Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 16

Ik leg het briefje neer en loop dan naar de deur. Stiletjes sluit ik hem en ren door de hal naar de voordeur.

Ik open de voordeur en zie dat Tiner op me heeft gewacht.

We beginnen allebei te rennen naar ons schip.

••••

Zodra we er zijn haast ik me naar James zijn hut.

Ik gooi de deur open en zie hoe hij op de rand van het bed zit.

Gelijk springen de tranen in mijn ogen en ik ren naar hem toe.

Ik sla mijn armen om hem heen en begin te huilen.

Wat is er? Vraagt James geschrokken.

Ik kijk verbaasd op. Heb je me dan niet gemist? Vraag ik.

Ik snap niet wat er gebeurd is. Zegt hij.

J-je bent een paar dagen dood geweest. Zeg ik.

Zijn ogen worden groot. Dood?!

Ja. Ik heb je weer tot leven gewenst en dat is gelukt. Zeg ik.

Hij glimlacht. Dank je. Zegt hij. Ik snap alleen niet dat ik het niet gemerkt heb.

Tja, het is net als slapen. Zeg ik. Je merkt er niks van.

Hij staat op en loopt naar de deur.

Waar is de bemanning? Vraagt hij.

Ehm... Die zijn allemaal dood. Zeg ik. Hij schrikt een beetje. Nou eigenlijk niet allemaal, want ik leef nog en Tiner.

Wie is Tiner? Vraagt hij.

Een bemanningslid. Zeg ik. Hij was gewond, maar hij leeft nog.

Dus iedereen is meegenomen door Habo? Vraagt James.

Ja. Alleen ik en Tiner niet. Zeg ik.

Hij zucht. Dan kunnen we weer opzoek naar nieuwe bemanning. Zegt hij.

Hij legt zijn handen op zijn gezicht.

Ik zal je even voorstellen aan Tiner. Zeg ik.

Ik loop naar buiten en zie dat Tiner tegen paal staat te wachten.

Zijn ogen worden groot als hij ziet dat James uit de hut komt lopen.

Je-je leeft? Vraagt hij verbaast.

Hij knikt. We moeten maar weer nieuwe bemanning zoeken. Zegt hij.

Ik denk dat ik weet hoe we dat moeten doen. Zeg ik.

Hoe dan? Vraagt James in koor met Tiner.

Zodra we bij een eiland zijn kunnen we meisjes kapen. Dan nemen we ook mannen mee en die kunnen dan onze bemanning worden. Zeg ik.

James legt zijn armen over elkaar. Denk je dat je een man mee kan nemen? Vraagt hij.

Niet ik, maar jullie. Ik zorg dan wel voor de meiden. Zeg ik.

Hij haalt zijn schouders op en loopt naar het stuur. Hij geeft er een flinke zwengel aan en het schip gaat als een speedboot naar voren.

Ik moet me nog snel aan de reling vasthouden anders lag ik nu op de grond.

Gelijk zie ik land in zicht. Land in zicht! Schreeuw ik.

Ik zie dat Tiner naar James loopt. Hij vraagt:

Hoe ver ben je gevaren doordat het schip zo snel ging?

Ongeveer een paar kilometer. Zegt James.

Mijn ogen worden groot. Een paar kilometer?! Zeg ik.

Hij knikt.

Dan voel ik een bonk en we vallen bijna allemaal. James kan nog op zijn voeten blijven staan.

Zandbank! Schreeuwt James over het hele schip.

James komt dan naar met toe gelopen. W-wil je....ehm.... Stottert hij.

Wat wil ik? Vraag ik nieuwsgierig.

Wil je m-mijn vriendin zijn? Vraagt hij.

Direct gaat er een plaag van vlinders in mijn buik borrelen.

D-dat was ik toch al? Vraag ik. Ik grijns.

Nou, ik had het nog niet officieel gevraagd en....

Ik onderbreek hem door hem naar mij toe te trekken. Ik duw mijn gezicht naar voren en zoen hem.

Hij legt zijn armen om mij heen en ik mijn handen om zijn nek.

He, tortelduifjes! Schreeuwt Tiner. De roeiboot staat klaar! (eigenlijk is het een sloep, maar ik zeg steeds roeiboot.)

Ik trek me terug en zucht. James tettert naar Tiner: We waren bezig!

Tiner lacht en ik ook.

James pakt mijn hand en loopt naar de roeiboot. We stappen in en gaan zitten.

Tiner pakt de peddels en begint te roeien.


Ik ben zo van de wereld dat ik niet merk dat we al bij het eiland zijn aangekomen.

Ik wordt uit mijn gedachten gezogen door een hand die me omhoog trekt.

Aarde van Avery. Zegt James.

Ik wordt rood. Sorry. Zeg ik.

James lacht en laat me los.

Je weet dat piraten geen sorry zeggen he? Zegt James.

Ik wordt nog roder.

Hij lacht en wenkt me dat ik uit de boot moet komen.

Ik stap eruit en zet mijn voeten in het zand.

Bij de eerste stap wordt mijn lichaam vol gezogen met herinneringen.

Ik, die opzoek is naar mijn agenda, en snel naar Ashley (BFF) moet.

Zij, die blij is dat ik veilig ben.

Ik, die bang in mijn kamer zit en wordt meegenomen door een piraat.

Mijn gedachten zijn klaar en in een klap zie ik dat dit mijn thuis is.

Nee! Schreeuw ik. Ik ren naar de roeiboot en stap in. Voordat ik de peddels kan pakken houdt James me tegen.

Wat is er? Vraagt hij bezorgd.

Zie je dat dan niet?! Schreeuw ik. Ik begin te huilen. Dit is mijn thuis! Schreeuw ik.

James ogen worden groot.

Avery. Je hebt geen andere keus. Zegt James. Je moet wel als je een piraat bent.

Ik zucht van verdriet en sta op.

Trouwens, begin ik, jullie hebben alle meisjes al meegenomen.

Nee. Zegt James. We nemen er altijd 10 mee en de rest heeft geluk gehad. Vandaag nemen we weer 10 meiden mee.

Langzaam zet ik mijn voeten weer in het zand. Ik adem diep in en haal de piraat in mij naar boven.

Dan neem ik een sprintje en ga naar een huis. Ik schop de deur open en ren naar de woonkamer. Er zit een meid in van 19 met haar echtgenoot op de bank. Ze heeft een baby in haar armen.

Gelijk gaat er een ongelukkig gevoel door me heen.

Dan schud ik mijn hoofd en loop op haar af. Ik pak de baby af en duw hem in de man zijn armen.

Hij wil opstaan en mij wurgen maar ik richt mijn zwaard op hem.

Ik pak de vrouw en gooi haar over mijn schouder. (nooit gedacht dat ik zo sterk zou zijn)

Ze schreeuwt en schopt maar ik ren naar de roeiboot.

Ik gooi haar er met een smak in en zie dat James en Tiner ook met een paar meiden komen.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro