Hoofdstuk 27: Schijn
Zenuwachtig beet ik op mijn duimnagel terwijl ik mijn ogen op een punt in de verte had vastgezet. Anderhalf uur. Anderhalf uur zonder nieuws of iets van een reactie van beneden. Wie was Katherine? En nog belangrijker... wat bedoelde ze met een wapen?
Ik bracht mijn hand naar de wond op mijn wang. Inmiddels had zich er een korstje op gevormd en het zou waarschijnlijk niet lang duren voordat het geheeld zou zijn. De kans was groot dat er niet eens een litteken zou achterblijven. Maar die zou wel in mijn gedachten blijven.
De deur ging achter mij open en ik draaide mij om. Ik keek naar Jurian die de deur snel weer achter zich sloot. Zijn verwilderde ogen vonden die van mij en ik voelde mij gealarmeerd tijdens de korte, slopende stilte die volgde.
'Ik ben je een verklaring schuldig,' zei hij kort.
Ik sloeg mijn armen over elkaar. 'Ja, ik wil wel wat meer weten over deze Katherine.'
Hij draaide zijn hoofd en zweeg terwijl hij luisterde of er geluiden op de gang waren. Daarna liep hij naar me toe.
'Heb je ooit gehoord van de dimensies?' vroeg hij.
Er ging een lichtje branden. 'Ashlynn heeft het woord ooit laten vallen.' Ik voelde me naar om over mijn vriendin te praten, die ik misschien nooit meer zou zien.
'Katherine heerst over de zesde en zevende dimensie,' zei hij kort. 'Ze is een machtige demon. Ze roeit al haar tegenstanders uit en denkt daar niet twee keer over na.' Hij keek mij strak aan. 'Wij zijn de achtste dimensie en haar mogelijke volgende doelwit.'
'Wat? Ze wil deze dimensie overnemen? Waarom?'
'Aanzicht, macht... Ze heeft een grote honger naar macht en die wordt niet makkelijk gestild. Ik heb haar altijd op afstand weten te houden, maar ze is veranderd. En ze is niet gelukkig met jou.'
Fronsend keek ik hem aan. 'Omdat ik jouw wapen ben...'
Hij schudde zijn hoofd. 'Omdat wij samen sterker zijn dan de kracht die zij uit haar dimensies kan putten.'
Ik begon weer op mijn duimnagel te bijten. 'Maar als ik haar dwars zit, waarom neemt ze dan niet nu deze dimensie in. Ik bedoel, mijn krachten zijn niet optimaal en wij hebben geen bondgenootschap of iets in die richting.'
Hij legde zijn hand op mijn arm en duwde deze weg voordat ik waarschijnlijk mijn hele duim zou afbijten. 'Omdat ze haar krachten op heeft gebruikt. Ze heeft veel kracht nodig om tussen de dimensies te reizen, dus als ze nu iets zou proberen, zou ik haar misschien onderuit kunnen halen. Haar krachten moeten aansterken en de geruchten gaan dat ze langzamerhand meer kracht aan het krijgen is. Van een of andere bron. Volgelingen en vertrouwen geven je kracht, maar bij haar veldslagen om de dimensies sneuvelen veel engelen en demonen. Dus ze zoekt het nu elders.'
Opnieuw sloeg ik mijn armen over elkaar, al was het maar om zijn hand van mijn arm te schudden. 'Waarom vermoord je haar nu niet? Ze is nu hier, in jouw huis, dus dat zal niet veel moeite moeten kosten, toch?'
'Ze is niet alleen en ik weiger om de levens van zij die hun vertrouwen in mij stellen in gevaar te brengen.'
'Volgelingen en vertrouwen,' knikte ik. 'Wacht, is dat ook een reden waarom je de engelen en demonen wilt verenigen.'
Hij knikte kort.
Een ogenblik keek ik hem aan, terwijl ik de informatie liet bezinken. Dit draaide niet om mijn leven, die van hem of om de hel. Dit draaide om de hele dimensie. Om mijn vrienden die in de hemel waren. De engel in mij schreeuwde om actie te ondernemen, terwijl mijn goede verstand er liever voor koos om het hazenpad te nemen.
'Wat moet ik doen?' vroeg ik tenslotte.
Met ferme stappen liep ik met Jurian de serre binnen. Katherine zat al aan tafel, haar benen nonchalant over een van de armleuningen van haar stoel geslagen en met een glas wijn in haar hand. Ze leek bijzonder geamuseerd toen we binnen kwamen.
'Ah, ik hoopte al dat ik je nog een keer levend terug zou zien, engel,' merkte ze vrolijk op. Ze zette het glas met een klap neer op de tafel.
Een kleine glimlach gleed rond mijn lippen. 'Dat is geheel wederzijds.'
Hoewel de vrolijke uitdrukking op haar gezicht niet veranderde, leken haar ogen wel iets killer te gaan staan.
'Ach, waar zijn mijn manieren?' Ik liep naar haar toe. 'Ik zal mij even voorstellen. Ik ben Feline.' Ik stak mijn hand naar haar uit.
Katherine pakte mijn hand zonder aarzelen aan, maar trok deze vervolgens sissend terug.
'Grensengel en inmiddels zeer tevreden mijn mijn vuurkrachten,' zei ik knipogend.
Het plan was simpel. We zouden de schijn ophouden dat we een sterke bondgenootschap zouden hebben. Dat mijn krachten groots waren en dat ik niet bang was om ze tegen haar te gebruiken. Allemaal leugens, maar dat mocht de pret niet drukken. De angst daarentegen liever wel. Want goden, deze vrouw jaagde mij de stuipen op het lijf.
Katherine zei niets terug terwijl ik naast Jurian ging zitten. Hij had mij, ondanks dat ik mijn hulp had aangeboden, half gesmeekt om te helpen. Om akkoord te gaan met het plan. Op dat moment herkende ik hem niet en had ik alleen maar een redelijke man zien staan. Een man met grootse plannen, maar met net zo grote angsten.
'Dus, Katherine, wat brengt jou hier?' vroeg ik zoetjes.
'De geruchten gingen rond dat de achtste dimensie zich voor begon te bereiden op een mogelijke aanval en dat ze daarvoor een nieuw wapen hadden, dus ja, ik moest wel even komen kijken of ik een beetje bang zou worden van dat wapen,' zei ze rustig.
Ik vouwde mijn handen en liet mijn hoofd er op rusten. 'En? Jaag ik je al een beetje angst aan?'
'Net zoveel als een kudde schapen, liefje,' zei ze enkel.
Ik schudde langzaam mijn hoofd.
'Gevaarlijke uitspraak, Katherine,' merkte Jurian op. 'Ze is wat dat betreft een wolf in schaapskleren.'
Ik haalde luchtig mijn schouders op. 'Laten we zeggen dat het er hier verhit aan toe kan gaan.' Met dat, laaide het vuur in de haard wat meer op.
Katherine knikte langzaam. 'Aha.'
Tijdens het eten, zweeg iedereen. En die stilte werkte mij waar mogelijk nog meer op mijn zenuwen dan dat Katherine dat deed. Aan het einde voelde ik mij dan ook opgelaten. Jurian leek dit aan te voelen.
'Zo, Katherine, het lijkt mij het beste als je weer terug gaat naar een van je eigen dimensies,' zei Jurian tenslotte.
Katherine pruilde. 'Maar ik vind het hier altijd zo gezellig. Ik heb je kleine zusje nog niet gezien en...'
'Hmm,' onderbrak ik haar. 'Ik denk ook dat het tijd voor jou is om te gaan.'
Nors keek ze mij aan. Er was een verschuiving in de luchtdruk. Dreigende duisternis likte aan mijn hielen. Een drukkende kracht duwde mij in mijn stoel.
Ik schoof mijn stoel naar achteren, stond op en sloeg mijn handen op de tafel. Mijn vleugels schoten tevoorschijn. Het vuur in de haard wakkerde aan en slierten vuur sidderden als slangen langs de stoel van Katherine.
'Waag het niet om mij te bedreigen in mijn dimensie,' siste ik.
Oh, ik stond te trillen op mijn benen. Ik hoopte dat mijn zielige vuurpoging iets aanrichtte, maar Katherine leek helemaal niet overtuigd. Sterker nog, ze stond zelf ook langzaam op. De duisternis stond in haar ogen.
Jurian stond nu ook op en legde een hand op mijn onderrug.
Mijn lichaam tintelde en ik voelde mij sterker. Mijn vuur wakkerde nog meer aan. De vlammen wakkerden aan. Ze trokken Katherine terug in de stoel.
Alsof ik meer geaard was, keek ik haar aan. 'Nogmaals, jij vertrekt nu en ik hoef je hier niet meer levend terug te zien. Want de volgende keer dat ik je hoofd zie, is dat omdat ze die eraf hebben gehakt, of omdat wij op het moment staan dat te doen.'
Er kwam een dierlijke grom uit Katherine's keel.
'Je hebt geluk dat je er met wat brandwonden vanaf komt, Katherine,' zei Jurian koeltjes. Er woelde een koele wind door de serre die mijn vlammen beteugelden. En hoewel ik er tegen vocht, kon ik het niet voorkomen dat het vuur zich weer terug trok in de haard.
Katherine sprong overeind. 'Zie dit als de start van een oorlog. Jullie zijn geen partij voor mij.'
'Ik zie je op het slagveld,' beet ik haar toe.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro