'Misschien kunnen we één van z'n vrienden spreken? Misschien weten zij waar Floris is,' stelt Liselotte voor. Ik knik instemmend. Eén van de vrienden van Floris zit namelijk nog in de gevangenis. Die zal binnenkort wel worden vrijgelaten.

'Goed idee. Ga direct naar de gevangenis toe en spreek die vriend. Hoe sneller we Lieke terugvinden, hoe beter,' zegt Carla. Ik knik en kijk Carla na als ze naar haar kantoor loopt. Ik weet dat ze gaat bellen met de officier om een huiszoekingsbevel te regelen in het huis van Floris. 

'Lies, wil jij met mij meegaan?' stel ik voor aan Liselotte. Precies op dat moment komt Carla haar kantoor weer uitlopen.

'Bram, Evert, ik wil dat jullie naar het huis van Floris toegaan. Hier is jullie huiszoekingsbevel,' zegt ze en ze geeft een formulier met daarop het huiszoekingsbevel aan Bram en Evert. Ze knikken, pakken hun jas en lopen het bureau uit.

'Wij gaan naar die vriend van Floris.' Het doet me zelfs pijn om zijn naam uit te spreken. 

'Is goed. Doe voorzichtig,' waarschuwt Carla ons. Liselotte en ik knikken allebei. Dan gaan we op weg naar de gevangenis. Eenmaal bij de gevangenis aangekomen vragen we naar de cel van Theo, de vriend van Floris. Een man loopt met ons mee naar zijn cel. We mogen naar binnen in de cel, maar wel met een bewaker erbij zodat ze er zeker van kunnen zijn dat Theo ons niks aandoet. Hij is namelijk nogal gevaarlijk. Hij heeft een moord gepleegd in opdracht van Floris Hoeken.