Hoofdstuk 4
Les 1:
Vandaag gaan we je leren zwaardvechten.
Zegt James.
Ik krijg een zwaard toegeworpen.
Ik laat hem bijna vallen, maar kan hem nog houden.
Als je nu al klunst kom je nergens. Zegt James zuchtend.
Sorry, zeg ik.
Tip: piraten zegen geen sorry! Schreeuwt James.
Ik wordt rood.
Hij rolt met zijn ogen en zegt: val me aan.
Ik recht mijn rug en maak me klaar.
Dan steek ik naar voren, maar mis hem al direct.
Voor ik het wist stond hij al achter me en gaf me een klap op mijn billen met de platte kant van het zwaard.
Au! Zeg ik. Niet doen!
De piraten lachen allemaal en ik voel nog een klap.
Ik wordt woedend en hef mijn zwaard.
Ik sla James met de platte kant op zijn buik.
Dan begint hij te slaan met zijn zwaard.
Ik duik onder zijn zwaai door.
Maar dan stopt hij voor mijn keel.
Ik slik.
Je was nu dood geweest, zegt hij.
Ik zucht en maak me weer klaar voor het volgende duel.
••••
Na een tijdje plof ik neer op een stoel.
Ik heb bijna alles verloren.
Het is me 1 keer gelukt om James te 'doden'.
Dan zie ik een beker bier staan en neem een klein slokje om te proeven.
Tot mijn grote verbazing vind ik het lekker en begin ervan te drinken.
Dat is mijn bier, zegt de kleerkast.
Hij komt binnengelopen en kijkt me aan.
Ik zet hem snel weer terug op tafel.
Hij gaat ook aan tafel zitten en begint hem snel leeg te drinken.
Ik hoorde dat je piraat wordt, zegt hij.
Ik knik.
Dat doet James anders nooit, zegt de kleerkast.
Hoe heet je eigenlijk? Vraag ik.
Brayden. Zegt hij.
Ik begin te huilen bij die naam.
Wat is er? Vraagt Brayden.
M-mijn vader heette ook Brayden.
Hij is vermoord door 1 wolf. Zeg ik verdrietig.
Ik was nog, maar 4. Ik stond erbij en kon niks doen.
Alleen het nadeel is dat hij me altijd geslagen heeft.
Ik kon niet tegen hem op.
Flashback:
Ik pak de hand van papa. Het is erg donker buiten.
We zijn op wolvenjacht.
Ze bedreigen ons dorpje.
Dan hoor ik gesnuif achter ons.
Ik kijk van schrik achterom en zie een wolf.
Ik tik op papa's schouder en hij kijkt om.
Dan valt de wolf aan.
Papa trekt zijn zwaard, maar de wolf springt op hem en bijt in zijn gezicht.
Dan zie ik hoe de wolf zijn hoofd van zijn lichaam trekt.
Ik begin hard te huilen en rennen tegelijk.
••••
Avery! Avery!
Een hand schud aan mijn arm.
Het is Brayden.
Wat? Vraag ik.
Je gaf geen antwoord.
Ik had een...eh...flashback.
Zeg ik.
O.
Dan schiet de deur open.
Het is James.
Ik kijk hem geschrokken aan.
Er is een schip. Zegt hij.
Ik sta op van vreugde.
Voor het eerst heb ik zin in het kapen van een schip.
Dan zie ik dat de bemanning aan touwen trekt. Ik zie geen doek naar beneden vallen.
Waar is het doek? Vraag ik.
Jij kan hem niet zien, omdat nog geen echte piraat bent.
Het camoufleert het schip. Zegt James.
Ik vorm een o met mijn mond en zie dat het andere schip gewoon verder vaart.
••••
We komen steeds dichterbij.
Dan botst het schip tegen ons schip.
Ik zie de bemanning over de rand hangen, om te kijken waar ze tegenaan botsten.
Dan knipt James in zijn vingers en ik hoor dat het doek oprolt.
Gelijk springt de bemanning van ons schip op het andere schip.
Ik wordt door James meegetrokken.
James?
Ja?
Ik durf niet. Zeg ik.
Hij kijkt me aan en zegt: het komt goed. Straks hebben we al het geld.
Ik knik en volg James.
Ik ren over het dek van het schip en zie een bemanningslid.
Hij richt zijn zwaard op mij.
Kom dan!! Schreeuw ik.
Hij kijkt me verbaast aan.
J-je bent een v-vrouw?
Inderdaad ja! De mooiste op aarde!
Schreeuw ik.
Dan ren ik naar hem toe en doorboor zijn borstkas met mijn zwaard.
Hij hoest en de bloedspetters vliegen in het rond.
Ik trek hem uit hem en veeg het bloed af aan zijn t-shirt.
Dan loop ik naar de reling toe.
Op een of andere manier vind ik het heerlijk om slecht te zijn.
Ik ga op de reling staan en klim via de touwen naar boven.
Zodra ik boven ben kijk ik over het hele schip.
Ik zie een bemanningslid van dit schip een kamertje in glippen.
Ik grijns en spring een stukje naar beneden.
Ik spring dan steeds verder naar beneden.
Dan spring ik op het dak van het kamertje en dan spring ik voor de deur.
Ik loop naar binnen toe en zie een bemanningslid een kist omhelzen.
Ga weg! Vuile piraat! Schreeuwt hij.
Ga zelf maar! Schreeuw ik.
Hij zegt: jij blijft van deze kist af!
Als je hem wil moet je eerst mij hebben.
Ik haal mijn schouders op en zeg: wat jij wilt.
Ik steek met mijn zwaard naar voren en
doorboor hem.
Hij valt op de grond.
Ik pak de kist en breng hem naar ons schip.
Ik laat hem vallen op het dek en zie dat de piraten de lijken van het schip over boord gooien.
Dan loop ik terug naar het gekaapte schip en zie James.
En? Vraagt hij.
Ik heb er 2 te grazen genomen. Zeg ik.
Hij geeft me een schouderklopje en zegt: goed gedaan. Voor een beginner ben je nog niet zo slecht.
Ik bloos en glimlach.
Hij ook.
Ik kuch en loop terug naar ons schip.
••••
De bemanning is allemaal weer terug.
We staan met zen allen ok de kist heen en dan loopt James naar voren.
Hij geeft een trap tegen het slot.
Het valt er gelijk af.
We gaan allemaal op onze knieën zitten en kijken hoe de deksel wordt geopend
Zodra we het openen ligt het helemaal vol met goudstukken.
We beginnen allemaal te juichen.
Ik gooi mijn hoed in de lucht.
De andere volgen mij en juichen met me mee.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro