16. In De Sterren Geschreven
24 OKTOBER
"Pssst."
Ik keek geschrokken op van mijn verslag. Ik verwachtte halvelings mijn vader te zien, maar die was ergens de van Mignes aan het ontvangen voor hun staatsbezoek, dus dat leek me sterk. Er verscheen niemand in beeld, en ik fronste, bijna overtuigd dat ik gedroomd had.
"Psst, Victoria!"
Ik draaide me bruusk om in mijn stoel, geïrriteerd dat ik niet met rust gelaten werd. Het gevoel verdween echter meteen naar de achtergrond toen ik doorkreeg wie er in de deuropening stond, en ik glimlachte breed voor ik mezelf kon tegenhouden.
"Beatrice? Wat doe jij hier?"
Ze knipoogde naar me en wenkte me. Ik kwam overeind terwijl mijn hart een sprongetje in mijn borst maakte. Ik deed niet eens de moeite om mijn papieren in een deftig stapeltje achter te laten, en beende door de zaal.
"Ik wist niet dat je ook hier zou zijn vandaag?"
Ze knikte, en gooide een snelle blik over haar schouders, alsof ze door iemand in de gaten gehouden werd.
"Mijn moeder had me gevraagd of ik mee wilde komen, maar..."
Ze keek weer achterom, en leunde naar me toe.
"Maar wat?"
Ik kreeg de woorden amper over mijn lippen, te afgeleid door Beatrices nabijheid. Ze glimlachte breed, en het lichtte haar hele gezicht op. Haar haren zaten in een rommelige knot op haar hoofd, en ze had een donker kleed aan met lichte bloemetjes dat ik haar nog al eens had zien dragen. Het zag eruit alsof ze net een lange reis gemaakt had, in plaats van op staatsbezoek te zijn.
"Het werd me te saai. En toen bedacht ik me, 'Hé, woont Victoria hier ook niet in de buurt?', dus heb ik me geëxcuseerd en gezegd dat ik thee ging halen."
Ik trok mijn wenkbrauwen op in ongeloof.
"Je bent weggelopen op een staatsbezoek om mij te zoeken?"
Ze knipoogde, en nam mijn hand in de hare zonder antwoord te geven. Ze trok me mee richting de grote hal, maar nog voor we daar waren, riep iemand me.
"Uwe hoogheid? Uw afspraak bij de dermatoloog is over enkele..."
Louis stopte met spreken zodra hij ons in het oog kreeg. Zijn gezicht viel, en hij schudde waarschuwend zijn hoofd. Ik haalde verontschuldigend mijn schouders op, terwijl Beatrice me naar buiten trok, de paleistuinen in.
Louis riep opnieuw, maar ik keek niet meer achterom. Beatrice bleef lopen -haar conditie duidelijk beter dan die van mij- en salueerde naar de wachters aan de poort zonder ook maar een tel te vertragen. Mijn gezicht werd warm van de inspanning, ook al was het best koud buiten. Ik was plots blij dat ik een van mijn oude universiteitstruien aanhad.
"Kom, we zijn er bijna!"
Ik wilde vragen waar, maar de tram doemde voor ons op voor ik de kans kreeg. We waren nog ver verwijderd van het perron, en ik betwijfelde of we hem zouden halen, maar Beatrice bleef rennen, haar hand warm in de mijne. De laatste reizigers waren al opgestapt, en ik wist dat het niet veel langer zou duren voor hij zou vertrekken.
Beatrice versnelde nog, en ik volgde haar voorbeeld. Mijn hart hamerde in mijn borst en mijn longen brandden pijnlijk, maar het was duidelijk dat Beatrice niet zomaar op zou geven. Ze bereikte het perron een halve tel voor me, en samen vielen we praktisch in de tram. De deuren sloten met een waarschuwende piep achter me, en ik zag Louis in de verte achter ons aan lopen. Ik zwaaide verontschuldigend naar hem, en richtte me dan weer naar Beatrice, die met een brede glimlach naar me keek. Ze was buiten adem, net zoals mij, en er zat een schittering in haar ogen die me op slag alles deed vergeten.
"Vertel me eens, waar gaan we naartoe vandaag?"
Ik keek naar de komende haltes van onze tram, niet goed wetende waar hij naartoe zou leiden. Ik had nog nooit het openbaar vervoer genomen, laat staan zonder te weten waar we naartoe zouden gaan. We waren opgestapt aan Paleis, natuurlijk, maar de komende haltes, Alberta, Ambassade, en Villa Alois maakten me niet veel wijzer. Het was pas de eindhalte van de tram, Drie Bogen, die ik herkende. Ik draaide me terug om, negerend hoeveel mensen er op de tram zaten, en kwam tot de conclusie dat Beatrice haar oortjes bovengehaald had, en aan het inpluggen was in haar gsm. Ze bood me een van de twee dopjes aan, een brede glimlach op haar gezicht.
"Ik eumh..."
Ik aarzelde. Ik durfde niet toe te geven dat ik zo weinig van mijn eigen land kende dat we de hele tramlijn zouden moeten volgen. Ik nam Beatrices oortje aan, en wees over mijn schouder naar de haltes.
"Ik weet niet zoveel over de tussenliggende haltes. Alleen bij Drie Bogen kan ik je rondleiden, als je dat wil."
De tram stopte aan een halte, en het zorgde ervoor dat Beatrice haar evenwicht verloor. Ze botste tegen me, en ik kon ons op het laatste nippertje tegenhouden. Ze stond heel erg dicht bij me, maar maakte geen aanstalten om te verplaatsen. Ze leunde nog een beetje dichter naar me toe, en een tel lang dacht ik dat ze me zou kussen. Ze boog echter naar mijn vrije oor, en fluisterde erin.
"Helemaal prima, Vie."
Ik knikte, niet zeker of ze een antwoord verwachtte. Ik vermoedde van niet, want haar focus lagen alweer bij haar oortjes. De draden waren helemaal in de war, maar ze deed niet de moeite om ze uit elkaar te halen en stak zelf ook een dopje in. Ze leunde nog dichterbij, aangezien de draden meer afstand niet toelieten, en zette een liedje op dat ik niet herkende. Een oudere vrouw die op een stoeltje iets verderop zat, fronste naar ons, en ik trok snel mijn kap over mijn hoofd. Ik wendde mijn hoofd af en staarde uit het raam.
"Ik krijg de indruk dat je niet echt fan bent van mijn muzieksmaak."
Ik glimlachte ongemakkelijk. Ik wilde haar niet teleurstellen, maar ik moest eerlijk toegeven dat ik Beatrices muziek maar niets vond. Beatrice draaide met haar ogen, en overhandigde me haar gsm.
"Hier, zet iets op wat jij graag hoort."
Ik aarzelde, maar ze gaf me een aanmoedigende blik. Ik scrolde door haar Spotify, op zoek naar een van mijn favoriete liedjes, en drukte tevreden op I Missed You van Lesley Barber. Beatrice nam haar gsm terug van me over en keek met opgetrokken wenkbrauwen naar de albumcover.
"Dit is... Filmmuziek?"
Ik knikte, bang dat ze me erom zou uitlachen. Ze zei echter niets en focuste zich op het liedje, dat met zachte tonen door de oortjes klonk.
"Verbeter me als ik mis ben, maar niemand zingt hier in?"
Ze keek fronsend naar het scherm, en dan weer naar mij. Er brak een glimlach door op haar gezicht die duidelijk maakte dat het allesbehalve iets voor haar was, maar ze deed tenminste wel de moeite om mee te luisteren.
"Dit is... Niet wat ik verwachtte. Waarom luister je hiernaar?"
Er zat geen verwijt in haar vraag, maar ik vond het toch moeilijk om te antwoorden. Mariama had me al vaak gevraagd waarom ik enkel naar filmmuziek luisterde, maar ik had ook haar het antwoord schuldig moeten blijven. Soms voelde ik me er heel erg aanwezig door. Hyper gefocust, in staat om al mijn problemen op te lossen alsof ze niets betekenden. Maar op andere momenten zorgde het er net voor dat ik kon wegdrijven naar werelden die ik nog nooit gezien had. Nooit zou zien. Het liet me toe om te ontsnappen aan de vier muren die het paleis van Saalbrunn in essentie vormden. Het zorgde ervoor dat ik even -zelfs al was het maar enkele minuten lang- helemaal tot rust kwam. Beatrice haakte haar pink om de mijne en glimlachte vriendelijk.
"Doet er niet toe. Laten we het erover eens zijn dat onze muziekstijl allesbehalve hetzelfde is."
Ik knikte, en ze leunde dichter naar me toe.
"Goed dat ik je daarom niet minder graag zie."
Ze knipoogde terwijl mijn wangen warm werden van haar woorden. Ik beet op mijn lip, terwijl de vlinders in mijn buik gekke salto's maakten die me deden wiebelen op mijn benen. Ik had verwacht dat het gevoel dat Beatrice me gaf, zou verdwijnen, maar niets was minder waar. Elke blik van haar deed het opwakkeren, en maakte het alleen nog maar sterker, beetje bij beetje, en ik vergat alles om ons heen tot de omroepster in de tram ons erop moest wijzen dat we de eindhalte eindelijk bereikt hadden.
Het was verlaten op de brug over de Brunn. De grijze wolken hadden daar waarschijnlijk iets mee te maken, maar ik was er meer dan dankbaar voor. Beatrice glimlachte breed naar me en nam mijn hand in de hare terwijl ze me richting de brug trok. De twee kolommen stonden hoog en stevig in het water, en boden steun aan de indrukwekkende bogen die de brug haar bijnaam bezorgd hadden.
"Ik had geen idee wat ik kon verwachten van een tramhalte die Drie Bogen noemt, maar wow, Vie, hoe mooi!"
Ze leunde over de bakstenen rand van de brug en staarde naar beneden, naar het heldere water dat tussen de grote rotsen stroomde. Iets verderop was er een waterval, wat ervoor zorgde dat deze plek voor heel wat toeristen een trekpleister was voor romantische foto's.
"Ik ben blij dat ik je meegesleurd heb uit het paleis."
Ik knikte, want hoewel het Louis ongetwijfeld een hartstilstand bezorgd had, voelde ik me opgelaten en blij.
"Volgens mij verstop je je te vaak in dat kasteel van je."
Ik draaide met mijn ogen, maar ik wist ook dat ze een punt had.
"Mariama en ik hadden het prima naar onze zin in dat 'kasteel' van me. En ik kom heus wel vaak genoeg buiten, hoe zou ik anders weten dat er hier een prachtige brug was?"
Beatrice glimlachte breed, maar haar gezicht werd serieus. Ik staarde naar het water, de gedachte aan Mariama's vertrek plots heel erg aanwezig in mijn hoofd.
"Hoe gaat het met Mariama?"
Ik keek weg van het water, naar Beatrice, en haalde mijn schouders op.
"Prima. Ze is ondertussen helemaal gesetteld in Duitsland. Het voelt alsof ik haar al eeuwen niet meer gezien heb. We bellen elkaar zo vaak mogelijk, maar dat is niet hetzelfde als toen ze nog naar het paleis kwam, natuurlijk."
Beatrice knikte.
"Ik vind het moedig van haar dat ze haar dromen durft te volgen. Tot in Duitsland, dan nog!"
Ik knikte. Beatrice had gelijk. Ik had geen idee of ik ooit hetzelfde zou durven, als mijn toekomst al niet tot in de kleinste details voor me uitgeschreven was. Ik zou willen dat ik wat meer zoals Mariama was -en wat meer dingen zou durven- maar eigenlijk had ik nooit aan haar kunnen tippen.
"Zou ze daar voor altijd blijven, denk je?"
Ik haalde mijn schouders op. Het was een mogelijkheid die ik liever negeerde. Mariama had me op het hart gedrukt dat ze ooit weer terug naar Breienbach zou komen, maar ik wist ook dat dat een belofte was waar ik haar niet op kon vastpinnen. Ze zou doen wat het beste was voor haar, en ik kon haar daar alleen maar in steunen.
"Als DeuTECH haar de juiste groeimogelijkheden geeft, dan denk ik niet dat ze zomaar terug naar Breienbach zal komen."
Ik keek naar het water, dat zich in schuimende stromen rond de rotsen boog. In de verte waren enkele tieners aan het kajakken, en hun gejoel verbrak de rust aan de rivier.
"Over Breienbach gesproken."
Beatrice richtte haar blik op mij, warm en open, en ik vergat meteen al mijn zorgen over Mariama. Ik leunde dichter naar haar toe, niet bereid om ook maar een woord te missen.
"Mijn ouders vinden het vreemd dat ik plots zo vaak in Breienbach wil zijn, zo zonder reden."
Ik schrok. Mijn gedachten wisselden elkaar in razendsnel tempo af, terwijl de kajakkers richting ons kwamen gevaren. Wisten de van Mignes ervan? Als het koningspaar van Migne erachter kwam dat we iets met elkaar hadden, wat zou er dan gebeuren? Zouden ze het aan mijn ouders vertellen? Ik beet op mijn lip, wanhopig op zoek naar een antwoord, maar Beatrice was me voor.
"Het lijkt me dus beter dat we..."
Ze zuchtte, terwijl mijn hoofd haar zin op allerlei manieren afmaakte. Ermee stopten? Ik kon niet ontkennen dat de gedachte ook al door mijn hoofd gespookt had, maar nu Beatrice het zei, maakte het me plots nog banger. Paniek maakte zich meester van me, en Beatrice ging fronsend verder.
"Met goede redenen komen in het vervolg. Zodat het niet zo opvalt."
Oh. Dat was niet wat ik verwacht had dat ze zou zeggen. Ik knikte, opgelucht en blij dat dit het vervolg van haar zin was. Ze nam mijn hand in de hare, en glimlachte.
"De volgende keer dat we elkaar weer kunnen zien, is pas begin september. Iets met tuinen in Caelia? Maar dat is natuurlijk met iedereen erbij, dus een echte date kan je dat moeilijk noemen."
Ze keek me vragend aan. Ik knikte. Ik kon me niet helemaal herinneren wat de details waren, maar Louis had me enkele weken geleden op de hoogte gebracht van de opening van de gerenoveerde botanische tuinen. Ik had er amper naar geluisterd, en had dus geen idee dat het pas begin december zou zijn. Het zag ernaar uit dat het koninklijk huis van Migne ook uitgenodigd was, en dat maakte het plots veel interessanter. Misschien kon Beatrice me wel helpen om Emilio te ontwijken, aangezien hij alleen maar plakkeriger leek te worden wanneer ik alleen was met hem.
"Wel, zo lang kan ik niet wachten om je terug te zien, Vie. Ik stel voor dat je nog een weekend in Migne doorbrengt als het in je agenda past? Het wordt hoog tijd dat ik aan mijn diploma werk, en ik ken niemand geschikter om me daarbij te helpen dan jou!"
Ik leunde een beetje achterover en glimlachte. Een weekend in Migne was een welkome afwisseling van mijn drukke agenda in Breienbach, en ik wist wel zeker dat Louis iets zou kunnen regelen.
"Ik zorg ervoor dat ik tijd vrijmaak."
Beatrice knikte, een vrolijke schittering in haar ogen. Ze trok me weg van de rand, en ik belandde tegen haar. Ze gunde me een blik die me bijna voorover deed buigen om haar lippen te vangen. Ik was bijna vergeten waar we waren, mijn gedachten enkel en alleen op haar mond gefocust. Beatrice had -tot mijn spijt- echter andere plannen. Ze trok me mee naar het uiteinde van de brug, richting het zandpad dat naar de waterval leidde.
De tieners van eerder waren al lang uit het zicht verdwenen toen we onder de waterval arriveerden. Het water spetterde koud op ons, maar het kon me niet eens schelen. We waren hier zo goed verborgen van de rest van de wereld, dat ik me amper zorgen maakte om wie ons kon zien. Beatrice leek hetzelfde te denken, want ze vlocht onze vingers in elkaar en trok me mee in een dans op het ritme van het kletterende water. Ik struikelde bijna door de gladde stenen, wat me een giechel van Beatrice opleverde. Ze nam mijn handen nog een beetje steviger in de hare, alsof ze er zeker van wilde zijn dat ik niet zou vallen. Ik gaf er een dankbaar kneepje in en trok haar dichter tegen me aan. Haar groene ogen straalden, en er zat een speelse glimlach om haar lippen. Haar haren waren warrig door het rennen en door het water, maar het kon me niet schelen. Ze zag er prachtig uit. Mijn hart zwol in mijn borst, en de woorden die al weken op mijn lippen lagen, tuimelden naar buiten.
"Ik hou van je."
Haar ogen verwijdden een beetje. Ik knikte om duidelijk te maken dat mijn woorden gemeend waren. Hoewel dit niet de manier was waarop ik het gepland had om het haar te zeggen, was het wel zo. Ik hield van haar. Het maakte me doodsbang, maar dat maakte het niet minder waar. Ik leunde voorover tot mijn voorhoofd het hare raakte, en Beatrice glimlachte naar me. Ze legde haar armen om mijn nek, en zuchtte zachtjes.
"Iedereen kan ons zien, Vie."
Het kon me plots niet meer schelen. Het leek alsof het al eeuwen geleden was sinds ik haar voor het laatst in mijn armen gehad had, en ik weigerde om het moment te laten eindigen. Ik haalde mijn schouders op, en overbrugde de afstand tussen onze lippen, traag en langzaam zodat ze de kans had om zich te bedenken. Beatrice twijfelde niet, en gaf zich over. Haar lippen raakten de mijne in een liefdevolle kus. Het was zacht en teder, en ik wist dat ik nooit genoeg zou krijgen van de manier waarop haar lippen tegen de mijne voelden. Ik sloot mijn ogen, en streek zachtjes met mijn duimen over haar wangen. Ik bleef haar kussen tot ik alles vergat, zelfs het gekletter van de Brunn.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro