Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 25: de nachtelijke hemel

Kasna was verbluffend. De geuren, de kleuren en de muziek die mijn zintuigen overweldigden. Het was niet zoals ik verwacht had. Misschien had ik gedacht dat de hel vol zou zitten met het tuig van de wereld. Dat mensen naar elkaar zouden schreeuwen en elkaar verrot zouden schelden in de straten van de stad. Dat het gebrek aan de zon iedereen zo bleek zou laten...

Het was... nog steeds net zoals de aarde. En ook hier hield ik nog steeds niet van shoppen, dus toen we na een uur eindelijk in een lunchroom zaten, was ik zielsgelukkig. Katana vertelde mij dat ik zo duur mogelijke dingen moest uitzoeken, omdat het geld van Jurian was. Dat had ik dan ook uitgebuit. 

'Vergeet niet het Jurian in te wrijven dat het zijn geld was,' merkte Katana op terwijl ze haar koekje in haar koffie doop. 

Ik zette mijn koffie terug op tafel en slikte de overheerlijke koffie door. 'Hmm, ik ga dus echt niet meer met hem praten.' 

Katana fronste en leunde op de tafel. 'Je moet hem een kans geven.' 

'Ik gaf hem een kans,' zei ik verontwaardigd. 'En hij misbruikte mijn goede vertrouwen.' 

'Dat klopt, maar toen ik hem gisteren zag, was hij gepeinsd, Feline,' zei ze. 'Ik denk dat hij zich er bewust van is dat wat hij deed, fout was. Zelfs naar zijn standaarden.' 

Ik leunde achterover. 'Hij drogeerde mij omdat hij dacht dat hij niet tot mij door kon dringen. Hij pakt de makkelijke, duistere weg, voor de goede en rechtvaardige weg. Daar kan ik niet tegen.' 

'Daarom heeft hij jou nodig. Niet voor een of ander dom plan, maar voor hemzelf, omdat hij de duisternis teveel laat winnen. Daar zijn grensengelen zo goed in. Maar jij, jij laat je door je lichtkant overrompelen. En dat is ook niet goed.' Ze stortte zich op haar broodje.

Zwijgend keek ik haar aan, terwijl ik haar woorden overdacht. Licht en duisternis, vuur en ijs, goed en... minder goed? 


Na de lunch liepen we door de kleurrijke straten terug naar de weg die naar het landhuis zou leiden. Maar terwijl Katana mij druk vertelde over de festiviteiten die hier regelmatig plaatsvonden, viel mijn oog op een blinkend juweel in de etalage van een winkel. 

Ik legde mijn hand op Katana's arm, terwijl mijn blik gefixeerd op het sieraad bleef hangen. 'Hoeveel geld hebben we nog?' 

Ze volgde mijn blik en stamelde: 'Eh, ja, genoeg. Maar dat is niet te koop.' 

Ik keek omhoog naar de naam van de winkel. Of nee, museum. 'Een museum?'

'Ze zeggen dat dat het juweel is van de godin van de dimensie, iemand die bij de oorsprong van de hemel en hel over deze dimensie regeerde,' verduidelijkte ze. 'Het is grappig dat je er door wordt aangetrokken, aangezien Jur dezelfde rol voor jou in gedachten heeft. Dit is de hemelamulet. De helamulet ligt in de hemel.' 

Het fijn afgewerkte sieraad leek om mijn aandacht te schreeuwen en er trok een rilling over mijn rug. Ik had niet eens de puf om te reageren op het feit dat iedereen blijkbaar verwachtte dat ik in de voetsporen van die godin zou gaan treden. 

Ik sloeg mijn vleugels uit en keek naar Katana. 'Tijd om terug te gaan? De tassen worden zo zwaar in mijn handen.' 

Ze snoof en schudde haar hoofd. Maar daarna sloeg ook zij haar vleugels uit en vlogen we omhoog en terug naar het landhuis.


Ik hield me de hele middag gedeisd in mijn kamer, mijn nieuwe kleding en andere spullen uitpakkend. Verder werd ik gelukkig door niemand lastiggevallen. Het ging allemaal prima, tot ik die avond een aanval kreeg. 

Rillend zat ik overeind in mijn bed. De nachtmerries hadden mij nooit verlaten, niet echt. Ze drongen tot mij door met hun klauwen van duisternis, mijn diepe wonden openhalend. Misschien had ik gehoopt dat ik er vanaf zou zijn, nu ik zelf een beetje duisternis in mij had. 

Ik veegde de geluidsloze tranen van mijn wangen en stapte uit bed. Voordat ik mijn kamer uitliep, griste ik de omslagdoek mee die we die middag gekocht hadden. Ik verhulde mijzelf in de fleecestof en liep de gang op. 

Mijn blote voeten maakten geen geluid in de doodstille gang. Het zou waarschijnlijk een uur of een zijn, op de stand van de maan afgaande. In plaats van naar beneden te gaan, liep ik rechtdoor en kwam ik bij de glazen deuren die naar het balkon leidden. Tot mijn verrassing waren ze open.

De milde wind kwam mij tegemoet en omarmde mij. De lucht was helder en de sterren pronkten in de nachtelijke hemel. Het enige wat zeker was in mijn leven: de sterren, de maan en de zon. Ik zocht de hemel af naar sterrenbeelden. Het was een lange zoektocht en vreemd genoeg zonder succes. 

Er klonken voetstappen achter mij en ik kon wel raden wie het was.

'Je moet in spiegelbeeld kijken,' merkte Jurian op waarna hij enkele meters van mij af op de reling leunde. 

Ik zei niks en staarde voor mij uit. Net op het punt dat de stilte mij teveel werd en ik terug naar mijn kamer wilde gaan, zei Jurian opeens: 'Je hebt gehuild.' 

Instinctief haalde ik mijn handen over mijn gezicht, maar ik wist dat al mijn tranen al opgedroogd waren. Ik zuchtte. 'Ja.' 

'Wat deed Katana?' vroeg hij. 

Ik snoof. 'Het zijn mijn nachtmerries. Ze zijn uitputtend.' 

Jurian zweeg even, en zei toen: 'Iets specifieks wat terugkomt?' 

Ik peuterde aan mijn nagels en wendde mijn blik af. 'Een slechte relatie. Hij... hij bedreigde mij met het nemen van zijn leven. Mij en blijkbaar nog een ander. Hij was opdringerig en bezitterig.' Ik veegde een traan weg. 'Sommige blauwe plekken voelde ik nog lang daarna. Daarom ben ik op verdedigingslessen gegaan.' Ik keek hem strak aan. 'Bij hem voelde ik me ook altijd opgesloten. Toen was het figuurlijk, maar nu is het letterlijk.' Ik schudde mijn hoofd en haalde een hand door mijn warrige haar. 'Ik moet maar weer terug.' Ik draaide me om en wilde weglopen.

'Hoe ben je er doorheen gekomen?' vroeg Jurian enkel. 

Losjes haalde ik mijn schouders op. 'Je blijft leven tot je je weer levend voelt.' 

Hij snoof lachend. 'Je bent sterker dan je denkt, Feline.' 

Een koele bries waaide mijn haren op en toen ik naar de hemel keek, zag ik een vallende ster. 'Misschien.' Opnieuw draaide ik mij weg om weg te kunnen lopen.

Jurian snelde naar mij toe en legde een hand op mijn arm. 'Wacht.' 

Een warm gevoel trok door mijn lichaam en opeens snakte ik naar meer. Een zinderend gevoel trok door mijn aderen. Mijn lichaam sprak mijn redelijke gedachten vol tegen. Maar ik wachtte.

'Laat mij je trainen,' zei hij. 'Laat het mij goed maken voor wat ik deed. Laat mij je leren hoe je met je krachten om moet gaan.' 

Mijn tintelende huid kwam enigszins tot bedaren en ik keek diep in zijn ogen. De verraderlijke demonenprins die je in zijn straatje moest spelen...

'Geen vuile trucjes, beloofd.' 

Ik weet niet waarom, maar ik voelde de waarheid achter zijn woorden. En ik geloofde hem. Een beetje training kon geen kwaad, toch?

'Oké,' zei ik. Daarna trok ik mijn arm los en liet ik de koele bries mijn zintuigen kalmeren. 'Oké, ik train met je.' 

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro