Hoofdstuk 19
Zeb POV
"Wat..." begon Hera.
En toen kwam de laatste persoon binnen die ik had verwacht. Alle in hoeverre hij een persoon was te noemen.
"Chopper jij rollende vuilnisbak!" lachte ik vrolijk. "Ik heb nooit gedacht dat ik ooit blij zou zijn om jou te zien."
"Hoe in hemelsnaam heb jij dit geflikt?" vroeg Sabine.
Chopper gaf een paar biebs en probeerde het uitteleggen.
"Tja over het algemeen negeren ze droids toch." Lachte Sabine. Chopper wou haar schokken, maar sprong net op tijd weg. "Hey!"
"Chop, nu is niet het moment. We moeten Ezra nog vinden." Zei Hera.
"Biep biep."
"Wat?" schreeuwde Sabine, Hera en Kanan.
Ik die Chopper niet verstond gaf hen een vragende blik.
"Hij zag Ezra samen met Dai instappen in een schip. Ze zijn allang weg." Vertaalde Sabine.
"Weet je ook waar onze spullen liggen, Chop?" vroeg Kanan.
Chopper rolde de ruimte uit op weg naar onze spullen.
Maia POV
Ik werd wakker in een cel. Meteen voelde ik dat ik niet alleen was.
Ik draaide me om en zag een jongen me aanstaren met zijn grote groene ogen. "M...M...aia?"
Ik kon mijn tranen van vreugde niet onderdrukken. Ik omhelsde hem meteen en hij omhelsde me terug. "Jonathan." Fluisterde ik. Ik was nog nooit zo blij geweest om in een cel te zijn gegooid.
Hij staakte als eerste de omhelzing. "Waar is Dai?" vroeg hij hoopvol.
Ik keek somber en zijn gezicht versomberde ook. "Hij is overgegaan naar de duistere kant. Maar hij bevrijde me even en werd terug licht. Toen werden we beiden neergeslagen door..."
De deur opende. "...Ezra"
"Dus dit is Jonathan."
Ik keek hem verdrietig aan. "Ez. Doe dit nou niet."
"Wat?" lachte hij. "Jullie doden? Aan de duistere kant staan? Wat? Er zijn veel dingen die jij waarschijnlijk niet wilt dat ik doe."
"Waar is Dai?" schreeuwde Jonathan naast me.
Ezra keek naar hem. En strekte zijn hand. Jonathan greep naar zijn keel en werd tegen de muur gesmeten. Ik wou naar hem toe rennen, maar werd door Ezra naar de andere kant geduwd.
Hij liep zelf naar Jonathan en bukte zich over hem. "Ik zou dat toontje maar van je dimmen. Het is niet beleefd om een gesprek te onderbreken."
Hij richtte zich weer op. "Maar omdat je het zo beleed vroeg. Hij is hier ergens op de Stardestroyer. Voor onze meester aan het werken."
Hij maakte aanstalten om de cel te verlaten en ik kroop naar Jonathan, die Ezra aankeek met bange ogen. "Weet je Maia je kan nog altijd van gedachten veranderen. Nu nog..."
Hera POV
We hadden onze wapens en de Phantom teruggevonden. Die bleek weer hersteld te zijn. Waarom geen idee.
We checktten hem snel op een zender waarna ik plaats had genomen in de pilootstoel.
Nu waren we terug in de Ghost in de ruimte.
Fulcrum had ons laten weten dat ze in de Stardestroyer zaten die boven Lothal hing. Aangezien er maar eentje hing vonden we makkelijk het juiste schip.
Kanan kwam de cockpit binnen.
"Gaat het?" vroeg ik.
"Waarom zou ik niet oke zijn?"
"Schat!?"
"Ja oke." Hij nam plaats in de stoel naast me. "Het is alsof er een leegte in me zit. De band met Ezra is bijna hellemaal weg. Ik kan hem niet meer voelen." zuchtte hij.
"Ik weet het. Kom, doe iets nuttig en ga Zeb en Sabine halen. We zijn er.."
Hij knikte en verliet de cockpit.
Asjeblieft laat dit goed gaan...
Maia POV
Ik was in slaap gevallen in de cel. Ik bleek vermoeider te zijn dan ik had gedacht.
Ik droomde en spijtig genoeg was een geen gelukkige.
Ik liep in het lange droge gras van Lothal. Lachend. Gelukkig alsof ik geen enkele zorg had.
"Ik zou maar sneller lopen als ik jou was!" Riep iemand achter me naar me. Ik draaide me om en zag niemand. Verbaasd bleef ik staan.
Ik had toch iemand achter me gehoord.
"Hebbes!" riep iemand en ik werd naar beneden getrokken in het lange gras. We rolde de berg af die we net hadden opgelopen. We stopten en ik zag Ezra onder me liggen. Zijn prachtige ogen waar ik altijd maar al te graag in verdronk. Zijn haren waar ik mijn vingers wou doorhalen en zijn lippen die ik zo graag zou kussen....
Mijn gevoelens voor hem waren nooit verdwenen.
Opeens zakte de temperatuur tot het vriespunt. Ik kon mijn eigen adem voor me zien. Ik keek op naar de hemel toen er een grote wolk voor de zon scheen.
En daarnet was er nog geen wolkje te zien.
Ik keek terug naar beneden, naar Ezra.
Maar hij was weg...
Ik stond op en keek om me heen. "Ezra?!"
Een lightsaber werd geactiveerd. En nog een. Ik draaide me om naar het geluid.
Daar stond de Inquisiteur met naast hem Ezra. Zijn ogen bijna volledig zwart en duister. "Ez?"
"Doe geen moeite domme meid." Lachte de Inquisiteur. "Hij is van mij."
Toen verdween de grond onder mijn voeten en zag ik Ezra met een wrede glimlach naar me kijken.
Vlak voordat ik de grond raakte, stopte ik en bleef in de lucht hangen.
En toen na de korte hapering, viel ik met mijn gezicht op de vloer. Pijn schoot door mijn wang.
Ik ging met een kreun op mijn rug liggen en sloot mijn ogen om me dan tot een bal op te krullen. Mijn handen drukte ik op mijn oren toen Ezra's gelach weerklonk. Maar niet het vrolijke gelach van daarnet. Nee een wrede, gemene lach.
Waarom kan ik niet gewoon wakker worden uit deze nachtmerrie.
Aja want dan kom ik in nog een terecht en dat was de werkelijkheid.
Ezra...
Dai...
Jonathan...
Iets tikte tegen mijn wang.
Ik werd wakker doordat iemand zachtjes tegen mijn wang sloeg. Ik knipperde met mijn ogen tegen het licht. Jonathans gezicht verscheen voor mijn ogen.
"Wat?" begon ik. Hij legde een vinger op mijn lippen waarna zijn blik zich verplaatste naar iets anders in de ruimte.
Dai.
Mijn eigen blik bleef niet bij mijn broer hangen. Nee hij verplaatste zich naar iemand anders in de ruimte.
Ezra.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hey mijn sterretjes (ja ik hou van sterren en van mijn lezers dus ja ge snapt het wel)
laat alsjeblieft jullie commentaar beneden achter. ik zou dat zoooooo appreciëren.
~Star
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro