Deel 57 + Q&A♡
Pov Emma
Zwijgend staar ik naar de kaarten die op de tafel liggen. Ik heb poker nog nooit gesnapt. De laatste keer dat ik het speelde, hielp José met elke zet. Het enige wat ik nu begrijp, is dat Enzo aan het verliezen is. Hij heeft namelijk al een aantal keer geroepen dat Wesley vals speelt.
"Hey! Je leeft nog." Fabio zakt naast me neer. "Hoe gaat het?"
Hoe het gaat? Meent hij dit? Ik wil sarcastisch reageren, maar iets houdt me tegen. Hij is de enige die vraagt hoe het gaat. Ik kuch voor ik antwoord. "Fantastisch." Oké, misschien toch wel een beetje sarcastisch.
"Oké. Wel," hij pakt iets uit zijn zak. Ik kan niet zien wat het is. "Mocht het niet 'fantastisch' gaan, dan heb ik hier wat voor je."
Ik kijk naar het pakje wat hij in mijn handen heeft geduwd. Oxycodon. Lees ik. Ik heb het nooit gebruikt, maar ik weet wel dat het hele sterke medicatie is. Bits duw ik het pakje weg. "Rot op met die drugs van je."
"Emma." Klinkt Enzo zijn stem vanaf de andere kant van de tafel. "Niet zo brutaal."
"Het geeft niet." Sust Fabio hem. "Ik zou ook boos zijn als iemand me had neergeschoten."
Nu pas kijkt Enzo op. "Het boeit me niet dat ze een reden heeft om boos te zijn, als ik zeg dat ze niet brutaal moet zijn, dan is ze dat niet."
"Nou, bij deze." Fabio glimlacht naar me. Het ziet er eng uit, normaal glimlacht hij niet. "Je mag niet meer brutaal zijn." Vervolgt hij.
Ik lach niet met hem mee en wend mijn blik af. De haat die ik heb voor deze mannen groeit met de minuut.
"Nee, ik meen het." Enzo bekijkt me uitdagend. "Je bent niet zo aardig tegen Fabio, bied je excuses aan."
Met grote ogen kijk ik hem aan. Maakt hij een grapje?
"Enzo, doe niet zo kinderachtig." Komt Fabio tussenbeide. "Laat dat kind toch."
"Nee." Enzo slaat arrogant zijn armen over elkaar. "Ik ga het nog één keer zeggen. Bied je excuses aan."
Haperend staar ik Enzo aan. "Krijg de tering." Ik sta op, wat een stekende pijn in mijn been geeft. De pijn laat tranen in mijn ogen springen, paar toch loop ik door de kamer uit.
"Pardon?" Hoor ik verbluft, maar vooral boos, aan de andere kant van de deur.
Oeps..
Een sterke grip om mijn arm houdt me tegen. Enzo haalt me in zodat hij voor me staat. "Wat zei je daar?" De woedende blik in zijn ogen laat mijn knieën knikken. Hij schud me door elkaar. "Wat zei je?"
Een aantal tranen verlaten mijn ogen. "N-niks."
"Jawel." Spreekt Enzo me tegen. "Zeg het. Herhaal het."
Ik slik voor ik spreek. "Ik zei dat je de tering kunt krijgen."
Zijn hand schiet razendsnel omhoog. Een harde klap laat mijn hoofd duizelen. Mijn wang brandt en tranen prikken weer in mijn ogen.
"Wat had ik gezegd over mij ziektes toewensen?" De trilling in zijn stem weergeeft zijn woede.
"Dat ik dat niet mag doen." Ik wend mijn blik af. Hij hoeft mijn tranen niet te zien. "S-sorry."
Enzo snuift. "Pas op met wat je doet babe, want onthoud, je hebt twee benen."
Ik kijk op. Zijn mondhoeken staan grijnzend omhoog. Het zien van de vreugde op zijn gezicht, doet mij meer pijn dan verwacht. Mijn lip begint te trillen.
"Niet doen." Mompelt Enzo zacht. "Niet gaan janken."
Een zachte snik verlaat mijn mond. Eigenwijs kijk ik de andere kant op. Een paar tranen verlaten stil mijn ogen.
"Wat is er?" Vraagt Enzo. "Doet het pijn?"
Met nogsteeds tranende ogen knik ik. Het lijkt met de minuut erger te worden.
"Eigen schuld. Je had niet zo eigenwijs moeten doen en gewoon die medicijnen aan moeten nemen." Hij zet een stap van me vandaan. "Misschien wil Fabio het alsnog geven, als je het lief vraagt."
"Wil jij het niet vragen?" Met zielige ogen kijk ik hem aan.
Enzo schiet in de lach. "Hé, jij wenste mij net nog de tering toe, dus nee, ik ga je niet helpen." Hij houdt onschuldig zijn handen in de lucht. "Succes. Kom daarna naar de woonkamer. Het zou slim zijn als je luistert deze keer."
Boos kijk ik toe hoe hij de kamer verlaat. Klootzak. Die verwensing was zeker wel terecht. De pijn verbijtend stap ik weer de keuken in. "Fabio?" Vraag ik zacht.
"Hm-hmm?" Hij kijkt op. "Wat is er?"
"Uhm.." Als een puppy met een hangende staart sta ik voor hem. "Mag ik toch wel die medicijnen?"
Fabio lacht. "Oh de 'drugs' bedoel je?" Hij houdt het pakje vast. "Ik dacht toch echt dat je zei ik ik moest oprotten hiermee."
"Sorry." Kuch ik ongemakkelijk.
"Je hebt geluk dat ik medelijden met je heb." Er vormt zich een grijns op zijn gezicht. "En dat ik ervaring heb met schotwonden." Hij duwt het pakje in mijn handen. "Geef die maar aan Enzo. Je moet het innemen met water."
"Thanks." Klinkt er mompelend uit mijn mond. Ik loop naar de kast, pak een glas en vul deze met water. Langzaam slenter ik naar de woonkamer. Gelukkig zit alleen Enzo hier. Ik geef hem het pakje met de pillen terwijl ik zelf op de bank zak, met een acceptabele afstand tussen ons in.
"Heb je ze alsnog gekregen?" Hij drukt een pil uit de omhulsing, die ik maar al te graag aanneem. Met moeite slik ik hem door. "Je hebt geluk dat Fabio aardig is. Ik had het je niet meer gegeven."
"En bedankt." Mompel ik zacht. Wrijf het er nog even in.
Enzo grinnikt zacht. Wat lacht hij vaak vandaan. Wat is er aan de hand? "Wat zit je ver, babe." Hij klopt op zijn schoot alsof ik een kat ben. "Kom eens wat dichterbij."
"Nee, dank je. Ik zit wel lekker hier."
"Het was geen vraag." De zin klinkt hard en ruw. "Kom hier."
Koppig blijf ik zitten. "Nee."
"Babe." Enzo ziet eruit alsof hij elk moment kan ontploffen. Het verbaasd me dat er nog geen stoom uit zijn oren is gekomen. "Je krijgt drie tellen om nu, zelfstandig, hierheen te komen voor ik je kom halen en geloof me, dat wil je niet."
Mijn hart bonk hard in mijn keel, maar alsnog blijf ik zitten. Wat gaat hij doen? Mijn andere been verminken? Laat hem zijn gang maar gaan, ik ben er klaar mee. Ik ga niet meer naar hem luisteren.
"Één." Klinkt zijn dreigende stem.
Ergens raak ik toch wel bang. Misschien was dit geen hele goede keuze.
"Twee."
Het is maar één seconde, maar de beslissing die ik moet maken is enorm. Wat gaat hij doen als ik niet luister?
"Dr-"
"-Oké!" Kap ik hem af. "Ik kom er al aan." Verslagen sta ik op. Het verbaasd me dat mijn been nogsteeds even veel pijn doet. Hopelijk gaat die medicatie snel werken. Langzaam hink ik naar Enzo toe.
Zodra ik binnen handbereik ben, trekt hij me op zijn schoot. Hij veegt mijn haar uit mijn gezicht. "Ik wist wel dat je verstandig was." Zijn hete adem in mijn nek, laat mijn haren overeind staan.
De tv trekt mijn gedachten terug naar gisteren. Het nieuws.. Ik weet niet wat er is gezegd, maar het geeft me wel hoop. Als ze weten dat ik door Enzo ben ontvoerd, weten ze dan ook wáár ik ben?
Een steek trekt me terug naar het heden. "Auw!" Ik pak Enzo zijn hand, die om mijn been ligt, vast. Ik wil hem wegduwen, maar zijn andere hand houdt me tegen.
"Niet doen." Gromt hij. "Laat het."
"Prima." Mijn hand laat de zijne los. "Maar please mijn andere been."
"Oh." Zijn ogen worden iets groter. Hij verplaatst gelukkig wel zijn hand. "Doet het nogsteeds pijn?"
Met een zielige blik knik ik. Wanneer gaat die pil werken?
"Neem er anders nog één." Hij drukt nog een pil uit het stripje.
"Uhm.." Vertwijfeld kijk ik hem aan. "Ik weet niet of dat een goed idee is. Die medicatie is heel sterk."
"Babe, jij moet echt het verschil tussen een vraag en een bevel leren." Hij pakt het glas met water. "Vertrouw mij maar. Dit is beter."
"Nee." Ik sta op. Een pijnlijke kreun verlaat mijn mond.
"Zie je wel." Enzo trekt me terug. "Je hebt het nodig. Mondje open."
Boos kijk ik hem aan. "Ik zei dat ik het niet wilde."
Nu kijkt Enzo ook boos. "Je hebt geen keus." Nog voor ik iets kan doen, duwt hij het pilletje in mijn mond en zet het glas met water aan mijn lippen. Hij giet het water in één keer naar binnen, wat mij bijna laat stikken. Ik krijg de neiging om het uit te spugen, maar hij drukt zijn hand tegen mijn mond aan. "Slikken."
Met tranen in mijn ogen slik ik de pil door. Zodra hij zijn hand los laat, hoest ik een aantal druppels uit mijn longen.
"Brave meid." Grijns Enzo.
Met ingehouden woede staar ik voor me uit. Wat wil ik deze gozer toch graag wurgen. Ik staar naar de tv, wanneer een plotse moeheid me overvalt. Het kost me moeite om mijn ogen open te houden. Oké, die medicijnen beginnen nu wel te werken en zijn erg sterk. Half wankelend sta ik op.
"Waar ga je heen?" Echoot Enzo zijn stem.
Gedesoriënteerd staar ik hem aan. "Slaapkamer."
Het duizelt voor mijn ogen. Na nieteens twee stappen voel ik mezelf wegzakken. Een paar stevige armen houden me overeind.
"Wat heb je gedaan?" Hoor ik de stem vragen. Ik hang als een pop in zijn armen.
"Gewoon, twee van die pillen van jou."
"Twee?" De stem klinkt hard, maar wel ver weg. "Heb je de beschrijving gelezen? Dat is veel te veel."
"Niet zo zeiken, ik krijg koppijn van je." Ik probeer me om te draaien in de sterke grip, maar het lukt niet. "Geef haar maar aan mij." Niet lang na die zin, voel ik een stevige grip om mijn middel.
Hij trekt me mee de trap op. Ik strompel achter hem aan, niet goed bewust van wat er om me heen gebeurt.
De armen tillen me op, nemen me mee naar zijn kamer en laten me los. Ik plof op een zacht matras. Eindelijk. Ik sluit mijn ogen. Dit had ik nodig.
Het inzakken van het bed laat me mijn ogen weer openen. Enzo komt boven me hangen. "Ben je een beetje moe, babe?"
"Hm-hmm." Mompel ik slaperig.
Hij veegt mijn haar uit mijn gezicht. Zijn hete adem glijdt over mijn nek. Een rilling kruipt door mijn lichaam wanneer zijn lippen mijn nek raken.
Mijn hand slaat tegen dezijne. "Enzo.."
"Sstt." Fluistert hij zacht. Zijn lippen raken mijn kaak. "Het is al goed." Enzo glimlacht terwijl hij mijn wang aait. Hij drukt zijn lippen zacht op die van mij.
Ik wil hem tegenhouden, maar mijn lichaam is te zwak. Mijn hoofd zakt naar de zijkant.
Een lach klinkt door de kamer. Enzo zijn gewicht verlaat mijn lichaam en maakt plaats voor een warme deken.
Ik voel een kus tegen mijn wang. "Slaap lekker, babe."
Pov Will Newton (de detective)
Zuchtend klik ik nog een eiland aan. Nummer 57. Weer bestaat er geen hotel onder de naam Bianchi. Nog maar twintig eilanden te gaan, spreek ik mezelf moed toe. Voor ik verder ga, sta ik op. Ik strek mijn benen en pak een kop koffie.
"Hoe gaat het met je zaak, Newton?" Peinzend draai ik me om. Sergeant Sean staart me vragend aan.
"Ik kom dichterbij." Vertel ik hem. Het is de waarheid. Ik weet dat ik dichterbij kom, ik voel het. Ik weet alleen niet hoé dichtbij ik ben.
"Het is een leven of dood zaak, Will." Hij kijkt me streng aan. "Als je hulp nodig hebt, geef dat dan aan."
"Dat weet ik. Ik ben nu de locatie aan het uitzoeken. Als daar niks uitkomt, zal ik het aangeven."
Hij knikt vastberaden. "Succes. Ik hoor het vanzelf van je."
"Bedankt." Antwoord ik zakelijk. Ik wacht tot hij de ruimte heeft verlaten voor ik weer verder ga.
Vermoeid zoek ik het volgende eiland op. Wanneer ook hier gaan resultaten zijn, zakt de moed me iets in de schoenen. Misschien heeft de sergeant gelijk. Ik heb hulp nodig. Maar eerst zoek ik de resterende eilanden op. Het zijn er toch nog maar een paar.
Ik type de naam van eiland 59 in. Mijn hart springt omhoog wanneer er een match is. Ik spring zelf ook op bij het zien van de naam, de stoel waar ik op zat, valt achterover. E. Bianchi. De eigenaar van dit hotel heet E. Bianchi. Snel schrijf ik de naam van het eiland op.
Sogalita.
"Sean!" Ik ren door de gang. Hijgend kom ik aan bij zijn kantoor. Zonder te kloppen, storm ik naar binnen. "ik weet waar ze is."
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Gotta love Will♡
Also: voor de laatste keer een Q&A dus stel je vragen als je die hebt ->
Emma
Enzo
Fabio
Art
Wesley
Dex
Romeo
Will Newton
Iemand van de Eline gang (zet naam erbij please)
Iemand anders
Thank you♡
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro