H.37
Calum pov.
Puffend ren ik met Michael op m'n rug verder. Ik ben nu echt blij dat ik een weerwolf ben want anders had ik hem geen halfuur lang op mijn rug kunnen dragen. Het liefst zou ik hem nu op de grond willen zetten maar dan rent hij direct weer naar de fruitschaal. Fruit is voor Michael het heilige speelgoed waar niemand aan mag komen. Toen Max een appel pakte en er een hap uit nam begon Michael helemaal hysterisch te doen en te huilen. Echt, ik snap niet hoe vrouwen dit dagen, maanden, járen vol kunnen houden! Plots laat Michael me los waardoor hij met z'n hoofd achterover valt en tegen mijn benen aankomt waardoor ik val. Met een schreeuw val ik op de grond terwijl Michael alleen maar keihard aan het lachen is. 'Nog een keer! Nog een keer!' 'Michael, je bent geen teletubbie.' Zeg ik chagrijnig terwijl ik onder Michael vandaan probeer te komen. Plots springt Michael op, waarbij hij met z'n voeten in m'n gezicht komen. 'Ugh! Michael! Kijk uit! Ik hoef je voeten niet op te eten!' 'Voeten? Wat zijn voeten? En waarom noem je mij Michael? IK BEN BANANENMAN!' 'Nee, je naam is Michael.' 'NEE! NIET WAAR! STOP MET PRATEN! IK BEN BANANENMAN!' Roept Michael boos terwijl hij wegstormt en doet alsof hij een vliegtuig is. 'MAX! HIJ KOMT JOUW'N KANT OP!' Roep ik voor ik mijn gezicht in het tapijt laat vallen. 'NEE! HOU HEM BEZIG! ASHTON HEEFT NOG NIET AL HET FRUIT VERSTOPT!' schreeuwt Max vanaf beneden. 'HIJ IS AL TE VER WEG!' 'AH SHIT! MIKEYY!' 'IK HEET GEEN MIKEY! MIJN NAAM IS BANANENMAN!' 'CALUUUUUUUUUUM!' Roept Max vermoeid waardoor ik gedwongen word om naar beneden te komen. Kreunend sta ik op en sjok naar de trap om vervolgens van de trap af te vallen. 'Ben je een beetje moe Calum?' Zegt Max pestend terwijl hij Michael probeert op te tillen. Niet dat dat echt goed gaat ofzo... 'IKKE HONGER HEBBEN!' Brult Michael in Max's oor. Met een verbeten gezicht kijkt hij me aan en zegt dan: 'Goed... dan gaan we eten halen...' Net als Max zich omdraait begint Michael (alweer) te protesteren. 'NEE! BANANENMAN WIL NIET DOOR JOU GEDRAGEN WORDEN!' 'En door wie wil je dan wel gedragen worden?' Zegt Max geërgerd. 'HIJ!' Zegt Michael terwijl hij me met een priemende vinger aanwijst. Er verschijnt een grijns op Max's gezicht als hij izet hoe wanhopig ik kijk. 'Nou, dat kan geregeld worden hoor. Even opstaan Calum, dan mag jij Bananenman naar de keuken dragen.' 'Bananenman? Wie is Bananenman?' Zegt Michael verbaast. 'Dat ben jij?' 'Ik?' Even groeit er hoop in me op, heeft hij z'n geheugen weer terug en is hij geen onhandelbare kleuter meer? 'O JA! IK! IK BEN BANANENMAN! DE MACHTIGSTE MAN VAN HET UNIVERSUM!' Kreunend laat ik mijn hoofd weer vallen die met een pijnlijk geluid weer op de trap land. 'Weet je eigenlijk wel wat het universum is?' Hoor ik Max vragen. 'Nee, MAAR HET KLINKT SUPERCOOOOOOOL!' Waarom zijn kleine kinderen ook altijd zo hyperactief? En waarom zijn Sophie en Maaike er niet? Die zouden vast weten hoe ze dit moesten afhandelen. Plots springt er iemand op mijn buik. Ik klap naar voren, recht tegen iemand aan waardoor ik weer naar achteren val. 'Jij moet mij dragen!' Zegt Michael terwijl hij in mijn wang prikt. 'Ja, ja, maar dan moet je wel even gaan staan.' 'NEE!' 'Maar anders kan ik niet opstaan en dan kan ik je ook niet dragen.' 'Ohw...' duidelijk met tegenzin staat Michael op. Max bekijtk dit alles met grote ogen. Misschien word ik hier toch nog goed in. Ik krabbel overeind en direct bespringt Michael me waardoor ik hem moet opvangen. Zoals ik al zei, misschien word ik hier wel goed in. 'Okay, let's go.' Zeg ik terwijl ik mijn best doe om te blijven staan. 'Ashton! Heb jij Michaels voedsel al klaar staan?' Roept Max naar de keuken. 'Jup, het bloed is klaar.' 'Mooi...' mompel ik zacht terwijl ik langzaam naar de keuken schuifel. Als we in de keuken zijn zet ik Michael neer op een stoel en zak direct in elkaar op de grond. 'VERF!' roept Michael plotseling waardoor ik verschrikt overeind schiet. 'Nee, dit is geen verf. Dit moet je opdrinken.' Hoor ik Ashton ergens in de verte zeggen voor ik in slaap val.
Lachend ren ik Sophie achterna. 'Pak me dan als je kan!' Roept ze vrolijk terwijl ze achterom kijkt. Mijn lach word breder en ik versnel mijn tempo een stukje. En dan heb ik haar. 'Hebbes!' Grom ik in haar oor. Gierend van het lachen probeerd ze zich uit mijn greep te verlossen. 'Diamantje, je kan toch niet ontsnappen.' Zeg ik plagend terwijl ik haar tegen me aandruk. 'Echt wel!' Zegt ze terwijl ze me probeert weg te drukken. 'Nee, echt niet diamantje.' 'Wel waar!' Zegt ze nog steeds lachend. 'Nee diamantje. Het zal je nooit lukken. Nooit zal ik je meer laten gaan.' Ze stopt met tegenstribbelen en kijkt me aan met een pruillipje. 'Dan kan ik dus ook nooit meer een meidenmiddag houden.' Ik rol met mijn ogen en grijns. 'Begin je weer?' 'Echt wel!' En met die woorden breekt ze los uit mijn armen en rent ze weg. 'Hé!' Roep ik voor ik achter haar aan ren. Sophie slaat plotseling links af en ik kan niet op tijd de bocht maken waardoor ik nog een klein stukje doorren. Snel draai ik me om naar links en sjees weer achter Sophie aan, die nu een grote voorsprong heeft. Lachend rent ze verder en ik kan al een lichte opbolling zien bij haar buik. Ik word gevuld met liefde als ik aan het babytje denk dat in Sophie's buik groeit. Het word een meisje, zeker weten. Sophie denkt een jongen maar na mijn ervaringen met kleine Michael heb ik denk ik liever een meisje. 'Zeg, toekomstige papa! Moet jij niet eens verder rennen voor ik ben ontsnapt?' Zegt Sophie plagend als ze merkt dat ik ben gestopt met rennen en naar haar buik staar. Ik lach en zeg: 'Ik kom eraan diamantje!' Direct begin ik weer te rennen. Glimlachend kijkt Sophie me aan en als ik op tien meter afstand van haar ben draait ze zich om en rent het bos in. Ik ren acher haar aan maar ze is al best ver weg. In het bos is Sophie altijd sneller, behalve als ze weer 's niet oplet. Dan knalt ze altijd tegen een boom op. Ik zie haar jurk nog af en toe ergens wapperen maar voor de rest zie ik haar niet meer. Ik merk wel dat het bos steeds donkerder en dichtbegroeider wordt. Zo dichtbegroeit dat ik de takken weg moet slaan om erdoor te kunnen. Het word ook steeds stiller en een onbehagelijk gevoel bekruipt me als het helemaal stil is en zo donker dat ik bijna niks kan zien. 'Caaaaaaaaaluuuuuuuuum...' klinkt plots Sophie's stem door het bos. Haar stem klinkt zeer verleidelijk en lokt me dieper het bos in. Met moeite hou ik de takken uit mijn gezicht en het lijkt net alsof de doornstruikel zich expres om mijn enkels wikkelen. 'Caaaaaaaaaaluuuuuuuuum...' klinkt Sophie's verleidelijke stem weer. 'Ik... kom.... eraan... diamantje...' zeg ik tussen mijn tanden door. En dan sta ik op een open veld. In het midden van het veld staat Sophie. Ze draagt een zwarte jurk die aan de onderkant gescheurd is, haar benen en armen zijn bloederig en zitten onder de blauwe plekken, haar haar is vettig, zit vol met klitten en er druipt bloed vanaf, op haar gezicht zit opgedroogd bloed en ze mist 1 oog, om haar lippen speelt een duivelse glimlach. Ik kijk naar haar handen, ze zitten onder het bloed dat er langzaam vanaf druipt. 'Waarom heb je me niet gered Calum?' Zegt ze terwijl ze een stap naar voren zet. Haar stem klinkt mierzoet en het bezorgd me de rillingen. Sophie praat nooit zo, NOOIT! Dan verschijnt er iemand naast Sophie; Maaike. Zij draagt een witte jurk die onder het bloed zit. Langs haar benen stromen straaltjes bloed. Haar arm staat in een onmogelijke positie en van haar andere arm is niks over. Aan de onderkant van haar mond zit een grote rode veeg alsof ze bloed moest braken. Haar haar is ook vettig maar er zijn plukken verdwenen, in haar handen houdt ze een bos verdorven rozen die met bloed geverfd zijn. Het bloed drupt er nog vanaf. 'Waarom heb je ons niet gered Calum?' Zegt Sophie, haar stem krijgt iets weg van een gestoorde gek en in haar ogen verschijnt een doorgedraaide blik. 'Waarom heb je ons niet gered Calum?' Zegt ze terwijl ze samen met Maaike nog een stap naar me toe doet. 'Waarom heb je ons niet gered Calum?' Zeggen nu Sophie en Maaike met een hoge, schrille stem. 'WAAROM HEB JE ONS NIET GERED CALUM?!' Gillen ze nu terwijl ze plots voor me verschijnen. Bang val ik op de grond en krabbel naar achteren tot mijn rug tegen een boom aanknalt. 'WAAROM HEB JE ONS NIET GERED CALUM?!' Gillen ze nu keihard waardoor ik opzij val en mijn oren met mijn handen bedek. De tranen stromen over mijn wangen. 'WAAROM HEB JE ONS NIET GERED CALUM?!'
Schreeuwend schiet ik overeind. 'Wow, Cal! Rustig man, gaat het wel?' Vraagt Max bezorgd. Wat een stomme vraag, ik word schreeuwend wakker en dan gaat hij vragen of alles goed gaat?! 'Natuurlijk gaat het niet goed idioot!' Zeg ik terwijl ik woest om me heen kijk. 'Wow, je hoeft je niet direct aangevallen te voelen!' 'Sorry gast, ik had alleen een nachtmerrie.' 'Ohw... wil je erover praten?' Het beeld van de dode Sophie en Maaike verschijnt weer in mijn hoofd en ik begin direct te rillen. Ik heb het gevoel dat ik hun stem nog ergens in dit huis hoor. 'Cal?' 'N..nee, ik wil er niet over praten.' Max bekijkt me argwanend. 'Oké, als er iets is kom je naar me toe hè?' Ik mompel wat en kijk nu een keer langzaam om me heen. Ik lig nog steeds op de keukenvloer. 'Wauw, konden jullie me echt niet naar 'n slaapkamer dragen?' 'Nope, Michael was daar te druk voor.' Kreunt Max. 'Nog wat gebeurd in de tijd die ik weg was?' Max's blik word ongemakkelijk en hij krabt zich achter in zijn nek. 'Nou... euh... tja...' 'Ja of nee Max?' Zeg ik doordringend. Max zucht verslagen. 'Je kan beter zelf kijken...' dit beloofd weinig goeds... Zwijgend sta ik op en loop de keuken uit waar ik direct verstar. De hele woonkamer zit onder de rode vegen. Op alle muren zijn kinderlijke tekeningen gemaakt en je kan duidelijk zien wanneer Max en Ashton erachter kwamen wat Michael aan het doen was gezien de lange rode streep die naar de gang loopt. Ik voel de wanhoop en de woede in me opkomen en volg zwijgend de rode lijn. Max loopt ongemakkelijk achter me aan en in zijn ogen zie je de schaamte. De rode lijn stopt even maar gaat dan verder op de traptreden. Ik volg de lijn de trap treden op en als ik bovenaan de trap ben zie ik een hele, grote, rode bloedvlek en het gele bekertje waar Michaels bloed in had gezeten. 'Hoe kon dit gebeuren?' 'Nou... tja... eh... je weet wel... w...we probeerden jou n..naar ee..een slaapkamer t...te dr...dragen m..maar pl...plots kregen w...we i..in de gaten d..dat M...Michael n..niet m...meer zat waar w...we h..hem ha...hadden gelaten...' Ik kreun uit frustratie. 'Hebben jullie al geprobeerd de boel op te ruimen want ik weet wel wie hier straks een woedende Maaike op hun dak krijgen.' 'D...dat hebben we geprobeerd m...maar het ging er niet af...' 'STELLETJE SUKKELS! JULLIE WETEN HOE MICHAEL IS! EN DAN NOG LATEN JULLIE HEM IN DE STEEK?!' Barst ik woedend uit. 'S...sorry?' 'Ja, niks sorry! Waar is Ashton?' 'D..die probeerd Michael in b..bed te krijgen...' 'Dat heeft geen zin idioot. Hij slaapt niet! Hij is een frikking vampier! En in welke slaapkamer zijn ze?' 'D...de derde...' Met grote passen been ik naar de derde slaapkamer, waar heel veel lawaai uitkomt. Met een klap gooi ik de deur open en storm woedend naar binnen. 'Ashton. Meekomen. Michael. Hier blijven.' Sis ik kwaad. Michael knikt angstig en Ashton loopt zwijgend naar me toe. Ik trek hem aan z'n arm de deur uit en smijt die weer dicht. 'Hoe denk je dat Maaike zal reageren als ze haar huis ziet?' Vraag ik dominant. 'Z..ze zal woedend worden...' mompeld Ashton verslagen. 'Precies. En wie krijgt er hier de woedende Maaike op hun dak?' 'W...wij...' zegt Ashton zacht. 'Juist. En wie gaat de boel nu linea recta proberen schoon te maken zodat ze alsnog geen woedende Maaike op hun dak krijgen?' 'Wij...' zucht Ashton. 'Goed. En nu schoonmaken. Ik hou Michael wel bezig.' Ashton knikt en sloft naar beneden. Ik hoor hem nog vaag iets mompelen over: 'stomme alpha-toon...' maar ik let er niet op. Ik doe de deur open en loop de kamer weer binnen. Michael zit nog op precies dezelfde plek als Ashton hem had achtergelaten en tevreden glimlach ik. 'Nou Michael, wil je een spelletje doen?' Direct kijkt Michael me met grote ogen vrolijk aan. 'JAAAAAA!' roept hij blij terwijl hij op het bed begint te springen. En dan realiseer ik me wat ik me op m'n hals heb gehaald...
Sophie pov.
'Sophie! Jij nu onmiddelijk hier komen!' Bulderd Jord terwijl hij van de trap valt. Met een opgetrokken wenkbrauw kijk ik hem aan. 'Of anders?' 'Dan verbrand ik al je kleding en vervang ik het door roze.' Direct sta ik naast Jord, die nog steeds op de grond ligt. 'Ben er.' Jord grinnikt en zegt: 'Je haat roze echt hè?' 'Jup, het is zo... zo... zo zuurstokachtig.' (Niet beledigend bedoeld hoor!) Jord grinnikt en krabbelt overeind. 'Kom, we gaan SHOPPEEEEEEEEEEN!' 'NEEEEEEEEEEEEEEEE!' Roep ik dramatisch terwijl ik op mijn knieën zink en er een dramatisch gebeuren bij doe. 'Ah, kom op! Zo erg is het toch niet?' Zegt Jord "troostend". 'JAWEEEEEEEEEEEEL!' Zuchtend probeert Jord me overeind te trekken maar ik laat me slap aan zijn arm hangen. Jord maakt een geërgerd geluid en loopt weg. Even heb ik het gevoel dat ik misschien wel gewonnen heb maar daar komt Jord weer, met Joë.... Direct springt ik op en roep: 'Oh nee! Ik ga niét shoppen en Joë gaat me al helemaal niet naar het winkelcentrum dragen! Vergeet 't maar!' Met die woorden sprint ik de trap op. Ik hoor Jord vloeken en Joë's bulderende lach schalt door het huis. Ik storm een random kamer in en smijt hem met een klap dicht. Uitgeput ga ik er tegenaan zitten. 'Hey, wat ben jij aan het doen?' Klinkt Maaikes stem plots voor me. Verbaasd open ik mijn ogen en kijk recht in Maaikes gezicht. 'Hey Maiks, ik ben aan het schuilen voor Jord. Hij is in een shopbui en wil nieuwe kleren met me kopen.' Direct begint Maaike te lachen. 'Aha, en jij bent nu dus gevlucht?' Zegt ze hikkend van het lachen. 'In 1 keer goed.' Zeg ik chagrijnig. 'Je veranderd ook nooit hè?' 'Nope.' Grinnikend schud Maaike haar hoofd en ploft naast me neer. 'En bevalt het tot nu toe?' 'Van de alpha mag ik deze kamer niet verlaten maar je had wel gelijk, de jongens zijn best aardig.' 'Ik zei het toch.' Zeg ik triomfantelijk. 'Dat klopt, maar het zou niet de eerste keer zijn dat je niet gelijk zou hebben.' 'Nouuuu.' Zeg ik plagerig. 'Hey, je kan er niet tegenin gaan aangezien jij je niks herinnerd.' 'Wat?' 'Aha, je bent weer alle gebeurtenissen vergeten.' 'Euh... ja?' Maaike grinnikend kort. 'Kom, dan gaan we Teen Wolf kijken en ja, alweer.' 'Alweer? Hoezo alweer?' 'Laat maar. Je bent de serie alweer vergeten.' 'Blijkbaar want ik heb echt geen idee waarover je het hebt.' 'Misschien is het in jouw'n toestand ook niet handig om Teen Wolf te gaan kijken aangezien je het na een paar seconden toch weer vergeet.' 'Wat vergeet?' 'Oh my god, hier ga ik echt gek van worden.' 'Weet ik, ik ben er zelf ook al gek van geworden.' 'Laten we dan maar gewoon gaan praten.' 'Is goed.' Zeg ik terwijl ik opsta en op het bed plof. 'Gut, wat heb jij een lekker zacht bed.' Zeg ik terwijl ik genietend mijn ogen sluit. 'Luiwammes.' 'Wat luiwammes?' 'Niks hoor.' 'Oké.'
Hello people on the internet! Wat vinden jullie van little kid Michael? Hij is toch geniaal? Met z'n 'Mijn naam is Bananenman!'? En OMG! DIT VERHAAL HEEFT 27,4K AAN LEZERS! 1,84K AAN STEMMEN EN 158 REACTIES! OMGOMGOMGOMG! BEN ER ZOOOOOOOOO BLIJ MEE! HEEL ERG BEDANKT! IK VIND HET ECHT LEUK! JULLIE MAKEN MIJN DAG GOED! LOVE YOU!
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro