15.

De olympische spelen was voorbij. Het was een teleurstellend toernooi geweest voor Daniëlle. Nederland werd door Amerika uitgeschakeld in de kwartfinale. Daniëlle baalde ervan. Nog nooit was Nederland zo dichtbij een overwinning geweest tegen Amerika.

Veel tijd om te balen had Daniëlle niet want de voorbereidingen voor het nieuwe seizoen gingen beginnen. Ze had twee weken na de uitschakeling vakantie gehad om even op te laden maar nu ging het seizoen toch echt weer beginnen.

Het werd een nieuwe start voor Daniëlle. Na zes jaar in Londen te hebben gewoond was het flink wennen in Frankrijk. Frans was een lastige taal en de meeste inwoners spraken geen Engels.

Op voetbalgebied was het ook wennen. Lyon was een hele andere club dan Arsenal. De Fransen speelden feller en sneller. Het was een echte topploeg met sterspeelsters uit verschillende landen. Ondanks ze het erg naar haar zin had in Frankrijk mistte Daniëlle Arsenal wel. Ze had het erg naar haar zin gehad bij haar oude club en ze mistte haar teamgenoten.

Ook was het wennen dat ze nu alleen woonde. Toen ze nog in Engeland woonde leefde ze samen met Beth en Sira. Nu had ze een appartement voor haarzelf. Het was best eenzaam. Gelukkig was ze overdag niet veel thuis omdat ze dan moest werken maar s'avonds voelde ze zich toch wel vaak alleen. Ze moest voor haar zelf koken en ze had niet om mee te kletsen.

De deurbel ging. Daniëlle stond op van de bank en ze liep naar de voordeur. Ze opende de deur en in de deuropening stond een wat oudere man. Hij had een petje op en glimlachte vriendelijk naar haar.

'Bonjour.' Op haar beste Frans begroette Daniëlle de meneer. De meneer begon in het Frans tegen haar te praten. Daniëlle luisterde naar wat hij te zeggen had maar ze had geen idee wat hij zei. De man bleef maar door ratelen. Daniëlle onderbrak hem.

'Meneer, kunt u Engels praten? Ik versta geen Frans.'

De man bleef doorpraten en had echt geen idee wat ze moest doen. Ze wou niet onbeleefd zijn maar hier kon ze ook niks mee.

Daniëlle pakte haar telefoon uit haar broekzak en ze opende Google translate. 'Kunt u hier even intypen wat u zegt?'

Ze wou de man haar telefoon geven maar precies op dat moment werd ze gebeld. Met Daniëlle.' Ze hield de telefoon tegen haar oor aan. 'Hey Daan.' De stem van haar zusje klonk aan de andere kant van de telefoon. 'Sira, kan je mij later terugbellen? Je belt echt op een heel onhandig moment.'

'Hoezo? Wat ben je aan het doen dan?' Vroeg Sira. 'Er staat hier een meneer voor de deur en hij is al minstens vijf minuten tegen mij aan het praten in het Frans en ik heb echt geen idee wat hij zegt.' Vertelde Daniëlle.

'Klinkt gezellig. Ik ben net klaar met trainen. We hebben aankomende vrijdag onze eerste wedstrijd van het seizoen tegen ADO den Haag.'

'Spannend. Denk je dat je speelt?'

Daniëlle gebaarde naar de man die voor haar deur stond dat ze aan de telefoon was maar de man ging gewoon door met praten in het Frans. 'Ik hoor hem praten.' Sira giechelde. 'Het is verschrikkelijk. Misschien moet ik de deur maar gewoon dichtgooien.' Zei Daniëlle kijkend naar de man.

Daniëlle twijfelde even maar ze sloot toch maar de voordeur. Het leek er niet op dat de meneer anders zou stoppen met praten.

'Ik denk trouwens niet dat ik in de basis sta aankomende vrijdag. Ik ben nog steeds te sloom.' Vertelde Sira. 'He, wat had ik daar nou over gezegd? Je bent niet sloom. Je hebt gewoon wat meer tijd nodig om te wennen en dat mag he. Kijk waar je vandaan komt.'

'Dat weet ik maar ik ben bang om op de bank te zitten. Straks kom ik er nooit vanaf. Is het erg saai om toe te kijken?'

'Ja.'

'Daaaaaan.'

'Ja, wat? Ik geef antwoord op je vraag.' Verdedigde Daniëlle zich. 'Ja, maar je hoort iets te zeggen wat me gerust stelt. Wat nou als ik heel het seizoen op de bank zit?'

'Dat zit je niet. Dit is pas de eerste wedstrijd van het seizoen. Het is logisch dat de trainer voor de meest fitte speelsters gaat. De eerste wedstrijden zijn ideaal om je basiselftal te vormen. Ik weet zeker dat als je hard door blijft trainen jij bij die basis elf zit. Misschien niet vrijdag maar het seizoen is nog lang. Er kan veel gebeuren in seizoen.'

'Thanks Daan. Dat stelt me een beetje gerust.'

'Geen probleem. Ik ben trots op je Sier.'

'Ik ook op jou.'

'Love you.'

'Love you to.'