Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

De wraak van Vorgil

Gekukkig voor jullie heb ik totaal geen idee wat ik eigenlijk aan het doen ben, behalve een heel woordenboek opbraken.
Succes.

Waarschuwing! In dit verhaal gebeuren er bepaalde dingen met vuur. Het wordt NIET in detail beschreven.

~:☆●◇●☆:~

De met grijze kinderkopjes belegde straten van Solitario lagen er verlaten bij. Een dikke zwarte rook bezwangerde de hemel. Als donkere wolken voor een onweersbui en liet het nette imago van de stad opgaan in rook. Men had al langer het vermoeden dat de zaken in Solitario anders waren gesteld, doch bleef het bij vermoedens, wetend dat een stad zijn geheimen nimmer zal prijsgeven.

In één van de met hout bewerkte huizen brandde een enkele toorts. Door de bevlekte, gebroken ramen waren de likkende vlammen van de in teer gewikkelde toorts duidelijk te onderscheiden. Aan een robuuste, met papieren bezaaide tafel zat een vrouw diep gebogen over een uitgerolde papyrusrol, die met een gerafeld lint vastgebonden had gezeten.

De vrouw had donkere, nachtblauwe haren die als een weelderige massa over haar schouders heen golfden en reikten tot haar middel. Ze hief haar hoofd ten hemel in teken van onbevredigde nieuwsgierigheid voor de geschreven teksten die stonden op de papyrusrol. Lange wimpers omkransten haar donkere, kille ogen, die als zwarte poelen weggezonken lagen in de schaduw van haar perfecte wenkbrauwen.

De vrouw heette Laiyra en ze was niets meer dan een ordinaire taveerne houdster, met een voorkeur voor grove, harvochtige scheldwoorden die lucht tussen haar en de mannen lieten bruisen en knetteren.
Gewapend met een uit hout gesneden bezem, hield Laiyra met vlammende ogen die de mannen uitdaagden om vooral niets te proberen, de wacht vlakbij de ingang van haar taveerne. Alleen een door haar waardig bevonde man zou haar kunnen behagen, maar tot op het heden was die man nog niet in de ontwikkeling.

Laiyra was een vrouw van woorden, niet van daden, die als ze al de stap naar buiten waagde, vaak uitmondde in een lafhartige poging om iets te bereiken. Echter repte geen enkele man daar een woord over, wetend dat bepaalde delen van het lichaam niet veilig waren voor de lange, houten bezem van Laiyra. Na de nieuwsgierige mannen afgewimpeld te hebben met een paar flinke klappen van haar bezem, trok Laiyra zich terug om zich voor te bereiden voor de avond die komen zou.

De zwarte inkt stak fel af tegenover het haast witte licht van de gloeiende toorts. Laiyra voelde dat een beklemmende gedachte zich een weg naar buiten baande. De met inkt geschreven woorden die op de papyrusrol stonden, stonden haar tegen, alsof ze nimmer begrepen wilden worden. Haar armen verplaatsten zich door de lucht uit pure baldadigheid. De toorts die stevig tussen de robuuste tafel en de met cement besmeerde muur geklemd stond, maakte slagzij en viel met een klap op de grond. De vlammen likten aan de door de temperatuur aangetaste houten planken, die algauw het hele huisje in rook hulde. Het laatste wat er van Laiyra te horen was, waren de benauwde kreten van een vrouw in doodsangst die wegstierven in het donker van die nacht.

~

Een paar straten van het brandende huisje van Laiyra vandaan, liep een lange vrouw gehuld in een zwarte mantel die al het geluk uit de omgeving leek weg te zuigen. Koude, iele lucht omhulde haar als een magische, donderende kracht waar nimmer een mens in de buurt durfde te komen. Zwarte wolken rook cirkelden omhoog en verschansten zich met donkere wolken die zich boven de stad hadden gevormd. Elke stap die de vrouw zette weerklonk als een donderslag, die de aarde onder haar voeten liet schudden en beven.

Het gezicht van de vrouw was het mooiste, doch het meest angstaanjagende gezicht dat er bestond in de wereld. Haar ogen die schitteren als smaragden leken elk detail uit de nabije omgeving in zich op te slokken. Standhouden onder de koele, gevaarlijke blik van Vorgil de heks was een onmogelijke opgave. Haar verschrikkelijke, vlammende ogen leken op te lichten in het duister van die nacht, vol razernij en haat.

Haar lange, lichte haren vielen als een gordijn langs haar prachtige gelaat, zwevend door de stormachtige wind. De zwarte stoffen mantel wapperde achter haar aan, toen ze midden op de straat standhield.

'Ik weet heus wel waarom jullie mij haten, miezerige onderkruipsels,' riep ze. Haar daverende stem leek alle duistere energie in de nabije omgeving te kanaliseren tot een krachtveld van razernij.

'Nu is het jullie beurt om te lijden!' Bij elk woord dat Vorgil sprak leek de lucht om haar heen meer te leven, klaar om het verschrikkelijke noodlot te kunnen volstrekken.

Ze hief haar armen ten hemel, klaar om de vloek die tevens haar wraak was te beginnen. Vorgil sprak geen woorden, noch zinnen. De kracht was te bruut om het met woorden te kunnen benoemen en was in geen enkele weg te bedwingen. Vorgil kneep haar handen samen en al het bloed trok uit haar gebalde vuisten toen ze de kracht kanaliseerde.

Ze opende haar handen en de aarde beefde, schokte en schudde toen de wraak van Vorgil haar raakte. Oranjegele vlammen baanden zich een weg door de lege straten van Solitario en verpulverde alles waar het mee in aanraking kwam tot as.

Kinderen gilden en hun stemmen galmden door de donkere nacht. Een jonge man kwam luid krijsend de straat op rennen. Hij probeerde zichzelf te ontdoen van de vlammen die hem tergden, maar het leek hem nimmer te lukken om de vlammen te smoren. Zijn gejaagde, wanhopige ogen keken recht in die van Vorgil, die brandden van haat. Een verschrikt kreet ontsnapte uit zijn mond, maar verdomde in zijn krijsen. De jongeman stortte brandend ten aarde.

Dat was het verschrikkelijke wat Vorgil met de vlammen had gedaan. Ze brandden tot het einde der tijden en geen enkel mens was in staat om de vlammen te kunnen doven.

Vorgil liep met donderende passen door de vlammen die haar leken te ontwijken, terwijl ze bulderend lachte. Haar gelach weerkaatste door de rokende, zwarte lucht. Haar razende ogen, waar geen spoortje berouw in leek te zitten, keken minachtend neer op de brandende huizen. Vorgil wist dat haar wraak eindelijk voltooid was, bevrijd van opinie van Solitario.

Vorgil was onmenselijk geworden. De kwade heks was ten uiting gekomen en verteerde haar ziel tot het duister haar in volledigheid over had genomen. Vorgil voelde nimmer medelijden meer. Het zou haar genoegen doen om mensen te zien lijden, wetend dat zij machtiger was dan zij ooit zullen wezen.

Alles waar de simpele stedelingen van Solitario Vorgil jarenlang voor vooroordeeld hadden was de waarheid geworden en daar moesten ze een wrede prijs voor betalen. De wreedste prijs die er bestond.

Man, vrouw en kind, schuldig of niet, iedereen vond de dood.

Hun lichamen zouden branden.

Maar er was één ding dat Vorgil niet over haar haat verblindde hart kon krijgen en dat maakte haar een mens, net zoals elk ander mens. Vorgil liep dwars door de oranjegele vlammen heen, die voor haar aan de kant leken te gaan.

Laiyra, de grof gebekte taveerne houdster leefde nog. Zwaar ademend baande ze een weg door de brandende zwart geblakerde planken. Een korte houte plank stortte naar beneden en Laiyra wist net op tijd zichzelf beschermen, door haar armen over haar hoofd te slaan. De plank stortte op de grond, op een millimeter van haar hoofd vandaan. Laiyra uitte een paar grove woorden die niet voor herhaling vatbaar waren.

'Waarom probeer je nou de hele tijd jezelf van kant te maken? Stop daar nou eens mee!'

Laiyra probeerde zichzelf om te draaien, maar faalde daar jammerlijk in, toen ze bijna haar been verbrandde aan een brandende plank. Alle woorden die ze wilde spreken bleven op haar tong liggen. Ze kon de persoon niet onderscheiden die voor haar leek te staan. Ze knipperde met haar ogen, maar haar beeld werd niet veel scherper.

'Wie ben jij?' vroeg ze me een krakende, rokende stem

'Je-weet-wel,' klonk het. De stem was verschrikkelijk, maar erg lag iets in waar Laiyra haar vinger niet op kon leggen. Het was bijna vriendelijk, gemoedelijk, met een vleugje ironie.
'Nou, kom je nog uit die puinhoop die jij je huis noemt of was je van plan om voor eeuwig zo oncharmant tussen die planken te blijven liggen?'

~:☆●◇●☆:~

Dit verhaal in het kort, want ik denk dat er een hoop mensen er geen snars van snappen. (Dat zal vast niet liggen aan mijn schrijfstijl. ;) Ik ben niet zo goed in show don't tell.

Vorgil de heks is woedend op de mensen van Solitario (wat een fraaie vertaling van "eenzaam" in het Gallisch is. Ik zou maar niet terugvertalen, dan krijg je waarschijnlijk iets van sperzieboon ofzo.) en besluit om ze gelijk te geven, door de vooroordelen die ze over haar hadden in werkelijkheid uit voeren.
Vorgil is haar hele leven heel eenzaam geweest doordat elk mens dacht dat ze slecht was. Ze ontweken haar, roddelde achter haar rug om en gaven haar nooit een kans om te bewijzen dat ze helemaal niet zo slecht was als men dacht. Ze had een kind, maar heeft die als vondeling neergelegt, omdat ze niet wilde dat het kind als buitenbeentje werd beschouwd.
Vorgil heeft nooit het leven gehad dat ze wilde en dat laat mensen tot een uiterste gaan. Ze liet de hele stad opgaan in vlammen en liet op die manier zien dat de mensen kregen wat ze van haar verwacht hadden.
En daarvoor moesten ze een wrede prijs betalen, de dood.

~:☆●◇●☆:~

Dit verhaal laat zien dat vooroordelen over mensen veel meer met ze kan doen dan je in eerste instantie denkt. Het kan anderen oprecht slopen. Niemand wil een buitenstaander zijn, niemand wil voor altijd alleen zijn, niemand wil zich als een ander voordoen omdat er een vooroordeel over je is.

Glimlach eens naar een vreemde, zeg gedag, steek een helpende hand uit. Laat zien dat de wereld niet zo hard hoeft te zijn.

Ik doe met je mee.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro