H.42
Sophie pov.
Calum veranderd en net op tijd spring ik naar achteren waardoor hij mij net niet raakt. Heel kort kijkt Calum met een verontschuldigende blik naar achteren voor hij weer naar voren kijkt en woedend tegen Damian begint te grommen. Heel even lijkt Damian af te remmen maar dat was zo kort dat ik twijfel of het wel echt gebeurd is. Calum lijkt het ook op te merken want hij begint nog harder en angstaanjagender te grommen. Nu is het duidelijk te zien dat Damian vaart minderd maar op zijn gezicht komt een misselijke grijns en even sluit hij zijn ogen. Met een vragende uitdrukking kijk ik Damian aan die nog steeds zijn ogen gesloten heeft. Net als Calum een stap in zijn richting wil doen opent Damian zijn ogen en verschrikt zet ik een stap terug. Zijn ogen zijn pikzwart, er is niks anders te zien dan zwart. Calum ziet het ook en direct draait hij zich om en gaat snel naast mij staan. Hij gebaart met zijn kop dat ik op zijn rug moet gaan zitten. Hij gaat snel op zijn buik liggen zodat ik op zijn rug kan klimmen en direct doe ik dat. Zodra ik erop zit en Calums vacht stevig vast heb sprint Calum direct weg. Achter ons klinkt het woedende geschreeuw van Damian maar Calum blijft doorrennen. Hoe verder we rennen hoe dichter begroeid het bos word en Calum lijkt steeds beter op takken die op de hoogte van mijn hoofd zitten te letten. Waarom zou hij dat doen? Plots word ik van Calums rug afgegrepen en over iemands schouder gegooid. Direct begin ik wild te spartelen en probeer ik degene die me van Calums rug af heeft gehaald te trappen. Uiteindelijk lukt me dat ook. 'Auch! Dat is niet zo lief van je zusje!' Vult een bekende stem mijn oren. 'Ashton?' 'De enige echte.' Zegt Ashton lachend. Direct stop ik met tegenstribbelen en laat me door hem dragen. 'Waarom heb je me eigenlijk van Calums rug afgehaald?' Vraag ik terwijl ik om me heen kijk, opzoek naar Calum. 'Omdat hij dat wou-' 'Hoe de fack kan jij dat nou weten?!' 'Je weet mijn 'superdeluxe' gave toch wel?' 'O ja, die waarmee je onze mindlink kan lezen.' 'Precies, en Calum wist dat of niet maar dat maakt niet uit maar hij wou jou veilig hebben en dat kon alleen maar voor als je zo snel mogelijk daar weg was dus voìla, hier ben ik!' 'Dat zie ik.' Zeg ik droogjes. 'Dat kan niet want je hebt me nog niet gezien.' Zegt Ashton net zo droog terug. 'Ik zie je rug toch? En je benen, voeten en als ik opzij kijk zie ik je haar, je bandana, je schouder, je n-' 'Oké, oké! Je kan me zien, nou goed?!' Ik grijns maar realiseer me dan dat Ashton dat niet kan zien. 'Je grijnst hè?' Vraagt Ashton terwijl hij een scherpe bocht naar links maakt. Geschrokken grijp ik zijn schouder vast. 'JA! EN MAAK ALSJEBLIEFT NIET VAN DIE SCHERPE BOCHTEN!' schreeuw ik als Ashton nog een scherpe bocht maakt maar dan naar rechts. 'Sorry, maar ik denk niet dat jij graag een ravijn instort aangezien jij niet ontsterfelijk bent.' Ik grom eventjes maar laat het erbij. Plots stopt Ashton waardoor ik van zijn schouder afvlieg en in iemand anders armen land. Een stroom van tintelingen verwelkomd me en ik begin te glimlachen. 'Hey sweetie.' Zeg ik terwijl ik met mijn hoofd tegen Calums borstkas leun. 'Ik ben Calum niet.' Zegt een compleet andere stem dan Calum maar die wel even hemels is als die van Calum. Direct vlieg ik uit de armen van deze persoon en draai me geschrokken om. 'MATE! MATE! MATE! MATEMATEMATEMATE!' Roept Ellen in mijn hoofd. 'Dat kan niet! Calum is onze mate!' 'Dit is zijn wolf!' Roept Ellen enthousiast. Langzaam bekijk ik de jongen. Hij heeft blond haar dat in een kuif omhoog staat en een licht baardje wat hem ongelovelijk sexy maakt. Wow, stop! Zo mag ik niet denken! Maar hij is zo knap.. Stop! 'W..wie ben jij?' 'Ik ben Luke.' Zegt dus blijkbaar Luke met een hemelse stem. 'Waarom ben jij ook mijn mate?' 'Omdat ik eerst Calums wolf, Luke was maar ik ben nu mens geworden alleen is er een deel van mij weer terug in dat stomme brein van hem gedrongen waardoor hij alsnog in een wolf kan veranderen.' Dat laatste zegt hij knarsentandend. Ik zet een paar passen achteruit. Ik wil hem niet als mate, ik wil alleen Calum! 'Maar ik wil Luke!' Jammert Ellen in mijn hoofd. 'Nee!' Schreeuw ik naar haar waardoor ze even jankt. 'Maar als jij Luke bent... dan ben jij ook degene die hem wou vermoorden!' Zegt Ashton boos. 'Hij wou wát?!' Roep ik boos terwijl ik woedend naar Luke kijk. 'Ik kan het uitle-' 'Nee Luke, jij wou Calum vermoorden omdat je hem "te braaf" en "te onschuldig" vond. En bovendien wou je Sophie voor jezelf.' Zegt Ashton voor Luke zijn zin kan afmaken. Mijn woede word bij elk woord groter en ik merk dat Ellen ook kwaad word. 'Calum is perfect! Jij bent een eikel!' Gilt Ellen in mijn hoofd. Luke krimpt in elkaar en kijkt me schuldbewust aan. Een vlaag van medelijden overspoelt me maar ik probeer het te negeren, wat me ook lukt. 'Alsjeblieft Sophie-' 'Luke...' klinkt er plots een hemelse, woedende stem achter mij. Vliegensvlug draai ik me om en zie Calum in alleen een jogging staan. Ik kan het niet tegenhouden dat ik begin te staren. Calum+shirtless=onweerstaanbaar. 'Sophie, je staart.' Grinnikt Ashton. Met rode kaken wend ik mijn blik af, nee, dat probéér ik. 'Calum, trek alsjeblieft een shirt aan!' Zucht Ashton terwijl hij met zijn ogen rolt. 'Waarom?' Zegt Calum schijnheilig. Hij geeft me een korte knipoog waardoor ik nog harder begin te blozen. Plots word ik bij mijn schouders gegrepen en omgedraaid. Tintelingen overspoelen me die ik maar wat graag niet zou willen hebben. 'Laat haar los!' Gromt Calum woedend terwijl hij in aanvalshouding gaat staan. 'Nee, waarom zou ik? Ze is ook mijn mate.' 'Dat is ze niet! Je bent godverdomme een deel van mij!' 'Ja, en omdat ik een deel van jou ben is ons kleine Sophietje hier ook mijn mate.' Oooooh, nou heb je een fout gemaakt gozer! Niemand, maar dan ook echt niemand noemt mij 'klein Sophietje'. Woedend pak ik Lukes arm beet en draai hem op zijn rug waarna ik zijn arm vasthoud en hem "per ongeluk" uit de kom trek. Luke schreeuwt het uit en natuurlijk moet Ellen zich er weer meebemoeien. 'Stop! Stop! Je doet hem pijn!' Smeekt Ellen me maar ik negeer haar. Ik wil hem nooit als mate hebben. Hij is een eikel die denkt dat hij alles kan doen wat hij wilt. Welkom in het echte leven sukkel. Plots valt Calum schreeuwend op de grond en direct laat ik Luke los en storm naar Calum. Als ik bij hem ben is hij gestopt met schreeuwen en lijkt nu alleen maar bewusteloos. 'Calum? Calum? Calum?!' Ik merk dat ik in paniek begin te raken als Calum niet reageert, hij ademt en ik hoor zijn hart kloppen maar dat is het dan ook. Plots voel ik wat nattigs en slijmerigs over mijn hand glijden. Verschrikt trek ik mijn hand terug en kijk naar wat er daarnet nog over mijn hand gleed. Het zijn grijze slierten die op Calum 'klimmen' en naar zijn oren, mond en neus gaan om erin te kruipen. Angstig bekijk ik het. Wat gaat er gebeuren? Wat zijn het? Wat gaan ze doen met Calum? Ik kijk naar Ashton en Luke maar zie dat op de plaats waar Luke stond nu alleen nog maar een hoop grijs te zien is. What the fack? Ashton staat er heel relaxt bij, alsof hij precies weet wat er gebeurd. Paniekerig kijk ik hem aan. 'Ashton, wat gebeurt er?!' 'Luke gaat terug naar waar hij vandaan komt, geen zorgen. Alles komt goed.' Zegt Ashton terwijl zijn ogen de grijze lijnen volgen. Plots klinkt er geschreeuw vanuit het huis. Het volgende moment is Ashton weg, maar dan niet richting het huis. Hij stormde weg alsof de duivel hem op de hielen zat en zover mogelijk van het huis wou hebben. Als ik weer naar Calum kijk zie ik de laatste grijze strepen verdwijnen. Ik til hem op en het valt me op dat hij een stuk lichter is dan verwacht. Rustig loop ik naar het huis waar ik met mijn voet de deur openmaak. Direct zet ik weer een stap terug als ik overwelmt word door de geur van bloed. Djeez, wat is hier gebeurd? 'GODVERDOMME BANANENMAN! KOM ONMIDDELIJK HIER!' Gilt Maaike terwijl ze de trap afstormt en een kamer in schiet. Mij niet opmerkend. Op mijn gemak loop ik naar de trap en begin die te beklimmen met Calum in mijn armen. Plots word ik ruw aan de kant gebeukt en val ik naar beneden. Ik knijp mijn ogen stijf dicht en hou Calum zo dat hij het minst last heeft van de klap, die niet komt. Twee handen houden me onder mijn oksels vast. Verbaasd open ik mijn ogen om recht in het gezicht van Max te kijken. Dankbaar glimlachend kijk ik hem aan. 'Thanks Max.' 'Geen probleem softijsje.' Zegt hij plagend terwijl hij me weer rechtop helpt. 'Serieus Max? Softijsje?' Zeg ik een beetje ongelovig. Max begint heftig ja te knikken en ik rol lachend met mijn ogen. 'Nou ja, zie je straks wel weer. Eerst deze man hier naar een bed brengen in een kamer die niet zo erg naar bloed ruikt.' 'Dan kun je net zo goed stoppen met zoeken voor je al bent begonnen. Michael heeft letterlijk elke muur met bloed beschilderd.' 'Dat meen je niet!' Zeg ik met grote ogen. 'Het is echt waar, daarom rent Maaike Michael de hele tijd achterna en Michael denkt alleen maar dat het een spelletje is.' 'Zo te horen kan Maaike wel wat extra vrouwenhulp gebruiken.' Zeg ik grijnzend voor ik me omdraai en Calum de trap op wil dragen als Maaike vlak voor me de trap op stormt. 'HEY MAAIKE!' Roep ik Maaiek achterna maar ze lijkt me niet te horen. 'Jup, ze heeft duidelijk een extra vrouwenhand nodig.' Zeg ik in mezelf terwijl ik de trap oploop. Zodra ik booven ben moet ik mijn best doen om niet direct naar buiten te rennen. Het stinkt hier echt verschrikkelijk! Naar bloed en verrot en geplet fruit. De muren zien er ook zo uit, vol met bloed en uitgesmeerd fruit. Michael moet hier een hele goede reden voor hebben gehad maar anders hou ik Maaike niet tegen. Ik open met mijn voet een random kamer en loop naar binnen waar ik Calum op het bed leg. Plots begint Calums rechterpols licht te geven dat steed sfeller word en daarna weer afzwakt tot het weg is. Er verschijnt een smal, leren bandje om Calums pols waar muzieknoten en een bas zijn ingegrafeerd. Een hevige vermoeidheid overvalt me en ik kruip naast Calum in bed om direct in slaap te vallen.
Verbaasd kijk ik om me heen. Waar ben ik? Ik sta in een soort bloemachtig iets. In mijn hand heb ik een witte elektrische viool die versierd is met blauwe orchideeën. Ik heb een witte jurk aan die netals mijn viool versierd is met blauwe orchideeën. Ik probeer uit de bloem te klimmen maar de bloem kantelt en ik val eruit. Net wanneer ik denk de grond te raken merk ik dat ik eigenlijk helemaal niet val, ik zwééf! Ik kijk naar achteren en zie twee prachtige vleugels die perfect bij mijn jurk passen. Ik vlieg wat rond en dan zie ik Calum. Hij heeft alleen een witte broek aan en prachtige zilveren vleugels. In zijn handen heeft hij een wit met zilvere bas. Verbaasd kijkt hij me aan en vliegt naar me toe. Als hij bij me is bekijkt hij me en begint dat als een idioot te glimlachen. 'Je ziet er prachtig uit.' Ik voel dat ik begin te blozen en kijk weg. 'Wow! Je jurk, viool en vleugels hebben nu een rode kleur!' Roept Calum verrast. Ik kijk hem met grote ogen aan en kijk vervolgens naar mijn jurk en zie dat hij gelijk heeft. 'Wat...? Hoe?' Breng ik verbaasd uit. 'Geen idee.' Ik weet niet waarom maar plots heb ik de neiging om te spelen en ik begin te spelen. Na een tijdje zet Calum in. (Zie nummer) Na het nummer kijken we elkaar met een grote glimlach aan. 'Gefeliciteerd, jullie hebben nu samen een stukje gespeeld dat word opgeslagen in jullie muziekketting of armband.' Klinkt de zuivere stem van de vrouw die in mijn eerste twee dromen over muziek ook voor kwam. 'Dit nummer zal waarschijnlijk als eerste worden gekozen als je over de ketting of armband wrijft omdat jullie het met elkaar hebben gespeeld, als mates.' Ik leun tegen Calum aan en sluit genietend mijn ogen. Zo zou ik voor altijd willen blijven staan of beter gezegd, vliegen. 'We zijn nu net elfjes.' Zeg ik grinnikend. 'Dat klopt, elfje van me.' Zegt Calum terwijl hij een kus in mijn haar drukt. 'Ik hou van je.' 'Ik ook van jou.'
Slaperig open ik mijn ogen en kijk recht in Calums prachtige ogen. Onbewust glijd mijn hand naar de ketting die om mijn nek zit en zodra ik erover wrijf hoor ik het nummer dat we in de droom samen hebben gespeeld. 'SOPHIE! IK HEB JE HULP NO- oh... Ik heb jullie toch niet gestoord tijdens eh...' Lachend ga ik rechtop zitten maar word direct weer tegen Calums borst aangetrokken. 'Nee Maiks, we hebben gewoon geslapen.' Ze knikt en komt dan naar ons toegelopen waarna ze me uit het bed trekt en me de gang opsleurt. Ik hoor Calum ontevreden grommen en uit het bed stappen/springen. Het zou me niks verbazen als hij straks de gang opkomt gestormd om mij terug te halen. En dat is ook precies wat er gebeurd alleen niet dat terughaal dingetje omdat Maaike mij van de trap afduwt. Zodra ik aan de onderkant van de trap lig schreeuw ik naar Maaike: 'WAAR WAS DAT GOED VOOR?!' 'Omdat ik anders je nu we-HEY!' Roept Maaike als ze door Calum aan de kant word geduwd. Calum springt naar beneden en tilt me over zijn schouder waarna hij weer de trap op begint te lopen. Maaike probeerd me vast te pakken maar Calum houdt me zorgvuldig buiten haar bereik. 'Oh kom op Calum! Het is belangrijk! Ik kan Michael niet meer in me eentje aan!' Zegt Maaike. Nu pas merk ik de grote wallen onder haar ogen op. 'Callie, zet me neer.' 'Nee.' 'Waarom niet? Ik kan Michael toch niet alleen aan Maaike overlaten?' 'Reken maar dat dat kan. Jij gaat mooi met mij mee.' 'CALUM!' Zeg ik bestraffend als hij pestend even op mijn kont slaat. 'Als je niet snel stopt met smeken of ik je los ga laten krijg je nog meer.' Zegt Calum en ik weet dat hij grijnst. Mokkend sla ik mijn armen over elkaar en kijk Maaike verontschuldigend aan die bezig is Calum met haar ogen te vermoorden. 'Waarom mocht ik Maaike nou niet helpen?' Zeg ik als we weer in de kamer zijn. Calums ogen verdonkeren en ik weet 100% zeker dat het lust is, fijn... 'Omdat jij bijna in je heat zit en ik wil niet dat je dan blootgesteld bent aan andere mannelijke wolven.' 'Er zijn hier helemaal geen andere mannelijke wolven Calum. Alleen maar mannelijke vampiers waarvan eentje al een mate heeft.' 'En toch voel ik de aanwezigheid van andere mannelijke wolven.' Zegt Calum koppig. 'Calum, je bent de enige voor me okay? Ik zou met niemand anders het bed willen delen.' 'Ik spreek je nog wel als je in je heat zit.' Zegt Calum terwijl hij me tegen zich aantrekt, het bed weer in. Ik probeer me los te maken uit Calums armen maar dat gaat heel lastig en niet alleen omdat Calum me bijna plat tegen zijn borstkas drukt. Waarom heeft hij ookal weer geen shirt aan?! Het is heel afleidend!!! 'Je weet dat het echt geen nut heeft hè?' Zegt Calum pestend. Oh? Gaan we elkaar pesten? Dat kan ik ook hoor! En veeeeeeel beter dan jij dat kan. 'Dat klopt.' Zeg ik terwijl ik met mijn vingers over zijn borstkas glij. Calum rilt eventjes en sluit zijn ogen. Ik druk een kusje op zijn borstkas en direct vliegen Calums ogen open, ze zijn nu bijna zwart van de lust. Misschien was dit toch niet zo'n goed idee... Nee! Gewoon doorzetten! Ik druk nu een kus op zijn kin en als ik mijn lippen van zijn kin afhaal trekt Calum me een stukje omhoog en duwt zijn lippen hongerig op de mijne. De kus is alleen maar gevuld met lust, onvervalste, pure lust. Calums greep verslapt en direct schiet ik weg, de gang op en spring naar beneden waarna ik de woonkamer binnen storm. Ik hoor een hele chagrijnige Calum me al snel achtervolgen dus zodra ik Ashton en Max zie schiet ik achter ze terwijl ik ze voor mij hou als mijn schild. Verbaasd kijken de jongens me over hun schouder aan. 'Sophie? Wat ben je aan het doen? En je weet dat je haar nogal euh... verwilderd is?' Zegt Max verbaasd en plagend. Ik voel mezelf rood worden maar ik wijs naar Calum die nu vlak voor ons staat en me met donkere ogen aankijkt. 'Sophie. Hier. Nu.' 'Je kan me niet commanderen!' Roep ik terwijl ik Ashton en Max toch wat steviger vasthoud. 'Oh nee?' Zegt Calum uitdagend terwijl hij een paar passen naar voren zet zodat alleen nog Ashton en Max tussen ons in staan. 'KOM NU ACHTER HUN VANDAAN EN VOLG ME.' Brult Calum met zijn alpha-stem maar gek genoeg doet het me niks terwijl Ashton en Max lichtjes in elkaar krimpen. Ik blijf gewoon staan en kijk hem met grote ogen aan. Had hij nou serieus zijn alpha-stem tegen me gebruikt? Had hij me nu serieus willen commanderen?! Daar kunnen Ellen en ik zo slecht tegen! 'EN NU GA JIJ EENS GOED LUISTEREN!' Roep ik terwijl ik Ashton en Max aan de kant duw. 'IK DOE WAT IK WIL EN JIJ GAAT NIET BEPALEN WAT IK WEL EN NIET MOET DOEN BEGREPEN?!' Roep ik terwijl ik met mijn vinger in Calums (nog steeds) ontblote borstkas. Bij elke prik krimpt Calum wat in elkaar. 'HEB JE DAT BEGREPEN?!' Roep ik nog eens. Calum knikt kleintjes en laat een piepend geluidje horen. Tevreden stop ik met prikken en realiseer me dan dat dat niet echt mijn stem was, meer die van Ellen. Zou zoiets ook bestaan? Een luna-stem? Dat zou wel een passende 'titel' zijn voor die stem aangezien ik er Calum de stuipen op het lijf heb gejaagd. 'Mooi, dan ga ik nu maar eens Maaike helpen met Michael.' zeg ik. 'DAT ZOU TIJD WORDEN!' Roept Maaike van buiten. Grinnikend loop ik naar buiten om ondergelopen te worden door een persoon met felrood haar; Michael.
Hey hey! Hier weer een nieuw hoofdstukje! Hebben jullie allemaal een leuke vakantie? Ik wel, afgezien het feit dat ik veel huiswerk moet doen :/ en HEEL ERG BEDANKT VOOR ALLE VOTES EN FANTASTISCHE COMMENTS! (ik ben echt verslaafd aan jullie comments, ik vind het echt te geweldig voor woorden om ze te lezen :) ) LOVE YOU ALL!
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro