Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 55: het banket

Merida kreeg het appartement dat ik eerst aan Katana had gegeven. Het zag er vrijwel onaangetast uit, daar ze het misschien twee keer had gebruikt alvorens ze bij Calum was ingetrokken.

Toen ik haar daar had afgezet, had ik nog maar net genoeg tijd om mijzelf op te frissen en te ontdoen van al het bloed. Dankzij Calum had ik geen open wonden meer, maar her en der zaten nog wel wat kleine sneetjes. Buiten die rode striemen, zag ik er weer zo goed als nieuw uit toen ik mijzelf in een jurk hees. 

Ja, een formeel diner. Ik wist precies hoe ik mij zou gaan presenteren. De sluwe, krachtige grensengel gehuld in een onschuldig jasje. Als het nodig was zou ik ze laten zien dat er niet met mij te sollen viel.

Ik hoopte maar dat het niet nodig was.

Ashlynn raadde mij aan om als een van de laatsten binnen te komen. Het zou een betere indruk geven, vertelde ze mij. Alsof ik boven de rest stond, wat ik in feite ook wel een beetje deed, maar wat ik nog steeds niet wilde accepteren. Ik mocht deze groep krijgers dan wel gaan leiden, maar ik wilde ook met hen vechten. Eén van hen zijn. Ik zou mij niet gaan verschuilen op een veilige plek, hopende dat ik nooit een voet op het slagveld hoefde te zetten tot ik de overwinnen kon opeisen. 

De zwarte rok van mijn jurk ruiste over de vloer. Het was een van de jurken die ik bij mijn aankomst in de hemel samen met Ashlynn had gehaald. Ik had hem toen niet kunnen laten liggen. Nooit had ik geweten dat ze dit doel zou dienen. Hoewel de rok simpel was, was de top ingezet met diverse witte kralen, verspreid over het zwarte kant.

Ashlynn grijnsde toen ze mij zag. 'Jeetje, Feline. Je ziet er uit als...' 

'Iedereen behalve mijzelf?' vulde ik voor haar in. 

Ze schudde haar hoofd. 'Als een koningin.' 

Het was Merida, die er een stuk volwassener uit zag in haar avondjurk, die zei: 'Als Jurian dat zou zien, weet ik niet of hij zich zou kunnen inhouden.' Ze keek mij uitdagend aan.

'Hé, gedraag je,' zei ik en ik wenkte met mijn hoofd naar de deur van de eetzaal. 'Hup, naar binnen jullie.' 

De twee gehoorzaamden mij zonder tegenspraak. Ik ademde diep in en glimlachte naar mijzelf. Nog één dag. 

Met die gedachte stapte ik de rumoerige eetzaal binnen. De generalen en hun gevolg stonden verspreid over de ruimte. De meesten waren verwikkeld in een gemoedelijk gesprek, anderen konden alleen maar nors of bezorgd kijken. Toch werden de gesprekken vervolgd met fluisterstemmen, of vrijwel geheel gestaakt, toen ze mij in het zicht kregen.

Met een kaarsrechte rug liep ik door de ruimte naar het hoofd van de tafel. Ik had mijn speeches in mijn hoofd geoefend. Opnieuw en opnieuw. Nu was het maar de hoop dat de generaals er door overtuigd zouden raken. 

Om mij heen liep iedereen naar de tafel. Toen ik mijn eigen stoel van de tafel had geschoven, en daar bleef staan, keek ik mijn gezelschap, die mijn voorbeeld volgde, een voor een aan. Het was doodstil. Sommigen kenden mij, anderen herkenden mij. Dat was veelal wederzijds. De meeste gezichten had ik wel een keer gezien, maar er waren ook enkele nieuwe gezichten die ik moest gaan overtuigen. 

Ik vouwde mijn handen in elkaar. 'Welkom bij het banket. Ik ben blij om te zien dat jullie het hebben kunnen halen op zo'n kort termijn. Vanavond staat niet alleen in het teken van een lekker hapje en drankje. Vanavond zullen wij de handen ineen slaan om het sterkste leger te vormen dat deze dimensie kent. Een leger dat bestaat uit engelen en demonen. Een samenwerking.' Hier en daar verschoof iemand ongemakkelijk. 'We moeten een groter kwaad onder ogen komen die eenieder van ons ooit heeft moeten ervaren. Maar laten we verder niet op de zaken vooruit lopen.' Ik gebaarde dat ze mochten gaan zitten en ik deed dat zelf ook. 'Laten we eerst wat eten.' 

Het banket verliep rustig en tot mijn verbazing gemoedelijk. Toen het dessert achter de kiezen was en iedereen rustig natafelde, hief ik mijn glas. Vrijwel direct volgde er een reactie. Men hield mij nauwlettend in de gaten, of ze dat nu wilden of niet.

'Ik wil een toost uitbrengen op eenieder van jullie. De toekomst is grauw, maar we staan met z'n allen klaar om voor onze dimensie te vechten. Op dat we deze oorlog snel mogen eindigen.' 

Er werd luidkeels geproost, maar ik wist dat er iets zou gebeuren. Er zou iemand zijn die wel een tegen woord zou hebben. Tot mijn verbazing was het niet de generaal die mij al twee keer tegengesproken had, maar een nieuw gezicht. Het was een jongeman. Over zijn gezicht liep een lang litteken. Hij had zijn glas niet geheven en draaide nu met de inhoud ervan.

'Het is toch eigenlijk te belachelijk voor woorden dat wij ons door iemand gaan laten leiden die hoe lang in de hemel is? Een week? Twee misschien? Die daarna enkel met de demonenprins heeft samengewerkt in de hel. En nu wilt ze ons naar de dood leiden.' Hij hield zijn glas abrupt stil. 

Maar hij wilde mij niet op mijn plek zetten, hij daagde mij uit. Zijn blik sprak boekdelen. Hij wilde dat ik iedereen zou overtuigen waarom ik de beste optie was hiervoor. 

Daarom leunde ik rustig tegen de rugleuning van mijn stoel. Een nonchalant gebaar waarmee ik nu de uitdager was. 'Dat is zeker een goede opmerking.' 

Het bleef dodelijk stil. De generaals die al aanwezig waren geweest, hadden de demonstratie van mijn kracht gezien. Deze generaal had dit misschien enkel in de wandelgangen gehoord. 

'Nou, vertel mij dan eens, Feline, waarom ik de engelen moet laten samenwerken met dat minderwaardige grut en ze daarmee twee vijanden voorschotel?' Wederom een uitdaging. 

Ik glimlachte. Mijn vuur, licht en duisternis laaide op. Ik had alles nodig nu ik zonder Jurian was, wilde ik hem laten zien wat kracht was. Ik legde mijn hand op de tafel, die vervolgens veranderde in een vlammenzee. Subtiliteit was niet nodig bij deze groep mensen. Zij wilden kracht zien. 

Veel generaals schoten met hun stoel achteruit. De man die mij had uitgedaagd niet. Hij bleef rustig zitten, maar zijn ogen verraadden zijn licht angst. Mooi.

Mijn licht en duisternis sidderde tussen de zee door. Iedere keer dat de twee samen kwamen, ontstond er een fel, sissend geluid. Mijn krachten beslopen de generaal. Mijn duisternis hield hem op zijn plek, mijn licht daagde hem uit met kleine, subtiele aanrakingen. Deze subtiliteit verdween toen de twee krachten zich bundelden en langs zijn nek gleden. 

'Engelen en demonen zijn uit hetzelfde hout gesneden. De een is niet minderwaardig tegenover de ander. Knoop het goed in je oren, of ik zal jou als eerste voorschotelen aan Katherine.'

Ik trok mijn krachten terug en toen het laatste beetje terug in mij gesijpeld was, zei ik: 'Morgen vertrekken we. We zullen er staan als een eenheid, we zullen vechten als een eenheid en daarin zal ik jullie voorgaan. Ik mag dan jong zijn, minder ervaren dan sommigen van jullie, maar ik ben meer gedreven dan ooit. Twijfel niet aan mijn vaardigheden, zoals ik dat ook niet aan die van jullie doe.' Het was zo stil, dat ik mij afvroeg of ze nog ademhaalden. 'We maken het verschil.' 

Er klonken instemmende geluiden en de jonge generaal, die de fout had gemaakt om mij uit te dagen, knikte nu met een kleine glimlach rond zijn lippen.

Iedere vorm van twijfel leek weg te zijn. De houdingen van deze generaals en hun gevolg was veranderd. Letterlijk en figuurlijk. Er stond hoop in hun ogen. 

Ik kon het bijna zelf niet geloven. Dit leger, dat ik samen met Ashlynn en Calum had gevormd, stond nu onder mijn leiding. Ze vertrouwden in mij, misschien nog wel meer dan dat ik in mijzelf vertrouwde. Het was bizar om te zien dat deze gevarieerde groep mij zou steunen, aan mij zijde zou gaan vechten alsof ik een van hen was.

Maar dat was ik ook geworden. Ik was niet meer de Feline die ik was toen ik aan was gekomen in deze dimensie. Eindelijk kreeg ik door wat de mensen om mij heen zagen. Ik was gegroeid op zoveel manieren. Niet alleen had ik mijn krachten verder ontwikkeld, ook had ik mijn zelfvertrouwen laten groeien. 

Nooit had ik gedacht dat ik ooit deel uit zou maken van een oorlog, laat staan van een oorlog tussen verschillende groepen engelen en demonen. Maar nu kon ik niet meer terug en ik wilde ook niet meer terug. Het doel was voor ogen, de oorlog stond op het punt van losbreken, als dat nog niet al gebeurd was. Katherine zou niet lang meer hebben en ik hoopte dat ze de laatste paar dagen van haar miserabele leven op een goede manier besteedde. 

Dus nam ik met een glimlach een flinke slok van mijn drinken. Mijn ogen gleden over mijn vrienden. Ze knikten mij allen goedkeurend toe. Ook Merida leek meer dan tevreden. 

Ashlynn duwde tegen mijn hand om mijn aandacht te trekken. 'Je hebt het geflikt, Feline. Je hebt het echt geflikt.' 

Ik grijnsde naar haar. Nu het banket er bijna op zat, en morgen weer wat dichterbij was gekomen, kon ik mij alleen nog maar gelukkig voelen. Het enige dat we nog hoefden te doen, was de zwaardstenen in gereedheid brengen voor het leger. Daarna konden we massaal door de hemelpoort gaan.

Dan zouden we het verschil gaan maken en onze vijand met de grond gelijk gaan maken. 

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro