Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Schrijfwedstrijd IshCrow

IshCrow

Ik hoop dat het maximum niet al teveel uitmaakte hehe ik heb 3004 woorden :')

Het is trouwens echt een slecht verhaal, dit is zó niet mijn genre xD Maar ja hoop dat het goed genoeg is haha

Karaktereigenschappen: Ik zou mezelf ook opofferen voor anderen, en ik ben ook best snel jaloers hahaha

Favoriete dier: Sowieso struisvogel maar een wolf vind ik ook super gaaf dus ja vandaar

-----------

"Tora!"

Gestamp op de trap.

"Tora!"

Een geërgerd geluidje verlaat de mond van het meisje.

Hijgend komt haar moeder de kamer binnenstormen. "Tora! Je moet naar je bijbaantje! Wat doe je nog thuis!"

Tora werkt een korte blik op de tijd, bij de computer waaraan ze zit, en springt dan op. "Nee! Ik ben veel te laat! Maar bakkers wachten wel - toch? Die maakt het niets uit als iemand wat te laat is." Als een bezetene loopt ze heen en weer. Haarborstel door haar haar - want die leuke jongen heeft dezelfde werktijden als zij - schoenen aan, even naar het toilet en dan zo snel als ze kan naar de bakker racen op haar favoriete struisvogel Tilititopa.

"Sorry! Sorry! Sorry dat ik zo laat bent!" Ze ramt de deur open en rent hijgend naar binnen. Alle ogen staan op haar gericht. Inclusief de priemende grasgroene ogen van de jongen.

Snel gaat ze rechtop staan, probeert zo ingetogen als maar gaat op adem te komen en strijkt haar rokje glad.

Ogenschijnlijk beheerst loopt ze naar achteren, om haar tuniek aan te doen, maar in werkelijkheid zit haar hart in haar keel.

Niet veel later heeft ze haar plaats ingenomen aan de balie, naast de jongen. Ze veegt haar klamme handen af en trillend pakt ze het gebak dat een van de klanten besteld heeft. Vanuit haar ooghoeken volgt ze echter iedere beweging, hoe miniem ook, die de jongen maakt. Ze is totaal niet gefocust op de gebak in het zakje doen, en voordat ze het doorheeft valt het ernaast, verspreid over haar benen en de grond.

"O mijn god. Sorry, sorry, sorry," stamelt Tora. Ze voelt de groene kijkers van haar collega haar aanstaren.

Precies op dat moment komt haar baas aanlopen.

Kort richt hij zijn blik op het fiasco, waarna hij luid in zijn vingers knipt. "Tora, Logas, meekomen. Jenny, overnemen." De verlegen collega van Tora en de jongen, die blijkbaar Logas heet, neemt over.

Als hondjes lopen de twee achter hun baas aan, diep de winkel in. "Wacht hier," blaft hij.

Enkele minuten staan Tora en Logas zwijgend tegenover elkaar.

"Logas," proeft Tora ineens langzaam en intens de naam op haar tong. "Logas... zo heet je dus."

"Klopt, en jij?" Zijn heldere stem vult de ruimte. Hij strijkt een hand door zijn warrige chocoladebruine haar.

"T-T-Tora."

Logas trekt een wenkbrauw op. "Tora. Lijkt op toga. Ben je een priester?"

"Logas. Lijkt op logisch. Iets wat jij dus totaal niet bent," probeert ze de opmerking terug te kaatsen. Maar het heeft allesbehalve het gewenste effect. Logas begint traag en sarcastisch in zijn handen te klappen.

"Bravo, dat was officieel de slechtste comeback die ik in tijden gehoord heb."

Even van de kaart geslagen rolt Tora met haar ogen, waarna ze als een koppige kleuter haar armen over elkaar heen slaat en zich wegdraait. "En je bent drie jaar?" vraagt hij vervolgens dan ook honend aan haar.

Gelukkig voor Tora komt precies op dat moment Jonathan, hun baas, de ruimte ingelopen. Met een kort handgebaar maakt hij duidelijk dat ze hem moeten volgen, wat ze dan ook doen.

De kale man houdt halt voor een soort deur met codeslot, een van de enige ruimtes van de winkel die ontoegankelijk is voor de medewerkers.

Hij typt een code in en de deur springt open. Super moderne gave snufjes komen tevoorschijn. De hele ruimte is bedekt met glanzend, weerkaatsend goud; de muren, het plafond, de vloer, maar ook de kasten en laden. Beide tieners kijken hun ogen uit.

De baas draait zich om en houdt hen staande. "Jongens, ik zou normaal nooit zoiets verlangen van zulke pure, jonge, onervaren tieners, maar dit is een kwestie van leven of dood. Wij.... zijn niet wie je denkt. Dit is niet gewoon Bakker Cretes Cygane. Draai de letters maar eens om. Secret Agency, krijg je dan. Want ja, dat is wat wij zijn. Op alle mogelijke manieren proberen wij de aarde te beschermen tegen buitenaardse belagers. Jullie kennen ze wel. De Moriloïden op Mercurius, de Volingos op Venus, de Molidoktrès van Mars, de Jominaidós van Jupiter en ga zo maar door. Maar de Jominaidós en de Molidoktrès zijn aan het samenspannen tegen onze geliefde planeet. Samen zitten ze op dit moment op Mars, op plannen te broeden om de aarde over te nemen en ons te vernietigen.
Volgens een profetie zijn de enigen die hen kunnen stoppen twee tieners, een jongen en een meisje, die elkaar vaag kennen en dapper, onzelfzuchtig en wijs zijn.
Onze STW-leiders, de Save The World leiders, zijn samen gekomen voor overleg en hun keuze is gevallen op jullie. Als jullie de opdracht aannemen en deze met succes volbrengen, Tora en Logas, zullen jullie de nieuwe helden van de aarde zijn."

Tora's mond valt open. Logas hakkelt wat. Enkele minuten lang kunnen de twee niets zinnigs uitbrengen. Totdat Tora haar rug recht, en begint te praten. "Ik beschouw dit als een enorme eer en neem deze opdracht graag aan. Als u onze instructeur zou willen zijn en ons vertellen hoe we precies de aarde moeten redden, gaan wij alles doen wat in onze macht ligt dit te doen."

Na nog een paar keer als een vis op het droge zijn mond open en dicht te doen, krijgt Logas eindelijk ook geluid uit zijn mond. Het is slechts een zwakke 'j-ja', maar voor Jonathan is dat genoeg.

Enthousiast klapt hij in zijn handen, waarna hij ons voorgaat naar een andere, zwarte kamer. Er staan kledingrekken vol met dezelfde kleren.

De baas duwt een willekeurig setje in Tora's handen en vervolgens ook een in die van Logas. Braaf gaan ze de bomkleedhokjes in en doen ze hun pakken aan. Beiden hebben een strak, leren pak, perfect voor ondernemingen buiten de aarde.

Wanneer Tora het kleedhokje uitkomt staat Logas al te wachten. Hij fluit en Tora werpt hem een geërgerde blik toe.

"Kom," gebiedt Jonathan hen. Als makke lammetjes lopen ze achter hem aan.

Ze worden naar het ruimteschip gewezen en stappen erin, vergezeld door Tilititopa, Tora's struisvogel, en Unoix, Logas' wolf. Het duurt slechts twee uur voordat ze aankomen op Mars.

Tijdens de reis hebben de twee tieners elkaar beter leren kennen en hoewel Logas nogal van smerige opmerkingen lijkt te houden, vindt Tora hem verder heel aardig. En dan heeft ze het nog niet eens over zijn hémelse groene ogen met chocoladebruine haar.

Samen lopen ze over het ruwe Marsoppervlak, totdat ze ineens staande gehouden worden. Honderden Molidoktrès en Jominaidós hebben hen omsingeld. Allemaal staan ze zwaar bewapend om de twee heen. "Ik zei toch dat dit nooit goed zou gaan," fluistert Tora tegen Logas.

Deze knikt slechts, waarna hij langzaam zijn handen opheft en vervolgens zijn ogen langzaam over de menigte laat gaan. Een van de wezens brabbelt wat in een onbekende taal, waarna een andere dit herhaalt. "We gebieden jullie mee te komen. In naam van Iloridzon, koning van de Molidoktrès, heerser van Mars, beschermer van het Rijk en verhevene in de zeven universa worden jullie gevangen genomen."

Wetende dat ze geen keuze hebben, doen Tora en Logas precies zoals hen verteld heeft en ze lopen met de monstertjes mee.

Het lijkt alsof ze al uren aan het lopen zijn, wanneer ze eindelijk een immens gebouw bereiken. Het merendeel waaiert uit en betreedt het gebouw niet, maar vier Molidoktrès en vier Jominaidós begeleiden hen het gebouw in.

Uiteindelijk komen ze bij een grote troonzaal, waar, na een rode loper van zo'n twintig meter, een dik, klein wezentje zit met een kroon op zijn hoofd. Zijn gezicht staat nors en hij maakt een eigenwijze indruk. Zijn huidkleur is groen en strengen viezig haar beplakken zijn voorhoofd. Aan weerszijden staan twee bewakers met een serieuze blik. Ze kijken voor zich uit en lijken Tora en Logas niet aan te kijken, maar ze weten allebei dat dat alleen maar schijn is. Als de twee hun koning aan zouden vallen, zouden de bewakers zonder twijfelen hen allebei koelbloedig vermoorden.

Aan de kant van de linkerbewaker staat ook nog een angstig ogende, nog kleinere Molidoktrès. Een tolk, waarschijnlijk, voor koning Iloridzon. Want dat is zonder twijfel degene waar ze nu voor staan.

Hun vermoedens kloppen, komen ze snel genoeg achter, wanneer het wezentje op de troon wat buldert, en dat vervolgens vervolgd wordt door een zwakkere stem die hun taal spreekt. "Buig, voor jullie koning, stelletje armlastige akelige aardlingen. Dit is niet jullie land. En wat jullie ook doen, jullie gaan het niet overnemen. In plaats daarvan zal jullie wereld eraan gaan - want dat is ongetwijfeld wat jullie hier komen doen. Jullie hebben over de plannen gehoord, hè? En jullie denken nu dat jullie ons kunnen stoppen. Nou, dat is niet zo! Gooi ze in de cel!"

Meteen lopen de bewakers op de twee af en sleuren hen mee. Ze worden samen in één cel gegooid zonder verder overleg.

"Nou, daar zitten we dan," zegt Tora na een tijdje. "Ziet ernaar uit dat we onze missie niet volbracht hebben."

Agressief schopt Logas tegen de stenen. "Klote profetie! Ik had gewoon thuis kunnen zitten, met mijn moeder en mijn familie! Met mijn wolf en mijn warme chocolademelk, gemaakt met mijn moeders recept! Met mijn vriendin en -."

Onmiddellijk onderbreekt Tora hem. "Je hebt een vriendin?" Een stroom van jaloezie neemt bezit van haar lichaam en het arme kind moet moeite doen niet in huilen uit te barsten. Ze weet niet eens meer of ze verliefd op hem is, of hij slechts een crush is of dat ze helemaal niets voor hem voelt, maar samen met alle gebeurtenissen knapt er bij deze mededeling gewoon even iets in haar.

Een scheve grijns volgt. "Nee, maar ik wilde je reactie zien. En volgens mij is hier iemand jaloers." Hij loopt naar haar toe en pakt haar wangetjes beet, die hij vervolgens beweegt alsof ze een baby'tje is. Zuchtend draait ze zich van hem weg, waarna ze een harde klap op zijn borstkas geeft - een die hij natuurlijk weer amper voelt door die enorme laag spieren van hem.

"Hallo? Schoonheid, kom eens hier," zegt Logas ineens. Voor de tralies verschijnt een vrouwelijke Molidoktrès. Ze heeft een sierlijk oranje kleed aan dat over haar lichaam de grond gedrapeerd is. Haar wangen zijn rood gekleurd, wat samen met haar huidskleur een lelijke, bruinige kleur veroorzaakt op haar wangen.

"H-hoi, aardling," stottert ze. Blijkbaar is ze een van degenen van deze planeet die de normale aardse taal ook spreekt. Ongegeneerd begint Logas met haar te flirten. Flirtend strijkt hij langs haar hals, langs haar kaaklijn over haar wang omhoog. Tora voelt het gal oprijzen, maar ze houdt wijslijk haar mond. Ze heeft door dat het nodig is. Ze moeten hieruit zien te komen.

Gelukkig lijkt het effect te hebben wat Logas aan het doen is. Na zo'n uur met haar aan het praten en andere dingen waar Tora liever niet over na wil denken te hebben gedaan is het dan eindelijk klaar.

"Ik ga jullie hieruit krijgen," zegt het wezentje vervolgens. Haar wangen zien er verhit uit en haar lippen zijn dik.

Het creatuur - Ygritte, de dochter van de koning, heeft ze opgevangen tijdens het gesprek tussen haar en Logas, toen het nog een gesprek was - loopt weg. Logas draait zich naar haar om en werpt haar een bezorgde blik toe. Ziet ze er dan echt zo slecht uit? Ze schudt haar hoofd en kijkt van hem weg. Haar hart doet pijn. Haar lichaam doet pijn. Alles doet pijn. Het liefst zou ze gewoon terug zijn bij haar ouders en Tili, deze hele jongen vergeten en weer een normale tiener zijn die werkt bij een bakkerij en niet beter weet dan dat het ook gewoon een bakkerij is.

Enkele minuten later komt het wezentje terug. "Mijn vader is bereid met jullie te praten." Ze vist een sleutel tevoorschijn en maakt de tralies open.

"Bedankt, Ygritte! Je bent super!" strijkt Logas haar ego. Ze buigt slechts lichtjes haar hoofd, waarna ze hen voorgaat naar de troonzaal.

Het lijkt alsof ze niet weg zijn geweest. Wanneer ze de troonzaal binnenkomen, is alles er nog precies zoals het was voordat ze weggesleept werden. Alle Molidoktrès en Jominaidós, de dikke koning op zijn troon, de bewakers en de tolk, alles was hetzelfde.

De koning murmelde weer wat, waarna de tolk het onmiddellijk vertaalde, met hetzelfde zenuwachtige stemmetje als voorheen. "Buig. De koning is bereid met jullie te praten en te onderhandelen over de aarde. Zijn dochter Ygritte heeft gesmeekt voor jullie levens en om de aarde te laten voor wat het is. Zij heeft gezegd dat Mars al genoeg is voor ons en Jupiter voor de Jominaidós. Dat we niet zoveel onschuldig bloed hoeven te verspillen."

Beide tieners buigen en Logas werpt snel een glimlach naar Ygritte, die schuin voor de koning staat. Tora kijkt omlaag - ze kan het niet aan om de opgezwollen lippen van het monstertje te zien en ze is te jaloers om vriendelijk te zijn. "Dank u zeer," spreekt ze nederig. Zo snel als de tolk kan vertaalt hij het in hun taal. "Wij zijn, net zoals uw dochter, van mening dat zoveel onschuldig bloed niet vergoten zou hoeven te worden. Als u de aarde met rust laat, zullen wij u eeuwig dankbaar zijn en beloven we plechtig nooit Mars of Jupiter aan te vallen. Ook zullen we u helpen mogen de wezens van de andere planeten een van uw planeten aanvallen."

"Dat klinkt als een goede deal, maar zoiets zal niet zonder opoffering gaan," spreekt de tolk.

"Wat eist u?" Logas' stem schalt door de ruimte.

"Jullie."

Geschrokken kijkt ook Tora nu omhoog. Haar mond hangt lichtjes open, maar na enkele seconden heeft ze haar woorden weer teruggevonden. Ze rouwt erom dat ze nooit meer haar familie en vrienden terug zal zien, maar dit is haar plicht nu om de aarde te redden en ze zal rusten in haar lot - de dood. "Als dat is wat u wenst om de aarde met rust te laten, dan kunt u ons hebben."

"Niet alleen jullie, wil hij hebben. Jullie zullen sterven, jazeker, maar daarvoor gaan jullie eigenhandig jullie dier vermoorden. Dat is de wens van Zijne Koninklijke Hoogheid."

De geschrokken uitdrukking nam opnieuw Tora's gezicht over, en toen ze naar Logas keek zag ze dezelfde emoties als bij haar de overhand nemen - schrik en verdriet.

Een jankend gepiep galmde ineens door de immense zaal, gevolgd door wat kakelende, hartverscheurende geluidjes. Tilititopa en Unoix worden meegesleurd aan zware ijzeren kettingen om hun nek.

Twee bewakers lopen op Tora en Logas af en drukken hen beiden een prachtige dolk in de hand. Met een zilveren glimmend lemmet en zwart handvat, afgewerkt met prachtige gouden details. Het lemmet heeft een aparte vorm, als een vlam.

De twee dieren beginnen steeds harder te klagen en de kreten gaan door merg en been, terwijl ze steeds dichterbij de tieners gesleurd worden. "W-wat doen we?" fluistert Logas. "Ik kan Uniox niet vermoorden. Echt niet. Hij is mijn alles. Het liefst zou ik de koning vermoorden, maar dan zullen ze de aarde verwoesten, zeker als het mislukt. Maar Uniox..."

"We moeten onze taak doen, Logas. O-onze plicht. Ik-ik kan het ook niet. Maar het moet."

De tranen beginnen te stromen, eerst alleen bij Tora, maar na een tiental seconden houdt ook Logas het niet meer, ondanks dat hij zich eerst groot probeerde te houden.

"Doe het," schalt de stem van de tolk door de ruimte.

De struisvogel ligt op de grond en kijkt hulpeloos op naar Tora, die hem op de grond houdt. Zilte tranen druppen op het kopje van het dier en een verdrietig piepgeluidje ontsnapt zijn keel. Langzaam brengt Tora het lemmet dichter bij de fragiele nek. De blik van Tili verscheurt haar hart. Nee, de blik verscheurt het, stopt het vervolgens in een versnippermachine en verscheurt het vervolgens nogmaals, om het vervolgens honderd meter onder het oppervlak te begraven om nooit meer weer te zien.

Vaagjes hoort ze op de achtergrond een laatste piep van Unoix en het gesnik van Logas, maar het komt amper binnen. Ze ziet alleen Tili, degene die haar leven heeft verbetert, degene waar ze van houdt als ware het haar eigen kind. Degene zonder wie ze niet kan en alles voor haar betekent. Ze knijpt haar ogen dicht terwijl de tranen onophoudelijk blijven stromen, en drukt vervolgens de dolk door de hals. Een laatste, sudderende kreet ontsnapt haar keel voordat ze van ellende op de grond neervalt en het zwart voor haar ogen wordt.

Later wordt ze wakker, opnieuw in de cel waar ze eerder zaten. Hijgend schiet ze overeind. "T-tili," is het eerste wat ze uitbrengt. Logas, die voor de tralies zit, draait zich naar haar om en schudt zijn hoofd. Intens verdriet is het enige wat zijn ogen weerspiegelen.

Vervolgens komt prinses Ygritte weer voor hun tralies staan. Onmiddellijk wendt Tora haar ogen af. "Het spijt me. Ik kon de levens van jullie dieren niet redden. Ik kan jullie levens niet redden. De aarde zal gespaard blijven. Logas, ik hou van je." Een steek in Tora's hart volgt. "Als jullie met me mee zouden willen gaan, alsjeblieft. Jullie worden opgehangen. Ik weet het, het is een beetje ouderwets, maar hier vinden we dat fijn. Mijn vader houdt van de blik in de ogen van degenen die gaan sterven als hun nek breekt." Ze maakt wederom de tralies open en als makke lammetjes volgen ze opnieuw het prinsesje naar de troonzaal, waar nu twee galgen staan met nog geen halve meter afstand tussen de twee.

Ze worden ernaartoe begeleidt en de stroppen gaan om hun halzen. Opnieuw stromen tranen onophoudelijk uit haar ogen, net zoals bij Logas het geval is.

Ze werpen een laatste blik op elkaar en dan, precies tegelijkertijd, alsof het afgesproken is, overbruggen ze de kleine afstand tussen hen en drukken ze hun lippen op elkaar.

Ze proeven elkaars zilte tranen en begeren elkaar met zoveel passie dat ze niet wisten dat het mogelijk was.

Samen, als één, verlaten ze deze wereld wanneer de hendel overgehaald wordt en ze de zwarte duisternis invallen.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro