Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 6 - Madelyn

Bij het aantrekken van het pak had Madelyn geen hulp nodig gehad. De pijpen waren iets te lang, de mouwen wat te kort en het lijfje iets te strak rond haar borsten, maar op zich was het een vrij schuifbare stof, een beetje kietelend, maar niet oncomfortabel.

Rowan had haar wel met veel plezier uitgelachen toen hij haar had zien worstelen met de goed aan het zicht onttrokken sluitingen van de rug. Ze kon er prima bij met haar hyperflexibele schouders, maar het lijfje zat zo strak dat ze bang was dat het zou scheuren als ze haar armen te veel bewoog. Pas nadat ze haar beste vriend er op haar knieën om had gesmeekt, had hij haar ermee geholpen. Gelukkig gaf de stof goed mee en had ze niet te veel problemen meer toen de rug eindelijk gesloten was.

Vervolgens ging ze aan de slag met de handschoenen. Ze waren gemaakt van eenzelfde zwarte stof, die wel wat weg had van leer, maar het toch niet was. Over de achterkant van de hand liepen donkerblauwe aders, die lichtjes in een helderrode kleur begonnen te pulseren toen ze de handschoenen aantrok en ze bevestigde aan de daarvoor voorziene haakjes bij de polsen van haar mouwen. Gelukkig waren de handschoenen lang genoeg om het tekort aan mouw bij haar polsen te overbruggen.

Schoenen waren er niet bij geleverd, maar na enig zoekwerk van Rowan in haar schoenenkast, stak ze haar voeten in twee donkergrijze sportschoenen. Ze zou al een belachelijke helm dragen, daar hoefde geen opvallend schoeisel bij, had hij haar gezegd en daar had ze hem gelijk in gegeven.

Haar blonde haren had ze gelukkig al in twee vlechten gevlochten voor ze het pak had aangetrokken. Haar armen lang omhoog houden, om het nadien nog te doen, was geen optie geweest, en haar kapsel liet ze liever niet in handen van Rowan.

Terwijl ze zichzelf bekeek in de lange spiegel in haar slaapkamer, concludeerde ze dat dit echt niet zomaar een Halloween kostuum was. Het zag er veel te duur uit, met de lichtjes in de handschoenen en de speciale stof, en dan had ze de helm nog niet degelijk bekeken. Bovendien had het hele pak een lichte, blauwe schijn gekregen, zodra alles op de goede plekken was aangesloten.

Haar beste vriend kwam naast haar staan, met een ondeugende grijns op zijn gezicht. 'Ziet er goed uit, Mads. Heel sexy. Nu de helm nog.' Hij hield het ding omhoog met beide handen en maakte aanstalten het op haar hoofd te zetten.

Snel dook ze de andere kant op, zich een kwart slag draaiend zodat ze naar hem toestond, armen voor zich uitgestoken.

Hij rolde met zijn ogen, maar legde de helm in haar handen. Het was meteen een serieus gewicht dat op haar vingers viel, maar ze liet hem niet vallen, net niet. Het was geen levensechte versie van een drakenhoofd, niet zo'n masker dat je zomaar kon bestellen. Het had wel iets geanimeerd, met de gesloten, vrij platte snuit en de opvallende rode kleuren. Ook de helm was geaccentueerd met lichtblauw en had een vreemde glans, alsof het materiaal voortdurend in beweging was.

'Komt er nog wat van?' vroeg Rowan plagend. Hij had inmiddels zijn armen alweer over elkaar geslagen en leunde tegen haar kledingkast. Schaamteloos bekeek hij haar van top tot teen, wachtend tot ze de helm zou opzetten.

Ze stak haar tong naar hem uit. Vervolgens draaide ze zich van hem weg, zodat ze recht voor de spiegel stond. Zo voorzichtig als ze kon, bracht ze de helm tot boven haar hoofd. Een klein deeltje van haar was bang dat de helm niet zou passen, dat hij ergens halverwege haar hoofd zou blijven steken of er niet meer af zou kunnen nadien. Waar was ze aan begonnen?

Uiteindelijk viel het goed mee - voor zover dat kon met een helm van twee kilo, waar ze bijna niets door zag en haast geen lucht in kreeg. Ze besloot hem toch uit te laten tot het echt niet meer anders kon. Anders zou ze onderweg naar het plein al met ademhalingsproblemen komen te zitten.

-

Om half zeven was het al compleet donker buiten. De straatverlichting brandde al sinds vijf en verlichtte de weg net genoeg. Vandaag waren er wel sterren te zien. Madelyn probeerde ze te tellen door het panoramisch dak van Rowans auto. Tien, twintig, veertig, tel kwijt. Tien, twintig, dertig, tel kwijt. Bij iedere ster die ze telde, tikte haar vinger op haar been, rusteloos. Haar voet tikte op hetzelfde tempo tegen de helm die bij haar voeten lag.

'Relax een beetje, Maddie,' had haar beste vriend al zeker tien keer gezegd sinds ze vertrokken waren. Daar had ze geen enkele keer een antwoord op gegeven. 

Toen ze geparkeerd stonden, anderhalve straat van het plein af, pakte hij haar handen in de zijne en keek hij haar aan. 'Het komt wel goed. Ik ben hier, klaar om je te komen redden moest dat nodig zijn,' hij grijnsde scheef en hield haar handen omhoog, 'en onderschat de kracht van die handjes van je niet.'

Ze rolde met haar ogen. 'Niet grappig. Anders moet jij maar in mijn plaats gaan.' Ze liet zijn handen los en pakte de helm weg bij haar voeten. 'Je bent toch zo goed als in het zwart gekleed en veel hersenen zitten er niet in dat hoofd van je, dus die helm moet ook wel passen.'

Rowan legde gemaakt geschokt een hand op zijn hart en opende zijn mond. 'Auw, die deed pijn.'

Madelyn gaf hem met een brede glimlach een schouderklopje en zei: 'Je komt er wel overheen.'

Vervolgens hielp hij haar de helm recht op haar hoofd te zetten en de stukjes van haar vlechten die er onderuit staken, weg te steken. Ze merkte meteen wat voor een groot verschil in zicht en gehoor het was. Opzij kijken was geen optie meer zonder haar hoofd te draaien. Er waren twee gaatjes gemaakt ongeveer waar haar ogen zaten, maar ze waren niet bepaald groot. Idem wat haar oren betrof. Waar haar mond zat waren meerdere gaatjes gemaakt, maar het grootste gedeelte werd bedekt door een stemvervormer.

'Respect voor de persoon van wie dit pak is.' Ze wiebelde wat met haar hoofd, testend of haar nek het zou kunnen uithouden.

'Ik denk in ieder geval niet dat het gemaakt is om veel in te bewegen,' zei Rowan. Hij keek op zijn horloge. 'Tijd om te vertrekken.' 

Ze rilde onwillekeurig en controleerde met een vlugge armbeweging of haar telefoon nog stak waar ze hem gelaten had. Daarna legde ze haar hand op de deurklink. Voor ze het portier kon openen, pakte haar beste vriend nog haar andere hand vast en drukte hij er een kusje op. 'Voor goed geluk,' zei hij. 'Niet doodgaan.'

Toen ze uitgestapt was, na haar hoofd in allerlei vreemde bochten te hebben gewrongen, zei ze nog: 'Als je me ook maar iets hoort zeggen wat niet normaal is, kom je me redden, oké?'

Hij knikte en stak zijn telefoon op. 'Meteen. Beloofd.'

Nadat Madelyn het portier had dichtgegooid, bleef ze nog even staan. De wind blies koud in haar nek, het dunne streepje huid dat niet bedekt was. Ze rilde kort, waarna ze in beweging kwam. Niets om bang voor te zijn, hield ze zichzelf voor.

De eerste paar huizen waar ze voorbij kwam zagen er nog levendig uit. Lichten brandden achter de gordijnen, gelach klonk uit de tuinen. Hoe dichter ze bij het plein kwam, hoe meer ramen er dichtgespijkerd zaten en hoe minder straatverlichtingen nog werkten.

Madelyn was nog maar één keer in dit deel van de stad geweest. Eén keer, toen Raine haar mee naar het plein had genomen. 'Het is een stukje van mijn geschiedenis,' had ze gezegd. 'Iedereen is bang dat hier nog geesten van mutanten rondzwerven, juist daarom is het mijn lievelingsplek. Hier kan ik gewoon een mutant zijn, niemand kijkt ervan op.' Diezelfde dag had haar vriendin haar ook voor het eerst verteld over haar gaven, meer over het stukje dat ze ervan kende. Ze kon er vrij weinig mee, had ze gezegd, maar genoeg om de overheid mee van dienst te zijn.

Het plein zag er nu, in het donker, nog precies hetzelfde uit als zoveel maanden eerder. De tegels stonden in bochten, de ene al wat meer omhoog dan de andere, de meeste bankjes waren kapot of beklad met graffiti en de fontein in het midden van het plein zag bruin van het opgedroogd bloed. Aan de rand van het plein, bij een bankje waar een tag op achtergelaten was, bleef ze staan. Haar handen zette ze op de rugleuning, terwijl ze haar hoofd draaide om de omgeving af te scannen naar iets of iemand verdacht.

'Nog niets te zien,' fluisterde ze, bedoeld voor Rowan. Ze hoopte maar dat het duidelijk was door de helm en de stemvervormer. Waarom die laatste er precies in zat, was voor haar nog niet duidelijk. Niet voor het eerst vroeg ze zich af van wie die outfit eigenlijk was en wat die persoon er dan mee deed. Misschien kwam het wel uit één of andere film die ze niet kende, was het een replica of zoiets.

Hoeveel tijd er verstreek zonder dat er iets gebeurde, wist ze niet, maar ze wist wel dat het op haar zenuwen begon te werken. Het werd steeds kouder en meer en meer wolken begonnen de sterren te bedekken.

Net toen ze beslist had niet langer meer te wachten, klonken er schoten in de verte, gevolgd door onduidelijk geschreeuw. Ze bevroor. Was dit waarvoor ze naar hier was gekomen?

Een alarm ging af. Haar benen kwamen in beweging. Ze zou gewoon het geluid volgen en dan wel zien wat er moest gebeuren. Dat was een goed plan. Zo zou ze echt niet vermoord worden in een donker steegje.

Meer geweerschoten klonken, dichterbij dit keer.

'Rowan, dit is misschien het moment om in actie te komen,' zei ze op haar luidst mogelijke fluistertoon. Ze hoopte maar dat hij haar gehoord had.

Zo snel als haar voeten haar wilden dragen, liep ze de straat door. Ze had geen idee meer waar ze was, maar de roepende stemmen en schreeuwende alarmsystemen gaven haar richting aan.

Voor een supermarkt kwam ze tot stilstand. Een al wat oudere vrouw lag bewusteloos op de grond, handtas leeg bij haar voeten. Madelyn had geen tijd om te checken of de vrouw nog ademde, maar ze riep wel dat de hulpdiensten gebeld moesten worden. In de winkel was het donker, op rode draailichten na. Het raam was ingeslagen, maar er was niemand meer binnen.

Verderop ging het alarm van een auto af. Ze draaide haar hoofd, maar voor ze iemand gezien had, hoorde ze een nieuw schot en vloog ze naar achter. Haar hoofd raakte de grond, maar de helm ving de meeste schokken op. Haar hand gleed naar haar middenrif, waar het pijn deed. Er zat geen gat in het pak. De kogel was er niet door geraakt. Hopend dat dat betekende dat het hele pak zulke bescherming had, krabbelde ze recht en spurtte ze naar de auto.

Het waren twee personen, zag ze nu. Beiden met een slechtgemaakte bivakmuts en een paniekerige uitdrukking. De dief achter het stuur was aan het knoeien met het starten, terwijl zijn partner dingen aan het schreeuwen was. Ze was bijna bij hen. Zo moeilijk kon het toch niet zijn om iemand buiten bewustzijn te slaan?

De auto begon vooruit te hobbelen, alsof de koppeling te snel was losgelaten. Madelyn kon niet anders dan er zachtjes om lachen. Nog voor de auto weer tot stilstand was gekomen, rukte ze het voorportier al open. Ze rekte haar vingers, hield haar hoofd scheef, terwijl de man zijn geweer op haar richtte en schoot. De kogel bonsde tegen de plaats waar haar hart zat, maar drong niet door de stof heen. Gebruikmakend van de schok, greep ze de man bij de kraag en sloeg ze zijn hoofd met al haar kracht tegen de klep. Hij viel er niet bij neer. Zijn partner was inmiddels uitgestapt en schoot nog een keer. Ditmaal voelde ze het zelfs niet eens. Maddie sloeg de eerste man nog eens vooruit. Nu verloor hij wel het bewustzijn. Eén neer, één te gaan.

Ze kwam recht, strekte en plooide haar vingers nog een keertje en rolde haar schouders. De tweede man had het hazenpad gekozen, maar ver was hij nog niet geraakt. Madelyn was plots heel blij dat ze vaak voor een ochtendjog ging. Ze waren nog niet aan het einde van de straat toen ze de dief had ingehaald. Hij keek opzij en zij keek hem recht aan, terwijl ze haar voet uitstak en hem liet struikelen. Toen hij niet meer rechtkwam, wreef ze haar handen over elkaar.

'Ik zie dat je het alleen prima afkan,' grijnsde Rowan vanuit de schaduwen aan de overkant van de straat.

Ze liet haar schouders zakken en boog voorover om op adem te komen. 'Waar ben jij zolang-'

Het geluid van de eerste sirenes snoerde haar de mond. Ze spurtte naar de overkant en greep Rowan bij de hand, hem aansporend het op een lopen te zetten. 'Ik vertel je alles wel in de auto, maar ik denk dat we hier nu beter weggaan. Ik krijg liever geen vragen over mijn vreemde uitrusting.'

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro