Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 5 - Madelyn

Het was een kort briefje geweest dat in de brievenbus had gezeten. Een briefje van hetzelfde formaat en getypt in hetzelfde lettertype als de briefjes die bij haar geheimzinnig cadeau hadden gezeten.

19:00 morgen, plein van de eerste moord, doe het pak aan, had erop gestaan. Dat zou ze niet snel vergeten.

Terwijl haar hart een slag had overgeslagen, had ze het kaartje in haar zak gestoken, om het in haar appartement te versnipperen en weg te gooien. Het plein van de eerste moord, daar kwam niemand meer sinds die bewuste moord, de eerste keer in de geschiedenis dat een mutant een niet-mutant doelbewust had gedood. Als Madelyn zou gaan zouden er geen getuigen zijn. Niet dat ze er ook maar over twijfelde om de instructies te volgen. Dat was vragen om problemen.

Ze stuurde Rowan een berichtje. Raine kon ze er niet over vertellen, die had zo al genoeg problemen. Het duurde maar enkele seconden voor haar beste vriend haar bericht beantwoordde met: Ik ben onderweg.

Toen Rowan aanbelde, stond Maddie te kijken naar de kartonnen doos met het pak in die ze op de salontafel gezet had. Ze wilde weten of ze misschien nog aanwijzingen gemist had over de identiteit van de ontvanger.

Snel drukte ze op de knop bij de muur die haar beste vriend het gebouw in zou laten en haalde ze haar deur van het slot, zodat hij ook zonder hulp binnen zou kunnen. Vervolgens ging ze weer bij de doos staan.

Het was bijna een obsessie geworden, in die paar dagen die waren verstreken. Ze had gedacht dat ze het kon vergeten, als ze het mysterieuze pakje gewoon ergens wegstak, hoefde ze er niet steeds aan te denken, maar zo simpel was het niet. Iedere avond, dat waren er nu al drie, opende ze minstens haar kastdeur om te kijken of het er nog lag, soms haalde ze de doos er dan uit, soms haalde ze daarna ook het pak er nog uit. Dat deed ze nu ook.

Eerst de helm. Het had nog steeds de vorm van een drakenhoofd, dat was niet op miraculeuze wijze veranderd.  Ze draaide het ding om, stak haar hand erin om de zachte binnenbekleding te kunnen voelen. Haar hand stuitte ook op iets anders, of beter, twee andere dingen... twee leren handschoenen, zwart maar met een blauwe schijn. Net toen ze haar handen erin wilde steken, zwaaide de deur open en kwam Rowan binnenlopen. Een diepe frons maakte zijn gelaat ernstig.

Toen hij opzij keek, gleed haar blik naar zijn op gehouden hand. Tussen wijs- en middelvinger hield hij een wit kaartje. Meteen herkende ze het formaat, de precieze kleur.

Madelyn sprong over de zetel, bleef bijna hangen met haar voet, maar wist op wonderbaarlijke manier haar evenwicht te bewaren en heel bij hem te geraken. 'Waar heb je dat vandaan?'

'Er waren vlak voor mijn neus twee mensen tegen elkaar gebotst, net voor het gebouw hier. Eén van de mannen had een hoed aan, die viel voor mijn voeten, dus ik heb hem opgeraapt. Het briefje zat erin.' Hij haalde zijn schouders op, blik nog steeds ernstig.

'Wat zeiden de mannen erover? Hebben ze er iets mee te maken, denk je? Wonen ze in dit gebouw, in deze gang?' Maddie beet op haar lip en plooide één voor één haar vingers, over en over.

Rowan zuchtte en schudde zijn hoofd. Vervolgens zei hij, terwijl hij met zijn vingers over zijn gesloten oogleden wreef: 'De man zonder hoed was al weg toen ik me naar hem toe had gedraaid, de man met de hoed had geen flauw benul wat het briefje betekende. Er staat ook niet veel op.'

Ze wachtte niet langer en plukte het briefje uit zijn hand.

2. 19:00 morgen, plein van de eerste moord, pak aan, we weten waar je zusje woont x

Madelyns wenkbrauwen schoten de lucht in. Ze greep naar haar telefoon op de tafel, maar raakte niets dan lucht. Na even nadenkend in het rond te hebben gekeken, besefte ze dat ze hem in het stopcontact had gestoken. Ze haastte zich naar de kast en tikte blindelings het nummer van de vaste telefoon van haar vader in.

Terwijl de telefoon overging, wisselde ze blikken met haar beste vriend. Zijn uitdrukking was voor nog geen millimeter veranderd. Hij had zijn armen over elkaar geslagen en zijn lippen op elkaar geperst, iets wat hij alleen deed als iets op het puntje van zijn tong lag, maar hij er niet op kon komen.

'Hallo met Jenna,' hoorde Madelyn haar stiefmoeder zeggen.

'Hey, Jenna, het is Maddie.' Kort werd er gevraagd hoe het met haar ging en vroeg ze hetzelfde aan haar stiefmoeder. 'Ik bel eigenlijk over Lisa. Is ze thuis?'

'Nee, het is een schooldag.' Juist, dat ze daar niet eerder aan had gedacht.

Ze tikte een paar keer met haar vingers op het kastje. 'Wie gaat haar halen straks? Misschien kan ik het doen? Dan kunnen we iets gaan drinken voor ik haar naar bij jullie kom brengen.' Op smekende toon voegde ze toe: 'Het is al zo lang geleden dat ze me nog gezien heeft, face-to-face.'

'Daar heb je gelijk in. Ik had het gisteren nog met je vader over wanneer je nog eens kon komen eten.' Het bleef even stil. 'Goed dan, ik zou haar normaal gaan halen vandaag, maar ik zie haar al alle dagen. Je hebt een sleutel?'

'Ja, die ligt hier wel ergens. Dank je, dank je, dank je!' Het gesprek ging nog even door over Maddie's studie en hoe het bij Lisa op school ging. Toen er afgelegd werd waren er alweer tien minuten verstreken.

'En wat ga je doen als je Lisa ziet?' vroeg Rowan, terwijl ze haar telefoon weer verbond met de oplader.

Madelyn haalde haar schouders op. 'Zover heb ik nog niet nagedacht.' Ze staarde enkele tellen naar de muur, bijtend op haar bovenlip. 'Misschien kan ik haar vragen of ze nog enge mannen gezien heeft de laatste tijd, of vrouwen natuurlijk. We hebben totaal geen informatie over de personen die hier achter zitten. "We" staat erop, dus dat weten we toch al.' Ze liet zich in de zetel vallen, haar armen naar hem uitstekend, om hem te overtuigen naast haar te komen zitten.

Toen hij met zijn hoofd schudde en tegen de muur begon te leunen, zei ze: 'Doe niet flauw, Ro, kom hier. Je gaat nu toch niet vertrekken? Ik moet pas binnen,' ze keek op haar horloge, 'drie uur bij Lisa's school zijn. Bovendien ben jij degene die het eerst zei dat ik het pak nog even moest bijhouden. Je hebt het me tegoed om me nu ook te blijven helpen.'

Rowan bleef haar enkele tellen gepijnigd aankijken, maar zodra hij zijn armen liet zakken en er een kleine lach om zijn lippen verscheen, wist ze dat ze gewonnen had. Ze schoof een plaats op in de zetel en klopte naast zich op het plekje waar hij kon gaan zitten, lekker dicht tegen elkaar. Raine nam lang niet zoveel plaats in met haar magere gestalte, merkte Madelyn op. Rowan was dan ook een heel lange, gespierde persoon, dat was haar vriendin niet - alhoewel ze nog altijd wel langer was dan Maddie. 

Na twee en een half uur gespendeerd te hebben aan mensen afgaan die haar zouden kunnen kennen en haar zusje wisten wonen, met af en toe wat gekietel en geplaag tussendoor, was het tweetal nog niet veel wijzer geworden. Ze hadden hoogstens bepaald dat het niet Raine kon zijn, maar daar was Madelyn sowieso al vanuit gegaan. 

'Het beste wat ik kan doen is gaan morgenavond, naar het plein van de eerste moord.' Rowan keek haar stil aan. 'In het beste geval is de geheimzinnige persoon daar en wil hij of zij me gewoon eens graag uitlachen.'

Haar beste vriend leunde naar achteren, armen omhoog, handen in elkaar gevouwen op zijn hoofd. 'In het ergste geval word je vermoord in een donkere hoek. Je beseft toch dat er nooit iemand op dat plein komt? Sinds die mutant op hol sloeg. Mensen zeggen dat het er spookt, alle mutanten die ooit gestorven zijn zouden daar op zoek zijn naar wraak.'

Nu was het haar beurt om hem lang aan te kijken. Toch trok er een rilling door haar rug. Ze geloofde niet in spoken, maar mutanten waren sowieso al iets bovennatuurlijks. Niemand kon met zekerheid zeggen of ze naar de hemel gingen of de hel of hun ziel simpelweg uit hun lichaam kwam en op aarde rond bleef zwerven.

'Ga dan mee, als je bang bent dat ik vermoord ga worden.' Ze las het briefje nog eens na. 'Er staat nergens dat ik alleen moet komen.' Rowan schudde al bij woord één met zijn hoofd en dat veranderde niet. 'Kijk, Ro, ik wil ook liever niet gaan, het is daar eng, zeker wanneer het donker is, maar ik kan er niet op vertrouwen dat ze bluffen als ze zeggen dat ze weten waar Lisa woont. Als er iets met haar gebeurt... ik wil niet op mijn geweten hebben dat ik het had kunnen vermijden. Liever ik dan zij.'

Haar beste vriend haalde diep adem en zei vervolgens: 'Denk je niet dat het riskanter is als ik ook meega? Dat wat er dan ook gaat gebeuren, wie je dan ook wil ontmoeten, niet gaat gebeuren of niet gaat komen opdagen, omdat ik erbij ben?'

Madelyn wiebelde met haar neus en dacht daar even over na. Dan knikte ze. 'Daar kan je wel gelijk in hebben. Jammer genoeg.' Ze wreef door haar ogen en over haar slapen. 'Misschien kan je mee tot daar rijden, dan parkeren we ons ergens op een afstandje en blijf jij in de auto zitten, terwijl ik naar het plein ga.'

Rowan keek voor enkele tellen bedenkelijk, ongetwijfeld zoekend naar gaten in haar plan. Uiteindelijk knikte hij. 'Alleen als je me belt, dan steek je je telefoon maar ergens weg. Op die manier weet ik het ten minste meteen als er iets misgaat en kan ik hulp halen of je zelf komen helpen.'

Meteen knikte ze. 'Dat is een perfect plan. Waterdicht,' zei ze, al meende ze het niet.

-

Lisa had Madelyn niet veel kunnen vertellen. Laatstgenoemde had haar meegenomen naar een leuk cafeetje dicht bij de basisschool, waar ze haar halfzus getrakteerd had op chocomelk met marshmallows en een warme wafel.

Ze had haar vervolgens gevraagd of er nog wat spannends gebeurd was, of ze nog bang was geweest de laatste dagen. Lisa had ferm met haar hoofd geschud, breed geglimlacht en gezegd dat zij geen angst kende. Wat volgde was een reeks aan vragen van haar kant. Waarom wilde Maddie dat weten? Waarom was zij haar komen halen? Waarom was het zolang geleden dat ze elkaar nog hadden gezien?

Toen Madelyn haar een dik uur later naar huis aan het rijden was, zei Lisa: 'Mag ik een keer bij jou komen slapen? In het weekend? Ik vind het niet leuk als papa en mama ruziemaken.'

Voor even liet de blondine haar blik op haar zusje vallen. 'Van mij mag het, maar je moet het ook aan je mama vragen. Zij is de baas.'

Lisa knikte, wiebelend met haar beentjes op het autozitje. Toen het stil werd, vroeg Maddie: 'Doen ze dat vaak, ruziemaken?'

Haar zus knikte opnieuw, zonder haar blik van het raam weg te halen.

'Mijn mama en jouw papa deden dat ook altijd. Weet je wat ik dan deed?' Nu draaide Lisa haar hoofd wel, zag haar oudere zus in haar ooghoek. 'Ik ging naar mijn kamer, zette een hoofdtelefoon op en zette ABBA veel te luid, dan zong ik mee met alle liedjes en hoorde ik hen niet meer.'

'ABBA?'

'Ja, ken je de film Mamma Mia?' Er werd geknikt. 'Die liedjes, die zijn van ABBA.'

De laatste kilometers werden afgelegd in stilte. Pas toen ze voor de voordeur geparkeerd stonden en hun gordels al losgeklikt waren, draaide Lisa zich weer naar Madelyn om. Ze opende een paar keer aarzelend haar mond. Er was nog een bemoedigende glimlach voor nodig om haar aan de praat te krijgen.

'Je, euh, jouw vriendje is- is een mutant, t-toch?' Lisa's blauwe ogen waren groot, haar vingers tikten ritmisch op haar been.

Maddie moest haar best doen om niet te fronsen. 'Mijn vriendje? Ik weet niet goed wie je bedoelt, Lisa.'

Haar zusje beet kort op haar lip en draaide haar hoofd weg.

Enkele seconden verstreken, terwijl ze geduldig afwachtte wat er verder zou gebeuren.

Lisa draaide zich uiteindelijk weer naar haar toe en zei: 'Ja, de jongen waar je mee samen bent. Papa zei dat hij een mutant is.'

Madelyn wist al hoe laat het was. Eén van haar handen balde zich tot een vuist, maar ze telde tot tien. Dit was haar zusje, die was de onschuld zelve. 'Heeft papa je dat gezegd, dat ik een vriendje heb? Lisa, lieve schat, ik heb een vriendinnetje, een meisje, en ik hou héél veel van haar, oké? En ja, om je vraag te beantwoorden, mijn vriendinnetje is een mutant. Dus de volgende keer dat papa je zegt dat ik een vriendje heb, moet je hem maar gewoon negeren.'

Lisa knikte, bleef even stil, staarde naar haar handen, twijfelend.

Haar oudere zus pakte haar handen voorzichtig in de hare en zorgde ervoor dat ze elkaar aankeken. Twee bruine ogen in twee blauwe. 'Je kan me alles vertellen, lieve schat, álles.'

Toen kwam alles uit Lisa's mond rollen. Over de jongen bij haar in de klas, die een bloemetje had doen groeien bij een boom. Niemand had het gezien, behalve zij. Ze had het niemand durven vertellen en ze wist niet wat ze moest doen. De wet zei dat hij aangegeven moest worden, alle mutanten moesten zo snel mogelijk onschadelijk gemaakt worden, maar hij was één van haar vriendjes en hij had haar nooit kwaad gedaan.

Maddie had haar ervan verzekerd dat alles goed zou komen, dat ze juist gehandeld had door niemand erbij te betrekken en dat ze moest proberen het te vergeten, dan zou niemand ervoor moeten boeten. Negen jaar was niet te jong om bestempeld te worden als sympathisant, negen jaar was ook niet te jong om de gevangenis in te vliegen. Dat wist Madelyn goed genoeg, maar Lisa hoefde daar nu nog niet achter te komen.

Nadat ze haar halfzus op het hart gedrukt had dat ze haar niets zou laten overkomen, nam ze haar mee tot aan de deur, waarna ze met pijn in het hart vertrok om zich alvast voor te gaan bereiden op haar taak van de volgende avond.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro