Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 43: rust

We zaten aan de tafel en keken elkaar enkel aan. Net toen Jurian adem haalde om iets te zeggen, kwam Gabe binnen lopen. 

De teleurstelling moest van mijn gezicht af te lezen zijn, want Gabe zei: 'Kom ik ongelegen?' 

'Nee, totaal niet,' zei ik terwijl ik mij herstelde. 'Er staat nog eten op het aanrecht.' 

Gabe knikte kort en verplaatste zijn blik toen naar Jurian. 'In hoeverre kan jij mensen opsporen?' 

De stemming sloeg om en Jurian keek Gabe fronsend aan. 'Hoe bedoel je?' 

Gabe schoof bij ons aan. 'Merida Ponts,' verklaarde hij. 

Hoewel die naam mij niets zei, kon ik bijna zien hoe er bij Jurian een lampje ging branden. 'Merida?' 

Een korte knik van Gabe bevestigde dat. 

'Merida was een grensengel die al vroeg de overstap naar de hel maakte, daar er vrienden van haar hier bleken te zijn,' verklaarde Jurian naar mij. 'Wacht...' 

'Ja, ze is mijn wederhelft,' drong Gabe aan. 'We realiseerden ons dat toen niet, toen we er achter kwamen dat we dezelfde polsnummers hadden. Dat we elkaar sterker konden maken. Toen jij mij vertelde dat het kon, was ze al weg.' 

Fronsend keek ik van Jurian naar Gabe. Als we zoveel mogelijk wederhelften konden doen samensmelten, zouden we een ontzettend krachtig leger op kunnen zetten. 

'Dan zou ik terug moeten naar het landhuis, met die krachten zou ik een lokalisator aan kunnen zetten,' zei Jurian peinzend.

Mijn vuist dreunde op het tafelblad. 'Goed plan, ik ga mee. Dan kan ik meteen...' 

'Nee,' onderbrak Jurian mij.

'Geen sprake van,' voegde Gabe er meteen aan toe.

Ik durfde te beweren dat mijn mond open viel. 

'Je bent nog steeds zwak van zijn aanval op je geest,' zei Jurian nors. 'Je gaat jezelf daar niet nog een keer aan blootstellen.' 

Geïrriteerd sloeg ik mijn armen over elkaar. Het was juist een goed idee om terug te gaan naar Gregor. Ik wilde hem laten zien dat je mij niet zo snel klein kon krijgen, ook al joeg de herinnering aan hetgeen wat ik doorstaan had mij toch wel enige angst aan. Gregor joeg mij angst aan. Des te meer reden om hem te doden. Bovendien moest de werking van de drug inmiddels toch wel klaar zijn. 

'Probeer mij maar eens tegen te houden,' zei ik terwijl ik mijn stoel naar achteren schoof en overeind kwam om mijn woorden kracht bij te zetten. Ik voelde echter meteen wat hij bedoelde. Hoewel ik het niet toe wilde geven, voelde ik de wereld een beetje draaien. 

Gabe snoof zachtjes en Jurian zei: 'Oh, geloof me, ik heb zat volgelingen die wat extra's bij willen verdienen.' Hij had een uitdagende grijns op zijn gezicht.

Boos keek ik hem aan. 'Best.' Ik liet mezelf weer op de stoel zakken, al was dat alleen maar zodat ik niet meer naar de grond kon tuimelen. 

'Ik zou nog steeds iemand voor die deur zetten,' merkte Gabe luchtig op. 'Ze mag dan wel instemmen, maar doen is iets anders.' 

Ik sloeg mijn armen over elkaar en schudde zachtjes mijn hoofd. 'Ik wil Katana terug.' 


De volgende dag vertrokken de jongens al vroeg en dat gaf mij de tijd om mijn uitgeputte lichaam in bed te laten liggen. Met pijnstillers, en af en toe een gestolen aanraking van Jurian, kwam ik een heel eind. De hoofdpijn was na afgelopen nacht grotendeels weggetrokken wat mijn vermoeden bevestigde: de drug was uitgewerkt. 

Dat nam niet weg dat mijn lichaam gevochten had om de giftige stof eruit te werken. Stiekem vond ik deze rustdag dan ook niet heel erg. Hoe meer rust ik nam, hoe sneller ik weer de kracht had om te vechten.

Zowel Jurian als ik hadden niet meer gesproken over de woordenwisseling die we hadden gehad voordat Gabe binnen was gekomen. Het was een beetje onwerkelijk, en misschien nog wel te fragiel. Maar het was wel wederzijds. En dat maakte ook wel een beetje dat ik ongeduldig werd toen de avond in begon te zetten. Waar ik Jurian nog plagend had gevraagd of hij zich zorgen had gemaakt toen ik zo diep had geslapen, was ik nu degene aan wie dat gevraagd kon worden.

Het antwoord zou ja zijn. Al twee uur zat ik op de bank, mijn benen strak tegen mijn lichaam op getrokken. En ik was aan het piekeren. Er kon immers veel fout gaan. Ontzettend veel, om eerlijk te zijn. 

Langzaamaan begon er een schuldgevoel aan mij te knagen. Ik had mee moeten gaan. Ik had ze moeten ondersteunen met het beetje kracht dat ik had gehad. Al was ik maar een afleidingsmanoeuvre geweest. Zou ik het mijzelf kunnen vergeven als er iets was gebeurd? 

Mijn slechte gewoonte, nagelbijten, kwam terug toen ik ijverig op mijn duimnagel begon te kauwen. Ik had mij nooit gerealiseerd dat ik er niet tegen kon om niets te doen. Vroeger was ik altijd wel bezig geweest. Ik had mijn studie, ik had mijn vrijwilligerswerk en als ik echt tegen verveling aan zat, dan had ik altijd nog sociale media om mijzelf mee te vermaken.

Deze wereld leek een beetje op de aarde, maar dan een eind terug in de tijd. Een tijd waarin mensen nog iets gelukkiger waren, omdat hun levens niet in de ban waren van op tijd komen en het deprimerende wereldnieuws. Alleen de dreigende oorlog was hetzelfde. 

Ik verruilde mijn linker duimnagel voor de rechter en zuchtte een keer diep. Als ik niets kon doen, dan zou ik wel iets vinden om mijn tijd mee te verdrijven. Dit huis had nog genoeg kamers die ik nog niet had gezien. 

Ik liep de trap op met twee treden tegelijk en liep langs de kamer die als mijn slaapkamer had gediend. Mijn hand gleed langs de gladde muur tot de muur plaatsmaakte voor een deur. Voorzichtig duwde ik de klink ervan naar beneden en gluurde ik naar binnen. Het was slechts een slaapkamer, waarschijnlijk gebruikt door Jurian of Gabe. 

Het werd pas echt interessant toen ik bij een deur kwam die vergrendeld was. Waarom zou je een deur in je oude woning vergrendelen? Ik legde mijn oor tegen de deur, maar er klonk geen geluid. Mijn nieuwsgierigheid was echter wel gewekt en ik zou Jurian er sowieso naar vragen.

Mits hij nog terug kwam. 

Mijn korte enthousiasme voor avontuur sierde mij niet en ik liep weer terug naar beneden. Net voordat ik de woonkamer weer in wilde lopen om aan een nieuw uur peinzen te beginnen, hoorde ik gerommel in diezelfde ruimte. Mijn hart schoot naar mijn keel en ik bleef als aan de grond genageld staan. Het was duidelijk het geluid van één persoon en ik verwachtte er toch echt twee. 

Voorzichtig zocht ik naar mijn innerlijke vuur. Het voelde goed om te realiseren dat de kleine, bijna gedoofde vlam van gisteren weer was gaan oplaaien. Kleine vonkjes gleden langs mijn hand. 

Vol vertrouwen ging ik de deuropening door. Mijn krachten waren op het punt om te exploderen. Dat deden ze ook toen mijn ogen kruiste met een stel vreemde ogen. Ze keken mij niet alleen verbaasd, maar ook angstig aan. Alsof deze man mij niet had verwacht, maar ook niet had gehoopt aan te treffen. 

Hij dook weg voor mijn vuur, die uiteen spatte zonder verdere schade aan te richten. Achter mij, in de gang, vloog de voordeur open en ik kreeg misschien nog wel een hartverzakking. Nu moest ik mij niet alleen verdedigen tegen de indringer in de woonkamer, maar ook tegen de indringer in de gang. 

In paniek begon mijn vuur nog verder op te laaien. Ik hield er niet van om in het nauw te zitten en daar stemde mijn vuur zich goed op af. Ach ja, liever mijn vuur dan mijn duisternis. 

Mijn gezichtsveld werd veranderd in een rode waas, daar ik mijn blik naar binnen had gericht. Ik zou ze eens laten zien dat er niet te sollen viel met Feline. Niet meer. 

Maar opeens knalde mijn vuur tegen een muur van ijs. Het schudde mijn wakker en doofde mijn vuur tot een klein vlammetje. Mijn zicht kwam terug en ik zag Jurian staan, met een verwarde uitdrukking op zijn gezicht. 

De afleiding die Jurian bij mij creëerde was genoeg voor de indringer om een matige, duistere energiebol op mij af te vuren. De kracht boorde zich in mijn zij en wierp mij tegen de muur achter mij. Mijn krachten mochten zich dan enigszins hebben hersteld, mijn fysieke kracht had dat nog niet. 

Gelukkig was ik niet meer alleen en stoof Jurian met woede in zijn ogen langs mij op naar de woonkamer. Er klonk heel wat gestommel en het geluid van brekend glas. Toen ik weer overeind gekrabbeld was, zag ik Jurian met gebalde vuisten staan. De inbreker was zo te zien via een raam ontsnapt. 

Hij draaide zich naar mij toe en liep naar hem toe. Ik sloeg mijn armen om zijn nek. 'Dit keer was het wel jouw schuld,' mompelde ik. 'Maar bedankt.' 

'Ben je gewond?' vroeg hij met een vorm van nervositeit in zijn stem.

Ik schudde mijn hoofd, maar toen drong er een bekende geur mijn neus binnen. Een metalige geur, om precies te zijn. 'Nee, maar jij wel, of niet soms?' Ik liet hem los, maar voelde hem bij mijn woorden enigszins ineen krimpen. 

'Kun jij nu ook al bloed ruiken?' 

'Draai niet om mijn vraag heen,' kaatste ik fronsend terug waarna ik hem van top tot teen opnam. 

'Ja, ik ben gewond, maar het is niets ernstigs.' 

Ik sloeg mijn armen weer om hem heen en trok hem tegen mij aan. 

'Wat dóé je?' 

'Ik help je.' 

'Door mij te pletten?' 

'Nee, door je mijn kracht te gunnen, idioot.' 

Hij probeerde mij van zich af te duwen. 'Je bent zelf niet eens in staat om een klap te incasseren, dus doe normaal.' 

Zwijgend bleef ik hem vast houden. Ik zou liegen als ik zou zeggen dat dat de enige reden was dat ik hem vast bleef houden. 

'Laat me los, Feline,' zuchtte Jurian. Hoewel hij waarschijnlijk geïrriteerd probeerde over te komen, lukte hem dat niet. Ik hoorde de geamuseerde toon in zijn stem wel degelijk. 

'Waar is Gabe?' Ik pakte mijn handen vast om wat meer kracht bij te zetten. 

'Dat is een lang verhaal,' zei hij enkel. 'Feline, je doet me pijn.' 

'Dat lieg je.' Ik keek naar hem op. 'Ik laat je pas los als je beloofd dat je mij nooit meer alleen achter laat.' Ik had er eigenlijk "in dit huis" bij moeten zeggen, maar mijn gevoel zei me dat dit ook voldeed. 

'Je lijkt wel een klein kind,' lachte hij en hij haalde een hand door mijn haren. 

'Kleine kinderen zijn anders heel standvastig.' Ik zette nog wat meer druk op mijn houdgreep waarbij ik hoopte dat ik zijn verwonding, die ik nog steeds kon ruiken, mistte. 'Beloof het me.' 

Hij keek mij aan, dit keer zorgwekkend serieus. 'Oké, ik laat je niet meer alleen achter.' 

Met een kleine glimlach om mijn lippen liet ik hem los. 

'Ik zorg wel dat ik een bewaker regel,' zei hij waarna hij uit mijn handbereik glipte.

'Verdomme.' 

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro