Opgesloten
'Mama, mag ik een lolly? Ik mocht ook al geen zwaard.' Ik draai met mijn ogen en zucht diep. Waarom bestaan kleine, verwende broertjes? Alsof deze dag nog niet erg genoeg is. Mijn shirt plakt aan mijn rug, mijn voeten doen pijn, ik verveel me dood, kortom, ik ben het helemaal zat. Mijn ouders doen extreem vrolijk en zelfs Dex is nog niet in huilen uitgebarsten. Hoe kan dit? We lopen in een klein rotstadje, terwijl we ook heerlijk bij het zwembad hadden kunnen liggen. Ik besluit om even snel een winkeltje in te gaan, zodat ik kan bijkomen van het gezeur van mijn broertje.
Het winkeltje is nog niet eens zo heel afschuwelijk, dus ik besluit om even rond te kijken. Ik zie een armbandje hangen met leuke steentjes, onbewust denk ik dat dit precies iets is voor Rose, als ze er nog zou zijn. Mijn humeur daalt zo mogelijk nog meer. Langzaam dwalen mijn gedachten af naar een jaar geleden.
'Faye, Faye, dit moet je zien! Ik zie hier echt het mooiste armbandje dat je ooit hebt gezien!' Ik lach en loop naar Rose toe. Meteen moet ik haar gelijk geven, het armbandje is echt heel mooi. Ik zie Rose op het prijskaartje kijken, en haar gezicht betrekt. Rose is chronisch blut, dus waarschijnlijk kan ze dit ook niet betalen. Dan hoor ik onze ouders buiten roepen en Rose loopt naar buiten. Snel pak ik het armbandje en betaal ik. Ik moest toch nog een cadeautje voor haar verjaardag kopen.
Ik heb het armbandje inderdaad aan Rose gegeven, ze had hem altijd om. Ook op de dag van het ongeluk, we vonden het aan de oever van de rivier. Ik knipper mijn tranen weg waardoor ik niet zie waar ik loop. 'Au, kijk uit je doppen!' Boos kijk ik omhoog en kijk recht in twee felblauwe ogen. Ik zie dat hij een grijns op zijn gezicht heeft, waardoor ik alleen maar chagrijniger wordt. 'Kijk lekker zelf uit.' Tot mijn grote irritatie wordt zijn grijns alleen maar breder. 'Ook Nederlands?' Ik draai overdreven met mijn ogen: 'Nee, ik ben Chinees.' Zijn grijns wordt al iets minder breed. 'Jackson.' 'Faye.' Puur uit gewoonte steek ik mijn hand uit. Pas dan besef ik wat ik doe en doe mijn haar achter mijn oor. Helaas heeft Jackson toch door wat ik van plan was en hij barst in lachen uit. Goed gedaan, Faye. Ik voel dat ik rood word en begin snel over een ander onderwerp: 'Op welke camping zit jij?' Jackson gaat alleen maar harder lachen en zegt: 'Dat kleurtje staat je goed!' Ik heb het gevoel dat ik nog roder wordt. Gelukkig heeft hij door dat ik me heel ongemakkelijk voel en geeft hij antwoord op mijn vraag. 'Ik zit in een huisje een paar kilometer hiervandaan.' We praten nog heel even en dan besluiten we om naar buiten te gaan.
Als we buiten zijn is het al aan het schemeren. Ik kijk om me heen maar ik zie niemand meer. Vragend kijk ik Jackson aan. Ook hij is verbaasd, tegelijkertijd gaan we rennen. We rennen de ene straat in en de andere straat uit, eindelijk komen we bij de stadspoort aan. De enorme deuren van de poort zitten dicht.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro