Deel 53♡
Pov Emma
Ik wil me omdraaien, maar iets houdt me tegen. Geërgerd open ik mijn ogen. Tot mijn verbazing zit ik aan Enzo vast. Met een zucht laat ik mijn hoofd vallen. Ohja, dat was ik even vergeten.
Ik staar Enzo aan. Zelfs als hij slaapt ziet hij er dreigend uit. Waarom was ik ook zo oppervlakkig dat ik voor zijn uiterlijk viel in plaats van zijn innerlijk? Hoe heb ik op hém kunnen vallen terwijl ik samen woonde met de liefste maffiabaas die er er is.
Was..
Ik schud de gedachte van me af. Het is gebeurd, laat het in het verleden.
Enzo mompelt zacht. Niet veel later opent hij zijn ogen. Hij schikt duidelijk van me en schiet overeind. Hij deinst naar achter en knalt van het bed af.
Door de handboeien word ik achter hem aan getrokken. Ik val met een klap op hem. "Auw." Kreun ik zacht.
"Auw?" Praat Enzo me na. "Hoezo auw? Jíj valt op míj."
Ik duw mezelf van hem af. "Jij hebt toch geen gevoel."
"Oh ha-ha. Grappig." Hij kijkt om zich heen. "Waar is die sleutel?"
"Als ik dat had geweten, dan had ik allang al los geweest." Mompel ik.
Enzo kijkt op. Zijn ogen zijn donker. "Oh gaan we stoer doen?"
"Ik doe niet stoer, ik ben st-"
"-Nee. Dat ben je niet." Kapt Enzo me af. "Je doet heel stoer, maar stiekem ben je heel soft." Hij kijkt om zich heen. "Waar is die fucking sleutel?"
"Niet in je nachtkastje?" Vraag ik. Het liefst zou ik hem niet helpen, maar ik wil graag van hem losgemaakt worden.
"Nee, daar liggen ze niet." Hij trekt het kastje open. Met een grijns kijk ik toe hoe de sleutel er ligt.
"Ik zei het toch." Daar ik hem uit.
"Pas op jij." Het sleuteltje rinkelt in zijn handen. "Ik kan je ook weer vastmaken aan het bed."
Oh gaat hij dreigen? "En ik kan ook" midden in mijn zin stop ik. Enzo kijkt me boos aan. Ik slik mijn woorden in. "Mijn mond houden."
"Goed zo." Hij maakt de boeien eindelijk los. "Gelukkig heb je nog een beetje verstand in dat koppie van je."
Ik zet een stap naar achter. "Het is niet mijn schuld dat mijn verstandskiezen getrokken zijn."
"Allemaal?" Vraagt Enzo. "Dat verklaart een hoop."
"Dat is best gemeen." Mompel ik haast onverstaanbaar.
"Oh dit is gemeen?" Enzo verkleint de afstand die tussen ons zit. Oh shit. "Weet je wat pas gemeen is? Ons 5 uur lang door een bos laten lopen omdat jij te kinderachtig bent om gewoon te luisteren."
Oei. Dat was ik even vergeten. "Oké, ik heb me bedacht." Nerveus lachend zet ik een stap naar achter. "Ik vergeef je voor je opmerking." Een glimlach ligt om mijn lippen. "En dan vergeef jij mij voor dat kleine foutje?"
"Kleine foutje?" Praat Enzo me na. "Je had me bijna een hartaanval bezorgd."
"Jij hebt geen hart." Het is mijn mond uit voor ik het door heb. Ik kan net optijd naar achter springen. De wind die de hand van Enzo mee neemt blaast in mijn gezicht.
"Grapje." Zeg ik snel. "Sorry."
Zijn hand grijpt mijn keel vast. Hij tilt me een centimeter van de grond af. "Pas op met wat je zegt." Mijn hand knijpt in de zijne, maar het lijkt hem niet uit te maken. "Dit soort grapjes tolleleer ik niet, babe." Hij duwt me naar achter. Met een klap knal ik tegen de muur aan en zak naar beneden.
Verslagen hoest ik een aantal keer. "Dit was zinloos geweld."
In een ruk kijkt Enzo op. "Wat had ik nou net gezegd?"
"Sorry." Piep ik bij het zien van zijn donkere blik.
Hij snuift. "Sta op, maak je klaar, over tien minuten ben jij beneden." Hij wacht niet op een antwoord, met een klap slaat hij de deur achter zich dicht.
Jeez, Wat een chagrijn. Ondertussen ook chagrijnig loop ik naar de kast, pak kleding en vervolg mijn weg naar de badkamer.
De warme stralen van de douche vallen tegen mijn huid aan. Ik sluit mijn ogen. Voor even, heel even, voel ik me veilig. Maar de realiteit raakt me hard zodra ik de douche uit zet. Ik ben verre weg van veilig. Met deze trieste gedachte droog ik me af en kleed me aan. We gaan voor zwart vandaag, dat past bij iedereens humeur.
Nadat ik mijn haren heb gekamt en tanden gepoetst, verlaat ik de kamer. Sloffend loop ik door naar beneden. Ik denk dat Enzo in de keuken is. Nouja, eigenlijk hoop ik het want ik heb best wel honger. Hopend loop ik rechtstreeks door naar de keuken, waar ik inderdaad een wachtende Enzo aantref.
"Ik zei tien minuten." De blik in zijn ogen is moordend. "Niet vijfentwintig."
Vijfentwintig? Heb ik er zo lang over gedaan? Ik snuif eigenwijs. "Sorry meester, moet ik nu nablijven."
In een ruk staat Enzo op. De stoel waar hij op zat valt naar achter. "Je had moeten stoppen na 'sorry'."
"Ik had zo veel anders moeten doen." Bijvoorbeeld niet door steegjes lopen.
"Ik wil het nog een keer horen." Negeert hij mijn opmerking. "Dit keer moet je wel stoppen na het juiste moment."
"Wat?" Vraag ik verward.
"Bied je excuses aan. Dat is wel zo netjes als je te laat bent."
Ik open mijn mond, klaar om hem uit te lachen, maar iets weerhoudt me. Als ik vandaag nog iets te eten wil, dan kan ik beter voor deze ene keer luisteren naar hem en mijn niet gemeende excuses aanbieden. Met tegenzin verlaat het moeilijkste woord ter wereld mijn lippen. "Sorry."
"Dat duurde lang." Enzo slaat zijn armen over elkaar. "Sorry waarvoor?"
Ik onderdruk de neiging om met mijn ogen te rollen. "Sorry dat ik te laat kwam."
"Hmm." Een angstaanjagende glimlach verschijnt op zijn gezicht. "Brave meid."
Mijn bloed kookt. Houd je rustig. Denk ik bij mezelf. Val hem niet aan.
"Mogge." Kevin komt de keuken binnen gelopen. Hij trekt de koelkast open waar hij verschillende ingrediënten pakt. Pas wanneer hij een pak tevoorschijn haalt zie ik wat hij gaat maken. Pannenkoeken.
Enzo lijkt het ook door te hebben. "Maak ook gelijk voor ons."
Een kreun verlaat Kevin zijn mond. "Dat is zo veel werk."
"Ja. Dus?" Met opgetrokken wenkbrauwen kijkt Enzo hem aan. "Je woont ik mijn huis, dus je doet maar gewoon wat ik zeg anders gooi ik je eruit."
"Jezus, Enzo, het was maar een grapje." Hij mompelt zacht iets. "Ben je met het verkeerde been uit bed gestapt?"
"Hij is niet gestapt. Hij is gevallen." Reageer ik voor Enzo dat kan.
"Ja en wie zijn schuld is dat?" Uitdagend kijkt hij mij aan.
Mijn mond zakt open. "Uhm.. Jouw schuld. Jij moest ons persé aan elkaar vast boeien."
"Hallo. Ik boeide ons aan elkaar omdat jíj wegrende."
"Hoi." Reageer ik spottend terug. "Ik rende weg omdat jíj mij ontvoerd hebt."
"Geef niet mij de schuld." Sist hij. "Ik heb je ontvoerd omdat jij mij dood wilde hebben."
"Nee." Spreek ik hem tegen. "Jij wilde mij eerst vermoorden."
Enzo stapt dreigend op me af. Een centimeter voor mij blijft hij staan. "Omdat jíj vreemd bent gegaan."
"Ja, omdat jij kut tegen mij deed in onze relatie." Roep ik uit terwijl ik subtiel een stap naar achter zet.
Hij trekt zijn wenkbrauwen op. "Niet mijn schuld. Je bent zelf de relatie aan gegaan. Had je maar niet tegen mij op moeten botsen."
"Wat?" Mijn stem schiet omhoog. "Ik botste tegen jóu aan? Volgens mij botste jij tegen míj aan hoor."
"Oh nee. Jij botste tegen mij aan." Hij zet een stap dichterbij. "Als je beter had opgelet, hadden we elkaar nooit ontmoet. Dus dit is zeker wel jouw schuld."
"Houd op hoor." Ik rol geërgerd met mijn ogen. "Hoezo is dit mijn schuld? Als jij niet zo psychopatisch had geweest, dan zouden we best een normale relatie kunnen hebben gehad. En dan had jij niet kut geweest waardoor ik je niet dood wilde hebben en dan hoefde je me niet te ontvoeren en zou ik niet zijn weggerend waardoor je ons niet aan elkaar geboeid zou hebben en was je dus niet uit bed gevallen."
"Dit is zo vermakelijk." Zucht Kevin. "Is er ook popcorn?"
"Tuurlijk, geef mij maar weer de schuld." Hij zet nogmaals een stap in mijn richting, wat mij er één achteruit laat zetten. "Daar ben jij zo goed in, anderen de schuld geven."
Ik kijk boos de andere kant op. "Alleen als het terecht is."
"Vind je?" Hij komt voor mij tot stilstand. "Vind je dat echt?"
Ik kijk op. Vindt hij van niet dan?
Nee. Natuurlijk vindt hij van niet. Hij weet niet eens wat schuldgevoel is.
Dit is precies wat hij altijd doet. Alles verdraaien waardoor ik aan mezelf begin te twijfelen.
"Waar denk je aan?" Zijn hand aait mijn wang. Geërgerd sla ik zijn hand weg. Hij kijkt me boos aan.
"Hoe vaak gaan we deze discussie nog hebben?" Ik sla mijn armen over elkaar. "Jij denkt dat ik vreemd ben gegaan, dat is niet zo. Ik vind jou een klootzak, dat is wel zo. Get over i-"
Een harde klap in mijn gezicht kapt mijn zin af. "Leer de grenzen kennen, babe. Zoek ze niet op en ga er zeker niet overheen."
"Grenzen zijn er om overheen te gaan." Althans, volgens Roberto.
Maar Roberto heeft mij ook een keer een Ursela genoemd, dus veel van zijn uitspraken neem ik niet serieus.
Maar deze wel..
Enzo grijpt mijn gezicht vast. "Dat zou ik niet proberen. Niet nu. Niet hier. Niet bij mij."
"Eindelijk." Dex ploft op een stoel neer. "Je pakt haar eindelijk hard aan."
"Weetje Dex?" Ik duw Enzo weg. "Jij moet even je bek houden."
Nog een klap laat mijn hoofd draaien. "Niet doen." Sist Enzo.
Boos kijk ik hem aan. "Brand."
"Oh, ik moet branden? Wat een dreigement, echt indrukwekkend."
Uitdagend kijk ik hem aan. "Nee. De pannenkoeken staan in de fik."
In een ruk draaien de mannen zich om naar de pan. "Jezus, Kevin. Let eens op man!" Enzo trekt de pan van het gas af. "Nutteloze imbeciel. Ik maak het wel."
"Uhm. Hallo. Niet mijn schuld, jullie leidde me af met al jullie gekibbel."
"Gekibbel?" Vraagt Dex. "Ik dacht dat alleen tachtig plussers dat woord gebruikten."
"Ik heb ook een hele oude ziel." Antwoordt Kevin filosofisch.
"Jij hebt geen ziel." Mompel ik.
"Oud?" Vraagt Enzo die mij niet heeft gehoord, of negeert. "Jij bent eerder een kleuter."
Dex lacht. "Een kleuter? Eerder een baby."
"Wat supportive is iedereen weer." Klinkt het sarcastisch vanaf Kevin zijn kant. "Weten jullie hoe lastig het is om een jonge man te zijn?"
"Nee."
Kevin zakt dramatisch hard op een stoel neer. "Er wordt zo veel van je verwacht. Pannenkoeken bakken.." Je ziet aan zijn hoofd dat hij diep nadenkt.
"Was dat het?" Vraagt Enzo spottend. "Pannenkoeken bakken? En zelfs dat kun je niet."
"Nee. Iemand ontvoeren is ook heel erg zwaar. Erg emotioneel. Ik ben een emotionele man, weet je."
"Hmm. Ja, vast zwaarder dan daadwerkelijk ontvoerd worden." Knik ik.
"Ja."
"Pas op met wat je zegt, Kevin. Straks krijgt ze weer een paniekaanval en probeert ze zich zelf neer te schieten."
Zuur kijk ik Dex aan. "Wat is jouw probleem?"
Even zuur kijkt Dex terug. "Jij."
Met een ietwat open mond kijk ik hem aan. Sinds wanneer is hij zo gemeen? "Jij gore motherfucker." Sis ik. Ik spring op. Hij gaat eraan.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro