De volgende morgen wordt ik wakker met iets warms tegen me aan.

Ik open langzaam mijn ogen en zie een gestalte tegen me aan liggen.

Mijn ogen wennen en dan zie ik dat het Daan is.

Ik schiet omhoog.

Hij wordt ook wakker.

Wat doe jij hier? Vraag ik snel.

Rustig maar. Ik heb je niks gedaan. Zegt hij.

Ik zucht en ga weer liggen.

Maar wat doe je dan hier?

Nou...eh, je oude piratenvriend heeft ons huis voor een gedeelte gesloopt.

Ik kijk hem boos aan.
Hij is geen vriend. Zeg ik.

Ik zei toch: 'oude'.

Sorry. Zeg ik zachtjes.

Hij lacht kort en zegt: je hoeft geen sorry te zeggen.

Ik wordt rood en kijk in zijn ogen.
Hij heeft blauwe ogen met lichtgrijze puntjes.

Ik kijk de hele tijd naar zijn ogen dat ik niet eens merk dat hij dichterbij is gekomen.

Ik val ik een knip uit mijn gedachten en voel dan hoe Daan zijn lippen op de mijne drukt.

Hij legt zijn hand op mijn achterhoofd en streelt mijn zijn duim over mijn haar.

Ik leg mijn armen op zijn schouders.

Hij legt zijn andere arm op mijn been.

Ik trek me na een tijdje terug.

Ik zie hoe Daan baalt.

We mogen niet te ver gaan. Zeg ik.
Daan knikt en geeft me nog een kusje en staat op.

Hij loopt naar de dozen en pakt er bapao broodjes uit.

Ik spring overeind en ren naar de magnetron.

Daan stopt er eentje in en zet de magnetron op 40 seconden.

Ik sta te popelen om ze te eten.
De 40 seconden duren veel te lang.

Als dan eindelijk de piep gaat gris ik hem snel weg uit de magnetron.

Daan kijkt me licht-geïrriteerd aan.

Ik steek mijn tong uit en pak een bordje.
Ik geef een klap op het zakje.

Ik zie hoe Daan schrikt.
Hij kijkt me met grote ogen aan.

Ik lach en laat het zakje zien.

Hij zucht en wacht dan tot zijn eten ook klaar is.

••••

Als we klaar zijn met ontbijten zeg ik:
Hoe lang moeten we hier blijven?

Totdat die piraten weg zijn. Zegt Daan.
Ze hebben het huis ingenomen.

Dat heb je niet eens gezegd. Zeg ik.

Hij kijkt me ernstig aan.
Vergeten. Zegt hij.

Ik rol met mijn ogen

Ik sta op en loop naar de kraan.
Ik was mijn bord af en pak dan ook die van Daan.

Hij gaapt en ploft op bed.

Hij drukt de tv aan en gaat tv kijken.
Ik zucht en maak snel de was af.

Ik zet het terug op hun plek en loop dan naar Daan toe.

Ik plof naast hem op het bed.

We drukken een serie aan en beginnen te kijken.

Na een paar minuutjes vind ik het al saai.

Daan. Zeg ik. Dit is saai.

Hij mompelt wat en verdwijnt weer in de serie.

Dan ben ik het zat en geef een mep op de afstandbediening.

De tv floept uit en Daan kijkt me boos aan.

Ik zei: dit is saai.

Hij zucht en drukt Netflix uit.

Hij is wat aan het zappen als ik een leuk programma zie.

Ik druk op de terug knop en zie dan het programma.

Ik begin aandachtig te kijken als Daan hem uitzet.

Daan. Zeg ik geïrriteerd.

Hij lacht en drukt me tegen zich aan.

Wij hebben ook allebei een andere mening.

••••

Als het dan nacht is hoor ik gestommel.
Ik sta op en zie dat Daan gewoon in bed ligt.

Ik loop door de kamer en pak een mes.

Dan ga ik naar de keuken en duw langzaam de deur open.

Ik zie een gestalte staan.

Ik begin te bibberen en steek het mes vooruit.

Dan loop ik de keuken in en zie een man staan.

Hij is in de laatjes aan het rommelen.

Ik stap langzaam naar voren toe en doe heel erg zachtjes.

Dan geef ik hem een mep met mijn elleboog tegen zijn achterhoofd.
Hij valt met een klap op de grond.

Ik spring bovenop hem en houd het mes tegen zijn keel.

Dan pas zie ik het gezicht.

M-maar jij b-bent... Stamel ik.

Ik sta op deins achteruit.

Avery. Rustig.

James! Weg! Gil ik.

Shjjtt. Zegt hij.

Hij komt dichterbij en duwt me tegen de muur.

L-laat me met rust. Zeg ik bang.

Hij zet mijn handen vast, zodat ik niet weg kan.

S-stop! Gil ik.
Daan! Help!

Net als ik weer wil gaan schreeuwen duwt hij zijn mond op de mijne.

Ik begin hard te bewegen om weg te komen.
Als hij dan even een pauze neemt zeg ik:
H-hou op! I-ik heb e-een ander n-nu.

Dan wordt zijn blik woedend.

Hij heft zijn hand en slaat me op mijn wang.
Ik begin te gillen.

Laat me gaan! Laat me gaan!

James duwt me stevig tegen de muur.

Hou op! Ik wil je niet meer! Gil ik.

Dan heb ik een idee.

Ik geef hem een knietje.
Hij laat me direct los en ik ren naar Daan.

Ik zie gelijk dat hij al wakker was.
Ik duik achter hem.

Hij ziet James staan.

Is dat... Ja dat is hem. Onderbreek ik Daan.

Wat wil je! Roept Daan.

Ik wil haar. Zegt James.

Je weet dat ze nu van mij is. Ze is jou speeltje niet meer.

Daan kijkt hem gewonnen aan als James een beuk uitdeelt.
Daan valt op de grond en grijpt naar zijn buik.

Ik ga naar Daan en kijk hem geschrokken aan.

Dan voel ik hoe handen om mijn middel glijden.

James tilt me op en neemt me mee naar de lift.

Ik gil en schreeuw naar Daan, die nog steeds vol pijn op de grond ligt.

Er stromen tranen over mijn wangen heen.

Ik hoor hoe de liftdeuren openschuiven.

Ik laat me maar meenemen.
Ik kan niks meer doen.

Dan val ik hard op de grond.
Ik sta op en zie hoe Daan, James bewusteloos heeft geslagen.

Ik spring in zijn armen en begin te huilen.
Wat wil hij van me? Vraag ik.

Ik weet het niet.
Maar wat ik wel weet is dat ik het niet nog een keer laat gebeuren.
Je blijft bij mij.
Zegt hij.