Hoofdstuk 16: Macht
Feline
In mijn hoofd heerste een diepe, zware duisternis. Een die mijn gedachten onder de duim hield. Wat het niet onder de duim hield was de vreselijke hoofdpijn die door leek te stralen door mijn hele lichaam. Iedere spier protesteerde fel tegen elke, minuscule beweging die ik maakte.
Ik duwde mijzelf overeind op de vochtige, stenen vloer en dwong mijzelf tegen de muur te gaan zitten. Dit was de eerste keer dat ik langer dan enkele minuten bij bewustzijn was. Ik was enkele keren wakker geworden, al was het maar om even wat te eten en daarna weer weg te zakken. Soms hield ik het binnen, maar vaker belandde mijn eten net zo snel weer op de celvloer. Wanneer ik weer wakker was, vroeg ik mij af of ik het gedroomd had, daar mijn cel iedere keer weer schoon was.
Mijn gezichtsveld was wazig en ik moest even wennen aan het weinige licht. Hoe lang was ik hier nu al? Een dag? Twee dagen misschien? Twee dagen waar ik soms het peinzende gezicht van Evan moest zien wanneer ik wakker werd, maar waarop ik niet genoeg kracht had om hem überhaupt iets toe te snauwen. Laat staan mijn krachten aan te spreken.
Mijn hele lichaam trilde en mijn kleding plakte aan mijn huid. Langzaam maar zeker drong het tot mij door wat er gebeurd was. De hinderlaag, het gif en Jurian en Ashlynn die waren ontkomen. De pijn die door mijn lichaam raasde liet mij twee dingen denken. Het eerste was dat ik blij was dat zij het niet hoefden te voelen. Het tweede was dat ze mij niet hadden moeten achterlaten. Nee, ik kon niet van anderen verwachten dat zij zich zouden opofferen als ik dat niet zou doen, maar niet hier. Niet bij hem.
Ik probeerde mijzelf te focussen. Iets klopte er niet, maar ik kon mijn vinger er nog niet op leggen. Het was vreemd en toch vertrouwd. Een gevoel, of eigenlijk meer het missen van een gevoel.
Mijn hart sloeg een slag over toen ik mij realiseerde wat er mis was. Buiten pijn, voelde ik niets. Helemaal niets. Geen licht, geen vuur, geen duisternis. En misschien nog wel het ergste: ik voelde Jurian niet. De band die tussen ons hing, de band waarmee ik hem had kunnen opsporen toen hij door Yrianthe werd meegenomen, was stil. Daardoor voelde ik mij meer alleen dan ooit tevoren. En machteloos.
Ik sloeg mijn armen om mijzelf heen en bedwong de paniek. Ze zouden terugkomen. Jurian en Ashlynn zouden terugkomen. Katana en Calum zouden een leger meebrengen. Ik stond er niet alleen voor.
Opeens zag ik iets wat ik door de pijn niet had gevoeld. Om mijn beide polsen zat een ijzeren armband, ingelegd met een zwak gloeiende oranje edelsteen. Ik bekeek ze eens grondig, maar hoe dichter ik ze naar mijn hoofd bracht, hoe erger de hoofdpijn werd. Inmiddels had ik genoeg ervaringen met edelstenen om te weten wat voor bijkomende effecten ze hadden. Moedeloos liet ik mijn handen in mijn schoot vallen en rustte ik met mijn hoofd tegen de muur.
Ik had geen idee hoeveel tijd er voorbij was gegaan en ik had helemaal niet door gehad dat iemand binnen was gekomen. Toen ik mijn ogen weer opende, keek ik niet in de donkere ogen van Evan, maar in die van Zachary.
De breedgeschouderde jongen stond met zijn armen over elkaar aan de andere kant van de tralies. 'Onze kleine, goedhartige Feline. Niet dat ik je mag, maar je had beter verdiend dan dit.'
'Wat moet je, Zachary?' zuchtte ik.
'Ik? Oh, ik kwam enkel even kijken of je al wakker was,' antwoordde hij, waarbij hij tegen de tralies leunde. 'Het ziet er naar uit dat ik toch een litteken bij je achter heb gelaten.'
Mijn hand gleed naar mijn keel, waar ik geen gladde huid meer voelde. 'Ik hoop dat je er trots op bent.'
Hij grinnikte. 'Ik had nooit kunnen denken dat jij op een slagveld zou belanden. En dat nog niet eens. Je voert de troepen zelfs aan.' Hij bekeek mij eens van top tot teen. 'Samen met die Jurian? Die gevreesde demonenprins?'
'Ik zou kunnen zeggen dat je mij nog dood gaat vervelen, maar dat kan niet meer,' zei ik, waarna ik mijn ogen sloot. 'Heb je niet iets nuttigs te doen?'
'Ik heb nooit echt begrepen wat Evan in jou zag,' ging hij verder. 'Waarom hij zijn leven wilde laten voor jou. Ik herinner het mij niet goed meer, maar het was maar twee maanden na jouw dood dat hij zelfmoord pleegde.'
'En welk noodlot mag ik verwijten dat jij hem achterna bent gegaan?'
'Auto-ongeluk,' zei hij kort. 'Slechts een maandje geleden.'
Ik opende mijn ogen weer en keek hem aan. Als ik mijn vuur had gehad, nee, als ik welke kracht dan ook had gehad, had hij op de grond gelegen. Hij wist wat de armbanden deden. Dat was de reden waarom hij zo groot durfde te doen.
'Leuk voor je.' Ik sloeg de informatie die hij me gaf zo goed mogelijk op. Misschien dat ik het nog kon gebruiken. 'Ik vond onze reünie heel gezellig, maar kan je wieberen? Anders kies ik ervoor om mijn maag over jouw schoenen te legen.'
Zijn gezicht betrok. Had ik dat misschien al een keer gedaan? Hij was in ieder geval snel genoeg weg en dat veroorzaakte toch een kleine glimlach op mijn gezicht. Zachary, of Zack, was iemand die zich graag groot wilde voordoen, maar zodra hij doorhad dat hij zich in een mindere positie bevond, was hij er vandoor.
Kiara had ons allemaal verraden. We hadden haar leven gered, maar ze had ervoor gekozen om ons in de steek te laten. Aan de ene kant mocht ze daarvoor sterven. De arrogantie die in haar houding had gelegen toen ze binnen was komen wandelen was totaal het tegenovergestelde van de houding die ze had gedragen toen we haar met een gebroken vleugel van een publiekelijke presentatie hadden gered. Aan de andere kant vroeg ik mijzelf af of we het haar zo kwalijk konden nemen. Ze had Clay niet voor niets haar neef genoemd.
De deur kraakte. Voetstappen beroerden de koele stenen elders in de gang. Het tempo lag hoog en het duurde niet lang voordat een paar voeten mijn gezichtsveld in kwam.
'Ah, je bent echt wakker.'
Ik keek op naar Evan. 'Is dat wat dit is, ja?'
Hij hurkte neer aan de andere kant van de tralies. Zijn ogen gleden over mijn lichaam. 'Niet te geloven. We krijgen een nieuwe kans, Feline. Jij en ik.'
Ik wendde mijn blik van hem af en keek naar de flikkering van de vlammen van de fakkels. Wat zou ik ervoor geven om dat vuur in mijn aderen te voelen? 'Er is geen jij en ik.'
De tralies protesteerden fel toen Evan zijn handen om de spijlen klemde. 'Dat komt nog wel. Zodra we die Jurian van je hebben afgeslacht. En anders heeft Scarlett nog wel enkele trucjes achter de hand om jouw gedachten op orde te brengen.' Zijn felle, witte tanden schitterden in het licht van het vuur.
Mijn lach was spottend. 'Katherine deed ooit een poging om mijn geest te breken. Het lukte haar, maar ik genas. Ik werd sterker.' Ik nam even de tijd om aan te sterken voor mijn volgende woorden, waarvoor Evan bijna aan mijn lippen hing. 'Wat je ook zal doen, ik zal er sterker uitkomen. Geloof me als ik zeg dat wanneer deze boeien om welke reden dan ook af vallen, je niets meer zal zijn dan een hoopje as.' Ik beantwoordde zijn spottende glimlach met een lach die de waarheid van mijn woorden versterkte.
De celdeur vloog met een dusdanig hoge snelheid open, dat ik mij afvroeg of deze überhaupt op slot had gezeten. Hij beende naar binnen en het was alsof een geesteshand zich om mijn kaak klemde en mij dwong hem aan te kijken. Zijn arm was naar mij uitgestrekt. Ik voelde een dreigende, dwingende kracht die zich door mijn aderen begon te verspreiden. Mijn lichaam was niet meer van mij toen ik langzaam omhoog werd getrokken. Iedere vezel in mijn lichaam probeerde er tegen te vechten.
Toen ik rechtop stond, kwam Evan vlak voor mij staan. Zijn ogen voorspelden onweer. 'Weet je wat die stenen doen, Feline? Ze geven mij de macht over jou.'
Ik probeerde mij uit zijn greep te verlossen maar zonder succes.
'Ze schakelen jouw krachten uit en geven mij vrij spel. De boeien zijn een tijdelijke oplossing. Zodra we in het noorden zijn, maken we het definitief.' Zijn hand gleed langs mijn arm en zijn nagel kraste over mijn huid. 'Dus maak je klaar voor de reis, schat.'
Zijn macht over mijn lichaam verdween en ik kwam met een klap die de lucht uit mijn longen perste weer op de grond. Terwijl hij de cel uit beende, keek ik met een ruk naar hem op. 'Ik zal nooit meer van je houden, Evan. Dus vlucht waar je heen wil en dwing mij je te volgen, maar weet dat het niets verandert.'
Met woede in zijn ogen keek hij over zijn schouder. 'Denk wat je wil denken, Feline. Nu het nog kan tenminste. En verwacht maar niet dat die prins van je jou achterna komt, want als hij dat wel doet, zal hij dat met de dood bekopen.'
Ik begon te lachen. 'Je liegt tegen jezelf als je je voorhoudt dat Jurian niet komt. Want hij zal komen. En wanneer hij komt en hij de rest van onze familie meeneemt, zal de duisternis absoluut geen vriend meer van je zijn.'
De celdeur klapte dicht, zijn voetstappen stierven weg. Ik was niet bang meer. Ik zou vechten met iedere vezel in mijn lichaam. Ik zou tegen hém vechten. En ook al kon hij zijn macht als een sluier over mij heen laten vallen, het zou niet voor altijd zijn. Want Jurian, Ashlynn, Calum en Katana waren hier ook. En ik wist zeker dat Jurian de dimensie zou afzoeken om mij te vinden.
Want dat zou ik ook voor hem doen.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro