Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 1

"Aarde aan Mira! Het is bijna aan jou." Ik kijk verstrooid op. Juist, de uitwisseling. Daar ben ik, niet thuis of op school, maar midden in het bos. De clans zijn speciaal hiervoor bij elkaar gekomen. Vijanden moeten zich vandaag gedeisd houden. Mijn zus kijkt naar mij vanuit haar nieuwe familie, haar nieuwe clan.

Er zijn altijd maar een paar meisjes en jongens die worden uitverkoren om de uitwisseling te ondergaan. Mijn zus is daar een paar jaar geleden één van geweest net zoals ik er zelf nu ook een deel van uitmaak. Bij de uitwisseling is het de bedoeling dat je in een andere clan gaat wonen voor een jaar en daar een man of een vrouw zoekt. Mocht je die niet vinden, mag je na een jaar beslissen om terug te gaan naar je eigen clan of toch bij je nieuwe te blijven. Je kan ook nog in de hoofdclan terechtkomen. Daar trouw je niet, maar word je een priester of priesteres van de maan. Zij zorgen ervoor dat alle clans veilig zijn enzovoort. Dat betekent natuurlijk niet dat je niet mag trouwen. Het betekent gewoon dat dat niet echt de reden is van je uitwisseling. Maebel, mijn zus, is ooit ook een lid van de Pectus-clan geweest, maar na de uitwisseling is ze naar de Caelum-clan gestuurd en daar trouwde ze met Stefan. Stefan was daarvoor al Maebels beste vriend, dus het heeft mij nooit verbaasd dat ze trouwden.

Als je nu zit te denken dat iedereen dus familie van iedereen is en dat het een hoopje incest bij elkaar is, dan heb je het fout. Het heks zijn is inderdaad gebonden door bloed, maar er kunnen generaties tussen de vorige en volgende heks in een familie zitten. De magie kiest wie een heks wordt. Het is een mirakel dat zowel Maebel als ik heksen zijn en dus magie door onze aderen hebben stromen.

We zijn praktisch grootgebracht door onze moeder, die niet van de heksen weet. Mijn vader is zo vaak weg dat we hem amper zien. De heksen hebben ons gevonden. De clan oudste zorgde ervoor dat we leerden onze gaven onder controle te houden. Mijn moeder was geschokt toen Maebel op zo een jonge leeftijd trouwde, maar zo is het nu eenmaal. Al op jonge leeftijd was het ook duidelijk geworden dat ik enorm krachtig ben. Mijn magie bestaat eruit dat ik de lucht en de wind kan manipuleren en dus stormen kan maken of beïnvloeden.

Mijn kleren ritselen en mijn vlechten slaan tegen mijn dijen en kont. Nog zoiets raars: onze haarkleur. Die van mij valt nog mee, maar Maebel heeft fel paars haar dat in golven op haar rug valt. Onze moeder heeft nooit begrepen waarom. Door gewone kinderen werden we weleens uitgelachen, maar dat kon ons niet schelen.

Een pluk wit, lichtblauw haar valt voor mijn ogen. Ik veeg het ongeduldig weg. Mijn haar is wit, maar met een lichtblauwe gloed eromheen die het doet oplichten in het donker en het is héél lang. Ik draag het bijna nooit los, want dan komt het tot op mijn bovenbenen. Ik draag het altijd in vlechten of opgestoken.

Het meisje voor mij stapt het platform op. Een rilling glijdt langs mijn rug naar beneden. Ann-Laurence staat naast mijn zus. Ze is altijd al mijn vriendin geweest. Zowel zij als mijn zus willen dat ik naar de Caelum-clan kom. Een beetje verder staat Charlotte dan weer, mijn nicht. Ook weer zo een rarigheid. Zij is één van de redenen dat de oudsten denken dat er een heks in onze familie aan vaders kant moet hebben gezeten. Charlotte zit in de Unda-clan en hoopt ook op mijn komst. Weer een rilling.

Er zijn in totaal 10 clans. Elk hebben ze een eigen kleur en een eigen Latijnse naam. De hoofdclan heet Nox of nacht, dit verwijst naar de maan die wij vereren. Vis staat voor kracht en geweld, zij zijn de aartsvijand van de Pectus. Pectus betekendt borst, hart en verstand. De Fortis- clan staat voor dapperheid en is ook één van mijn clans vijanden. Silva staat voor bos (ook vijanden). Lumen staat voor het licht en is bevriend met iedereen. Vita staat voor leven, Caelum voor hemel en Unda voor golf, deze clans zijn wel vrienden van de Pectus-clan. En ten slotte is er nog de Ignis-clan of de vuur clan. Zij zouden in theorie onze vijanden moeten zijn, maar van al onze "vijanden" komen zij nog het beste met ons overeen. Het is altijd al een hele opgave geweest om te onthouden wie elkaar haat en wie niet.

Mijn hart klopt nog steeds wild. De maan verlicht de plaats van het platform. Er gaat een zindering van kracht door de lucht, die langs mijn huid glijdt en mij streelt. De maan is de juiste clan aan het uitzoeken. Het meisje komt uit de Vita-clan: dat kan ik goed zien, want ze draagt een lichtroze gewaad. Dat is nog vrij preuts. De echte kleur van Vita is fel roos of fuchsia roos. Ze wordt naar de Lumen-clan gestuurd. Diep in- en uitademen. Dat blijft door mijn hoofd gaan, terwijl mijn naam wordt afgeroepen. Hoofd omhoog, schouders recht, toon alleen kracht aan de buitenkant ook al tril je vanbinnen. Ik schrijd over het pad dat vanaf mijn clan naar het platform loopt. De rozenblaadjes op de grond wervelen om mijn blote voeten. Wie houdt er nu niet van een dramatische entree?

Het juweel dat op mijn voorhoofd in een klein omgekeerd kroontje hangt, flonkert fel rood op. Het enige uiterlijke teken dat ik mag dragen van mijn kracht. Mijn jurk is kort met daaraan een soort lange sleep die los over de grond sleept en rond mij omhoog waait.

Op het moment dat ik het platform op loop, laat ik de rozenblaadjes omhoog waaien en neerdwarrelen op de verhoging. De kracht van de maan rimpelt zachtjes alsof ze moet lachen om de manier waarop ik cynisch over de stomme clans, die perse een show willen hebben, denk. De maan richt zich nu volledig op mij. Ik voel de prikjes opnieuw, maar nu voelen ze heviger en meer als naalden aan. Ik trek even een gezicht, maar plooi het vlug terug. De kracht gaat weg en ik zie de menigte rond mij reageren. De kracht glijdt langs Nox, waar ze even blijft hangen. Ik houd mijn adem in, maar de kracht gaat verder. Langs de Pectus naar de Caelum. Ze stopt even, maar glijdt verder naar Unda. Ook daar stopt ze alsof ze kijkt of er kandidaten zijn. Wanneer ze verdergaat, zie ik de trieste blikken op mijn zus, vriendin en nicht hun gezichten. Ze gaat verder langs Vita en Lumen, maar ze stopt deze keer niet. Oké, het wordt dus Ignis. De enige nog bevriende clan die over is. Wanneer de maan hen ook overslaat, stopt mijn hart. Dit is niet mogelijk. Er is nog nooit, maar dan ook nooit een heks naar een vijandige clan gestuurd. Ze gaat voorbij Silva. Alles in mij schreeuwt dat het Fortis moet worden, want anders zou er een nachtmerrie waarheid worden. De maan stopt even en gaat dan verder naar de Vis-clan. (dit wordt even ter verduidelijking uitgesproken als "wies" en niet als "vis".)

Zij zijn de grootste vijand van de Pectus-clan en staan voor het totaal tegenovergestelde. De kracht stopt. Ik wil gillen en wel heel hard. Iedereen kijkt verward toe. Ik hap naar adem op het moment dat de maan de rozenblaadjes omhoog doet waaien en terug laat neervallen. Ze vormen een pad recht naar de Vis-clan. Nu vertrekt mijn gezicht dus wel en nog niet zo een klein beetje ook. Ik deins achteruit en kijk in de richting van de Nox-clan. De Cirkel Oudste staat op en iedereen kijkt in stilzwijgen toe. "De maan heeft beslist. Onze Grote Hoedster heeft haar wil geduid. Mira Temmerson, je zult een jaar bij de Vis-clan doorbrengen. Zo is beslist, zo zal het zijn. Je kunt terug naar je plaats." Ik stap verdoofd van het podium en ga naar mijn clan terug.

Vanavond zal ik na het feest vertrekken samen met de Vis-clan. Mijn zus is aan het wenen en wordt getroost door Stefan. Nadat iedereen geweest is, moet ik mijn koffers gaan ophalen en word ik via een ritueel overgedragen aan de "welwillende" handen van de Vis oudste. Deze moet met een speciale eed zweren dat ik niet zal sterven onder zijn voogdij. Dit is nooit echt een échte noodzakelijkheid geweest, maar nu begin ik daar toch anders over te denken. Op het moment dat niemand op mij let, vlucht ik de bossen in. Mijn hart gaat als een razende tekeer en ik zak in elkaar en begin eindelijk te huilen. Zachte voetstappen en de geur van bloemen laten mij weten dat mijn zus voor me staat en neerknielt. Zonder iets te zeggen neemt ze mij in haar armen. Zo zitten we bijna de hele avond. Mijn wit met zilver gekleurde kleed ziet nu groen van het gras en bruin van de aarde.

"Het is al erg genoeg dat mama denkt dat we ieder jaar op een speciaal zomerkamp gaan. Hoe moet ik uitleggen dat ik ga trouwen met iemand van wie ik niet hou, maar juist haat." Ik kijk met betraande ogen op. "Dat doe je niet. De maan heeft je daar met een reden gezet. Ze zou je niet verplichten om met iemand van wie je niet houdt te trouwen. En als je na een jaar niemand vindt, kom je gewoon terug naar de Pectus." "Maar wat als ze me dan als een verraadster zien." "Dat doen ze niet. Geloof me en wat je uiteindelijk ook beslist, ik zal er altijd voor je zijn." Ik adem bibberend uit en knik. "Nu, droog die tranen en ga nog even met je oude vrienden feesten voor de ochtend zich laat zien." Mijn zus heeft gelijk, ik moet er maar mee leren omgaan. Dat betekent natuurlijk niet dat ik het leuk vind, maar hier een beetje zitten zielig wezen, zal ook niet helpen. Ik duw de wind onder mijn lichaam zodat het omhoog zweeft en ga op zoek naar Ann-Laurence en Charlotte. De twee vliegen mij om de hals. "We gaan je zó niet vergeten! We zien elkaar gewoon de volgende vergadering en op school natuurlijk, want in de mensenwereld hebben ze geen vat op wat er toegelaten is en wat niet", zegt Ann-Laurence volledig overtuigd van zichzelf. "Ja! En als je dan toch uit één van hen moet kiezen kun je maar beter één van de knappere pakken. Op één of andere manier heeft die clan enorm veel knappe, gespierde tovenaars." "Charlotte! Oh mijn godin!" gil ik al lachend. Ann-Laurence slaat haar handen voor haar mond om haar gelach te smoren. Ik zal ze missen die gekke meiden.

Ergens na 4 uur in de morgen komt er een chagrijnige jongen naar mij toe wandelen. Zijn gitzwarte haar heeft paarse strepen erdoor en hij is mager. Als ik er alles op mag verwedden, zou ik zeggen dat de jongen een weddenschap of zoiets heeft verloren. Charlotte kijkt de jongen een hele tijd aan en Ann-Laurence kijkt mij aan en knijpt in mijn hand. Hij stopt vlak voor ons. Hij bekijkt me eens van top tot teen en snuift dan minachtend. "We vertrekken", zegt hij en hij draait zich om. Charlotte trekt haar neus op: "Toffe gozer, echt materiaal om jezelf aan uit te huwelijken." Ik had al voor ze het zei iets sarcastisch of ironisch verwacht en toch moet ik luid lachen. Waarop de jongen geïrriteerd omkijkt en roept dat ik moet opschieten. Dus ga ik achter hem aan ... al zwevend. Wanneer we aankomen bij allemaal deels in rood geklede mensen en Jeeps, kijk ik er niet van op dat iemand mij blinddoekt en daarna pas bij de andere meisjes en jongens van de uitwisseling zet. Zij zijn dus niet geblinddoekt, want welke idioot zou de vijand bereidwillig de weg naar zijn uitvalsbasis willen tonen. Sukkels, ik vind de weg toch wel terug. Ik kan verdorie vliegen als ik dat wil. Niet dat ik het zou gaan proberen, maar het is toch een geruststelling.

Iemand fluistert iets gemeen. Ik heb zin om diegene een stomp te geven, maar ik kan niet zien wie het was. De auto stopt na een uur rijden plots met luid piepende remmen. De stemmen die richting de deur komen maken mij bang. De deur gaat open en licht filtert door de doek voor mijn ogen. Ruwe handen grijpen mij vast en sleuren mij uit de auto. De muziek van trommels en het geschreeuw van mensen komen mijn oren binnen. Ik word meegesleurd.


Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro