Het is stil hier aan de overkant
Olympus 5 DaveDutch
A/n
Ik schrijf normaal in verleden tijd, maar besloot een keertje in tegenwoordige tijd te schrijven. Alleen er is een probleem als ik dat ga doen. Ik ben een regelrechte ramp, wat werkwoordspelling betreft. Ik weet nog steeds niet waar nou een -d of waar een -t moet. Dus als je fouten ziet, zeg het me.
Ook kan dit verhaal best zwaar vallen. Dus kijk even voor jezelf of je het wilt lezen of niet. Het kan soms binnendringen en zelf had ik daar ook af en toe last van.
~:☆●◇●☆:~
Een leven zonder liefde is geen leven. Het zo simpel als wat en als je er al aan twijfelt kom je alsnog tot de conclusie dat het onmogelijk is. Echter heeft het woord liefde vele begrippen. Men zal bij liefde gauw denken aan seks. Een manier van liefde delen die bij jongeren en volwassenen vrijwel altijd in de smaak zal vallen.
Zij zien het als plezier beleven met een ander en helemaal op kunnen gaan met elkaar; een wilde nacht of een fijn onderonsje. De woorden; "Ik hou van jou!" uitschreeuwen. Liefde is veel breder dan dat hele woordje en het is slechts een manier om liefde over te brengen. Dat ene woordje; liefde, is zo'n groot begrip dat het onmogelijk is voor mens om het in zijn volledigheid te kunnen begrijpen. Er zijn zoveel vormen van liefde die men niet ziet of niet wil zien.
Voor Daniël Verzage, een man die meer eenzaamheid ervaart dan wie dan ook, is liefde onbegrijpbaar en hij is ervan overtuigd dat hij de enige is met dit probleem. Al is hij een volwassen, volgroeide man, telkens als hij zijn spiegelbeeld ziet, ziet hij een man die hij hartstochtelijk haat. Hij weet niet anders dat hij een hekel heeft aan die man.
Zijn manier van doen, zijn manier van praten, bewegen; niets gaat aan hem voorbij. De man die hij zo goed denkt te kennen, kent hij eigenlijk niet. Daniël Verzage zit in een vicieuze cirkel van zelfhaat, die het laatste restjes waardigheid en zelfvertrouwen dat hem nog rest, tenietdoet. Hij is niet goed genoeg; een realisatie waar hij kostte wat het kost mee probeerde te leven.
Daniël woont niet groot. Zijn kleine flatje is de grootste investering geweest die hij ooit had gedaan. Het meubilair heeft hij van zijn overleden moeder overgenomen en de keuken; die zo oud was dat de schimmelplekken duidelijk zichtbaar waren, heeft hij op de kop getikt via marktplaats.
De flat is nauwelijks groter dan een studentenflat en heeft alleen een kleine badkamer, die de nodige mankementen heeft.
De douchekop is kapot, waardoor er slechts een klein miezerig straaltje uitkomt en de thermostaat werkt zo slecht dat Daniël van geluk mocht spreken als hij fatsoenlijk warm water heeft. Zijn bank is gelijk ook zijn bed, met daarop een stel dekens die een uur in de wind stinken en minstens drie jaar niet in de was waren geweest.
Daniël komt alleen buiten als het strikt noodzakelijk is en leeft zo minimaal als mogelijk is. Eén keer in de week gaat hij naar de supermarkt en telkens als hij gaat, wordt zijn eenzaamheid weer weerspiegelt. Moeder met kraaiende jonge kinderen in buggy's. Groepjes tieners die lachend over straat zwalken en fluiten naar een voorbijfietsende meisjes. Mensen die onbeleefde, egoïstische klanten blikken geven die de woorden; "Man denk eens een keer niet aan jezelf! Er zijn nog anderen." lijken uit te stralen.
Het zijn vooral de vaders die hem die hem bijbleven. Lachende mannen die hun kinderen in de gaten houden, discussiëren met hun vrouw over het avondeten en het hele pad versperren met hun overvolle winkelwagentjes.
Hij weet dat nooit in die positie zou kunnen verkeren. Er is niemand die hem ziet staan of aandacht aan hem zal besteden. Daniël zou zijn hele leven alleen blijven tot de dood hem van de wereld scheidt. Er zal niemand naar hem omkijken, geen zal hem laten inzien dat hij het waard is om te leven, want hij weet dat hij dat niet is. Hij is onwaardig; de mislukkeling, het ongewenste kind dat nooit geboren had mogen worden.
Daniël is geen aanpakker. Op zowel fysiek en sociaal gebied niet. Hij laat zich overrompelen door wat het leven hem brengt en keert elke mogelijkheid om iets te veranderen de rug toe. Waarom zou hij er moeite voor doen als er toch niemand voor hem zal zijn? Daniël denkt er niet aan om te veranderen. Het zal toch niet veranderen. Hij zal altijd het mislukte kind blijven, de man die zonder doel wat de wereld is gezet. Hij is ervan overtuigt dat dit zijn lot is, de reden waarom hij leeft. Een gegeven dat zijn hele leven hem blijft achtervolgen. Wie zou er naar hem omkijken als hij niet eens naar zichzelf kan omkijken?
Zijn moeder is een jaar geleden overleden aan Alzheimer. Ze had haar hele leven nauwelijks met hem gesproken en dit was haar uitgelegen kans om hem voor eeuwig uit haar leven te wissen. Haar mislukte kind die nooit geboren had mogen worden.
Toen ze overleed had er een glimlach op haar gezicht gelegen die het woord "eindelijk" leek uit te stralen. Hij weet dat het voor hem bedoeld is. Zijn moeder zou hem nooit meer zien en dat is wat haar het gelukkigst maakt.
Daniël heeft een slechte band met zijn moeder. Ze was een luidruchtige vrouw, die over alles wel iets te klagen had. Haar luide, vaak schelle stem schalde door het huis als ze weer over iets begon wat haar niet zinde. Alles wat er in haar leven gebeurde draaide om haar. Hij wist dat ze hem als uitschot zag, de zoon die nooit geboren had mogen worden.
Zijn moeder was dol geweest op zijn jongere zusje Jackie, een meisje die alles leek te hebben wat hij niet had. Ze was vrolijk, kan goed opschieten met zijn moeder en was ook nog eens knap. Zijn moeder beschouwde haar als een engel, een geschenk dat uit de hemel was komen vallen. Ze had alles voor haar over. Daniël werd op de achtergrond gezet. Hij was de mislukking, de jongen die nooit had mogen bestaan.
Jackie leek niet op te merken dat hij wist dat hij niet gewenst was. Ze ging haar eigen weg en sprak zelden met hem. De eerste keer dat ze wat tegen hem zei was op de begrafenis van zijn moeder. Het waren slechts enkele woorden, die Daniël zelfrespect verpulverde.
'Ik denk dat mama blij is dat ze je niet meer in ogen hoeft te kijken,' had ze gezegd. In haar stem had geen spoortje venijn geklonken. Het was de waarheid en dat wist hij.
'Ze was geen goede moeder, maar ze was wel onze moeder,' voegde ze eraan toe. Toen liep ze van hem weg. Zie je wel, dacht hij, ze wil niet bij mij in de buurt zijn.
Zijn deurbel gaat. Daniël schrikt van het geluid. In de negen jaar dat hij in zijn kleine flatje woont is de deurbel nog nooit gegaan. Er is niemand die hem zou willen bezoeken. Als er een postbode langskomt om zijn bestelde waar af te leveren, stopt hij altijd een briefje door de brievenbus en zet het pakket voor de deur. Daniël loopt met kleine passen naar de deur en opent hem op een kier.
'Hallo ik ben Rosa Schneider je nieuwe buurvrouw van nummer zes,' zegt een vrouwenstem. Daniël doet de voordeur iets verder open, maar niet zo ver dat de vrouw naar binnen zou kunnen lopen. Ze draagt een nauwsluitend zwart broekpak, die haar vrouwelijke vormen aan weinig verbeelding overlaat met daarover een grijze trenchcoat. Haar blonde haren zijn netjes opgestoken en haar jeugdige gezicht straalt.
'Het lijkt me leuk om eens een keer een kopje koffie te drinken zodat we elkaar ondertussen iets beter kunnen leren kennen,' zegt ze. Ze glimlacht vriendelijk. Daniël verkeert in een tweestrijd. De vrouw die zichzelf Rosa had genoemd wil met hem koffiedrinken. Waarom zou ze dat doen? Hij is het niet waard om mee te praten. Ze ziet de twijfel in zijn ogen.
'Denk er maar even over na. Je kunt altijd bij me aanbellen,' zegt ze dan. Daniël weet even niet wat hij moet doen als ze wegloopt. Gaat hij een vreemde binnenlaten in zijn huis? Een vrouw nog wel. Hij is nooit aangesproken door een vrouw en dan telt hij zijn moeder en zusje niet mee. Hij is eenzaam, dat is zijn lot. Het zou verkeerd zijn om daar verandering in te brengen.
Hij kan er niet omheen. Rosa is anders dan alle andere mensen. Ze is vriendelijk en leek het beste met het voor te hebben. Ze kijkt hem aan alsof ze hem als gelijke beschouwt, wat hij niet is. Hij hoort hier niet te zijn, niet op deze wereld. Zijn leven is het leven niet waard. De man die hij altijd gehaat had, haat hij nog erger. Hij verandert en dat stemt hem ongelukkig.
Ze staan voor de spiegel in de gang. Rosa trekt haar jas aan.
'Wat zie je?' vraagt ze zacht. Hij wil niet kijken naar de man die hij zou erg haat, maar kan er niet omheen.
'Ik zie een man aan wie ik een hekel heb,' antwoord hij. Daniël ziet dat Rosa geen spier verrekt na zijn antwoord. Zij is het met hem eens. Iedereen heeft een hekel aan hem.
'Ik zie jouw spiegelbeeld,' zegt ze uit het niets. Haar gezicht staat kalm. 'De moedervlek op je neus, je roze lippen, je blauwe ogen, je bruine rommelige haren, oren. Ik zie jouw gezicht zonder vooroordelen, alleen jouw gezicht. Wat jij ziet zit in je hoofd. Kijk eens goed naar jezelf zonder daarover na te denken. Kijk naar je eigen gezicht. Dit ben jij, dit is hoe jij eruitziet. Vooroordeel niet jezelf zonder dat je jezelf gezien hebt.'
Haar woorden dringen bij hem binnen. Hij kijkt nogmaals naar zichzelf en schrikt. Hij ziet inderdaad een gezicht, zijn gezicht en toch haat hij het gezicht.
'Wat doe je met me!' brult hij van slag, 'wie ben jij!' Ze kijkt hem nog steeds kalm aan. Dan barst hij los.
'Ik ben het niet waard om te leven. Behandel me niet alsof ik gelijkwaardig aan je ben, want dat ben ik niet. Ik ben een mislukkeling; het kind dat nooit geboren had mogen worden! Ik haat de man die ik zie. Ik haat hem. Ik wil dat hij niet bestaat! Niemand houdt van mij! Hoe kan een ander van mij houden, als ik niet eens van mezelf hou!?'
Rosa legt een hand op zijn schouder. 'Rot op uit mijn huis!' schreeuwt hij naar haar en schudt zich los. Ze blijft staan, verrekt geen spier. Geheel kalm neemt ze hem in zich op.
'Ik ben een psycholoog,' zegt ze.
'Ik heb geen hulp nodig! En al helemaal niet van een shrink!' spuugt hij, 'ik ben hopeloos. Ik haat mezelf! Ik haat degene die ik in de spiegel zie!'
Daniël haalt sidderend adem. Hij wil haar weghebben. Weg uit zijn huis, weg uit zijn leven. Hij wil leven zoals hij dat wil en bemoeit zich toch ook niet met een ander. Waarom zou hij moeten veranderen?
'Ik ben hier omdat je zusje wilde dat je niet zoals haar zou eindigen,' sprak Rosa zacht. Ze grijpt zijn arm beet. Daniël begrijpt het niet. Zijn zusje? Het meisje dat alleen tegen hem gesproken op zijn moeders begrafenis. Het vrolijke meisje die wel gezien werd? Rosa knijpt hem zacht in zijn arm.
'Ze wil dat je een normaal leven leidt. Dat je gelukkig bent met jezelf en jezelf respecteert. Je bent het waard Daniël. Je bent het leven waard. Je kunt gelukkig zijn. Je kunt gelukkig zijn met wie je zelf bent. We kunnen dit oplossen Daniël. Samen komen we er en ik ben hier voor jou. Pak de kans nu je hem nog hebt.'
Lieve broer,
De woorden die ik op mama's begrafenis zei hadden voor mij een andere betekenis dan voor jou. Vanaf dat moment wist ik dat je hetzelfde was als ik. Nee Daniël je bent niet de enige. Mama keek net zo goed niet naar mij om als naar jou. Ze ging haar eigen weg en had niet door hoe haar kinderen eraan toe waren. Ik kan haar de schuld ervan geven dat wij zo zijn geworden, maar is dat rechtvaardig?
Je kent me als een vrolijk meisje. Een meisje zonder problemen. Je dacht dat ik goed kon opschieten met mama. Ik zag het in je ogen, de pijn als mama wel tegen mij praatte. In een bos rozen zag jij alleen de doornen, de negatieve dingen in het leven. Ik verborg net zoals jij hoe ik met echt voelde. We spraken er allebei niet over. Niet met elkaar. We dachten allebei dat de ander het beter had, zich beter voelde. Ik dacht dat jij wel dapper was en wel gelukkig kon zijn, maar nu weet ik dat het anders is.
Ik ben getrouwd en heb een dochter van zes jaar oud, een fijne vriendengroep en collega's waar ik op kan vertrouwen, maar wat ik niet heb is zelfrespect. Ik kan mezelf niet zien of luchten. Ik kan ook maar niet begrijpen dat ik ooit getrouwd ben. Wie stond er nou weer op een vrouw zoals ik te wachten?
Nu begrijp ik het eindelijk. Allebei verborgen we hoe we ons echt voelden. Jij leefde in afzondering en ik tussen de mensen.
Het was Rosa die me weer een klein tikkeltje hoop gaf. Ze liet me beseffen dat ik mezelf niet hoef te haten om wie ik ben en dat gegeven kon ik niet aan. Ik kan mezelf niet meer niet haten. Ze deed er alles aan, maar ik kon het niet. Ik zag maar één weg en dat is het leven achter me laten en hopen dat ze gelukkig kunnen worden zonder mij. Dan pas was ik bevrijd.
Ik kan het niet meer, Daniël. Jij bent de enige die deze brief te lezen krijgt. Jij bent de enige die ik mijn geheim toevertrouw, want ik weet dat je hetzelfde bent als ik. Voor mij is het klaar. Is het Solide en het enige wat ik nog tegen je wil zeggen is; Geef nooit op.
Je zusje Jackie
~:☆●◇●☆:~
Zoals sommigen misschien al opgemerkt hebben, heeft dit korte verhaal een diepere boodschap. Ik wilde het beeld schetsen van een man die niet van zichzelf houdt en geen zelfrespect heeft. Hij praat er met niemand over en probeert het niet te veranderen. Hij blijft volhouden dat dat zijn lot is.
Nee mensen dat is het niet! Het is heel belangrijk om jezelf te respecteren, dat je van jezelf houdt. Het klinkt misschien gek als ik het zo zeg, maar zoals ik in het begin van dit verhaal heb geschreven. "Er zijn zoveel vormen van liefde die men niet ziet of niet wil zien." Zelfrespect is ook een vorm van liefde en misschien wel één van de belangrijkste.
Bedankt voor het lezen!
Heb je de geheime boodschap gevonden?
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro