Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 2

De blinddoek wordt van mijn hoofd getrokken. Ik knipper met mijn ogen tegen het felle licht. Rond mij staan de andere jongeren van de uitwisseling. Ze kijken kwaad naar mij en daarna trots naar voren. Ik kijk zelf naar voor en zie bijna de gehele Vis-clan in een soort amfitheater rondom mij. Heilige moeder! Wat doe ik hier?! De mensen op de tribunes brullen en schreeuwen luid. De oudste van de Vis stapt op het podium en start een speech. "Vandaag zullen de nieuwelingen zich waardig bewijzen door dat te doen waar onze clan voor staat. Vrijheid, recht, kracht en macht! Laat de spelen beginnen! Toon ons jullie kracht!" Ik heb een acute hartaanval. Ik zal mijn kracht echt niet gaan aanwenden om hen gelukkig te maken en onschuldigen te bevechten. Het meisje naast mij laat een steekvlam uit haar hand springen die mijn arm schroeit en ik gil. De menigte brult en roept luider. Ze draait zich in mijn richting. Oh, nee! Dat denk ik toch niet! Ik spring de lucht in en kom achter haar terug neer. De volgende steekvlam vliegt recht op het publiek af. Iemand met een watergave stopt de vlam juist op tijd. Het meisje krimpt ineen als het publiek kwaad kijkt en "boe" roept. De radertjes in mijn brein beginnen te draaien. Het meisje kijkt verontschuldigend voor zich uit. Ze kan dus vuur opwekken en afvuren, maar eens het gelost is, kan ze het niet meer besturen. Dat is waarschijnlijk ook de reden dat ze geen rode edelsteen draagt. Ze is niet één van de krachtigste van haar clan. Ze draait zich terug in mijn richting, maar voor ze iets kan doen, trekt een plant haar onderuit en sleept haar mee. Het valt me plotseling op dat iedereen aan het vechten is, behalve ik. Een ironisch lachje komt in mijn keel omhoog terwijl ik een onzichtbaar stofje van mijn jurk klop. Ik ga geen overhaaste beslissingen nemen. Terwijl zij elkaar in elkaar slaan, blijf ik verscholen achter stofwolken die van het zand omhoog wervelen op mijn bevel. Ik kijk vanaf de zijlijn toe en schat iedereen in. Het publiek kijkt teveel naar de vechtenden om zich met mij te bemoeien. Wat mij alleen maar goed uitkomt.

In totaal zijn er 7 anderen. 4 jongens en 3 meisjes. Van die 7 zijn er maar 2 anderen die net als ik een rode steen hebben. Beiden zijn jongens. De ene heeft rood haar en hij heeft een soort hitte magie. Hij vecht tegen een meisje met een watergave, die absoluut niet tegen hem is opgewassen. Hij verdampt haar water, maar iedereen heeft een zwakke plek zelfs een Rode, zoals we de mensen met een rode steen noemen. Na hem bekeken te hebben, weet ik direct wat de zijne is. Zijn magie kan enkel verwarmen en iets met licht doen, maar mocht vuurmeisje tegen hem vechten, zou hij een probleem hebben. Vuurmeisje vecht met een meisje dat druk bezig is planten naar haar hoofd te smijten. Dan blijven er nog 3 jongens over. Ze zijn tegen elkaar aan het vechten. De andere Rode kan de duisternis manipuleren. Hij vecht er niet alleen mee, hij verdwijnt ook geregeld uit het zicht. Hij kan zich met duisternis omhullen en verdwijnen. Zijn zwakke plek: hij is slordig, als je goed oplet, kan je volgen waar hij naartoe gaat, hij is voorspelbaar. De anderen hebben een gave voor ijs en illusie. Makkelijk te verslaan. De enige waar ik me zorgen om moet maken is plantenmeisje. De meeste van de 'groenere' gaven lijken wel zuurstofbronnen. Zeer irritant, maar een plant kan ontworteld worden met een beetje wind. Alle anderen hebben nood aan zuurstof, die ik uit de lucht kan trekken. Dat ben ik nog vergeten vermelden. Ik kan de wind niet alleen besturen, ik kan ook lucht manipuleren en in de lucht zit zuurstof.

Plantenmeisje begint het onderspit te delven en illusiejongen ligt al bewusteloos op de grond. Tijd voor de show die ze zo graag willen. De overgebleven mensen beginnen tegen elkaar te vechten, maar nu ze allemaal samen in het midden staan, begint het bij het publiek te dagen dat er iemand mist. De anderen merken dat de aandacht van het publiek verslapt en kijken op. Ze kijken in mijn richting al ben ik er zeker van dat enkel schaduwjongen me kan zien. Ik zie ze gewoon van in de verte hun spieren spannen en ze vormen één muur. Dat alles vindt het publiek wel leuk, ze beginnen luid te juichen en mij uit te schelden als lafaard. Ik laat mijn stofwolk naar de grond dwarrelen.

Er zijn twee redenen voor mijn rode steen zijn plaats. De eerste: het valt onmiddellijk op en straalt gevaar uit. De tweede: ik gebruik altijd eerst mijn hoofd voor me in een strijd te werpen. De mensen voor mij denken niet genoeg na. De twee Roden zijn wel op hun hoede, want al zie ik er nog zo onschuldig uit, die steen op mijn hoofd zegt iets anders. Slimme jongens. Al het zand is gezakt. Het is doodstil. Een gemeen lachje verschijnt op mijn gezicht. Watermeisje deinst naar achteren. Ik wacht af.

De eerste aanval vliegt me naar het hoofd. Vuurmeisje heeft een vuurbal geworpen. Midden in zijn vlucht laat ik hem doven, want ook vuur heeft nood aan zuurstof. Haar gezicht wordt bleek. Ik zie schaduwjongen zijn lippen bewegen en ze starten allemaal tegelijk een aanval. Ze omsingelen mij. Ik blijf staan. Water spuit tegen een schild aan, duisternis stoot ertegen, een tak slaat erop en hitte tast eroverheen. Mijn wind heeft een schild rondom mij gevormd. Ik lach slechts kort. Genoeg gewacht, tijd om te spelen, het sluipen is voorbij. Schaduwjongen verdwijnt en ik volg zijn bewegingen en iets te laat heeft hij door dat ik hem gewoon volg met mijn ogen. Hij wordt de lucht in gekatapulteerd en valt met zijn hoofd hard tegen de tribunen. De mensen die er zitten, kijken geschrokken naar beneden. Hij beweegt niet meer. Ik rek mij uit en stap uit mijn veilige bubbel. Er vliegen onmiddellijk verschillende dingen naar mij toe. Ik weer ze af en smijt watermeisje tegen een muur. Nog 4 te gaan. Terwijl ik bezig ben met de twee meisjes en ijsjongen, vergeet ik de andere Rode even te checken. Een hittevlaag overspoelt me zo plots dat ik uit mijn evenwicht raak. Takken kronkelen zich rond mijn lichaam en ijs zet mij vast tussen die takken. Ik heb een kleine paniekaanval. Dit is niet de bedoeling. Ach ja, dan is het nu tijd voor de genadeslag. Ze zijn geconcentreerd bezig en denken dat ze gewonnen hebben. De enige die doorheeft dat er iets niet klopt is de jongen die zijn hitte op mij afstuurt. Ik droog niet uit, de wind houdt de droogte en hitte tegen. Juist op het moment dat hij een waarschuwing naar de anderen wil roepen zakt hij in elkaar doordat ik hem in een vacuüm zet zonder lucht. Ik trek het vacuüm terug, het zal toch nog wel even duren tegen dat hij wakker wordt. De volgende die het merkt is vuurmeisje en ook zij gaat tegen de vlakte. IJsjongen merkt het op hetzelfde moment als plantenmeisje. De jongen zakt in elkaar, maar het meisje lijkt alleen maar een beetje verzwakt. Verdomme, ze is een zuurstofgenerator. Gelukkig heb ik daar aan gedacht. Een hevige wind steekt op en trekt al krakend en met veel geweld de plant waar ik in vastzit uit de grond. Ik klop het ijs van mijn lichaam terwijl plantenmeisje achteruit deinst. Met een verveeld gebaar laat ik haar ook tegen de tribunes vliegen. Daarna stijg ik zelf op en kijk kwaad naar de Vis-clan onder mij. Het is doodstil.

Ik daal terug tot ik voor de clan oudste sta. Hij staat op en torent boven mij uit. Hij probeert mij te intimideren, dat is wel duidelijk. De rest van de clan staat ook op. Een vaag instinct binnenin mij roept dat ik daar moet weg zien te komen en wel ASAP. Mijn iets rationelere ik zegt dat, wat ze ook gaan doen, niet zo erg kan zijn. Mijn iets rationelere ik is een idioot, want juist wanneer ik dat denk, steekt de oudste zijn hand op en vallen een paar mensen mij aan. Ik steek als in een reflex mijn hand uit om mijn gezicht te bedekken en de wind maakt vanzelf weer een schild. Een chaos van magie vliegt naar mijn hoofd, sommige heel ongecontroleerd. De hoofdpijn die opkomt probeer ik niet eens te verbergen. Het is gewoon ongelooflijk. Dan doe je voor een keertje wat ze vragen en dan vallen ze je nog aan. Al kan ik wel begrijpen waarom ze mij als een bedreiging zien. Iemand gooit een rotsblok vlak naast mijn hoofd. Heilige godin! En nu is het genoeg geweest! Een groot vacuüm werpen zou mijn krachten voor een tijdje verzwakken, maar zelfs dan zal ik sterk genoeg zijn om meerdere van hen aan te pakken. Ik creëer het vacuüm en zuig alle lucht eruit. Heksen en tovenaars vallen met bosjes neer. Terwijl ik daar mee bezig ben, zie ik in mijn ooghoek iets bewegen. Ik draai mij om op het moment dat er iets hards tegen mijn rug botst en ik recht op mijn buik val. Ik draai mij vlug op mijn rug en zie een jongen door mijn vacuüm naar mij toe slenteren. Dat is onmogelijk! Hij zou net als de anderen op de grond moeten liggen. In mijn verwarring laat ik terug lucht in het schild. Hij loopt gewoon rustig op mij af en trekt een hand door zijn bruine haar ... of is het nu appelblauwzeegroen? Ik ben behoorlijk in de war. Ik verstevig het schild terwijl hij nadert. Anderen worden wakker nu ze terug zuurstof hebben en kijken naar de jongen die langs hen loopt. Hij kijkt enkel naar mij en knijpt zijn ogen uitdagend dicht. Mijn keel wordt droog. Waarom wordt mijn keel droog? Iets is helemaal mis. Hij staat nu recht voor de rand van het schild. Hij legt zijn hand er zacht op. Een rilling loopt langs mijn ruggengraat alsof hij zijn hand op mijn huid heeft gelegd. Zijn ogen zoeken de mijne en hij duwt tegen mijn schild. Ik houd stand en hij stopt. En hij stapt gewoon door mijn schild alsof het hem doorlaat. Ik hap naar adem wanneer hij voor mij stopt. Waar is mijn verstand naartoe? Ik deins terug en hij zet een stap dichter. Hij lacht zacht waarna ik de grond onder mij voel verdwijnen en ik naar beneden val. Mijn enkel maakt een akelig krakend geluid en ik heb niet het gevoel dat ik er nog op kan staan. Ik laat de wind mij opheffen en zweef uit het gat. De jongen staat rustig te wachten en grijnst naar mij als ik bovenkom. Woede schiet als een razend vuur door mijn aderen en ik laat een hevige windstoot recht tegen zijn borst botsen. Hij vliegt door de lucht en komt hard neer op het zand dat opstuift. Hij komt ook bijna onmiddellijk weer recht en hij ... gromt? Hij gromt naar mij... Een rotsblok vliegt recht op mij af en de volgende komt er snel achteraan. Ik duik zo vaak mogelijk weg, maar een paar van die rotsblokken raken mij toch hard. Mijn lichaam heeft totaal geen zin meer om naar mij te luisteren en komt niet meer overeind. De grond onder mij vervormt en buigt zich rond mijn polsen en enkels als boeien die mij vasthouden. De mysterieuze jongen torent boven mij uit en kijkt grijnzend op mij neer. "Schaakmat", zegt hij droog. Ik probeer mijn handen los te trekken en hij buigt zich over mij heen tijdens mijn vergeefse pogingen. Nog voor hij zijn hand naar beneden brengt, weet ik al wat hij gaat doen. Een harde klap tussen mijn schouder en nek en alles wordt zwart.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro