Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 19 - Raine

Het weekend was naar Raines mening veel te snel voorbij gegaan.

Alles leek weer goed te zijn tussen haar en Madelyn. Ook al was ze nog steeds een klein beetje bang geweest en leek Maddie nog steeds een klein beetje voorzichtiger dan eerder. Ze hadden toch twee nachten samen in bed geslapen, dicht tegen elkaar aan.

Raine hield van zulke momenten, momenten waarin ze niet veel zeiden en gewoon in elkaars armen lagen en in stilte van elkaar hielden. Ze voelde zich altijd zo gelukkig als ze tegen haar vriendin aan lag, alsof ze de wereld aankon en niets er voor de rest nog toe deed.

Ze had zich er uitgebreid van verzekerd dat Madelyns brandwonden goed geheeld waren, wat een paar lachbuien van laatstgenoemde teweeg had gebracht, en had haar ook getoond wat ze inmiddels kon voor elkaar krijgen met haar handen – al viel er niet veel aan te zien, aangezien ze nog geen tweede keer vuur op haar handpalmen had kunnen laten verschijnen.

Maddie had niet heel veel te vertellen gehad. Ze had nu al stress voor haar examens, zei ze, Rowan en zijn vriendin gingen waarschijnlijk uit elkaar gaan – niet dat dat Raine ook maar iets kon schelen – en voor de rest had ze besloten weer wat aan haar conditie te doen.

Het maakte ook niet uit dat hun gespreksstof snel op was geweest. Ze hadden nog wel andere dingen om in te halen na die vier weken waarin ze elkaar niet gezien en amper gehoord hadden. Helaas moest haar vriendin ook nog leren, daar had ze haar op voorhand wel voor gewaarschuwd, dus konden ze niet al hun tijd aan plezier besteden.

Inmiddels was het zondag geworden, de laatste dag dat ze elkaar zouden zien voor het volgende weekend, en zaten ze naast – of misschien beter op – elkaar in de zetel, benen en armen verstrengeld.

Maddie hield een boek open in haar handen, Raine een zak snoep.

'Mond open,' zei laatstgenoemde met een scheve grijns, terwijl ze één van de ronde snoepjes naar Madelyns lippen bracht.

De blondine gehoorzaamde braaf zonder op te kijken van de pagina's die ze aan het lezen was. Ze leek nog iets te willen zeggen, maar leek daar ook nog mee te willen wachten tot ze haar mond had leeg gegeten.

Raine vond het schattig hoe ze zo met haar neus een beetje opgetrokken en haar ogen enthousiast stralend naar een saaie geschiedenistekst kon kijken. Ze had nooit begrepen waarom iemand geschiedenis zou gaan studeren, maar Maddie kon waarschijnlijk alles interessant doen lijken.

Toen haar vriendin eindelijk haar mond had leeggegeten keek ze haar aan, bruine ogen twinkelend.

'Dit zou jij misschien ook nog interessant vinden,' begon ze, haar boek nog wat meer haar schoot op trekkend. 'Blijkbaar was er in ons land zo'n 25 jaar geleden een soort van studentenvereniging van bijzonder getalenteerde mutanten die andere, minder ervaren mutanten hielpen met hun gave en dat soort dingen. Het was allemaal natuurlijk heel geheim, dat is wel logisch, maar er gingen geruchten rond, ook al vond niemand er bewijzen van.'

'Een geheime studentenvereniging van mutanten?' Dat klonk inderdaad wel interessant. Daar had Raine ook wel bij willen horen, in een ander leven waarin ze haar middelbaar wel had kunnen afmaken.

Madelyn knikte bevestigend en grabbelde in de snoepzak, om snel nog een snoepje naar binnen te werken voor ze weer verderging. 'Ze hebben uiteindelijk de leider opgepakt, vijftien jaar geleden, na een doorslaggevende tip.'

Vijftien jaar. Zat Nicholas niet vijftien jaar in de gevangenis? Nee. Dat had er waarschijnlijk niets mee te maken. Deze stad, de hoofdstad, had niet de enige gevangenis. Wel de bekendste. Zo onlogisch zou het niet zijn om zo'n leider van een mutantenvereniging in deze gevangenis te steken...

'Ze dachten dat er meer dan één oprichter was, maar die ene die ze hebben opgepakt heeft altijd beweerd de enige te zijn, dat het allemaal zijn idee was en dat hij alles in zijn eentje deed. Hij heeft ook nooit andere namen willen geven, dat heeft hem een hele hoop problemen opgeleverd en hij ging eigenlijk de doodstraf krijgen, maar daar is iets tussengekomen.'

'Iets tussengekomen? Wat voor iets? En ik dacht dat ze al bijna vijftig jaar geen doodstraffen meer gaven?'

Madelyn schudde met haar hoofd. 'Nog geen vijftig jaar. Nog maar dertig ofzo, nog niet zo heel lang in ieder geval, maar dit was ook een speciaal geval. Doodstraffen gewoon omdat je als mutant bestaat gaven ze ten tijde van deze vereniging al niet meer, maar bij hem ging het erom dat hij openlijk verzet toonde door zo'n vereniging op te richten.' Ze sloeg een paar pagina's om, op zoek naar iets, maar schudde vervolgens opnieuw haar hoofd en kwam weer terug bij haar oorspronkelijke pagina. 'Er staat ook nergens meer wat er tussen is gekomen, wie hij was of wat er met hem gebeurd is, alleen dat het waarschijnlijk een systeemfout was en dat dat niet had mogen gebeuren.'

'Dus hij had moeten sterven?' Raine wreef met haar handen over haar gezicht, het plastic zakje met snoepgoed kraste daarbij langs haar wang. Ze werd er nog steeds zo misselijk van, hoe sommige mensen zich gedroegen.

Haar vriendin keek haar even meelevend aan, drukte een kus op haar wang en haar lippen en ging daarna weer zwijgend verder met lezen. Meer interessante dingen stonden er niet meer in het boek, of misschien wilde ze Raine niet nog gefrustreerder maken met soortgelijke verhalen. Het liep toch nooit goed af voor de mutanten.

-

Maandagochtend sleepte Raine zich met tegenzin naar haar werk, meer zoals haar collega's het van haar gewend waren.

Nadat Madelyn zondagavond naar huis was gegaan, had ze zich eenzaam gevoeld. Alsof alle eenzaamheid van de vier weken ervoor als een golf zonder waarschuwing over haar heen gespoeld kwam. Het had haar hele avond en nacht verpest.

Misschien was het dan wel goed geweest dat ze een mail had gekregen met een dossier dat ze moest doorlezen tegen maandag. Een avond tijd, het was altijd fijn om een gepaste deadline te hebben. Ze was er vanuit gegaan dat dat betekende dat ze vandaag haar oude job weer moest gaan oppakken en dat droeg absoluut niet bij aan haar goede humeur.

Het ging om een mutant, had ze gelezen, een mutant die dingen kon optillen zonder ze aan te raken, of toch zoiets. Hij had een overval gepleegd samen met een paar andere mutanten en er waren redenen om te geloven dat zij samenwerkten met de persoon die op tv was geweest, mogelijk dezelfde persoon die haar een rare brief had gestuurd. "De Schaduwfiguur". Dat klonk net zo belachelijk als "De Draak", zoals ze de dief van haar pak nog steeds noemden in het nieuws.

Wat een chaos was het allemaal geworden sinds haar pak verdwenen was. Niet dat ze daar nog over wilde klagen. Sinds haar lessen met Nick was ze blij dat haar pak verdwenen was. Nu kon ze op zichzelf rekenen om haar vuur te besturen in plaats van op technologie van een ander.

Natuurlijk was het jammer dat ze niet al die mooie privileges kreeg waarover Celia het had gehad toen ze haar vroeg om haar pak te zoeken en terug te brengen, maar dat nam ze er maar bij. Misschien zou er later nog wel een kans zijn voor haar om zich te bewijzen en nog wat meer vrijheid te winnen bij haar leidinggevende. Ze kon alleen maar hopen.

In haar vertrouwde kelderkantoortje vond ze het dossier dat ze gisteren al per mail gekregen had nog eens uitgeprint terug op haar bureau. Er plakte een post-itje naast waarop in Celia's krullerige letters Afscheid nemen van Nick – Terug naar gevangenis geschreven stond.

Dat ging ze toch niet menen? Net nu ze zo goed bezig waren.

Ze balde haar hand tot een vuist en duwde haar nagels kort in haar handpalm. Ze had het kunnen zien aankomen. Ze kon haar handen gebruiken voor wat nodig was, ze moesten gloeiendheet kunnen worden. De overheid had het waarschijnlijk liever niet als er een volledig getrainde mutant onder hun dak werkte. Bovendien was Nick hier houden ook een risico dat ze namen, hoe eerder ze dat uit de weg konden ruimen, hoe beter.

Misschien zouden ze hem nog wel langer hier houden als ze het slecht deed tijdens het verhoor. Maar ze zouden het vast doorhebben als ze het zou faken.

Met nog meer tegenzin dan voorheen begaf ze zich naar de verhoorkamer. Eerst even langs de zijkamer om haar masker op te gaan halen en nog een paar bemoedigende woorden van Celia aan te horen. Dat zij erbij was wilde toch zeggen dat het echt belangrijk was. Dat gaf haar dan toch een heel klein beetje een beter gevoel. Alhoewel het nog te betwisten viel voor wie dit dan precies belangrijk was.

In de verhoorkamer zat de man al vastgeketend, met zijn vingers strak tegen elkaar geduwd met stevige ijzeren ringen. Hij zag er relaxt uit, voorlopig nog.

Raine bond haar nieuwe masker voor haar gezicht en keek in het glas om het te bekijken. Het was in ieder geval minder opzichtig dan de helm die ze ervoor had gedragen. Het was gewoon zwart, mat zwart, met verder geen details. Geen draken, geen vuur, geen accenten die enkel dienden om haar angstaanjagend te maken. Het bedekte alles van haar neus tot haar voorhoofd met gaten voor haar ogen en kleine hoorns waar haar haar begon.

'Heb je mijn post-it nog gezien?' vroeg Celia.

De mutante knikte. 'Nick gaat terug naar de gevangenis.'

'Inderdaad. Ik heb tegen de bewakers gezegd dat ik hem persoonlijk naar daar zal begeleiden, dus je hebt nog tijd om afscheid te nemen wanneer je hier klaar bent.'

'Prima. Dank je wel.' Ze was al bijna de deur uit toen ze zich bedacht en zich weer op haar hielen omdraaide. 'Mag ik hem nog gaan bezoeken in de gevangenis?'

Celia schudde haar hoofd. 'Dat is te gevaarlijk. We zullen het er later over hebben. Ga nu maar naar binnen en kom niet terug naar buiten voor je die locatie hebt.'

Raine kon het niet laten met haar ogen te rollen, maar maakte zich dan toch uit de voeten. Ze had nog werk voor de boeg.

Het bleek uiteindelijk één van de makkelijkere gevallen te zijn.

De gevangene leek al bijna in zijn broek te plassen toen ze haar handen voor minder dan een seconde op zijn schouders had gezet, nog niet eens op volle hitte.

Na wat overtuigingswerk, met behulp van zowel woorden als iets pijnlijkere middelen, wist Raine het gevraagde adres te bemachtigen.

'Van de grote baas,' zei de mutant, nog net een schreeuw inhoudend omdat ze zijn hoofd met haar warme hand tegen de tafel gedrukt hield, 'degene die de revolutie gepland heeft. Ik zweer het.' Ze liet hem los en hij krabbelde het op een stukje papier. 'Dit is het adres. Dit is de persoon die jullie willen hebben. Dit is 'em. Echt.'

De man keek haar met grote, betraande ogen aan. 'Waarom help je ze?' zei hij met hoge toon. 'Dit is een revolutie voor ons, meisje. Een revolutie voor álle mutanten.'

Raine keek met haar koelste blik terug. 'Waarom help jij ons? Als dit zo'n heilige zaak is, geef je ons toch niet zomaar het adres van jullie leider.' Ze gleed van de tafel af, waarop ze gaan zitten was, en streek met een vinger langs zijn keel. 'Voor ons maakt het niet uit of je sterft of niet, maar als je leven je lief is hoop ik dat je de goede plaats hebt opgeschreven.'

De gevangene maakte een paar piepgeluidjes. Een kleine brandwonde, maar van de eerste graad, bleef achter op zijn nek toen ze hem losliet. Ze glimlachte liefjes naar hem, een waarschuwing en een belofte, waarna ze met het papiertje tussen haar vingers de verhoorkamer verliet.

Meteen nadat de deur achter haar was dichtgevallen liet ze samen met haar masker de laag kilte van zich afglijden. Haar handen trilden nog na van de inspanning. Ze balde ze tot vuisten en liet haar hoofd tegen de muur rusten. Het was bijna van zelf gegaan, het warm worden, het kouder worden, ze moest het maar denken en het gebeurde al bijna, moeiteloos. Dat was een goed teken... toch?

-

Nicks cel was al helemaal leeg gemaakt toen Raine er voor de deur stond. Er lagen geen lakentjes meer op de vloer, geen kussens in de hoek, geen stapel boeken, zelfs geen goede lakens op het bed meer.

'Ziet er goed uit hè?' merkte de mutant op toen hij haar zijn cel rond zag kijken.

'Lekker knus,' knikte ze instemmend.

'Gelukkig ben ik hier toch snel weg.'

Ze zag hem zijn vingers over elkaar wrijven, haast nerveus. Met zijn linkerhand was hij aan zijn ketting aan het prullen, aan het kruisje. Hij keek haar aan, haalde de ketting rond zijn nek uit en keek ernaar.

'Geloof je?'

De mutante schudde met haar hoofd. 'Vroeger. Nu niet meer. Mijn vriendin wel, die gaat nog af en toe naar de kerk, de katholieke kerk.'

'Zou ze zo'n ketting willen?' Hij hield het hangertje omhoog zodat Raine het goed kon bekijken. 'Ik mag geen scherpe voorwerpen hebben in de gevangenis.' Hij ging met zijn vrije hand door zijn haar en liet hem op zijn hoofd liggen. 'Dat weet je zelf ook wel.'

Ze haalde haar schouders op. 'Misschien wel. Ik kan het wel vragen.' Ze stak haar hand uit en nam het kettinkje van hem over. 'Hoe kwam jij eraan? Als je het niet bij je had in de gevangenis.'

Even leek hij zijn woorden te overwegen. Hij likte langs zijn droge lippen en wiebelde wat met zijn neus, aarzelend. 'Celia had het nog.'

'Oh.' Raine keek naar de vloer. De harde betonnen blokken hielden meer dan één scheur en stonden vol met vlekken van vloeistoffen die ze niet wilde herkennen. Goed dat hier voorheen dekentjes hadden gelegen.

Het leek haar ongepast om nog een keer te vragen hoe het precies zat tussen hem en haar leidinggevende, ook al wilde ze het nog steeds wel graag weten.

'We waren getrouwd.'

Ze keek op, fronsend.

'We waren getrouwd, Celia en ik. Voor ik de gevangenis in ging.' Hij draaide wat met zijn hand en zijn blik was haast van steen geworden. 'Zij heeft me aangegeven zodat ze promotie kon maken. Ik was... nogal een gezochte figuur destijds en zij heeft de beloning opgeëist.'

Raine verwachtte min of meer dat Celia nu achter haar zou blijken te staan en zou zeggen dat dat niet was hoe het gegaan was, dat er meer achter zat dan het najagen van een promotie.

'Ik hield van haar en ik dacht dat zij ook van mij hield, maar dat maakte allemaal niet uit.' Nick keek naar de camera, schonk het een grijns en keek vervolgens weer naar Raine. 'Ik zou je vriendin niet vertrouwen als ik jou was, lieve schat. Ze mag zoveel van je houden als ze wil, maar jij blijft een mutant en zij blijft een mens.'

Ze opende haar mond al om te protesteren, maar sloot hem net zo snel. Net zoals zij haar geheimen had, had Madelyn die ook. Was het verstandig om iemand te vertrouwen die je niet alles kon vertellen?

'Bedankt, Nick, voor de-' Ze hield haar handen omhoog. 'Bedankt voor de hulp. Ik ben blij dat Celia je naar hier heeft gehaald.'

Celia zou ze nu ook nooit meer op dezelfde manier kunnen bekijken.

Hij grijnsde en zijn ogen twinkelden plagend. 'Oké, genoeg vriendelijkheid. Je bent vast blij dat je van mijn gezeur af bent. Ik ga je geklaag en je negativiteit in ieder geval niet missen.'

Nog een kwartier praatten ze zo verder, tot de bewakers hem de cellenblok uit hadden begeleid.

Raine bleef alleen achter in zijn cel. Eenzaam. Tranen prikten in haar ogen en een zwaar gevoel rustte op haar hart. Daar ging de enige mutant tegen wie ze ooit veilig had kunnen praten, de enige persoon die haar ooit het gevoel had gegeven dat ze begrepen werd.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro