Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 6: Ontsnappen

Lieve lezers,

Omdat ik vandaag jarig ben, heb ik nog een hoofdstuk geschreven.  

Enjoy!

xxx Me

**********************************************************************************

Ik rommel snel nog met het laatste slot van Bo en open de deur. Daarna draai ik me om en kijk iedereen aan. Het is erg vreemd om nu iedereen te zien dan alleen hun stemmen te horen.

"En nu?" vraagt Bo paniekerig.

"Er is een trap naar beneden. Daar is de uitgang alleen er is één probleem. Daar zitten die monsters. We moeten...", zeg ik benauwd en durf niet het laatste woord uit te spreken.

"Ze overmeesteren", zegt Milas.

"Ja. We moeten ze overmeesteren en dat moeten we met z'n allen doen", zeg ik en iedereen knikt.

"Pak alles wat je mee kan nemen als wapen en misschien kan Milas voorop lopen?" vraagt Adira en kijkt met grote ogen naar Milas.

"Uwm... oké dan", slikt Milas.

"Voordat we nu gaan, wat waren ze van plan met ons te doen?" vraagt Chane.

"Dat wil je liever niet weten. Laten we maar eerst dit verschrikkelijke huis, bunker, kerker wat het ook moet zijn, verlaten", zeg ik en bal mijn handen tot vuisten, klaar om te vechten.

Met Milas voorop, lopen we zachtjes naar de kamer met de trap.

In de kamer staat één stoel.

"Laten we dit meenemen als wapen?" vraagt Bo vragend aan mij.

"Ja. Dat is goed. We hebben verder geen andere wapens dus moeten het maar met de stoel en de armband doen."

Met z'n allen lopen we zachtjes naar beneden. De geur van bedorven vis dringt mijn neus binnen en ik kan wel overgeven. Het stinkt hier verschrikkelijk.

De trap leidt ons verder naar beneden en we komen weer in een gang terecht. Daar zijn maar drie deuren. Eén deur staat half open.

Achter die deur hoor je de stemmen van de oude vrouw en de man.

"Laten we maar niet vechten maar naar de uitgang gaan", fluister ik zacht.

Iedereen knikt en we lopen naar een andere deur.

Milas opent de deur en we zien een keuken. De keuken staat vol met potten en pannen. Het stinkt er verschrikkelijk naar rotte eieren en ik zie allerlei insecten rondvliegen.

Snel doet Milas de deur weer dicht. We kijken allemaal naar de laatste deur en we lopen er snel en zo zacht mogelijk naartoe.

Milas probeert de deur open te maken maar de deur zit op slot. Ik haal de kapotte armband tevoorschijn en begin weer te rommelen met het slot.

Ineens gaat het slot open en ik schrik want ik was het niet.

De deur gaat open en ik zie een grote brede man met een grote snor staan.

"Wat?" zegt hij als hij ons ziet en zijn ogen worden groot.

Wat er toen gebeurde ging zo snel dat ik het bijna niet kon volgen. De man begint te schreeuwen en we horen achter ons de deur verder open gaan. Zware voetstappen hoor ik achter me en komen steeds dichterbij. De man haalt iets uit zijn zak en mijn ogen worden nog groter. In een flits van een seconde steekt hij iets naar Adira en ze valt als een standbeeld naar voren.

Een taser, denk ik en Milas, Bo en Chane springen op de man. De man valt naar achteren door het zware gewicht.

"Rennen", schreeuwt Milas in mijn oor en ik spring over de man en ren naar buiten toe de duisternis in. Milas rent achter me aan en haalt me in. Bo, Chane hoor ik ook wegrennen.
Overal om me heen zijn bomen. Zo snel we kunnen rennen we verder en verder het bos in.

Ik kijk nog even achterom en zie dat Adira in een houdgreep is genomen door de oude man.

Een schuldgevoel voel ik opkomen en ren verder. We kunnen nu niks doen voor Adira. Anders worden we weer gevangen genomen. We moeten zo snel mogelijk hulp halen voor haar. Dat is het enige wat we kunnen doen.

Overal om me heen zijn bomen. Hoe verder ik ren hoe meer bomen er komen. De maan schijnt als enige lichtbron op de bomen.

Milas rent maar verder en verder het diepe bos in. We weten niet waar we zijn maar we weten wel dat we hier zo snel mogelijk weg moeten komen. Uit dit bos en zo ver mogelijk van die monsters.

"Leona?"

"Ja, ik ben achter je", schreeuw ik tegen Milas en we blijven maar rennen. Ineens blijft Milas staan en we horen water stromen.

Een rivier, zegt een stem in mijn hoofd.

"We moeten naar de rivier", roept Milas snel.

Achter ons hoor ik de oude man onze namen schreeuwen en mijn nekharen gaan overeind staan.

Ineens zie ik in de verte een open plek en we rennen daar naartoe. Milas stopt met rennen wanneer we bij de open plek komen.

Ik kan bijna niet meer ademen door het rennen en mijn hart klopt in mijn keel.

Voor ons is een waterval en zo'n dertig meter onder ons stroomt de rivier.

Ik slik moeizaam.

"Nee, dit... Dit kan ik niet", zeg ik benauwd.

"Doe je ogen open", fluistert Milas zacht in mijn oor en ik doe mijn ogen open.

Ik kijk diep in twee lichtblauwe ogen en zijn hand wikkelt zich om die van mij.

"Ik tel tot drie en dan springen we", zegt hij snel.

"1...2...3!" We springen tegelijk naar voren en op dat moment weergalmt er een kanonschot door de lucht. Mijn adem stokt en we vallen naar beneden. Water slaat om me heen en zijn hand glipte weg uit die van mij.

"Neeee", schreeuw ik zo hard en water stroomt mijn mond binnen en zwarte vlekken verschijnen voor mijn ogen.

Het laatste wat ik zie zijn de lichtstralen van de maan die door het water heen schijnt en een silhouet dat boven me verschijnt. 

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro