hooftstuk 5. sophia.
na wat winkeltjes in en uit zijn gegaan en wat kleren heb gekocht ben ik op weg naar een plek om iets te eten. ik weer uitgehongerd. geen wonder, laatste keer dat ik heb gegeten is vannacht, en aangezien het nu bijna 5 uur is zou het wel prettig zijn om iets te eten. ik loop naar mijn lievelings restaurantje. ' hé schoonheid.' hoor ik een stem van achteren. de stem van Leon. ik draai me om. ' hoi.' zeg ik wat verlegener dan dat ik bedoelde. hij komt naast me lopen en samen gaan we naar het restaurantje.
' wat wil je?' vraagt Leon. ' ik betaal.' ik bloos. ' dat hoeft niet hoor.' ' ik sta er op.' zegt hij lief. ' oke,.. emmm... ik denk dat ik ga voor...' ' goede middag, kan ik u helpen.' word ik onderbroken door de ober. het is niet heel chic hier dus hij staat gewoon in een spijkerbroek en een t-shirt. 'twee kip met rijst graag.' zegt Leon voor ik iets had kunnen zeggen. ' de ober tikt op een apparaatje en knikt. 'wilt u ook wat drinken.' vraagt hij verder. Leon kijkt naar mij. en daarna naar de ober. ' een glas water alstublieft.'
' wat was dat?' vraag ik nadat de ober weg is gelopen. ' komt later nog wel.'
we hebben gegeten, Leon heeft betaalt en is daarna mee naar buiten gelopen. het is nog drukker, er gaan veel mensen uit. ' sorry Soof, ik moet gaan.' zegt Leon en hij was weg.
ik staar Leon achterna. hij loopt dwars door de mensenmassa heen.
'Soof?' hoor ik een stem achter me. een stem die ik maar al te goed ken. Stefan. langzaam draai ik me om. ' Soof.' ik blijf stijf staan terwijl hij me een knuffel geeft. ' we zijn enorm bezorgt.' fluistert hij in mijn oor. ' het gaat goed, vertrouw op me, zo als je altijd hebt gedaan.' hij kijkt me bezorgt aan. 'waar was je?' vraagt hij, bijna wanhopig. ' doet er niet toe, het gaat goed met me, meer hoef je niet te weten.' fluister ik terug. ' zeg me dan tenminste 1 ding.' zegt hij dwingend. ' als jij je mond houd.' hij knikt. 'of corse' ik zucht. ' ik ben bij mijn biologische broer.' hij fronst en kijkt me verbaast aan. maar nog steeds bezorgt. ' hij is lief voor me, je hoeft je echt geen zorgen te maken.' probeer ik hem te overtuigen. hij knikt. ik wil weglopen maar bedenk me nog iets. ' waag het eens het te vertellen aan Lise en Ivan.' waarschijnlijk kijk ik hem vurig aan. ' ik wist het.' ik kijk hem niet begrijpend aan. ' wolf.' zegt hij en loopt weg.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro