H.21
Sophie pov.
'CALUM! CALUM!' schreeuw ik wanhopig terwijl ik aan de touwen trek waarmee ik word meegetrokken. Emotieloos kijkt hij me aan maar in zijn ogen woedt een strijd van gevoelens. Verwoed trek ik weer aan de touwen. Met een ruk word ik achteruit getrokken en val ik op de grond. 'Opstaan!' Brult een stem terwijl er hard aan de touwen word getrokken. Snel krabbel ik overeind en kijk weer naar Calum. Hij kijkt me aan en steekt aarzelend zijn hand uit. Ik trek aan de touwen maar kom niet los. 'Calum!' Roep ik, ik voel de tranen in mijn ooghoeken branden en knipper ze verwoed weg. Als Calums hand bijna bij me is schelt er een hoge stem over het terrein: 'CALLIE!' Ik krimp ineen en kijk zoekend rond naar degene die dat zei. Al snel vind ik diegene; Tanisha... met kleine stapjes op torenhoge hakken loopt ze naar hem toe. 'Hey Callie! Heb je me gemist? Wat doe je bij deze loser?' Waarom noemt ze hem Callie? Wat is dat nou weer voor een bijnaam? En hoezo zou Calum haar gemist hebben? Tanisha bekijkt me walgend, het lijkt net alsof ze haar best moet doen om niet in mijn gezicht te spugen. 'Hey Nissi, ja, ik heb je gemist. En dit is geen loser maar mijn mate weet je nog?' Wat?! Waarom noemt Calum haar Nissi? Waarom heeft hij Tanisha gemist? En waarom zei hij mate op zo'n walgende toon? 'Ik heb jou ook gemist hoor! Waarom gaan wij twee niet wat plezier maken terwijl we haar naar de mijnen sturen? Ze is je mate maar je kan ook zeggen dat ik je mate ben. Als we gewoon verliefd doen zal niemand het opvallen en bovendien, ik ben veel knapper dan dát.' Ze kijkt me bitchy aan. Uitdagend kijk ik terug terwijl ik nog een keer aan de touwen trek die me steeds verder van hun weg proberen te trekken. 'Ik ben geen dát Tanisha! En kijk naar jezelf! Ik zou jou weleens willen zien zonder make-up, te laag uitgesneden shirtjes en te korte broekjes!' Haar blik verduisterd en langzaam loopt ze op me af. 'Dat neem je terug bitch!' 'Jerk! En nee, dat neem ik nooit terug! Het is gewoon de waarheid!' Niet veel later brand er een scherpe pijn op mijn wang. 'Ik ben een zij voor als je dat nog niet doorhad.' Sist ze kwaad. Ik grijns zwak en zeg: 'Ken je die regel niet? Als iemand bitch tegen je zegt moet je altijd jerk terugzeggen en als iemand jerk tegen je zegt moet je bitch terugzeggen! En ik hield me gewoon aan die regel so shut up!' Ik zie dat Tanisha begint te trillen en mijn grijns word nog breder. 'Nissi, ze is gewoon jaloers. Laat haar lekker, je hoort bij mij. Voor mij ben jij de mooiste.' Tanisha stopt met trillen en kijkt Calum mierzoet aan. Ik maak kotsgeluiden wat me geirriteerde blikken van Calum en Tanisha oplevert. Tanisha legt haar hand op Calums borst en legt haar hoofd tegen zijn schouder. Woest begin ik aan de touwen te rukken. Ik merk dat ik terrein win en ga door. Tanisha kijkt me duivels aan en kijkt dan naar Calum. Hij kijkt naar haar en glimlacht. Gelijk duwt Tanisha haar lippen op de zijne. Calum zoent terug en ik voel dat mijn hart uit mijn lichaam word getrokken. 'C...Calum...' fluister ik terwijl ik op de grond val. Tanisha kijkt me grijnzend aan. Ik zie iemand voor me knielen. Het is een jongen die ik goed ken maar ook weer niet. 'Diamantje...' fluistert hij zacht. Ik kijk hem alleen maar aan en zeg niks. Ik ken hem niet, niet meer. 'Diamantje... zeg iets!' Ik blijf hem alleen maar aankijken. Zijn ogen staan radeloos. Zijn hand brengt hij naar mijn wang. Er gaat een schok door heen. Ik trek mijn hoofd terug en geef me over aan degene die me meetrekt. 'SOPHIE!' schreeuwt hij wanhopig terwijl hij naar me toerent. Ik blijf hem alleen maar aankijken, emotieloos. 'Het spijt me! Alsjeblieft zeg iets!' 'Waarom zou ik iets zeggen? Ik ken je niet eens.' Zeg ik ijskoud. Hij blijft abrupt staan. 'Ik ben het Sophie! Calum! Je mate!' 'Mijn mate?' Ik lach humorloos en kijk hem aan. 'Ik heb geen mate, ik zit alleen opgescheept met een jongen die met elk meisje dat hij tegenkomt in bed duikt.' Met die woorden draai ik me om en loop weg, naar de man met het touw. Hij komt me bekend voor, ik weet alleen niet waarvan. De man veranderd naar een jongen van mijn leeftijd; Max. 'Kom maar mee, hij is je niet waard.' Zegt hij met een glimlach. Ik knik alleen maar en voel langzaam al mijn vrolijke en fijne emoties uit me glippen zodat er alleen nog maar plaats is voor verdriet, woede, wanhoop en angst. Max legt een hand op mijn rug en trekt me tegen zich aan. Ik laat het gewoon over me heenkomen. Mijn hart is weg, netals mijn geweten en mijn vrolijke eigenschappen. Ik ben geruïneerd, gesloopt, vernield, gebroken in zoveel stukjes dat ik niet meer te lijmen ben. Met een gebogen hoofd loop ik verder. Calum en Tanisha zoenend op mijn netvlies gebrand.
Schreeuwend word ik wakker. Ik merk dat ik niet rechtop kan zitten en kijk verdwaasd om me heen. Waar ben ik? Waarom zit ik vastgebonden? En waarom zit ik vastgemaakt aan het plafond? 'Ah, kijk eens wie er wakker is.' Sist een stem ergens onder me. 'Waar ben ik?' Sis ik kwaad. 'Ergens.' Wauw.... wat een antwoord... Er verschijnt een gezicht onder me. Ik herken het gelijk: Damian. 'Damian? Wat doe jij hier?' 'Ik hou je hier gevangen.' 'Maar jij was toch gestopt met op weerwolven jagen?' 'Ja maar niet op geestenwandelaars.' Ik grom kort. 'En waarom hang ik hier dan?' 'Doe nou niet alsof je dom bent. Je weet dondersgoed waarom je hier hangt.' Ik trek vragend een wenkbrauw op. 'Jij-bent-een-geesten-wandelaar.' 'Ooooh! Daaaarom!' Zeg ik zogenaamd verbaasd. Dan gaat de deur met een verdomd hoog piepend geluid open. Ik krimp ineen en wens dat ik mijn oren kon dichtstoppen. 'Kijk eens Benjamin wie er wakker is!' Zegt Damian vrolijk. Benjamin? Wie is Benjamin? 'Wie dan?' Zegt dus blijkbaar Benjamin. 'Onze eigen nichtje!' Zegt Damian op zo'n toon alsof hij over een baby praat. 'Ik ben je nichtje niet!' Sis ik giftig. Damian en Benjamin kijken me grijnzend aan. 'Oh echt wel! Ben je me soms vergeten?' Zegt Benjamin pestend. 'Ik heb je nooit gekend sukkel.' Grom ik terwijl ik los probeer te komen. 'Dat gaat je niet lukken nichtje.' Ik grom hard en blijf woest aan de touwen rukken. Benjamin grinnikt en raakt me aan. Gelijk maak ik een sissend geluidje en krimp ineen, zover dat gaat dan. 'Oké, genoeg gespeeld. We willen antwoorden.' 'Op welke vragen? Ik kan geen antwoord geven als ik de vragen niet gehoord heb.' Damian rolt met zijn ogen en slaat zijn armen over elkaar. 'Waarom ben je niet bij Calum?' 'Omdat ik nu hier ben hè.' 'Bijdehandje, dat gaat je punten kosten.' Ik trek een wenkbrauw op en grinnik kort. 'Krijg ik hier punten voor? Dan sta ik volgens mij aan het eind van deze ondervraging op -1000 punten.' 'Luister Sophie, of je doet gewoon mee of we gaan je pijn doen.' 'Je doet maar. Het maakt mij niks uit.' 'Wat jij wilt.' Gelijk duwt Benjamin een tracer tegen mijn buik. Ik schreeuw het uit. Als Benjamin hem weer weg stopt vraag ik hijgend: 'H...Hoeveel volt?' '300.000' Wow, wát? Heb ik dát overleefd?! 'Oké, waarom was Calum niet bij je toen we je kuch kuch vonden?' 'Hij is niet mijn lijfwacht of zoiets! Ik kan heus wel mijn eigen boontjes doppen.' 'Ja vast en daarom hang je nu hier.' Zegt Benjamin sarcastisch. 'Als wij los zijn, zijn jullie dood!' Sist Ellen kwaad in mijn hoofd. 'Helemaal mee eens Ellen!' Zeg ik terug terwijl ik Benjamin strak aankijk. 'Sophie, laten we het anders zeggen. Wij doen dit niet voor de lol okay? We moeten wel anders zijn we dood.' Benjamin haalt een vinger langs zijn keel. 'En daarom staan jullie als een stelletje idioten te grijnzen als ik die tracer in mijn buik geduwd krijg? Ja vast.' Zeg ik sarcastisch terwijl ik weer aan de touwen ruk. Ze krijgen een gekwelde uitdrukking op hun gezicht. 'Waarom zou ik jullie überhaupt geloven? Jullie jagen op mijn soort en roeien ze uit. Werken jullie niet volgens een code of zoiets?' Ze verbergen hun verbazing niet als ik over een code begin. 'Hoe weet jij daarvan?' Ik grijns en zwijg. 'Zeg het!' Sist een andere stem in de kamer. 'Waarom zou ik het jullie vertellen?' 'Omdat wij hier degenen zijn met macht en jij niet.' Ik barst in lachen uit. 'D-die is g-goed!' Breng ik lachend uit. 'Wat is hier zo grappig?' Zegt de andere stem. 'Ik heb meer macht dan jullie ooit zouden hebben.' 'En hoezo dat dan? Of ga je dat ons ook niet vertellen?' 'Jullie weten niet wat een geestenwandelaar allemaal kan hè?' 'Niet echt, we weten alleen dat jullie een enorme bloeddorst hebben, bijne uitgestorven zijn en de vrouwelijke versie is onsterfelijk.' Ik grijns. 'Zou je meer willen weten?' De jongens knikken gretig. 'Maak me eerst dan maar eens boos.' Zeg ik uitdagend. 'Dat zou ik wel willen doen.' Zegt de andere stem. Er stapt een jongen in mijn gezichtsveld. Hij is duidelijk ouder dan Damian en Benjamin. Hij lijkt wel een beetje op hun. 'En wie ben jij?' Vraag ik bot. 'Jeez... Hoeveel weet jij wel niet meer? Ik ben Luca, je neef.' 'Hoeveel neven heb ik wel niet?!' Zeg ik wanhopig. De jongens grinniken. 'Maar oké, tijd om je boos te maken.' Gelijk krijg ik een vuist in mijn buik. 'Dat gaat je niet helpen om me boos te krijgen vriend.' 'Oh? Dan maar zo. Jongens haal Maaike 's op.' Maaike?! Wat doet zij hier?! Damian en Benjamin gaan weg en komen later terug met een nogal tegenstribbelende Maaike. 'LAAT ME LOS!' Schreeuwt ze terwijl ze Damian probeert te trappen. 'MAAIKE!' Roep ik verbaasd en geschrokken. Ze ziet er gruwelijk uit; opgezwollen, paarse ogen, blauwe plekken overal, gescheurde kleren, op haar armen en kuiten blaren, een opgedroogde bloedneus en ze loopt mank. 'SOPHIE! GODZIJDANK JE LEEFT NOG!' 'Ja, alleen hang ik aan het plafond en dat is niet fijn wakker worden.' Maaike grinnikt en stopt even met tegenstribbelen. 'Wat willen jullie van me?' 'We gaan jou pijn doen om meer over geestenwandelaars te weten te komen.' Maaike kijkt geschrokken. 'Willen jullie dood ofzo?!' Roept ze uit. De jongens kijken haar vragend aan. 'Als de ziel van een geestenwandelaar zijn lichaam verlaat door jou ben je ten dode opgeschreven!' 'Hoezo dat dan?' 'Zucht dan gaan ze doden en herkennen ze niemand meer behalve andere geestenwandelaars!' 'En dan? Dan zorgen we er toch gewoon voor dat ze optijd weer in haar lichaam gaat?' 'Dat kan dus niet! Pas als de veroorzaker of in dit geval veroorzakers dood zijn gaat ze weer terug in haar lichaam! Je bent dus gewoon ten dode opgeschreven!' 'Is er geen enkele manier om haar ziel optijd terug in haar lichaam te krijgen?' 'Jawel, maar dat kan alleen Calum. Door anderen word ze alleen maar bozer en vermoord ze echt iedereen ook die niks gedaan hebben.' Ik grijns en zeg: 'Wie heeft hier nu ookal weer de meeste macht?' Maaike kijkt me vragend aan. Mijn lippen vormen de woorden: Leg ik straks wel uit. Ze knikt en begint weer tegen te stribbelen. Daar hadden Damian en Benjamin niet opgerekent dus Maaike ontsnapt. Ze schiet de kamer uit en schreeuwt nog: 'Ik kom je halen Sophie! Heb alleen even geduld!' 'Is goed! Ik vermaak me hier wel!' Schreeuw ik terug. 'Je bent gek...' Ik rol met mijn ogen en zeg: 'Dat wéét ik! En nu het duidelijk is dat ik meer macht heb dan jullie gaan jullie me precies vertellen wie jullie zijn, wat jullie doen, wie hier nog meer aan meedoet en wie er allemaal in de familie zit.' De jongens zuchten en ik grijns.
Hey, hey! Hier weer een nieuw hoofdstukje! Op de foto is Benjamin! En ik heb een vraagske: zouden jullie een Q&A leuk vinden? Love you all!
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro