Schrijfwedstrijd schrijfwedstrijdenX
Voor de schrijfwedstrijd van schrijfwedstrijdenX
Dit is echt een heel slecht verhaal het spijt me
1032 woorden trouwens
En opeens kruisten zijn ogen de mijne. Snel draaide ik mijn hoofd weg en keek naar de grond. "Wat komt hij hier doen?" dacht ik bij mezelf.
"Hallo, mag ik naast je komen zitten?" vroeg hij.
Ik reageerde niet. Toch streek hij naast me neer, tegen de muur aan, in het donkerste, afgelegenste stukje van de school. "Ik ben Aedan."
"Oké." Ongeïnteresseerd keek ik naar hem op, terwijl de zenuwen in werkelijkheid door mijn lijf gierden. Zou hij me pijn komen doen? Of zou hij me uit willen schelden? Hoe had hij me gevonden?
"En jij?" vroeg hij na een lange stilte.
"Dat weet je toch al." Ik wendde mijn blik weer naar mijn handen.
"Dat is waar. Je bent nogal bekend op dit moment."
"Alsof ik dat niet weet."
"Rilynn Jongbloeds," proefde hij mijn naam op zijn tong. "Rilynn Jongbloeds. Eenling, aandachtshoer, faker van depressie en zelfmoordneigingen, aldus je ex-vriendinnen."
"Precies. Dus wat doe je nog hier, bij mij, met mij?"
"Waarom zou ik ze geloven?" Mijn ogen werden enorm en ik keek de jongen, Aedan, aan. "Ik geloof ze niet. Stuk voor stuk zijn het gemene trutten." Met open mond bleef ik hem aankijken.
"Ik heb er ervaring mee, weet je. Ik ken mensen die ook depressief zijn of waren, die sneden, die dood wilden. Zoiets fake je niet," vervolgde hij na een tijdje.
"Je bent de eerste die dat doorheeft en de enige die dat gelooft en denkt," stamelde ik na een tijdje.
Zijn ogen doorboorden de mijne. "Dan ben ik blijkbaar anders dan de rest. Net zoals jij."
Urenlang hebben we nog zitten praten. Aedan was echt enorm lief, een van de liefste jongens die ik ooit ontmoet heb. We hebben drie uur les overgeslagen, maar dat maakte niet uit. Hij had eindelijk voor elkaar gekregen dat ik weer iets aan iemand vertelde en iemand vertrouwde.
"Kom bij mij en mijn vrienden staan in de pauzes," bood hij aan het einde van het ellenlange gesprek aan.
"I-ik weet niet of ze dat wel zo leuk zullen vinden." Of sterker nog, ik wist het wel. Ze zouden het niet leuk vinden. Ze zouden het rot vinden. Ze zouden vragen wat hun goede vriend Aedan doet bij zo'n meisje als ik.
"Tuurlijk wel! Probeer het anders gewoon. Als je het niets vindt, kan je altijd nog weg." Behoedzaam knikte ik.
Dus zo geschiedde het. De volgende dag, in de pauze, stond ik bij hen.
De pauze was ongemakkelijk. Maar ze stuurden me niet meteen weg. Natuurlijk, ze vonden het raar. Natuurlijk, ze deden niet meteen alsof ik een van hen was. Maar in ieder geval gaven ze me een kans. En na amper een week tolereerden ze me zelfs echt.
Hoewel niemand het had zien aankomen, enkele weken later waren we onafscheidelijk. Het was ongelofelijk snel gegaan maar wij, als groep, Aedan, Kolin, Samyn, Pax, Levonto en ik, zouden niet meer uit elkaar gaan.
Iedere dag werden er nog dingen maar me geroepen als: "Sloerie, slet, aandachtshoer!"
Maar ook dat werd steeds minder. Ik was ongelofelijk goed bevriend geworden met de jongens. Eindelijk weer mensen waar ik op kon bouwen.
Hoewel het continue gevoel van angst toch niet te missen was. Ik was bang dat ze me weer zouden laten vallen. Dat ik weer gebroken zou worden.
Maandenlang waren we enorm hecht.
Totdat ik ineens een gesprek opving. Ik liep rustig door de gangen in mijn tussenuur en wilde net de hoek in de gang omslaan toen ik een stem hoorde. "Ze is verliefd op Samyn. Haar moeder is overleden." Het was de stem van Aedan. Snel drukte ik me tegen de muur. Mijn intuïtie vertelde me dat dit een belangrijk gesprek was, dat dit niet goed was en niet voor mijn oren bestemd. Het ging namelijk over mij. "Ze wil heel graag ontmaagd worden. Ze heeft me gevraagd of ik dat wil doen. Ze sliep tot haar veertiende met knuffels. Ze poetst haar tanden soms maar één keer per dag." Een schelle lach schalde door de gangen.
"Mooi verhaal. Grappig. Maar hoe weet ik dat dit waar is?" Die stem. Die stem zou ik altijd uit duizenden herkennen. Kimberly Poutala. Het populairste meisje van de school en iemand die erop gebrand leek me, na mijn ex-vriendinnen, zoveel mogelijk te kwetsen van iedereen.
Het bleef even stil en zo voorzichtig mogelijk keek ik om de hoek, waar ik Aedans rug zag. Hij had zijn arm vooruitgestoken met een telefoon en Kimberly keek er gefocust op. Waarschijnlijk liet hij haar onze Whatsapp-gesprekken lezen. De gesprekken waarin ik al die dingen had gezegd.
"Gefeliciteerd, Aedan Winters. Je hebt gelijk." Ze viste een briefje uit haar BH. Vijftig euro, zag ik na wat beter kijken. Aedan nam het aan.
Dus dit was het. Het was een weddenschap. Als ik hem dingen zou vertellen en hem zou vertrouwen zou hij geld krijgen. "Jo, kom even gang natuurkunde lokaal. Ja, ben met Kimberly. Ik heb leuk nieuws," hoorde ik Aedan zeggen in de telefoon, waarschijnlijk tegen zijn vrienden.
Tot mijn enorme verbazing was ik helemaal niet zo boos. Niet verdrietig, teleurgesteld, of wat dan ook. Ik voelde me emotieloos, maar ergens ook blij.
Langzaam liep ik de hoek om. Na enkele stappen hadden ze me door en betrapt keken ze om. "Dus dat was het. Een weddenschap," zei ik koeltjes. Vanuit de verte zie ik Kolin, Samyn, Levonto en Pax naderen.
Al snel maakte het betrapte gezicht van Aedan plaats voor een brede grijns. "Ja. Dat was het. Alles ging mij om het geld. Ik heb je nooit gemogen."
Aedans vrienden gingen achter hem staan. "Wij ook niet," zei Samyn.
"Prima."
Aedans mond viel nog net niet open van verbazing en de andere jongens zagen er ook flink omvergeblazen uit. Kimberly hield zich afzijdig en vertrok geen spier. Om eerlijk te zijn was ik net zo verbaasd als Aedan, waarschijnlijk zelfs verbaasder. Het deed me niets meer allemaal. Er stroomde geen enkele emotie meer door me heen. Ik voelde me sterk. Dat was alles. Kracht.
"Ben je niet boos, gekwetst of ontroostbaar?"
"Nee, dat zie je toch?"
"Hoezo niet?"
"Ik ben blij. Ik ben blij dat je me deze les geleerd hebt. Ik ben blij dat je me geleerd hebt dat je écht nooit iemand kan vertrouwen. Ik voel me niet meer verdrietig. Dankzij jou heb ik geleerd hoe de wereld echt is, hoe het leven echt is. En dankzij jou heb ik dat kunnen accepteren. Ik ben er al aan gewend geraakt, weet je. Dat mensen me verraden. Het doet me niets meer. Ik heb niemand nodig. Dat weet ik nu. Dat voel ik nu. Dus daar dank ik je voor, jullie allemaal. Dank voor deze les en het ga jullie goed."
En met die woorden liep ik weg, om nooit meer opnieuw een woord met hen te wisselen.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro