Deel 56♡
Pov Emma
Een stekende pijn maakt me wakker. Kreunend open ik mijn ogen. Auw. Waarom doet mijn been zo'n pijn? Ik kijk om me heen. En waarom lig ik in een andere kamer? Is dit Art zijn kamer?
De pijn trekt mijn gedachten terug naar mijn been. Ik trek de deken van mijn lichaam af. Met grote ogen staart ik naar beneden. Er zit een riem om mijn bovenbeen en daaronder is alles rood van het bloed. Mijn been zelf, de broek en zelfs het beddengoed.
Het bloed maakt me misselijk en haalt tegelijkertijd herinneringen terug. Enzo. Hij schoot me neer.
Oh mijn God.
Ik voel mijn ademhaling versnellen. Nee. Blijf rustig. Hoewel ik het probeer, blijft de paniek stijgen. Tranen branden in mijn ogen. Ik probeer mezelf te kalmeren. Haal adem. Haal gewoon adem.
Maar het lukt niet.
In de paniekvlaag maak ik de domme beslissing om op te staan. Pijn schiet door mijn been en gelijk zak ik naar de grond. Met een dreun val ik op de vloer.
Tranen stromen over mijn wangen. Mijn borst gaat hevig op en neer.
"Emma!" Een hand zwaait voor mijn gezicht. "Haal adem."
Paniekerig schudt ik mijn hoofd. Tel tot tien. Dwing ik mezelf. Één. Ik haal haperig adem. Twee. Dri-
"-Emma?" Kapt Art mijn telling af. Hij pakt me vast. "Hoor je me?"
Gelijk duw ik hem weer weg. Hij moet van me afblijven. Ik wil het hem zeggen, tegen hem schreeuwen, maar het lukt niet. In plaats daarvan leg ik mijn hand tegen zijn schouder.
Dood. Ik ga dood. Het voelt alsof ik stik.
"Emma, alsjeblieft." Jammert Art. "Het komt goed. Haal adem."
Ik sla mijn armen om mijn benen heen. Snikken verlaten mijn mond. Art duwt mijn gezicht omhoog. "Het komt goed." Herhaalt hij. Hij veegt mijn tranen weg. Zijn gezicht komt dichterbij. Plots voel ik zijn lippen op de mijne.
Geschrokken houd ik mijn adem in. Wat doet hij? Ik duw hem weg. "Jax." Zegt ik zacht. Ik kan hem niet bedriegen. Niet weer. Waarom zoen ik altijd met mijn ontvoerders tijdens mijn relatie met Jax?
"Jax? Je neef?" Vraagt Art verbaasd.
Afwezig schud ik mijn hoofd. "Mijn vriend."
"Je neef is je vriend?" Art lijkt nog verwarder dan ik. Hij mompelt zacht iets. "Incest.."
"Nee." Hoofdschuddend schuif ik van hem weg. "Jax is niet mijn neef. Ik.. Ik heb een vriend."
"Oké." Een ongemakkelijke lach verlaat zijn mond. "That, I did not know." Hij staat op. "Sorry."
"Het geeft niet." Met de hulp van mijn armen duw ik mezelf omhoog. Half hinkend sta ik op. De pijn in mijn been wordt heviger.
"Uhm.. Niet in paniek raken," hij krapt nerveus aan zijn nek. "Maar eigenlijk kwam ik hierheen omdat Enzo je terug wilde hebben."
"Oh." Zenuwen gieren door mijn lijf. "Dan ga ik maar." Natuurlijk wil ik niet, maar ik denk dat ik geen keuze heb.
"Heb je hulp nodig?" Art blikt kort naar mijn been.
"Nee." Antwoord ik kortaf. "Het lukt wel." De pijn verbijtend, zet ik een stap. Gewoon doen alsof het geen pijn doet en het komt goed. Voor ik de deur uit loop, draai ik me naar Art om. "Dank je." Mompel ik. "Voor.. Dit..".
Zijn gezichtsuitdrukking staat treurig. "Het spijt me. Voor alles."
"Het is niet jouw schuld." Het enige monster hier is Enzo.
En Welsey..
Hades en zijn Cerberus.
Ik schud de gedachte van me af voor ik de kamerdeur van Enzo open duw. De duivel hem zelf zit op het bed. Hij kijkt op.
"Babe." Zijn benen duwen hem omhoog. Hij staat, maar loopt niet naar me toe. "Je kunt lopen." Het klinkt verbaasd.
Ja tuurlijk is hij verbaasd. Er zat een paar uur geleden nog een kogel in mijn been. Ik rol met mijn ogen, wat Enzo een wenkbrauw doet optrekken.
"Doet het pijn?"
Nu ben ik degene die een wenkbrauw optrekt. Wat moet ik hier nou weer op antwoorden? Ik snuif boos. "Ja."
Er vormt zich een grijns op zijn gezicht. "Mooizo. Nu kun je niet meer wegrennen."
Zwijgend kijk ik hem aan. Is dát waar hij aan denkt?
Enzo lijkt het erg vermakelijk te vinden. "Waarom kijk je zo boos, babe?"
Is hij serieus? Waarom zou ik boos zijn? "Je hebt me neergeschoten."
"Ho Ho." Nu zet hij wel een aantal stappen naar voren, wat mij achteruit doet wankelen. "Jij dreigde. Je gooide messen naar me." Mijn rug raakt de muur terwijl Enzo door blijft lopen. "Je daagde me uit."
"Oké. Sorry." Zeg ik. Ik kijk in zijn donkeren ogen. Een rilling glijdt door mijn ruggengraat. "Sorry dat ik je Kasjmir blouse heb gescheurd. Dat staat totaal gelijk aan een kogel in je been."
Enzo gromt. Zijn vuist komt hard terecht tegen de muur naast mijn hoofd. De plotselinge woede woede laat me ineen krimpen. "Waarom leer jij nooit van je fouten?"
En druk mezelf tegen de muur aan, de gruwelijke pijn in mijn been negerend. "Omdat ik een ezel ben?"
De grijns op Enzo zijn gezicht slaat om in een glimlach. "Je hebt vast dorst." Zegt hij plots. "En behoefte aan voedsel. Of medicatie."
Dorst? Ja. Voedsel? Moet ik niet aan denken. Medicatie? Hij kan oprotten met die zogenaamde medicatie van hem.
"Hmm?" Een vragende blik trekt me uit mijn gedachten. "Als je koffie wil, moet je toch echt naar beneden."
Langzaam gaat mijn hoofd op en neer. "Oké. Kan ik me eerst opfrissen?"
Enzo blikt kort naar mijn been. "Dat lijkt me wel handig ja. Wacht." Hij trekt iets uit de kast. "Trek dit aan."
Vol afschuw kijk ik naar het jurkje in zijn handen. "Enzo, mee-"
"Nee. Niet tegenstribbelen. Een jurk is handiger voor nu. Ik kan me voorstellen dat een strakke broek schuurt tegen je been en pijn doet."
Oké, daar heeft hij een punt. Met een zucht trek ik de jurk uit zijn handen. Ik hinkel naar de badkamer en sluit de deur achter me. Mijn handen trillen terwijl ik mijn kleding uit trek. Een misselijke vlaag trekt door me heen wanneer ik de wond in mijn been zie. Mijn maag trekt zich samen.
Niet naar kijken. Niet aan denken.
Ik stap onder de douche. Het water dat langs mijn been drupt kleurt rood. Langzaam verandert de bloedrode kleur naar roze, waarna het verandert naar de doorzichtige kleur die water normaal ook heeft.
Ik draai mijn hoofd de andere kant op. Hier kan ik niet langer naar kijken. Snel was ik mijn haar en stap de douche uit.
Met op elkaar geklemde kaken, droog ik mijn been af. De huid rond de wond is een kleurrijke mengelmoes met kleuren van paars tot rood. Ik wend mijn blik en trek het jurkje aan. De kleurrijke kleur van de jurk komt niet overeen met mijn treurige uitstraling. Het kledingstuk is kort, maar gelukkig lang genoeg om de wond niet te zien. Alsnog wel te kort als je het mij vraagt. Ik haat jurkjes en al helemaal zulk soort jurkjes. Met half gedroogd haar stap ik de badkamer uit. Ik trek de jurk ietsjes naar beneden. Helaas wordt de inkijk daardoor te groot.
Zuchtend laat ik het jurkje los. Enzo kijkt verbaasd op bij het geluid. Geërgerd kijk ik hem aan. "Jeez, wie had er een hoer besteld?"
Enzo grijnst. "Waarschijnlijk Wesley."
Met een 'meen je dit?' -blik staar ik hem aan. "Niet grappig."
"Jij begon." Hij staat op. Zijn ogen scannen mijn lichaam. "Al zou Wesley willen, hij krijgt je niet. Je bent van mij."
Verbaasd kijk ik hem aan. "Jaloers?"
"Altijd." Enzo stapt van me af. "Hulp nodig?" Vraagt hij, zijn blik gericht op mijn been.
Ik schud kort mijn hoofd. "Nee, het lukt wel."
"Mooizo." In een ruk draait hij zich om en loopt de kamer uit.
Hinkelend en met ingehouden kreunen volg ik hem. Enzo houdt de keukendeur voor me open. "Na u."
Ik mompel een zachte 'bedankt' wanneer ik hem voorbij stap. In de keuken zitten helaas twee klootzakken. Dex kijkt me geamuseerd aan terwijl Wesley verrast kijkt. "Je loopt." Constateert de tweede.
"Nee, ik zwem."
"Wow, zelfs een kogel stopt haar brutale antwoorden niet." Dex kijkt Enzo aan. "Je hebt een felle uitgekozen."
Enzo loopt langs me naar de kastjes. "Kom je erachter?"
Ietwat ongemakkelijk wankel ik heen en weer. "Ik kan jullie verstaan."
"Weet ik." Dex lacht. "Het was ook geen belediging. Je bent de eerste die tegen die klootzak in gaat, moppie. Congrats."
"Ja en kijk hoe dat heeft uitgepakt." Wesley knikt naar mijn been. Zijn blik maakt me zenuwachtig. "Ook een erg interessante kleding keuze."
Mijn blik schiet naar Enzo, die mij lachend aankijkt. Ik weet wat hij denkt, tuurlijk geeft Wesley commentaar op de jurk.
"Too bad, Wes. Ze is van mij."
"Chill. Dat weet ik." Lacht Wesley. "Maar ze heeft nog een tweelingzus."
Mijn ogen worden groot. Eline? Ze zou het geen dag volhouden met Wesley. Die gast is gestoord.
"Ga je nog zitten?" Vraagt Dex. "Of blijf je daar de hele dag staan?"
Ik slik terwijl ik snel de keuze maak naast wie ik moet gaan zitten. Wesley is een klootzak, maar voorspelbaar. Dex, aan de andere kant, is zo onvoorspelbaar en maniakaal als de Joker. Dit overwegende, zak ik aan de kant van Wesley neer.
Gezellig..
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro