Lightfire
Kleine sterretjes fonkelde tussen mijn vingers. Warme bolletjes vuur vlogen heen en weer door de kamer. Ik zou nooit meer zonder kunnen. Mijn magie wat het belangrijkste wat ik had. Ik had mijn gave nu eenmaal. Nog één enkele nacht en dan...
Toen ik begon met het schrijven van de gebeurtenissen van mijn leven... Die tijd kan ik me niet eens herinneren, ik was nog maar een baby. Het begin van iets kleins. Dat kleine zou uitgroeien tot iets groots. Misschien wel een van de belangrijkste dingen in mijn leven. Het lichaam van een nieuw verhaal.
Ik werd de volgende dag zestien. Een leeftijd die voor vele Lightysen als mij een belangrijke invloed heeft. 'Lieverd, je moet echt gaan slapen.' Ik overnachtte die nacht bij een vriend, Tristan. 'Ik wil nog lang niet,' mompelde ik. 'Je zal wel moeten.' Hij grijnsde naar me.
Vannacht, om precies dertien minuten over drie zou de beslissing van mijn leven worden gemaakt. Wat anderen niet zouden boeien.
Als lightyn krijg je een gave aangeboren. Slecht twee procent van de mensen en andere wezens die "mythisch" worden genoemd krijgen zo'n gave. Op je zestiende verjaardag verlies je die gave, tenzij je waardig genoeg bent om hem te houden. En dat allemaal beslist het lot.
'Je bent waardig genoeg, dat weet ik zeker,' moedigde Tristan me aan. Ik was moe, ja dat wist zelfs hij, maar ik wou mijn gave nog heel even gebruiken voor dat ze straks weg zijn. Want daar ging ik van uit. Bijna niemand was waardig genoeg en ik hou te veel van mijn vuur om er afstand van te doen.
Ik reageerde niet op Tristan en ging verder met spelen. 'Kom op Grace,' hielt hij vol. 'Oke,' zuchtte ik en liet mijn arm zakken. 'Ik wil het niet vergeten. Ik wil geen gewoon mens worden.' Ik keek er tegen op. Deze dag zou uiteindelijk toch komen en ik zou, voor de veiligheid van onze soort, alles vergeten zodra mijn gave was verdwenen. Het was een vloek, en ik kon de niets tegen doen.
Ik draaide me op mijn zij en Tristan sloeg een arm om me heen. Zo vielen we samen in slaap.
**
Er waren overal vlammen om me heen. Ik was bezweet en kon geen uitweg vinden. Het leek wel of de hele stad in brand stond. 'Grace!' Ik keek om me heen, zoekend naar de persoon die me riep. 'Jij hebt dit gedaan, nu los je het zelf ook op,' zei de stem. Tristan verscheen in de vlammen en ik gilde. Zijn lichaam lag half in de as. 'Grace,' fluisterde hij zacht en met veel moeite keek hij me aan. Er liepen tranen over zijn wangen. Mijn hart brak bij het beeld. Tristan... Míjn Tristan... Hoe kon dit ooit gebeuren? Ik wou met mijn gave de vlammen naar me toe zuigen, maar... Het lukte niet.... Verbaast keek ik naar mijn handen en probeerde het nog een keer en nog een keer. Het lukte niet! Ik keek oo en zag Tristan's lichaam opgaan in de vlammen. Tranen liepen over mijn wangen. Dit kon niet. Dit mocht niet!
**
Ik schoot rechtovereind uit de nachtmerrie. Naast me schrok Tristan op. 'Wat is er?' kreunde hij. Ik hijgde licht en de adrenaline schoot door mijn lijf heen waardoor ik begon te trillen. 'Hé.' Tristan trok me tegen zich aan. Ik begon zacht te huilen. 'Had je weer een nachtmerrie?' vroeg hij. Ik knikte. 'Dezelfde?' Tristan liet me los en keek me aan. 'H-hij ging verder,' snikte ik en keek in zijn ogen. De ogen die ik in vlammen op zag gaan.
Zacht aaide Tristan over mijn haar en bleef me net zo lang vast houden tot ik stopte met trillen. Hij leeft nog. Hij leeft nog! Ik maakte mezelf wijs dat ik niet zo moest doen en gewoon weer moest gaan slapen. Mijn blik schoot naar de klok. Twintig voor drie. Nog drieëndertig minuten voor dat...
Tristan legde me neer en legde de dekens over ons heen. 'Het komt wel goed,' fluisterde hij continu. 'Het komt wel goed.' Voor de tweede keer die nacht viel ik in zijn armen weer in slaap. Met nog steeds de hoop dat ik mijn gave zou houden.
Die dag durfde ik niet eens te proberen of ik mijn vuur nog had. Ik was alleen maar Grace. Just a girl. Niet meer. Verwachtte ik echt dat ik mijn gave zou houden?
Ik zat nerveus aan het ontbijt met Tristan aan mijn zijde. Hij was de enige die me een beetje rustig kon krijgen. Ik kreeg alleen geen hap door mijn keel. 'Ik breng je straks ergens heen,' zei Tristan. Hij had een grijns op zijn gezicht waar ik normaal van zou gaan lachen, nu niet. Een van ons was tenminste vrolijk. 'Waar heen?' normale vraag en jammer genoeg wist ik het antwoord al. Ik laat mijn benen heen en weer wiebelen terwijl ik op de barkruk zit voor mijn half opgegeten broodje. 'Dat is een verrassing.' Tristan lachte. Hij zou het niet vertellen.
En zo ging het de rest van de ochtend. Ik was stil, maar nieuwsgierig naar Tristan zijn idee. Soms wisselde we wat woorden, maar er hing voornamelijk holy silence. Toch begon het op mijn zenuwen te werken dus begon te praten. 'Waar ga je me heen brengen?' riep ik tegen de wint in. Achter op de fiets moest ik me goed vasthouden anders zouden we omvallen. 'Ik zei toch, dat is een verrassing,' riep hij terug. Ik voelde hem grinniken. Alsof het zo leuk was...
Achteraf gezien had ik het natuurlijk beter moeten aanpakken. Ik was onhandig, maar dit was eenmaal mijn lot. Ik deed wat van me verwacht werd en mijn leven was uitgestippeld als in een storybook. De verhaallijn was uitgeschreven en ik hoefde de hoofdstukken alleen maar af te schrijven en details toe te voegen om het boek compleet te maken. Er zijn dingen die ik over zou willen doen. Jammer genoeg bestaat er nog niet iets als tijdreizen. Ik dwaal af van het verhaal. Waar was ik?
We reden de stad in. De drukke winkelstraten werden bezocht door toeristen, huisdieren en ander volk. Toen Tristan zijn fiets neer had gezet keek ik rond. 'En nu?' vroeg ik. Het was warm in het centrum, of lag dat aan mij? Tristan haalde zijn schouders op. 'Ik weet het niet... Ik moest je hier heen brengen, maar waarom....?' Het klonk of hij onzin uitkraamde. Hij bracht me hier heen voor niets? Oké...
Het luchtalarm ging af. Ik keek om me heen en snapte er niets van. Voor zo ver ik kon zien was er niets aan de hand. Ik keek op een scherm in een winkel die aanfloepte. Op het nieuws was te zien dat het winkelcentrum werd afgezet. 'Wegens een grote brand in het centrum van Lyster word al het verkeer tegengehouden en terug gestuurd. Iedereen word verzocht om de ramen en deuren dicht te houden. In verband met giftige gassen die aanwezig zijn zal iedereen in een straal van drie kilometer worden onderzocht. Het vuur ontstond bij de net geopende winkel genaamd Lightfire. Vermoedelijk is het vuur aangestoken.' Tristan en ik keken met open mond naar het scherm. Er was een groepje mensen om ons heen gaan staan. Sommige waren in paniek, de anderen waren nog redelijk rustig. Er begon een baby te huilen en kinderen die net nog vrolijk over straat speelden werden naar binnen geroepen. De druk was hoog. Ik wou helpen.
Instinctief liep ik richting de warmte en ik voelde dat Tristan achter me aan liep. Ik begon te rennen naar de kleine winkel. Tristan achtervolgde me. Het werd steeds warmer en warmer naarmate we dichterbij kwamen. Een explosie van vuur kwam uit de straat. De grond trilde onder mijn voeten en er kwamen mensen waarschuwend de straat uit. 'Ga hier weg!' riepen ze. 'Ga!' Ik liep door, zoekend naar de bron van het vuur.
Sirene loeide door de straten en er waren brandweermannen druk in de weer met spuitslangen. Alleen op de explosie hadden ze niet gerekend. De brandweerwagen stond nu in brand. Mensen werden begeleid naar plekken waar het veilig was. Ik liep de rook in. Het gebouw van de winkel stond op instorten. Er kwam roet in mijn longen en ik begon zwaarder te ademen. Het was een grote chaos. Toen ik achterom keek had ik een raar gevoel van déjà vu. Ik ging de vlammen in. 'Grace!' Ik herkende de stem en keek zoekend om me heen. 'Jij hebt dit gedaan, nu los je het zelf ook op,' zei de stem. Tristan verscheen in de vlammen en ik gilde. Mijn nachtmerrie werd... Nee. Ik wist hoe dit afliep en zou er iets aan kunnen doen. Mijn gave zou niet werken, dus ik moest wat anders verzinnen. Hoe red ik me hier uit?
Roxy-Scamander :) ik heb hem ook via mail gestuurd.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro