prins of geen prins. Dit was de jongen aan wie ik mijn leven zou geven. Dat had ik al gedaan en ik zou het keer op keer weer doen.
'De eerste dimensie,' zei hij zachtjes, 'is een plek waar geen hel bestaat. Er is een hemel en een ontoegankelijke schaduwdimensie. Een plek waar al het gespuis en de onheil wordt opgesloten. De eerste dimensie is vele malen groter dan de zevende en achtste dimensie bij elkaar.' Zijn hoofd rustte tegen de mijne. 'Ik ben daar geboren. Mijn ouders zijn de heersers van de eerste dimensie, de koning en koningin. In het leven na de dood, zoals jullie die noemen, is het vrijwel onmogelijk om kinderen te krijgen. Maar mijn grootouders, die wel vanaf de aarde kwamen, werden op een of andere manier gezegend door de goden van de eerste dimensie. Ze kregen een zoon, mijn vader. En toen mijn vader een vrouw vond, werd zij ook gezegend. Ze kreeg vier kinderen, drie prinsen en een prinses. Roan is de oudste en is daarmee de wettelijke troonopvolger. Hij is verloofd en zijn vriendin zal ongetwijfeld ook gezegend worden door de goden.'
Er viel een korte stilte. Zelfs de sterren leken gestopt te zijn met fonkelen om naar zijn verhaal te luisteren.
'Schijnbaar verkeert de eerste dimensie in moeilijkheden. De wendigo is een zekere waakhond. In deze dimensie waakte hij over het hart van de dimensie, een groot kristal. Waarschijnlijk is de wendigo door Katherine uit de schaduwdimensie opgeroepen, met behulp van dat kristal. Iedere keer dat de deur naar die dimensie geopend wordt, sluit deze minder goed. Duisternis sijpelt nu langzaam door de kier die Katherine, maar ook Scarlett en Clay hebben gecreëerd. Roan en Declan hebben de bron van kracht die de deur deed openen gevolgd en kwamen hier uit. Zo kwamen ze er dus ook achter dat wij hier waren om de onrust te stillen.'
Ik sloot mijn ogen en luisterde in de stilte die mijn wederhelft nodig had naar het kloppen van zijn hart. Een sterk, goedmoedig maar ook duister hart.
'Ik heb mijn best gedaan om mijzelf afzijdig te houden van de eerste dimensie. Toen ik er wegging, sloten we een overeenkomst. Ik mocht doen en laten wat ik wilde, mits ik terug zou komen wanneer ze mij nodig hadden. Ruim tien jaar heb ik niets van ze gehoord. Ik heb mijn eigen leven opgebouwd in de achtste dimensie. En nu zijn ze terug, want mijn broers waren niet alleen op zoek naar Scarlett en Clay. Ook naar mij. En dan praten we niet alleen over het bijwonen van Roans huwelijk en de zegening van een nieuwe generatie, maar ook over het sluiten van de deur naar de schaduwdimensie.' Hij haalde diep adem, hield deze kort vast en ademde toen met een korte zucht uit. 'Ik weigerde. Ik vertelde ze dat ik genoeg strijd en oorlog had gezien en dat wij allemaal weer terug zouden gaan naar de achtste dimensie.'
Het werd stil. Het bleef heel lang stil.
'En toen?' vroeg ik om de stilte te doorbreken.
'Toen vertelden ze mij dat ik hen nodig had. Dat we elkaar nodig zouden hebben. En ik wist dat ze gelijk hadden, want ik kreeg jou niet terug uit de tussendimensie. Ik was niet sterk genoeg, maar zij wel. Je moet weten, een prins met een amulet is één ding, maar wanneer we alle drie verenigd zijn, zijn we praktisch onverslaanbaar. De amuletten die wij hebben gekregen van de goden, beteugelen onze kracht. Eenmaal geactiveerd krijgen we de volledige toegang. Dat is wat ze boden. De amulet en hun hulp in ruil voor mijn terugkeer naar de eerste dimensie, omdat ze wisten dat ze mij met iets onder druk moesten zetten.'
'Leuke broers,' zei ik, terwijl ik de deken nog wat verder optrok.
'Alles voor het thuisland,' gromde Jurian. 'Ze zijn vreselijk neerbuigend naar iedere dimensie die lager is dan de vierde. Vooral Declan. Hij denkt dat de dimensies vanaf de vijfde dimensie voor de afdankers van de aarde zijn. Alleen zij die door de goden hunzelf worden uitgekozen, komen in de elite dimensies, zoals ze genoemd worden, terecht. Pure onzin, natuurlijk, maar hij is zo'n typisch voorbeeld van een verwend joch dat zich boven de rest verheven voelt.'
De opkomende agressie haalde mij uit mijn sluimerstand. Ik voelde mijzelf enthousiast worden. De duisternis in mij kikte hierop. Die wilde meedoen. Maar Jurian sprak verder, wat de nodige afleiding bood. Hij voelde al mijn vraagtekens haarfijn aan.
'De indeling van dimensies is willekeurig. Je wordt geplaatst waar plaats is.' Hij schudde zijn hoofd. 'Maar nu moet ik dus mijn belofte waar maken. Ik zal terug moeten en ik zal ze moeten helpen.'
'Wij.'
'Wat?'
'Wij. Wij gaan helpen. Wij allemaal.'
'Dat kan ik niet van jullie vragen. De eerste dimensie is misschien nog niet zo heel erg, maar mijn familie wel. Dat doe ik geen van jullie aan.' Ik kon aan hem horen dat hij het meende, maar zo erg kon het toch niet zijn?
'Nou, ik ga mee,' zei ik, waarbij ik lichtjes mijn schouders ophaalde. 'Anders maak je misschien nog meer domme deals.'
Hij lachte en het duurde eventjes tot zijn gegrinnik was weggestorven en hij was gestopt met het beroeren van mijn nek. 'Wil je praten over wat er hier is gebeurd?'
Ik kneep in zijn handen. 'Nee. Niet nu.'
Ooit zou ik hem vertellen dat ik niet terug had willen komen, maar dit was niet het moment. Ik schoof dat, samen met de herinnering aan de zwartharige vrouw die met mij gesproken had, diep weg. Net zo diep als het kristal dat zij mij had overhandigd, dat in het hoekje van de andere vensterbank verscholen lag.
En hoewel ik nog heel veel vragen had over de eerste dimensie, over hem en over zijn motieven om het voor ons te verzwijgen, sprak ik geen van die vragen uit.
~~~
Hallo! Bedankt voor de vragen die gesteld zijn in de comments en in mijn inbox! Ik zal er vanaf vandaag wat meer op terug gaan komen, want een deel van de vragen zal ook beantwoord worden in de volgende hoofdstukken (en dit hoofdstuk natuurlijk)! Super leuk om alles te lezen.
De reden dat de updates wat langer duren dan gewoonlijk is zowel het warme weer en het feit dat ik flink moet werken, maar komt ook doordat ik bezig ben met het herschrijven van The Fallen Ones, deel een van dit verhaal, welke een stukje duisterder gaat worden.
Maar wij maken ons nu op voor de reis naar de eerste dimensie! Ik verwacht dat we vanaf nu ook minder uit andere perspectieven zullen gaan lezen. Minder, maar we nemen geen afscheid! Uit welk perspectief zouden jullie wel eens willen lezen?
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro