Hoofdstuk 6
Even keek ik oplettend, maar toen begon ik te grijnzen. Schouwers, hier, in Havermouth. Hij was nog niet vaak in handen geweest van schouwers, gelukkig, waardoor hij ook niet enorm snel herkend werd. Hij lachte zacht, maar de meid naast hem leek het minder te vinden. 'We moeten gaan,' zei ze gehaast. Ik keek haar aan. 'Nu al? Nee joh, dit is fun,' lachte hij klein. Hij draaide zijn stok in zijn hand en keek hoe de schouwers dichterbij kwamen, oplettend. Die hadden ook wel door dat er iets niet haaks was. 'We. Moeten. Gaan!' zei de dame nu iets pittiger. Ik gooide de stok op, waardoor hij draaide, perfect om hem weer op te vangen. Maar dat ging iets minder goed dan verwacht, de meid sprong omhoog, recht voor me en greep de stok uit de lucht. Ik keek kwaad naar haar, hoe ze de stok op de schouwers richtte die dichter en dichterbij kwamen. 'Geef mijn stok,' snauwde ik, maar ze antwoorde niet en pakte me vast, klaar om te verdwijnselen, maar ik trok me los. 'Trut,' snauwt ik kwaad. Ze keek me aan. 'Trut? Trut?!' herhaalde ze kwaad, waarna ze nogal stevig vastgreep en naar voren duwde, ik struikelde over mijn eigen voeten, maar werd opgevangen door één van de schouwers die me stevig beet pakte. Shit, nu had ik waarschijnlijk wel een probleem. De meid keek kwaad naar me, en het was enkele tellen stil. 'Bombarda,' zei ze toen, op de grond gericht. De straat ontplofte half op dat gebied, stof en stenen vlogen omhoog. Door de knal, werden de schouwers genoodzaakt mij los te latten. De meid rende naar me toe, pakte mijn bovenarm en verdwijnselde, zonder dat ik enige invloed erop had waar ze heen ging.
Nog met mijn armen voor mijn ogen door de stof, belande ik op een plek terecht en verzwakte de greep om mijn arm heen. Het was er warmer, dat voelde ik direct. Ik opende mijn ogen en keek rond. Een lang, volledig leeg strand lag aan de zacht golvende zee. Ik keek om naar de meid die me nog steeds pist aan keek. 'Geef mijn stok,' snauwde ik weer. Even was het stil, waarna ik de stok op me afgegooid kreeg. Ik vind hem, draaide hem even rond door mijn vingers en borg hem op, veilig in mijn zak. 'Wat is je naam eigenlijk?' vroeg ik kalm, terwijl ik ging zitten op een rots. De meid keek me aan. 'Vienna..' zei ze daarna rustig, maar oplettend. Ik was even stil. Vienna.. Had ik die naam eerder gehoord? Of niet. Even ving ik haar blik op, en keek weer in de bruine ogen. De ogen waarvan ik eerder al dacht te herkennen. En toen werd het me duidelijk, toen kwam het besef pas. 'Jij was die meid in die boshut, twee maanden geleden..' zei ik zacht, mezelf nog niet gelovend. Vienna was even stil, maar knikte toe. 'Daar hadden we elkaar inderdaad al gezien..' zei ze. Ik keek naar haar. 'Maar.. Je gedrag..' mompelde ik nu volledig door de war. De meid die daar was, was een echte dooddoener. Kil, een grijns.. En dat was weg. Verbaasd staarde ik naar haar. 'En jij bent dat roodhaartje.. Leuk je weer eens te zien,' zei ze redelijk kalm, maar zachter dan ik me van haar herinnerde. Ik knikte enkel. 'Heb je problemen met mijn gedrag, of wat?' zei ze rustig. Ik keek haar aan. 'Nee.. Nee niks,' zei ik in de war. Ik trok mijn knieën op en keek naar haar donkerblonde haar en iets getinte huidskleur, en daarna naar de bruine ogen. De bruine ogen, die toen mijn aandacht zo getrokken hadden. Waarin ik vast kwam te zitten. We keken elkaar aan en het gebeurde opnieuw, weer bleef ik staren naar de prachtige, diepdonkere ogen. Ze waren zo mooi, zo verleidelijk..
--
Komende maand geen tot weinig updates, ivm NaNoWriMo waar mijn tijd even heen gaat. Jullie krijgen direct daarna weer updates. <3
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro