Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 67: martelingen

Het was gissen naar de realiteit, naar de waarheid, naar stabiliteit. Was het het waard geweest? Was het voor het goede geweest? Hoe lang zou het duren voordat ik echt mijn leven zou laten?

Mijn mond was kurkdroog, maar wanneer ik mijn tong langs mijn lippen haalde, proefde ik het bloed dat uit de barst van mijn lip was gekomen. Of was het bloed uit mijn neus? 

Ik had mijn grip op de realiteit verloren op het moment dat ik die domme deal had gesloten. Hoe had ik met mijn idiote hersenen deze deal kunnen sluiten? Ik had het met iemand moeten overleggen, had mijn voorwaarden moeten overdenken. 

Katherine speelde een ontzettend vies spel. Ik was de tijd kwijt geraakt. Uren opeenvolgende marteling. Ik was de helft van mijn veren kwijt. Ze had ze een voor een uitgerukt, samen met Ashlynn, Calum, Gabe, Katana en Jurian. Ik wist dat het niet echt was, dat zij het niet waren, maar Katherine zat in mijn hoofd. Ze had het zichzelf meer dan gemakkelijk gemaakt en nam voor mijn geest de vorm van ieder van mijn vrienden aan. 

Het waren hele korte sessies, maar het waren er veel. Had ik er al dertig gehad? Of zat ik eerder tegen de veertig aan nu? Soms pijnigde ze mij enkel met praatjes, dan wist ze mijn grootste angst toe te spreken en weer een andere keer was het fysiek geweld door mijn vleugels toe te takelen. Maar het plasje bloed waar ik nu in lag, was niet uit wonden komen sijpelen. Voordat ze begon had ze mij het antigif voor het galeniet gegeven. Daardoor kon mijn buikwond geheeld worden. Ze wilde immers niet dat ik leegbloedde. Niet uit wonden, althans.

Nee, dit bloed was afkomstig van interne bloedingen die zich via mijn neus, mond en zelfs oren een weg naar buiten vonden. De ergste marteling, waarbij ze zich voordeed als Ashlynn en mij vrijwel in mijn eigen bloed liet stikken, was de meest recente geweest. Als gevolg lag ik nu in mijn eigen bloed te beven. 

Maar ik kon niets doen. Daar had ze wel voor gezorgd. Het antigif wat ze mij toediende, en nog steeds toediende bij iedere marteling, was een soort drug. De troebele vloeistof had meerdere bijwerkingen, had ze mij verteld. Zelf was ik er achter gekomen dat het mij ervan weerhield om buiten bewustzijn te raken, maar dat het er ook voor zorgde dat iedere vorm van kracht, licht, duister en vuur, was uitgeschakeld. Ik voelde het niet meer, geen van allen. En hoewel ik mijn lichamelijke kracht nog had gehad toen de martelingen waren begonnen, had ze er al snel voor gezorgd dat ik die niet meer kon gebruiken. Bij iedere mentale of fysieke klap, voelde ik wat meer energie wegstromen. Maar telkens niet genoeg om dit leven achter mij te laten.

Ik rilde over mijn gehele lichaam. Mijn vleugels lagen er gekrenkt bij, niet in staat om mij enige vorm van beschutting te geven voor de kou en de tocht in deze tent. Vergis je niet, het was geen normale tent. Katherine was hierop voorbereid geweest. Ze zorgde er wel voor dat ik er niet uit kon ontsnappen, want ze had er een duistere kracht overheen gelegd. Een die mijn hoofd bijna liet tollen. Inmiddels leek het alsof ik er aan begon te wennen. 

Ik kromp zowaar nog verder ineen toen de tentflap opzij werd geschoven. Dit keer was het Katherine zelf. 

'Heb je er nog niet genoeg van?' vroeg ik met het beetje stem dat ik nog had. Ik had niet eens de puf om mijzelf enigszins overeind te duwen, of om mijzelf er ietwat trots uit te laten zien. Het zou een leugen zijn geweest. Mijn trots was allang de grond in geduwd.

Ze glimlachte. 'Natuurlijk niet. Het daglicht breekt net pas door.' Ze liep naar mij toe en spoot mij een nieuwe dosis van het zogenoemde tegengif toe.

 Waarschijnlijk wist ze wel dat ze mij makkelijk aan kon, als het op een krachtmeting aan zou komen. Het enige waar ze voor kon vrezen, was dat ik mijzelf zou doden met mijn kracht. Dat was zeer aannemelijk. 

'Maar het is wel een beetje saai zonder publiek,' zei ze, haar lippen tuitend. Ze hield een brief op, maar ik nam niet de moeite om te lezen wat er stond. 'Daarom kunnen we wel wat mensen uitnodigen. We gaan gewoon een soort feest organiseren, klinkt dat niet leuk?' 

'Fan-tas-tisch.' Mijn lichaam sloeg even op hol van de stoffen die ze mij had toegediend. 

Haar duistere magie drong mijn hoofd binnen. Ik voelde haar klauwen langs mijn gedachten snijden. 'Geen zorgen, Feline, ik zal jouw vrienden niet doden als ze hier komen. Al hebben we in onze deal niets gezegd over het toedienen van verwondingen.' 

Mijn ogen werden groot en ik duwde mijzelf een stukje omhoog. 'Ben je zo laag, Katherine? Wat wil je nou?' 

Ze duwde met haar voet mijn armen onder mijn lichaam vandaan, waardoor ik met een klap de grond weer raakte. De wereld draaide even voor mijn ogen, maar door de stoffen in mijn lichaam kon ik niet buiten bewustzijn raken. 

'Natuurlijk ben ik dat.' Ze hurkte bij mij neer en pakte mijn kin, waardoor ik haar wel aan moest kijken. 'Ik ga je breken, Feline. Jij zal een voorbeeld zijn voor iedereen die waagt in mijn weg te staan. Mentaal en fysiek, totdat je mij smeekt om een einde aan je leven te maken.' Daarna liet ze mij los. 'Maar maak je geen zorgen. Je vrienden zullen het overleven, ik zal ervoor zorgen dat ze jouw verhaal kunnen rondvertellen.' 

Toen ze wegliep realiseerde ik mij dat haar woorden en beloftes genoeg marteling waren geweest.


Ze kwam terug. In de vorm van Jurian, Ashlynn... ja de hele mikmak. Als ik nog geen doodsangst had uitgestaan toen ik naar haar toe was gegaan voor de deal, dan stond ik dat nu wel uit bij alleen al het ritselen van de tent. De dag streek langzaam voorbij. Inmiddels was ik uit mijn bloedplas met veren gekropen en had ik die omgeruild voor een plek die tenminste droog voelde. Al moest ik toegeven dat ik mijn eigen zintuigen niet meer vertrouwde.

Ik was doodsbang. Hoewel de dood erg welkom was, vreesde ik deze ook. Ik wist dat ik niet zou sterven, in ieder geval niet hier. Niet nu. Ze zou een spektakel van mijn dood maken. Maar ik kon niet nog een marteling aan. Hoewel ik fysiek in een nog redelijke staat verkeerde, was ik mentaal gesloopt. Mijn energie was uit mij getrokken, letterlijk. Iedere ademhaling voelde alsof iemand vele messen in mijn longen stak. En mijn hoofd was leeg. Ik hoorde niets meer, ik dacht niets meer. 

Ik was leeg. Ik was op. Ik voelde alleen nog maar angst.

Mijn hoofd liet ik tegen de houten paal van de tent rusten. Ik had mijn vleugels om mij heen getrokken, om mijzelf af te kunnen zonderen van de stemmen die buiten de tent waren. Er was niemand die zich bekommerde om de schreeuwende, gillende grensengel in de tent. En ook al deden ze dat wel, zouden ze zich niet de furie van Katherine op hun hals halen om ook maar iets te doen. Dat was ook wel fijn. Ik hoefde niemand te zien, buiten Katherine en de vormen die zij aannam. 

Katherine bouwde de martelingen op. Ze was zo diep in mijn gedachten gekropen dat ze iets had gevonden, waarvan ik dacht dat ik het vergeten was. Mijn moeder. Mijn familie uit mijn vorige leven. Er brak iets in mij toen ze mijn herinneringen verziekte en mijn moeder gebruikte om mij kapot te maken. Het was haar gelukt. 

De tentflap ritselde en ik verstijfde meteen. Hij werd met een ruk opzij getrokken. Toen ik opkeek, zag ik dat ze ditmaal de vorm van Jurian weer had aangenomen. Zij, of nou ja hij, kwam met ferme stappen naar binnen. Ze wist de demonenprins in hem met perfectie te laten zien. Er straalde zoveel kracht van hem af, dat ik wist dat dit een hele pijnlijke marteling zou worden.

Ik kromp ineen. 'Alsjeblieft, stop,' smeekte ik, waarna ik iets van hem of haar weg probeerde te kruipen. 

Ze had hen zo goed weten neer te zetten. Ze had mijn gedachten, mijn ervaringen en herinneringen, gebruikt om mijn vrienden na te kunnen doen. En nu was ze Jurian. Zijn woede en afgunst. De pure demonenprins die er klaar voor was om mij mentaal af te maken. Waar mijn lichaam eerst niet wist hoe het moest omgaan met de verschijning van mijn wederhelft, wist ik nu dat ik nu doodsbang voor hem moest zijn. 

Hij was het niet. Het was Katherine die met mijn gedachten speelde. 

De duistere schaduwen gleden van hem af. Hij was één brok kracht. 

Ik deinsde nog verder ineen. 'Alsjeblieft,' smeekte ik, mijn stem was gebroken. 'Alsjeblieft, niet meer. Ik smeek het je Katherine.' 

In de vorm van Jurian had ze mij de meeste schade aangericht. Schade die onmogelijk uit te drukken was in woorden. 

'Feline, ik ben het,' zei Jurian, er verscheen een lichtje in zijn ogen. Het vertrouwde lichtje.

Ik schudde mijn hoofd en kroop uit alle macht bij hem vandaan toen hij naar mij toe stapte. 'Raak me niet aan.' Toen ik de hoek van de tent bereikte, maakte ik mij zo klein mogelijk. Dit was Katherine. Katherine stopte niet. 

Er stond opeens intens verdriet in zijn ogen. Dat was van korte duur, want het maakte deels plaats voor een nieuwe dosis woede. Zijn schaduwen werden erger, dreigden mij te verstikken. Ze vulden de tent. 

Ik sloeg mijn handen om mijn hoofd, sloot mijn ogen en drukte mijn handen op mijn oren. Ze zou mijn gedachten binnen dringen, sterker nog, ik voelde haar klauwen al langs mijn geest schrapen. Toen verdween ze weer. 

Wel voelde ik een hand op mijn arm. Mijn ogen schoten open en ik keek in de ogen van Ashlynn. Ik trok mijn arm weg. Katherine had zich in het duister omgetoverd naar Ashlynn. Alle martelingen waarbij ze de vorm van mijn inmiddels gevreesde vriendin had aangenomen, schoten door mijn hoofd. Mijn ademhaling versnelde, pure paniek nam de overhand. Misschien zou ik wel in shock gaan. Misschien zou ik een hartaanval krijgen, dan was het in ieder geval snel voorbij. 

Maar Katherine zou me terug halen voor dat kon gebeuren.

'Stop het, Jurian, alsjeblieft,' snauwde Katherine als Ashlynn naar het duister. Er stonden tranen in Ashlynns ogen toen ze terug naar mij keek. 'Feline, alsjeblieft. Alsjeblieft, we moeten hier weg.' 

Nee, dit had ze al een keer gedaan. Ze zou mijn hoop, mijn vertrouwen, vermorzelen alsof het niets was zodra ik een stap durfde te zetten. Ik durfde mij daarom ook niet te verroeren. 

De schaduwen trokken weg. 

Ashlynn probeerde weer een hand op mijn arm te leggen. 

'Raak me niet aan,' herhaalde ik vlug. Ik wist dat ze, als ze de perfecte vorm van mijn vrienden wilde aannemen, daardoor terug moest deinzen. Hoewel ik wel de gekwetste uitdrukking in haar ogen zag, deinsde ze niet terug. 'Raak me niet aan, Katherine.' 

'Feline, ik ben het,' zei ze met een doordringende blik. Ze wierp een blik opzij. 'Doe iets, Jurian.'  

Mijn blik gleed naar de opgeloste duisternis. Hoe deed ze dit? Hoe kon ze zowel Jurian als Ashlynn zijn? 

Jurian liep naar mij toe en ik wist dat ik niet verder naar achteren kon kruipen. Ik kon niet nog verder ineen deinzen. Ik was al een klein hoopje niets. 

Hoewel de gekwetste blik in Jurians ogen mij bijna lieten denken dat het echt was, wist ik beter. Ik wist dat ik het niet mocht vertrouwen. 

'Ik heb het al geprobeerd, maar er zit iets in haar waardoor ik niet in haar hoofd kan komen,' zei hij, waarna hij bij mij neer hurkte. 

De paniek werd erger. Ik werd ingesloten. Ze sloot me in tussen de twee gezichten die ik geleerd had te vrezen. 

'Raak haar dan aan, de band tussen jullie moet het haar toch wel vertellen?' beet Ashlynn Jurian toe.

Wie was Katherine? Wie moest ik op dit moment het meest vrezen? De aanraking zei mij niets meer. Katherine zond ook een vreemde soort kracht door mijn aderen. Als zij een band had met Jurian zoals ik die met haar had, moest ze ook eenzelfde soort band met mij hebben. Daar was ik wel achter gekomen toen ze zich voordeed als Jurian. 

Jurian keek alleen naar mij. Ik las meerdere emoties in zijn ogen. Angst, medelijden, verdriet en bovenal woede. Ze gingen verhuld achter een glans. Achter een glinstering die mij zouden doen vermoeden dat hij op het punt stond om te huilen. 

Mijn ademhaling werd gejaagder. Kon dit stoppen? Kon ze er geen eind aan maken?

Toen trok Katherine mij in haar armen. Katherine deed zich voor als Jurian nu. De zindering die door mij heen trok was er een die ik alleen bij Jurian zou kunnen voelen. Ik wist niet hoe ze Ashlynn speelde, maar dat kon mij niets schelen. Mijn hele lichaam stond gespannen, klaar voor het mes in mijn rug. Of het gevoel van veren die uit mijn rug werden getrokken, misschien? Of dat ze mijn geest zou breken. 

Maar dat kwam niet. Ik realiseerde mij dat ik mijn adem had ingehouden en haalde vlug een teug adem. Katherine speelde haar rol zo goed.

Tot er een gevoel door mij heen ging die een knop in mij om leek te zetten. Mijn ogen sperden zich wijd open, maar de rest van mijn lichaam reageerde vrij vlot. Het nam het gevoel dat zich een weg naar mijn binnenste had gevonden diep op. Het gevoel begon zich in mijn aderen te verspreiden, liet mij ontspannen.

Veiligheid. 

'Jur?' Mijn gedachten spraken het tegen, maar mijn lichaam zou de waarheid spreken. Mijn lichaam herkende het zijne. 

'Ja, Feline, ik ben hier,' suste hij. Hij streek met zijn hand door mijn haren, hield mij stevig vast zodat ik veilig kon instorten in zijn armen. 'Ik ben hier.' 

Achter mij hoorde ik Ashlynn, niet iemand anders, een opgeluchte zucht slaken. Beverig, maar opgelucht.

Ik klampte me aan hem vast. Ik moest hem zoveel vertellen. En hoewel een deel van mij hem verafschuwde, omdat Katherine mij dat had aangeleerd, had mijn lichaam nu de overhand. Het snakte naar zijn aanraking en de kracht die het daar uit putte. Mijn gedachten spraken zichzelf fel tegen.

'Het lijkt alsof ze al haar kracht kwijt is,' merkte Jurian op. Hij had het tegen Ashlynn. 'Ik voel geen licht, geen duisternis, geen vuur. Ik voel zelfs geen geest.' 

'Een drug?' vroeg Ashlynn geschrokken. 

Jurian bewoog even, ik vermoedde dat hij knikte. 

Ik had momenteel niet de kracht en puf om dat te bevestigen. Het enige wat ik nu wilde, was wegzakken in bewusteloosheid en pas wakker worden als het veilig was. Ver van Katherine vandaan. 

'Feline, ik wil dat je goed naar mij luistert,' fluisterde Jurian. 'Ashlynn zal je in veiligheid brengen.' Hij bewoog en ik wist dat hij zich naar Ashlynn richtte. 'Wacht niet op mij. Probeer zo ver mogelijk weg te komen als je lukt.' 

'En plan C?' vroeg Ashlynn aftastend. 

'Plan C is geen optie meer, dat kan ze niet aan.' Mijn lichaam was verdeeld door afschuw, angst, veiligheid en vertrouwen toen Jurian een tedere kus op mijn kruin plaatste. Het boeide hem schijnbaar niet dat er overal bloed zat. 'Ik hou met mijn hele ziel van jou. Ook als je ontzettend domme, onverantwoorde dingen doet. Onthoud dat Feline, onthoud dat met heel je hart.' 

Toen ik naar hem opkeek, en ik een traan over zijn wang zag rollen, wist ik hoe laat het was. 

Hij uitte niet zomaar even zijn liefde naar mij. Hij nam afscheid. 

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro