Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

|•••002•••|

P.O.V. Juul

Ik word wakker om half 8. Ik doe de kleren aan die ik gisteren had klaargelegd. Ik maak eten voor mijn ouders, zet het op tafel en eet zelf niks. Daar komen ze achter en dan ben ik nog niet jarig. Ik pak mijn tas en loop naar mijn fiets. Ik pak hem uit de schuur en fiets naar school. Het is maar 5 minuutjes fietsen. Zodra ik aankom zet ik mijn fiets in het rek en loop met mijn hoofd naar beneden naar het goede lokaal. Onderweg struikel ik nog over een been, en word ik van alle kanten geduwd. Er wordt om me gelachen en ze wijzen naar me. Roepen dingen over me, maar ik houd mijn hoofd naar beneden en loop verder. In het goede lokaal aangekomen ga ik achteraan zitten in de hoek. Ik zit altijd alleen, maar dat maakt me niets uit. Zo kan ik mijn huiswerk alvast maken. Want dat lukt thuis niet. De leerkracht komt binnen en begint de les. Zodra het pauze is vlucht ik naar de wc en sluit me op in een hokje. ''Kom eruit, Hood!'' Schreeuwt Giel. 1 van de jongens die mij altijd pesten. Hood is mijn achternaam. Bang kruip ik nog verder naar achter, alleen is het wc hokje waar ik in zit niet zo groot, dus kan ik niet verder.

''Je hebt 3 tellen!''

Ik klem mezelf nog verder tegen de muur.

''3!''

''2!''

''1!''

Net voordat ze de deur openbreken, komt er een leraar binnen.

''Wat krijgen we nu?! Wegwezen jullie!'' Schreeuwt hij. Ik hoor voetstappen die wegrennen. Ik kom het hokje uit en zie dat iedereen weg is. Behalve een jongen. (dit is een wc voor jongens en meisjes) Ik maak met trillende handen de kraan open en gooi wat water in mijn gezicht. ik veeg de tranen van mijn wangen en maak mijn gezicht droog. Ik steun met mijn ellebogen op de rand van het aanrechtding. Mijn gezicht leg ik in mijn handen. Ik slaak een zucht. ''Hey Julia.'' Zegt de jongen naast me. Ik kijk hem aan. Ik herken hem als de jongen die me gisteren heeft geholpen. ''Juul.'' Zeg ik met samengeknepen ogen. Hij grinnikt. Ik wil naar huis nu. ''Zal ik je naar huis brengen?'' Vraagt Jonas (remember? Dat is zijn naam voor de domme mensen. Ow sorry dat mag ik niet zeggen. Ik bedoel voor de iets minder intelligente hoofden mensen.) Ik knik zachtjes. We lopen naar de balie beneden en ik meld me ziek en meld me meteen af omdat ik toch ga verhuizen. Ik lever al mijn boeken in met mijn kluis sleutel. Ik loop met de jongen mee en stap in zijn auto. Hij rijdt, ik heb nog geen rijbewijs.

''Jonas! We moesten hier erin!''

''Maar jij zei mij de 3e afslag rechts.''

''Nee de 2e, sukkel.''

''Omkeren dan maar.''

We zitten al een tijdje in de auto maar Jonas rijd steeds verkeerd. Ik vraag me af hoe hij aan zijn rijbewijs komt. Heeft hij er wel een?!

''Jonas heb je wel een rijbewijs?!''

''Ja, hoezo?'' Antwoordt hij.

''Gewoon, zomaar.'' Grinnik ik. Ik kijk uit het raampje.

''STOP JONAS DAT WAS ONS HUIS!'' Roep ik. Een noodrem volgt en ik vlieg half door het raam.

''He!?'' Zegt Jonas verontwaardigd. Hij rijdt een stuk achteruit en parkeert voor ons huis. Ik doe de gordel los en zucht diep. ''Moet ik meelopen?'' Vraagt Jonas. Ik schud mijn hoofd. ''O en we gaan verhuizen dus hier heb je mijn nummer.'' Zeg ik terwijl ik op een papieren zakdoekje mijn nummer schrijf. ''Bel me dadelijk een keer dan heb ik jou nummer ook.'' Zeg ik en Jonas knikt. Ik stap uit, gooi de deur dicht en loop naar de voordeur. Ik kijk nog een keer achterom, waar Jonas me bemoedigend toe glimlacht. Dan bel ik aan. De deur vliegt open en mijn woeste vader staat in de deuropening. ''WAAR WAS JIJ LELIJK MORMEL?!!" Schreeuwt hij terwijl hij me op de grond gooit. Hij schopt me in mijn maag en ik klap dubbel. Hij ziet zijn kans en blijft maar trappen op mijn rug. Ik hoor een autodeur opengaan en kort daarna weer dichtslaan. ''HÉ! STOP DAARMEE!'' Roept een jongensstem. Jonas! Hij komt voor me op. Ik moet ondanks alle pijn toch een klein beetje glimlachen. Jonas rent naar ons toe en duwt mijn vader van mij af, slaat hem in zijn gezicht en schopt hem nog een keer op zijn kont. Mijn vader kijkt hem woedend aan en rent dan naar binnen. De voordeur klapt met een harde klap dicht. De tranen had ik allang de vrije loop laten gaan. Jonas hurkt bij me neer. Hij tilt me voorzichtig op en begint te lopen. ''We gaan even naar het park.'' Verteld Jonas. Dat vind ik fijn. Dan kan ik even mijn gedachten vrij laten. Ik hang slap ik de armen van Jonas. Hij loopt het park in en na nog even gelopen te hebben stopt hij bij een bankje die bij een meer staat. Hij legt me voorzichtig op mijn rug op het bankje. ''Waar heb je pijn? Bloed je ergens?'' Vraagt hij. ''Mijn buik en rug doen pijn.'' Zeg ik en ga voorzichtig rechtop zitten. ''Bloed je ergens?'' Vraagt hij nog een keer omdat ik niet antwoorde. ''Nee.'' Zeg ik zachtjes terwijl ik naar mijn handen kijk die op mijn schoot liggen. Ik wil niet dat hij weet dat mijn sneeën zijn opengegaan. Want dan wil hij het zien en komt hij erachter dat ik mezelf snijd. ''Juul.'' Zucht Jonas. Hij gaat op zijn hurken voor me zitten en pakt mijn handen. ''Kijk me eens aan.'' Zegt hij zacht. Ik kijk hem voorzichtig aan. ''En nu de waarheid. Ik kan het zien wanneer je liegt dus zeg op. Waar bloed jij?'' Zegt hij streng. Ik schud mijn hoofd en trek mijn handen los. ''Ik bloed echt niet.'' Zeg ik terwijl ik mijn mouwen over mijn handen heen trek om zo te voorkomen dat hij bloed ziet. Hij ziet het en pakt weer mijn handen vast. Ik wil ze wegtrekken maar hij houdt ze te stevig vast. Terwijl hij mijn polsen vasthoud met één hand, trekt hij met de andere mijn mouwen omhoog. Ik kijk naar beneden om niet naar zijn gezicht te hoeven kijken. ''H-hoe?'' Mompelt hij zacht. Ik antwoord niet en blijf naar beneden kijken. ''Juul. Hoe?'' Zegt hij hard en dwingend. Ik krimp een beetje ineen door zijn toon ookal gaat dat moeilijk omdat hij nog steeds mijn polsen vastheeft. ''Gevallen.'' Mompel ik toch maar. ''Gevallen. Tuurlijk.'' Lacht hij sarcastisch. ''En nu de waarheid.'' Zegt hij weer serieus en streng. ''Gaat je niks aan.'' Zeg ik terwijl ik mijn polsen probeer los te trekken zonder ook maar enige nut. (is dat wel een normale Nederlandse zin? :) ) ''Juul. Zeg het NU.'' Zegt hij met de nadruk op 'nu'. ''Met een mes.'' Mompel ik. Hij laat mijn polsen los maar meteen voel ik twee sterke armen om me heen. Ik knuffel hem stevig terug. Na een paar minuten laten we pas los. Ik trek meteen mijn mouwen weer omlaag. ''Het komt goed.'' Spreekt hij me moed in. Ik fake een glimlach. ''Maak geen neppe glimlach. Als je niet in de stemming bent om te glimlachen doe het dan niet goed?'' Zegt hij. Ik knik verbaasd. Hoe weet hij dat het een neppe glimlach was? Dan realiseer ik me iets. We zouden vandaag verhuizen. ''Ik moet naar huis.'' Zeg ik en wil haastig weglopen alleen hij houdt me tegen. ''Waarom?'' Vraagt hij. ''We zouden verhuizen.'' Zeg ik. ''Ik breng je wel naar huis. Ik bel je straks en dan vertel je wat je ouders met je hebben gedaan goed?'' Vraagt hij. Nouja. Het was eigenlijk meer een bevel. Ik weet dat ik hier toch niet onderuit kom. Ik knik toch maar. Hij tilt me op en loopt zo naar mijn huis. Als we mijn straat inlopen kruip ik angstig meer in de armen van Jonas. Ik zie de verhuiswagen al staan. Verschillende mannen zijn onze meubels in aan het laden. Zodra we voor ons huis staan zet Jonas me op de grond. Hij knuffelt me stevig. ''Het komt goed.'' Mompelt hij in mijn haar. Hij drukt nog een kus op mijn haar en dan laat hij me los. ''Jonas. Wil je me beloven dat je niemand iets verteld over mijn ouders? Alsjeblieft?'' Vraag ik hem smekend. ''Tuurlijk.'' Zegt Jonas glimlachend. Ik zucht opgelucht. Ik zwaai nog even naar hem en loop dan naar binnen. Ik loop door naar mijn kamer en pak mijn spullen. Ik til ze naar beneden en zet ze in onze auto. Mijn vader komt aanlopen en geeft me een klap op mijn wang en een vuist in mijn oog. ''Instappen we gaan.'' Sist hij. Ik stap snel in. Mijn vader en moeder stappen ook in en dan rijden we achter de verhuiswagen aan. Op weg naar ons nieuwe huis in een nieuw dorp. Ik stop oortjes in mijn telefoon en luister naar muziek. Na ongeveer een kwartiertje rijden stoppen we voor een groot huis. Ik kijk mijn ogen uit. Gaan we echt hier wonen?! (huis is media is nieuwe huis) De autodeur vliegt open en mijn vader staat daar met een woedend gezicht. ''Uitstappen.'' Sist hij en hij trekt me ruw aan mijn haren de auto uit. Een traan rolt over mijn wang terwijl ik nu op de grond lig. Hij trapt me nog een keer in mijn buik. Ik sta moeilijk op. De verhuizers mensen (weet ik veel hou die mensen heten) beginnen met het uitladen van de meubels. Ik pak mijn spullen. Mijn vader sleurt me mee het huis binnen, de trap op en een kamer in. Hij duwt me hardhandig op de grond. ''Dit is jouw kamer.'' Zegt hij boos. Hij loopt weg en gooit de deur met een klap achter zich dicht. Ik sta voorzichtig op. Het is een mega grote kamer met aan de ene zijkant een helemaal glazen wand. Aan de andere wand zit een raam met een vensterbank ervoor waar je op kunt zitten. Daar ga ik sowieso kussens neerleggen. Er staat al een bed, een kast, een bureau met stoel en een nachtkastje in de kamer. Waarom doen mijn ouders dit ineens allemaal voor me? Ik besluit dat ik mijn spullen vast ga uitpakken. Ik kijk nog een beetje rond tot me een deur opvalt. Dat is niet de deur naar de gang. Ik loop naar de deur toe en maak hem voorzichtig open. Een eigen badkamer?! Supercool! Ik leg eerst mijn toilet spullen allemaal hier neer. Mijn mesjes leg ik in het kastje onder de wasbak. Ik loop terug naar de kamer. Ik leg mijn weinige kleren in de kast en ook mijn overige spullen krijgen een plaatsje. Dan ga ik het huis verkennen. We hebben een binnenzwembad, een studio en ook nog een sportzaal.

--- 1812 woorden

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro