Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 30: gehecht

Tegen de tijd dat ik weer wakker werd, stond de zon al hoog aan de hemel te branden. Ik duwde mijzelf overeind en bleef even voor mij uit staren. Het was een lange nacht geweest.

Jurian was gevaarlijk. Dat was alles wat ik had kunnen concluderen na de ontmoeting met zijn duistere kant vannacht. Ik vroeg mij af waar hij de energie vandaan haalde om die kant te onderdrukken. Die honger die hij had, die Katherine ook had laten zien... De honger naar mijn bloed. Het veranderde hem in een soort beest. Net zoals hij in een beest was veranderd toen hij Celina had zien liggen.

Er trok een rilling over mijn rug. De gedachten aan het weerloze lichaam dat het leven had gelaten in mijn handen bezorgde mij nog steeds een vreselijk naar geluid. De kans dat het beeld ervan ooit uit mijn gedachten zou verdwijnen, achtte ik heel klein. Sterker nog, ik voelde het bloed nog steeds aan mijn vingers kleven.

Mijn blik gleed naar mijn pols en het nummer dat daar op geschreven stond. Ik wreef er met mijn duim overheen, maar er gebeurde natuurlijk niets. Ik wist ook niet wat ik ermee wilde bereiken. Hoopte ik dat het allemaal maar een droom was? Of een nachtmerrie? Dat ik geen oorlog had ontketend met mijn onvoorspelbare gedrag. 

Ik leunde op mijn benen. Het was de enige gedachte die op ieder moment in mijn achterhoofd rond sloop. Een zeurend stemmetje die mij er aan herinnerde dat ik misschien het leven van iedereen die ik kende op het spel zou gaan zetten. Ashlynn, Calum, Gabe, Katana, maar ook alle gezichten die ik had leren kennen sinds ik hier was. Ook Jurian.

Iedereen die ik kende... Ik kneep in mijn dekens toen ik een schokkende ontdekking deed. Ik had ouders gehad, ik had een zusje gehad, maar hun gezichten kon ik mij niet meer voor de geest halen. Ik wist wel dat ik ze lief had gehad en dat ze mijn leven hadden vormgegeven, maar meer dan simpele feiten, kon ik niet opdreunen. En daarmee voelde het alsof ik een deel van mijzelf verloor. 

Gefrustreerd stapte ik uit bed en kleedde ik mij aan. Hoe kon ik hen vergeten? Wist ik hun namen nog? Het gebrek aan die kennis maakte mij al helemaal van slag en ik haalde mijn handen door mijn gezicht. Ik verloor mijzelf. Was dat een goede reden om te willen vechten voor anderen?

Met mijn handen in mijn zakken slenterde ik mijn kamer uit en liep ik regelrecht naar de keuken, waar het rond deze tijd ontzettend rustig was. De kok, wiens gezicht ik mij wel wist te herinneren, glimlachte vriendelijk naar mij en ging ongestoord verder met de voorbereidingen voor het avondeten.

Ik liet mijn hand over het gladde, koele aanrechtblad glijden. De geur van verse appeltaart, die waarschijnlijk voor de namiddag was, drong mijn neus binnen. Als deze nog warm zou zijn, zou ik mijn hand er echt niet voor omdraaien. 

'Koffie, Feline?' vroeg de kok achter mij terwijl ik mij naar de taart begaf.

'Ja, lekker, dankjewel,' antwoordde ik en ik wierp een glimlach over mijn schouder.

Mijn blik viel op Jurian die tegen de deurpost geleund stond. Zijn gezicht stond emotieloos terwijl hij mij keek en daarna zijn blik afwendde naar de kok en diens handelingen volgde. Toen de kok ook hem koffie aanbood, sloeg hij dat af. 

'We kunnen ook wat eten in de stad,' merkte hij koeltjes op. 

Ik wendde mijn blik af en plukte aan mijn shirt. Ergens leek het mij geen goed plan om naar een openbare plek te gaan met de vraag die ik hem wilde stellen. Hoe zou hij reageren op mijn verzoek?

'Of niet,' voegde hij er aan toe en hij draaide zich om en verliet de keuken. 

De moed zakte mij even in de schoenen. Hij was zo veranderlijk als het weer. Het ene moment een arrogante klootzak, het andere moment een meelevende, vriendelijke jongen, om vervolgens ook nog een kant te hebben die hem de duivel hemzelf maakte. En nu was hij afstandelijk geworden. Was mijn actie van vannacht daar de reden voor geweest?

Nou, er was maar één manier om daarachter te komen. 

Ik pakte de koffie van de kok aan, dankte hem en snelde toen de keuken uit. 

'Jurian, wacht,' zei ik, waarna ik vloekend tot stilstand kam omdat de koffie over mijn hand morste. Tja, dat was ook wel te verwachten. Ik zette het kopje op de dichtstbijzijnde bijzettafeltje en liep, met mijn hand schuddend, naar Jurian toe.

Met een opgetrokken wenkbrauw keek hij mij aan. 

'Doe eens niet zo harteloos en vertel me wat er is,' beet ik hem nors toe, terwijl ik nog steeds met mijn hand liep te wapperen. 

Hij zuchtte diep en pakte mijn licht verbrandde hand voordat ik kon protesteren. Er trok een koelte door mijn hand die mijn innerlijke vuur deed ontvlammen. Maar het verlichtte de pijn in mijn hand en toen hij mij weer losliet, was de pijn weg getrokken.

'Het is Katherine,' zei hij daarna terwijl hij mij aankeek met zijn diepbruine ogen. Er was geen duisternis te herkennen. 

Ik voelde een nare pijn in mijn buik. 'We zetten het haar betaald, Jurian.' 

'Maar jij bent het net zo goed,' zei hij strak.

Volgens mij keek ik hem een beetje schaapachtig aan, want hij begon te grinniken. Nou ja, dat was ook weer beter dan die emotieloze uitdrukking van hem. 

'Ik heb je verteld dat er een ander was, iemand voor jou met wie ik deze band aanging,' vertelde hij. Toen ik knikte, en ik voelde de bui al hangen, ging hij verder: 'Dat was Katherine. Nu is ze een demon, maar toen was ze net zo goed een grensengel. We hadden een band. Ze was mijn zwakte, maar ook mijn kracht.' 

Een beetje ongemakkelijk sloeg ik mijn armen over elkaar. 

Met een heldere blik in zijn ogen keek hij mij aan. 'En dat ben jij ook, maar op een andere manier. Zij haalde het slechtste in mij naar boven en omarmde haar duisternis met liefde. Maar jij? Jij bent anders.' Hij schudde zachtjes zijn hoofd. 'Je maakt mij sterker met jouw karakter, maar je maakt me zwak omdat ik mij, op een vreemde manier, aan je gehecht voel. Dat heb ik bij Katherine nooit gehad.' 

Hij zette een stap naar achteren en zijn blik verhardde weer. 'Ik heb een bespreking, ik moet gaan.' Hij draaide zich vlot om en beende weg.

Op dat moment had ik niet de kracht om hem terug te roepen. In plaats daarvan draaide ik mij ook weg en ging ik naar buiten. Het maakte mij niet uit dat de zonnestralen inmiddels door de bewolking werden verhinderd. Het maakte mij ook niet uit dat ik waarschijnlijk binnen enkele minuten drijfnat zou zijn, daar de eerste, dikke druppels uit de lucht kwamen vallen. 

Waarom bracht hij mij zo in de war? Een demonenprins zou zulke dingen niet moeten zeggen. De Jurian die ik had leren kennen op het slagveld had zulke dingen niet moeten zeggen. Maar hij was veranderd. En of hij nu schijn had opgehouden tijdens het gevecht in de hemel of niet, hij had mij dingen laten inzien. 

Ik sloeg mijn vleugels uit om mijzelf enigszins te behoeden voor het slechte weer dat op mij neerdaalde terwijl ik op een bankje plofte. Het rustgevende geluid van de regen vormde een barrière om mij heen. 

Waarom had ik het niet vreemd gevonden dat hij zijn bekentenis had gegeven? 

Ik snoof. Ik kon mezelf niet voor de gek houden. Ook ik had het gevoeld. Iedere keer als hij mij aanraakte, de siddering die daarbij vrijkwam. Mijn duisternis hunkerde er inmiddels naar. Een deel van mij smeekte om die aanraking en de kracht die daarbij door mijn lichaam stroomde. Het maakte mij gek. Zoiets had ik nog nooit ervaren. 

Maar er was ook een deel in mij dat het allemaal verafschuwde. Mijn licht, die de overweldigende duisternis van Jurian niet helemaal kon verwerken. En misschien was dat ook de angst. 

Angst om overgenomen te worden door de duisternis, terwijl ik zo erg vasthield aan mijn licht. 

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro