"Snel!" roept Nicolai. Blijkbaar had hij het geschreeuw ook gehoord. Alida kijkt om en krijgt grote ogen.

"Rijden! roept Alida. Snel trekt Ness een sprintje en Alida en Nicolai sprinten achter me aan.

Als we bij de rivier aankomen houd Nicolai halt. "We kunnen hier niet erover." zegt hij.

"Jawel. We moeten wel." zeg ik. Nicolai stribbelt tegen, maar ik zie de Veletors dichterbij komen. Alida lijkt het ook op te merken.

"Kom op. We hebben geen tijd. Ik wist niet dat Wolfsburg zo onveilig was." zegt Alida.

"Ja?" vraagt Ness. "Ja." zeg ik vastberaden. Ness begint te hollen, en rijd soepel door het water heen. Achter me zie ik dat Alida en Nicolai hetzelfde doen.

Wanneer de Veletors bij de oever aankomen blijven ze staan. Een van de Veletors is niet snel genoeg, en hij valt in het water. Daar verandert hij in as.

"Ook weer geleerd dat die daar niet tegen kunnen."  zeg ik. Nicolai grijnst klein.

We zijn veilig.

Voor nu dan.

~
POV Mahren

Met Midarr naast me loop ik door de kerkers heen. Aan weerszijden van me hoor ik gekrijs en geschreeuw van de gevangenen. We lopen de hoek om.

"Ik had gehoord van Judas. Myra was al snel gekomen." zeg ik dan. Midarr slikt.

"Wat heeft ze allemaal gezegd mijnHeer?" vraagt hij. Ik kijk hem doordringend aan.

"Alleen dat jij het niet kon laten om zelf met Eira te beginnen en daarin faalde, dat er een groot gevecht kwam en dat Caspar Judas heeft vermoord met een botte speer." zeg ik. Midarr kijkt me bang aan.

"Waar is hij?" vraag ik dan. Midarr herpakt zichzelf en kijkt om zich heen.

"Daar mijn Heer." zegt hij dan. Ik kijk in zijn richting en zie de man die ik had gebruikt als voorbeeld voor mijn 'Merking'. Hij is helemaal mager en zijn haar zit door de war. Zijn gevangenisoutfit is gescheurd, en hij heeft een aantal littekens op zijn lichaam. Als hij mij opmerkt kijkt hij me aan met ogen van pure haat.

"Ik heb een deal." zeg ik dan mysterieus.

"Wat?" spuugt de man. Ik kijk hem kalm aan.

"Eira Dao." zeg ik. De man kijkt me doordringend aan.

"Ze moet dood." zeg ik dan. Hij knikt begrijpelijk.

"Voor vrijheid en rijkdom." zegt hij dan.

"Voor vrijheid en rijkdom." herhaal ik. De man knikt en ik gebaar dat Midarr me de sleutel moet geven.

Midarr doet wat ik zeg en ik open de deur. Opgelucht loopt de man naar buiten. Ik geef hem een zwaard en een boog aan. De koker pijlen houd ik nog heel even in mijn hand. Deze koker was eerst van mijn scherpschutter geweest. Jammer dat hij dood is. Maar goed. Het leven gaat door.

Ik geeft de man de koker en een soldaat komt aanzetten met een setje kleren. De man pakt ze hebberig aan en loopt dan met alles naar buiten.

Als de man uit het zicht is verdwenen begint Midarr te praten.

"U gaat hem toch echt niet vrijlaten?" vraagt hij.

"Nee idioot. Maar wanhopige mensen gaan tot het uiterste om niet meer wanhopig te zijn. Het grappige is dat ze daar alleen maar wanhopiger door worden." zeg ik. Midarr grijnst naar mij.

"Oh en Midarr. Je hebt een upgrade gehad. Je bent nu commandant." zeg ik.

"Maar Judas was commandant." zegt Midarr.

"Inderdaad. Was." zeg ik. Midarr grijnst en knielt dan voor me.

"Ik zal U dienen tot mijn dood." zegt hij. Ik knik naar hem.

Dan loop ik weg. Het feit dat Caspar, van alle mensen Caspar Judas heeft vermoord knaagt wel aan mij.

"Roep Aaron." zeg ik dan tegen een uil die net naast me is komen zitten. De uil maakt een knikkende beweging met zijn kop en vliegt dan weg.

~

Ik loop mijn kamer binnen. In mijn kamer zitten Evelynn en Aaron. Ik knik begroetend naar Aaron en gebaar dat Evelynn weg kan gaan.

"Maar-" stribbelt het meisje nog even tegen.

"Eve. Ik heb privé-zaken te bespreken." zeg ik stellig. Evelynn buigt haar hoofd en verandert dan terug in haar uilenvorm.

"Bedankt voor het gezelschap Lynn." zegt Aaron nog tegen de uil voordat die het raam uit vliegt.

"Ik heb een klus voor je." zeg ik dan.

"Wat?" vraagt Aaron.

"Niet wat. Wie. Caspar of Asgard." zeg ik tegen de Hunter. Aaron knikt langzaam.

"En waarom is dat geen klein klusje?" vraagt hij. Ik kijk hem doordringend aan.

"Kyler heeft het al eerder geprobeerd. Pijl door zijn oog." zeg ik. Aaron slikt. Kyler was zijn leermeester, en ik snap dat hij het nieuws even moet verwerken.

"Hoezo is Cas ineens een gevaar?" vraagt Aaron dan. Ik zie aan zijn ogen dat hij wraak wil nemen op diegene die Kyler heeft vermoord.

"Caspar en Eira zijn vrienden geworden. En Eira heeft haar vechttrucs van de beste geërfd, wat niet in ons voordeel werkt." zeg ik. Ik denk terug aan de pijl die ik in Kylers oog had gevonden.

"Shit. Wie helpt mij? Judas?" vraagt Aaron.

"Judas is dood. Ook door Caspar. Vraag naar Myrabell of Asgard. Die kan je helpen." zeg ik mysterieus. Aaron ziet eruit alsof hij nog veel meer informatie wil.

"Hoe is Judas doodgegaan?" vraagt hij dan.

"Een speer door zijn gezicht. Er was paniek uitgebroken. We zijn 18 soldaten verloren." zeg ik met een pijnlijk gezicht. Aaron knikt begrijpelijk.

"Ik zal vertrekken." zegt hij.

"Mag het lot in je voordeel zijn." zeg ik voordat hij de deur uit loopt.