En toen was 'ie soort van dodo
・ ⋆ ・ ⠄⠂⋆ ・ ⠄⠂⋆ ・ ⠄⠂⋆ ・ ⠄⠂⋆ ・ ⠄⠂⋆ ・ ⋆ ・ ⠄⠂⋆ ・
Vuurblad wist niet hoe snel hij naar dat monster toe moest sprinten. Hij kon er met zijn hoofd niet bij hoe iemand zoiets vreselijks kon doen. Een onschuldige kat bewusteloos slaan? Nu begon hij te begrijpen waarom het lot zo'n hekel had aan deze poes.
'Jij monster!' krijste Vuurblad. Vuur brandde in zijn ogen.
De witte poes deed duidelijk haar best een waterval van tranen tegen de houden, maar met niet veel succes. Water stroomde over haar pluizige wangen.
'Ja, huil maar. Zou ik nou sympathie voor je moeten voelen, of zo? Je hebt mijn SterrenClanverdomme vriend bewusteloos geslagen!'
'Sorry.' Ze begonnen te snikken.
'Wat sorry?'
'Het spijt me, ik wilde dit ook niet. Maar er was geen andere optie.'
Vuurblad ontblootte zijn klauwen. 'Pff. Waar is eigenlijk die grote, bruine vriend van je? Heeft hij je verlaten nadat hij erachter kwam wat voor een monster je werkelijk bent?'
De poes gaf geen antwoord. Ze bleef alleen maar met tranende ogen naar haar poten staren.
'Je wilde mijn vriend offeren die jou nooit iets misdaan heeft. Wat voor een harteloos muizenbrein ben je dan? Waar sloeg dat op?'
IJspikkel knikte. Vuurblad snapte er niks meer van.
'Je bent de meest egocentrische poes die ik ooit heb ontmoet,' snauwde Vuurblad. Daarna wist hij niet meer wat hij tegen de poes moest schreeuwen. Hij was niet zo creatief met scheldwoorden, zoals Licht wel kon zijn. Was hij maar hier.
Vuurblad schudde zijn kop. Wat dacht hij nou weer? Hem terug willen maakte je overduidelijk harteloos. En hij wilde alles zijn behalve dat.
'Alsjeblieft, je moet het begrijpen. Natuurlijk wilde ik niet dat dit hoefde te gebeuren. Maar ik ben hier de schurk niet, dat is het lot. Ze hebben al een hoop fouten gemaakt in het verleden, vind je niet? Iedere geest die hen niet bevalt gooien ze het meer in. En nu proberen ze ook nog eens mijn geheugen af te nemen. Zie je het dan echt niet?'
Vuurblad rolde met zijn ogen. De lotkatten deden hun best, maar het waren nou eenmaal ook maar katten. En katten maakten fouten. Hij wilde niet geloven dat de intenties van het lot slecht waren. 'Ze vermoorden in ieder geval geen onschuldige katten, zoals jij. Als ik jou was, zou ik nog eens goed over je daden nadenken. Misschien zie je eindelijk wie de werkelijke schurk is als je je met bloed bedekte snuit in de weerspiegeling van het water ziet. En wat moet je trouwens met Licht? Denk je echt dat die lafaard het lot gaat verslaan?'
IJspikkel hapte verschrikt naar adem. Ze draaide haar kop naar boven en staarde met betraande ogen in het niets.
Vuurblad greep zijn kans en klemde Helmels lichaam tussen zijn kaken.
De witte poes richtte haar blik weer op Vuurblad, haar ogen stonden groot. Even dacht de oranje kater dat ze Helmels lichaam terug zou proberen te pakken. Maar haar lichaam bewoog nauwelijks. Schok leek haar bevroren te hebben. En terecht ook, dacht Vuurblad.
Hij liep van de witte poes weg met het lichaam van zijn vriend tussen zijn kaken geklemd. IJsspikkel ging hem toch niet achterna. Dit ging makkelijker dan hij had gedacht. Haast te makkelijk.
'Vuurblad!' riep iemand. Het geluid kwam vanuit de schaduwen.
De oranje kater draaide verschrikt met zijn oren en staarde geschrokken in de richting waarvan het geluid was gekomen. Als hij Helmel niet hoefde te dragen, was hij nu net als die ongemakkelijk haarbal er als de bliksem vandoor gegaan.
'Vuurblad, je moet IJsspikkel vermoorden.' Schaduw, de lotkat die hem hierheen gestuurd had, stapte uit de schaduwen. Zijn rode ogen gloeiden angstaanjagend. Zijn opgezette rug deed hem zelfs voor zijn lengte groot lijken.
'Wat?' stamelde Vuurblad.
'Had je me niet gehoord? Je moet IJsspikkel vermoorden!'
'Maar waarom? Ik heb Helmel van haar gered, toch? Het is me gelukt.'
De zwarte kater zuchtte. 'Maar wat als ze het opnieuw probeert?'
Vuurblad plantte zijn klauwen in de grond. Dat mocht dan wel zo zijn, maar zou IJspikkel vermoorden hem niet net zo slecht maken als het kleine hartje van die witte poes? Hij wilde liever een punt maken, dat er niemand hoefde te sterven om een winnaar te bepalen.
Maar wat kon hij beginnen tegen deze oude, wijze kater? Hij schudde zijn kop. Hij moest stoppen met nadenken. Deze katten wisten wat ze deden. De wereld veilig houden was namelijk al hun taak voor duizenden manen, of wie weet nog wel meer. Daar kon hij met zijn vijfenveertig manen levenservaring nooit tegenop. IJsspikkel moest waarschijnlijk sterven voor het grotere goed en het was zijn taak daaraan bij te dragen, bedacht hij. Misschien werd hij wel een held.
'Oké, ik doe het.'
Vuurblad draaide zich om en besprong de witte poes, zijn klauwen ontbloot.
IJsspikkels ogen werden groot van schrik en ze deinsde vliegensvlug achteruit. Daarna haalde ze haalde ze haar klauwen over zijn gezicht. Bloed sijpelde uit de wond. Haar nagels waren dus niet zo zacht als haar pluizige vacht.
Met de snelheid van het licht wierp Vuurblad zich bovenop zijn tegenstander. Hij hees zijn poot de lucht in om een laatste klap uit te delen. Maar zo snel liet IJsspikkel zich niet verslaan. De witte poes spande haar spieren aan en duwde Vuurblad van zich af. Het leek wel of de kracht van twee monsters hem de lucht in lanceerde.
IJsspikkels staart zwiepte uitdagend op en neer, maar ze vertrok geen spier. Ze stond daar alleen maar, alsof ze hem met haar blik probeerde te doden.
Vuurblad twijfelde even. Zag zij iets wat hij misschien niet zag? Toch waagde hij uiteindelijk een tweede sprong.
Maar voordat zijn poten de grond hadden bereikt, raakte iets hem keihard tegen zijn voorhoofd. Vuurblad zag sterretjes waarna alles zwart werd. Zijn lichaam viel slap op de grond, zijn ademhaling was zwaar.
De oranje kater kreeg na een paar seconden zijn zicht weer terug, hoewel alles nog vaag bleef. Hij zag een stel oranje poten. Zouden die van Helmel zijn? Had zijn vriend hem neergeslagen? Nee toch?
Vuurblad opende zijn mond om het te vragen, maar sloot hem geleidelijk toen zijn staart iets nats raakte.
SterrenClanverdomme.
・ ⋆ ・ ⠄⠂⋆ ・ ⠄⠂⋆ ・ ⠄⠂⋆ ・ ⠄⠂⋆ ・ ⠄⠂⋆ ・ ⋆ ・ ⠄⠂⋆ ・
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro