Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 3 - Raine

Raines wandeling naar haar werk, op maandag, ging vreselijk langzaam. Het regende eens niet, voor de verandering, maar de wereld had andere dingen voor haar in petto. Bij ieder zebrapad met lichten moest ze stoppen, omdat ze nét op rood sprongen. Bij ieder zebrapad zonder kwam er toevallig net een rij auto's voorbij, waarvan geen enkele bestuurder van plan was voor haar te stoppen. Vervolgens moest ze in het gebouw waar ze werkte zeven verdiepingen omhoog met de trap, omdat de lift net die dag buiten werking was en de directeur van haar organisatie haar dringend moest spreken.

Uitgeput en buiten adem kwam ze aan bij het kantoor van haar leidinggevende. Binnen klonken stemmen, twee vrouwen, één van hen was Celia, de directeur, maar de ander kon Raine door de deur heen niet herkennen. Ze trok zich niet aan of wat ze van plan was te doen beleefd was of niet en opende de deur.

Celia zag ze meteen bij het raam staan. Ze droeg een beige mantelpak met een rok en halflange mouwen, waardoor het gouden horloge aan haar pols duidelijk te zien was. Haar donkerblonde haar was kortgeknipt, als het kapsel van Julie Andrews in The Princess Diaries. Haar bruine ogen schoten meteen Raine's kant op, toen de deur openging, maar ze liet met geen woorden blijken wat ze van haar aanwezigheid vond.

De tweede persoon in de kamer, zag Raine nu, was Fathia. Zij was het hoofd van het technische team dat de werknemers van hun organisatie ondersteunde. Net als Celia droeg Fathia een mantelpak, het hare was echter royaal blauw en met een broek in plaats van een rok. Op haar hoofd droeg de vrouw een hoofddoek in eenzelfde royaal blauwe kleur, met accenten van wit en fleurige roze bloemen. Ook zij draaide haar hoofd in Raine's richting toen de deur openging, maar ook zij sprak haar niet rechtstreeks aan.

Het gesprek was stilgevallen. Ofwel was het zo belangrijk dat Raine het niet mocht horen, ofwel was het niet belangrijk genoeg om het nu verder te zetten.

Celia wenkte haar met haar hand om naar binnen te komen.

'Zet je, Raine,' zei ze, gebarend naar de vrije stoel naast die waarin Fathia zat, tegenover Celia's bureau.

Zodra ze was gaan zitten, haar rechtervoet op haar linkerknie plaatsend, nam de directeur zelf plaats in haar bureaustoel - tevens de enige comfortabele stoel in de kamer en waarschijnlijk ook in het hele gebouw.

Celia bekeek de mutante kort met tot spleetjes geknepen ogen. Haar handen had ze samengevouwen, haar wijsvingers tegen elkaar omhoog gestoken, de toppen van haar vingers hield ze tegen haar lippen.

Fathia, op haar beurt, keek afwisselend van Celia naar Raine. Ze zag er kalm uit, kalm en beheerst. Precies het tegenovergestelde van hoe ze er zaterdag had uitgezien, toen Raine met spoed naar het werk was geroepen. 'Je uniform is gestolen,' had de technica gezegd, in volle paniek, toen ze met z'n tweeën in de lift stonden op weg naar ditzelfde kantoor. Zelf had Raine het nooit een uniform genoemd. Niemand anders had een pak als het hare en niemand buiten Fathia was er tot nu toe in geslaagd om er zo één te maken.

Celia schraapte haar keel, haalde haar vingers weg van haar lippen en legde haar handen plat voor zich op het tafelblad van haar bureau.

'Fathia en ik hebben net even besproken wat we gaan doen met onze... benarde situatie. Het vorige pak, dat gestolen is, heeft meer dan een jaar aan werk gekost.' De directeur leek haar best te doen om niet te hard te fronsen, maar slaagde daar niet in. 'Daarbovenop het materiaal, het inhuren van extra specialisten, noem maar op.' Ze zuchtte, op een beheerste manier. 'Kortom, Raine, een nieuw pak maken is niet de beste oplossing voor ons probleem.'

Raine bleef Celia tijdens de hele monoloog aankijken. Knipperen deed ze amper. Langs één kant beet ze op de binnenkant van haar wang en haar handen omklemden het zitvlak van haar stoel.

'Maar zonder pak ben ik jullie niet van nut,' concludeerde ze met uitgestreken gezicht. Haar toon was hard, maar door haar hoofd spookten de meest onrustwekkende vragen. Moet ik terug naar de gevangenis? Ga ik dat klein beetje vrijheid dat ik heb verliezen? Ze werd er misselijk van.

'Dat is deels waar, aangezien je niet in staat bent in je eentje je krachten te beheersen, maar Fathia en ik zijn het erover eens dat, zolang je de controle niet verliest, je ons op andere manieren kan blijven helpen, achter de schermen dan.' Er moet iets van emotie in Raine's ogen te zien zijn geweest, want met een zachtere, minder directeurachtige uitdrukking, vervolgde de vrouw: 'Geen zorgen, Raine, we sturen je voorlopig niet terug naar je cel. Wat zouden we dan tegen Madelyn moeten zeggen? Die arme meid is zo onschuldig.'

Raine slikte. Ze had het gevoel dat alles er langs één oor in ging en er langs de andere weer uit. Het was zoveel in één keer. Geen pak meer. Voorlopig niet terug naar de cel. Achter de schermen. Madelyn, o, Madelyn. Ze had niet verwacht dat haar vriendin, haar geweldige, volledig menselijke vriendin, ooit een rol zou spelen in het oordeel van haar leidinggevende. Ze wist niet dat er nog enige vorm van emotie bestond binnen de overheid.

'Dus achter de schermen. Geen verhoren meer? Niemand meer martelen voor informatie?' vroeg ze, in het midden tussen hoop en wantrouwen.

Celia glimlachte naar haar. 'Geen verhoren meer en niemand meer martelen voor informatie. Voorlopig alleszins, tot er een nieuw pak is of één of ander snufje om je te helpen, of jij op miraculeuze wijze plots zelf dat vuur van je weet te beheersen, maar die kans lijkt me klein.'

Ze bedoelde het goed, hield Raine zich voor. Ze had gelijk ook. In de drie jaar dat ze hier nu werkte, was ze nooit in staat geweest haar handen zelfs maar een graad warmer te maken, toch niet wanneer ze het zelf probeerde op te wekken.

'Oké dan,' ze stond op, haar handen in elkaar slaand, 'ik neem aan dat ik later nog een uitgebreid document krijg met wat ik allemaal moet doen?'

Fathia grinnikte, maar Celia keek Raine niet onder de indruk aan. 'Johnson zal je wel een post-it note schrijven. Ik ben trouwens nog niet klaar.' De vrouw keek veelbetekenend naar de stoel waaruit Raine net was opgestaan.

Met een ingehouden grom liet laatstgenoemde zich weer zakken.

'Wat ik nog wilde zeggen is dat je bovenop dat werk achter de schermen nog een heel belangrijke taak krijgt, in je eigen belang. Ik wil dat je zelf op zoek gaat naar de dief of het pak, één van beide of allebei. Het is volledig jouw verantwoordelijkheid. Van mij mag je mensen van deze organisatie om hulp vragen. Je mag de beveiligingstapes bekijken, de incheck gegevens, alles wat je kan helpen, maar ik zou het appreciëren als je geen van onze mensen hiervoor bedreigt.' Celia perste kort haar lippen op elkaar. 'Je herinnert je vast wel waar ik het over heb. Als het je niet lukt om de dader of je pak te vinden, geen probleem, maar als het je wel lukt... laten we zeggen dat er dan een paar mooie beloningen op je wachten. Misschien dat je dan bijvoorbeeld ook wel eens bij Madelyn kan blijven slapen in plaats van omgekeerd, of dat je eens een weekendje naar het buitenland kan, zonder tracking, kleine tekens van vertrouwen.' Met grote ogen keek Raine haar leidinggevende aan, er welden zelfs bijna tranen in op. 'Interessant, vind je niet?'

Raine opende haar mond om iets te zeggen, sloot hem weer om op haar lip te bijten en keek Celia ondertussen argwanend aan. Het klonk te mooi om waar te zijn, toch? Een weekendje weg zonder tracking. Ze mocht haar appartement nog niet eens uit zonder precies te laten weten waar ze heen ging en hoe lang ze weg zou blijven.

'Je mag gaan,' zei de directeur met een kleine lach, toen duidelijk werd dat Raine niets meer zou zeggen.

Nog één keer opende laatstgenoemde haar mond. Geluid kwam er niet uit. Ze wist toch niet wat nog te zeggen. Ze stond dan maar op, iets te enthousiast, gevolgd door Fathia die beheerster recht kwam en haar zachtjes bij de arm greep. Tegelijk bedankten ze de directeur, namen ze afscheid, om vervolgens samen het kantoor uit te lopen.

De rest van de voormiddag bracht Raine door in het kantoor van Fathia. Haar maten moesten opnieuw genomen worden voor het nieuwe pak en laatstgenoemde wilde heel graag wat tijd hebben om als vrouwen onder elkaar te kunnen roddelen en het voorval met de diefstal te kunnen bespreken.

-

Toen Raine die maandagavond thuiskwam na het werk, wilde ze niets liever dan meteen naar Maddie bellen en haar alles vertellen, beginnend bij de reden dat ze zo gestrest was zaterdag en eindigend met Celia's beloftes. Helaas was dat geen optie. Iedereen die dicht bij haar stond moest zoveel mogelijk in het donker worden gelaten, dat was deel van de voorwaarden die aan haar semi-vrijheid waren verbonden. Iets waar ze niet mee in had gezeten toen ze pas uit de gevangenis kwam. Toen ze Madelyn had leren kennen was haar perspectief op deze regel echter erg veranderd.

Naar Maddie bellen deed ze uiteindelijk wel. Dat was een afspraak die ze onderling hadden gemaakt. In het weekend kon Raines vriendin bij haar blijven slapen, door de week belden of videobelden ze elke dag.

De mutante liet haar telefoon alvast overgaan, terwijl ze haar bordeaux rode sneakers uitschopte, haar jas over de armleuning van de zetel hing en de mouwen van haar hemd opstroopte. Ze was net haar schouders en armen aan het rekken, toen ze Madelyns stem hoorde zeggen: 'Het is niet dat ik je plafond niet mooi vind, maar ik kijk toch liever naar jou.'

Bijna twee uur hingen ze aan de lijn. Het was vooral Maddie die aan het woord was. Ze had grote wallen onder haar ogen. Nachtmerries had ze gezegd, nachtmerries over iets wat er in een café was gebeurd het voorbije weekend, op die vervloekte zaterdag. Wat er precies gebeurd was wilde Madelyn haar niet vertellen. Ze hadden ieder zo hun geheimen, nam ze aan, dat mocht ze haar vriendin niet kwalijk nemen.

Toen hun gesprek gedaan was en ze hadden afgerond met een virtuele kus, won Raines nieuwsgierigheid het van haar vertrouwen en haalde ze haar laptop erbij. Als er iets nachtmerriewaardig was gebeurd in een café, zou dat ergens op het internet wel te vinden moeten zijn. Ze dacht even na over wat ze zou zoeken en tikte uiteindelijk simpelweg de datum in in de zoekbalk. Meteen kreeg ze een aantal hits.

De eerste twee artikels waren irrelevant; een geit was vereerd geweest tijdens een mis in één of andere kerk en het aantal opgepakte mutanten die maand was verrassend gestegen - dat laatste was te danken aan de opkomende verkiezingen, vermoedde ze.

Het derde artikel, echter, wekte haar interesse en liet tegelijkertijd haar maag omdraaien. Niet genoeg mutanten worden nog in koelen bloede vermoord. Ze kon het niet opbrengen om het hele artikel te lezen, maar ze had genoeg woorden opgepikt om ongeveer te weten wat er in verteld werd. Een specifieke kijk op de gebeurtenissen van zaterdag gaf het niet, maar er werd wel gesproken over een mutant die doodgeschoten was, omdat hij niet meewerkte tijdens zijn arrestatie. De rest van het artikel leek te gaan over de wens om het op het zicht neerschieten van mutanten weer te legaliseren. 'Ze pakken alleen maar plaats in in de gevangenissen die naar échte mensen zouden kunnen gaan.' Alsof ze een keus kregen, alsof alle mutanten bij hun geboorte een misdaad hadden begaan, waarvoor ze de dood verdienden. Raine gooide haar laptop met een klap dicht. In wat voor een vreselijke wereld leefde ze, wat voor een verdomd slecht systeem.

Die nacht sliep ze amper. Verschillende gedachten kwelden haar en hielden haar wakker. Het begon bij Celia's beloftes, reizen, bij Madelyn blijven slapen, wie weet wat nog, maar hoe kon ze er zeker van zijn dat het niet bleef bij beloftes? En hoe zou ze in hemelsnaam ooit de dief of haar pak kunnen vinden, om die beloftes ook te verdienen?

Langzaamaan brachten haar gedachten haar terug naar het moment dat diezelfde vrouw voor de eerste keer naar haar cel was gekomen in de gevangenis. Ze had er net zo piekfijn uitgezien als die maandagochtend, het zij een paar jaartjes jonger en een paar grijze haren blonder. Ze had een tienermeisje voor zich gehad, een tienermeisje dat haar ouders miste en haar broer, die niets liever wilde dan opnieuw achter de schoolbanken kruipen, wiskundevraagstukken oplossen, die nog droomde van een opleiding in geneeskunde, een tienermeisje dat nog niet doorhad dat de wereld haar al die dingen niet gunde. Het had nog maar een paar maanden geduurd voor die wereld haar had gebroken, voor dat tienermeisje verdween, haar identiteit vergeten werd en ze Raine werd. Raine die eigenlijk niets had dat echt van haar was en niemand had om om te geven behalve haar vriendin, Raine die niet meer wist wat dromen en houden van was. Was dat zoveel beter dan neergeschoten worden in een café?

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro