Hoofdstuk 8
Ik word wakker van een harde gil. Ik zit direct rechtop in bed en kijk bang om me heen. Die gil komt me bekend voor... Lieke!
'Evert... Er is iemand bij Lieke!' zeg ik zacht en schud Evert heen en weer om hem wakker te krijgen.
'Hmm... Wat?' Hij kijkt mij nog slaperig aan.
'Er is iemand bij Lieke...' zeg ik bang. Direct zit hij rechtop in bed.
'Laten we naar haar toe gaan,' zegt hij. Ik knik en pak mijn pistool uit het laatje van het nachtkastje naast het bed. Ik zie dat Evert hetzelfde doet maar dan aan zijn kant van het bed. Ik grinnik en stap uit bed. Evert stapt ook uit bed en we lopen naar Lieke's kamer. Ik gooi de deur open, maar zie niemand in de kamer. Helemaal niemand.
'Lieke is weg!' Ik krijg tranen in mijn ogen. Ik had sneller moeten zijn. Het is mijn schuld. Het is allemaal mijn schuld. Het is mijn schuld dat ze weg is. Het is mijn schuld dat ik zo'n slechte moeder voor Lieke ben.
'We vinden haar wel, Fen,' zegt Evert geruststellend. Ik weet het zo net nog niet.
'Ik bel Lies,' zeg ik en pak mijn telefoon. Nu maar hopen dat Liselotte geen nieuw telefoonnummer heeft gekregen in die 4 jaar. Ik glimlach als ze opneemt.
L = Liselotte
F = Fenna
L: Met Liselotte.
F: Kan je naar Evert's huis toekomen? Mijn dochter is ontvoerd...
L: Ik kom er direct aan.
Dan hang ik op en wend me weer tot Evert. De tranen lopen ondertussen over mijn wangen.
'Ik ben zo bang dat haar iets overkomt... Ik ben een slechte moeder voor haar!' zeg ik snikkend. Evert schud zijn hoofd en slaat zijn armen om mij heen. Ik laat mijn hoofd rusten tegen zijn borst aan en laat de tranen de vrije loop.
'Je bent juist een hele goede moeder voor Lieke. Jullie band is echt heel sterk,' zegt Evert zacht en hij wrijft over mijn rug. Het geeft een geruststellend gevoel en niet veel later zijn mijn tranen op.
'Ik moet haar vinden...' Ik kijk Evert recht in zijn ogen aan.
'We gaan haar vinden, beloofd.'
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro