Hoofdstuk 70: ijs tegen vuur
Ik voelde mij als aan de grond genageld. Het was alsof de wereld even stopte met draaien toen ik de twee samen zag. Gemoedelijk, vrijwel proostend op de overwinning. Jurian zat samen met Katherine aan een lange tafel, hij had zijn benen nonchalant op de tafel gegooid en zat onderuit gezakt in zijn stoel. In zijn hand hield hij een glas rode wijn, die hij loom liet cirkelen.
Katherine zat naar hem toe geboden, eveneens met een glas wijn. Ze was in opperbeste stemming. Het leek bijna alsof ze aan hem kleefde, maar dat leek nog net niet het geval. Vanuit wat ik kon opmaken leek ze nog bezig te zijn met het overhalen van Jurian.
Toen ik de tentflap achter mij dicht liet vallen, leek mijn licht de heersende duisternis iets te beteugelen.
Katherine wendde haar blik naar mij. Niet gehaast, niet bang, niet boos... slechts geamuseerd. Als iemand die wist dat ze haar prijs binnen had gesleept. En in dit geval was de prijs Jurian en was ik op de tweede plaats gekomen.
Want toen Jurian naar mij keek, voelde ik mij heel ongemakkelijk. Ik was niet zo zeer bang meer voor hem, alsof de amulet de bijkomende schade van de martelingen ook grotendeels tot helemaal had weggenomen. Het gevoel van ongemakkelijkheid kwam hem meer door de dode blik in zijn ogen. Dood, verderf, woede, hebzucht, satanisme. Ik wist niet goed hoe ik het moest beschrijven, maar er was geen licht. Geen liefde. Geen Jur. Dit was de demonenprins.
Maar ik voelde het weer. Dat kleine gevoel van euforie wanneer mijn ogen de zijne vonden. Ook al werd die blik niet beantwoord, was dat genoeg om aan vast te houden. Ondanks dat Calum ongelijk had gehad.
'Ah, Feline, wat leuk om je weer hier te zien,' zei Katherine waarna ze haar glas op de tafel zette. 'Dan hoeven wij je tenminste niet na te jagen. Misschien gun ik je nu een snelle dood.' Ze keek naar Jurian. 'Of jij moet iets anders in gedachten hebben, schat?'
Jurians duistere blik gleed naar Katherine. 'Waag het nog eens die toon tegen mij aan te slaan en ik snij je tong eruit.' Hij zei het met zo'n liefelijke glimlach, dat er een rilling over mijn rug gleed.
'Hmm, doe niet zo nukkig, als we met haar klaar zijn zal ik je laten zien waarom je van mij hield voordat zij langs kwam,' kirde ze.
Zijn glimlach verdween niet. Pas toen hij weer naar mij keek, stierf deze langzaam weg. Zijn ogen verraadden echter zijn geamuseerdheid. 'Ik wil het doen.'
Mijn hart klopte in mijn keel. Zeg het niet... zeg het niet...
'Ik wil degene zijn die haar hart eruit rukt.'
Ik moest even naar adem happen, daar ik niet door had gehad dat ik die in had gehouden. Dit kon niet. Dit kon Jurian niet zijn. Als ik nog er nog was, ondanks de versterking van mijn krachten, moest hij er ook nog zijn. Ergens diep daarbinnen.
Ik mocht Katherine niet laten winnen. Ik mocht de demon in hem niet laten winnen. Ik mocht de angst die voortkwam uit de dreigende bewegingen van hem niet laten winnen. Dus bleef ik stil staan terwijl Jurian zijn glas wegzette en opstond.
'Oh, ga gerust je gang, ik wacht wel even,' zei Katherine schouderophalend.
'Ik weet dat je er nog bent, Jur,' zei ik rustig. Ik kon mijzelf bijna niet horen door de pulserende hartslag in mijn oren. 'En ik ben niet van plan om op te geven.' Niet meer.
Katherine grinnikte. 'Ja, dat zag ik toen je vanochtend om de dood smeekte.'
'Hou je mond, Katherine, deze is helemaal voor mij,' merkte Jurian op. Hij had nog geen één keer zijn blik afgewend. Hij was een harteloze demon die enkel uit was op macht.
Wanneer het licht bijna dooft, moet je op goede herinneringen vertrouwen. Als je weet dat er overal iets moois, iets vredigs is, kan het licht ook nooit doven.
Dat waren de woorden geweest die ik Jurian had toevertrouwd toen hij mij het mooiste plekje had laten zien in deze duistere dimensie. Nu moest ik hem alleen nog maar zijn herinneringen laten terug halen.
Hij sloop naar mij toe, bleef op enkele meters staan. 'Klaar voor een laatste krachtmeting, Feline? Klaar voor een laatste dans?'
Ik glimlachte naar hem. 'Ik dans graag met je.'
Een van zijn wenkbrauwen schoot omhoog. 'Pardon?'
'Ik dans graag met je,' herhaalde ik. 'Je hebt mij ooit eens verteld dat we samen sterk staan. Samen. Dus dans met me.'
Hij gromde alvorens hij op mij af stormde. Mijn lichaam reageerde en schoot weg. Daarna kwam de echte krachtmeting. Zijn duisternis was sterker dan ik mij kon herinneren. Hij had nota bene zijn amulet geactiveerd, maar in hoeverre sprak hij deze aan? Ik voelde hem tegen mijn geest slaan met zijn geest, maar ik hield mij sterk. Hield de muur overeind.
Opnieuw dook hij op mij af en dit keer wist ik op een haartje zijn vuist te ontlopen. Dit keer probeerde ik op zijn geest in te werken. Maar hij was sterker, ook daar. Dat was hij altijd al geweest. Hij had na zijn aanvaardingen met Katherine zijn geest sterker gemaakt, er een hele dikke muur om gemaakt.
Maar dat betekende dus ook dat Katherine hier niet zozeer verantwoordelijk was. Dit was de demon in hem. En een demon had een engel nodig.
Langzaam begon ik mijn lichtmagie op te laden. We zwegen allebei terwijl we elkaar aanstaarden. Er begonnen kleine sneeuwvlokjes om ons heen te dwarrelen. Deze sisten fel toen ze op mijn huid terecht kwamen.
'Je bent waardeloos,' merkte Jurian rustig op.
Daar schrok ik enigszins van, maar ik dwong mijzelf om helder te blijven denken. Dit was Jurian niet. Dit was het meest duistere deel in zijn leven.
'Altijd zo grootmoedig. Altijd proberen de held uit te hangen, terwijl je altijd beschermd moet worden door je zogenoemde vrienden.' Hij hield zijn hoofd een tikkeltje schuin. 'Ik heb spijt van ieder moment dat ik met je heb doorgebracht. Het was een fout jou na te jagen. Het heeft mij zoveel moeite gekost.' Hij schudde langzaam zijn hoofd. 'Je kan niets. Ieder moment moet ik uitkijken of er geen messen in mijn rug worden gestoken omdat ik te druk ben met het beschermen van jou.'
Maar ik zag wat hij deed. Om zijn handen vormden zich schaduwen. Mijn beurt.
Toen hij adem haalde om mij nog meer de grond in te werken, onder puur genot van Katherine, zei ik: 'Maar ik heb nergens spijt van.' Ik glimlachte toen hij enigszins verbaasd leek. 'Van een enkel moment. Ik zou alles opnieuw doen. De gestolen aanrakingen, de glimlach op jouw gezicht wanneer ik in jouw ogen weer te eigenwijs was. De tranen, de pijn... Alles.' Mijn woorden leken mij meer te overtuigen dan dat dat bij hem het geval was. 'Want wat Katherine mij ook wil laten geloven, ik ben niet bang voor je. Ik zou voor jou door het vuur gaan. Omdat ik van je hou, Jurian.'
We lieten onze krachten op hetzelfde moment los. Dat was het einde van een hoop meubels en de tent. Hoewel het frame bleef staan, was het tentdoek vrijwel geheel aan flarden gescheurd. Maar we leken allebei intact te blijven. Wel werd ik achteruit geblazen. Hij bleef de sterkste van ons twee, dat kon ik niet ontkennen.
Katherine zat echter nog steeds rustig in haar stoel. Ze vreesde niets.
Zowel de woorden van Jurian als die van mij hadden geen effect gehad. Hoe ging ik dit doen... Hoe ging ik hem overtuigen om terug te komen naar het licht. Mijn liefde betekende niets meer voor hem.
Langzaam stond ik op.
'Nog niet genoeg gehad, engel?' vroeg hij uitdagend. Hij leek niet eens buiten adem te zijn.
Mijn ademhaling was wel lichtelijk versneld. 'Nee, jij wel, demon?'
'Je kan het beter opgeven,' merkte hij rustig op, terwijl hij wat stof van zijn mouw klopte. 'Het is niet dat je dit gaat winnen.'
Ik grijnsde. 'Maar ik ga ook niet opgeven.' Ik wilde hem niet aanvallen, ik wilde hem geen pijn doen. Maar gaf hij mij een keuze.
Nee, dat deed hij niet toen hij vol op mij af kwam razen en mij vol onderuit haalde. Ik kletste zo hard met mijn hoofd op de grond, dat de wereld even voor mijn ogen leek te duizelen. Maar ik bleef bij, en dat was voor nu het belangrijkste.
Jurian drukte mij met zijn gewicht tegen de grond. Hij had mijn handen boven mijn hoofd gepind en haalde diep adem. 'Hmm, engelen bloed.'
'Ook deels jouw bloed, vergeet dat niet,' merkte ik op. Ik moest het wel op woorden gooien. Ik had geen andere optie.
'Nog een grote fout die ik maakte. Mijn eigen leven willen opofferen voor dat van jou. Ik kan grootse dingen bereiken... en jij... jij niet.'
'Ik heb jou al eens kunnen redden, dat plan ik nog een keer te doen. Jurian, ik ga je één vraag stellen.'
Hij snoof en keek mij fel aan. In zijn ogen was alleen nog een beest te zien. 'Wat?'
'Is dit wat je wilt, Jurian? De haat van Katana, de furie van iedereen die jou bewonderde?'
Hij boog zich dichter naar mij toe. Er was zelfs geen lust in zijn ogen te zien. 'Ja. Ik heb alles over voor macht.'
Het werkte niet. Niets werkte.
'Ik zal het missen, weet je. Het kijken naar de sterren, het vechten over gevechtstactieken, de trainingen en de passie. Ik zal het allemaal missen.' Ik sloot mijn ogen kort en opende ze weer met een nieuw vuur in mijn ogen. 'Maar ik hou van je, Jurian. Ondanks alles. En als dit is wat jij wilt, dan is dat zo. Dan heb ik daar vrede mee.'
Jurians grip op mij leek enigszins te verslappen. Hij zocht naar het addertje onder het gras, maar de demonische blik in zijn ogen verdween niet.
Dat hoefde ook niet. Het verliezen van zijn aandacht was genoeg.
Met een soepele beweging gooide ik mijn gewicht tegen hem aan. We rolden over de grond tot ik boven hem hing.
'Verdomme,' gromde hij, toen ik hem met mijn vuur aan de grond genageld hiel. Hij was duidelijk zijn ijskrachten aan het verzamelen en daarna zou hij niets meer van mij heel laten.
'Ik zou je geen pijn kunnen doen.' Er gleed een verdrietige glimlach over mijn gezicht, vergezeld met een eenzame traan. 'Ik wens je al het goeds toe in je leven, Jurian.' Ik legde een hand langs zijn gezicht en de andere legde ik op zijn borst. Toen boog ik mij naar hem toe en gaf ik hem een laatste kus.
En trok ik dat verdomde amulet van zijn nek.
Doorat zijn duisternis opeens wegviel, leek ik overspoeld te worden door mijn eigen licht. Dat gaf een vreselijk verstikkend gevoel. Ik verbrak de kus en rolde van hem af, waarna ik mijn eigen amulet van mijn nek trok. Daarna kon ik weer vrij ademhalen.
Met de twee amuletten in mijn handen bleef ik even liggen. Gevaarlijk en dom. O zo dom.
Binnen een mum van tijd was Jurian overeind gekrabbeld en torende hij boven mij uit. Door het tegenwerkende zonlicht kon ik zijn gezicht niet aflezen, maar het was goed zo.
'Doe het,' beet ik hem toe.
Jurian hurkte naast mij neer. En hij glimlachte. 'Je bent een vreselijk naïef ding, Feline.'
'Wat?!' snauwde Katherine vanaf haar toeschouwersplaats. De schoot overeind.
'Gelukkig is er daar maar één van, en dat wil ik graag zo houden,' zei hij en hij stak zijn hand naar mij uit.
Ik pakte hem aan en hij trok mij overeind. Vervolgens trok hij een muur van ijs op, net op tijd om de aanval van Katherine te weren.
Hij streek een lok haar uit mijn gezicht. 'Vergeet alles wat ik gezegd heb.'
'Wat zei je dan?'
Hij grijnsde. 'Heks.'
'Vreselijk complimenteus weer.'
Er klapte weer een duistere kracht tegen de ijsmuur. Deze kreunde onder de aanval.
'Misschien dat we eerst de handen ineen moeten slaan om dat wicht uit te schakelen,' opperde Jurian. Nog altijd liet hij mij niet los.
Ik keek naar de amuletten in mijn hand. 'Ik denk dat we ze wel nodig hebben.'
Hij knikte. 'Als jij mij beteugeld, durf ik het aan.'
'Oh, daar ben ik inmiddels wel goed in geworden, is het niet?' knipoogde ik.
'Denk erom.'
'Ik stel voor dat we gaan dansen,' grijnsde ik, waarna ik hem zijn amulet om hing. Daarna hing ik mijn eigen amulet om.
Jurian vormde een ijspegel en sneed in zijn eigen hand, daarna ook in die van mij, maar veel zachter dan bij hemzelf.
'Ik hou van je,' fluisterde hij, waarna hij mijn kuste. Een kus die mij even naar een andere dimensie bracht. Eentje vol passie die naar meer snakte, maar ook meer beloofde. Een belofte dat we het zouden halen.
De ijsmuur versplinterde door Katherine in duizenden stukjes toen wij onze amuletten activeerden.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro