Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Deel 51♡

Pov Emma
Inderdaad. What the fuck.

Ik staar naar de lege trap waar Enzo op is gerend. Wat was dat? Hij keek alsof hij een geest had gezien. Ik ril bij de gedacht. Gatver, ik haat geesten.

Zuchtend sta ik op. Ik strompel naar de keuken. Gelukkig is er niemand. Het is de hele dag al stil in dit belachelijk grote huis. Ik pak wat te drinken en zak neer op een stoel.

De deur gaat krakend open. Ik kijk op, maar zie niemand. Geesten.. Schiet er door mijn hoofd heen. Ik wil net wegrennen wanneer ik zie wie de deur had geopend. Nero.

De grote hond duwt zijn kop tegen mijn been aan. Ik aai hem over zijn oren. "Hey, jij ook hier." Glimlach ik.

Hij blijft tegen mijn been aan duwen. "Wat is er?" Lach ik.

"Honden praten niet terug hoor." De stem laat me opkijken. Cane kijkt me grijnzend aan. "Waar is je verloofde?"

Ik sta op. "Geen idee." Met kleine stapjes loop ik naar de deur. "Zoek hem, zou ik zeggen."

De jongeman glimlach. Hoewel de glimlach heel lief is, staan zijn ogen anders. Zijn stilte maakt me oncomfortabel.

"Ik zoek hem wel." Zeg ik snel. Vliegensvlug draai ik me om en stap de deur uit. Ik wil door naar boven lopen, maar een harde blaf houdt me tegen. "Wat is er?" Ik hurk voor de hond neer.

De hond zegt niks. Wat niet verbazingwekkend is. Aangezien, nouja, het een hond is.

Een koude bries laat kippenvel op mijn armen staan. Ik draai de kant van de wind op. Tot mijn verbazing zie ik de voordeur openstaan. Snel spring ik op en loop erheen. Wie laat de deur nou open? Het is hartstikke koud. Ik duw de deur dicht.

Pas wanneer ik me omdraai om naar boven te gaan, dringt het tot me door. Wat doe ik hier nog? Gehaast draai ik me weer om. Ik trek de deur open, die voor een windvlaag in mijn gezicht zorgt.

Weglopen gaat voor veel problemen zorgen. Ben ik echt zo dom?

Ja.

Ik stap de drempel over en sluit de deur achter me. De vorige keer liep ik richting de boot en het dorp, dat was overduidelijk geen succes. Na een korte overweging, besluit ik om toch weer door het bos te gaan. De kans dat ze me dan vinden, is een stuk kleiner. Zonder na te denken ren ik langs het gebouw het bos in, totaal vergetend dat ik langs het keukenraam ren.

De pijn in mijn voeten laat me realiseren dat ik wéér geen schoenen aan heb. Je zou denken dat een ezel zich niet twee keer aan de zelfde steen stoot.

Nou, deze ezel wel.

Een pijn in mijn teen laat me stoppen en mijn voet omhoog trekken. Ik vloek zacht. Waarom denk ik na over jezelf tegen een steen stoten midden in een bos? Tuurlijk moet ik me dan daadwerkelijk stoten.

Ezel..

Ik schud de pijn uit mijn voet en ren weer verder. Normaal houd ik van de natuur, maar ontvoerd worden naar een huis middenin een oerwout stond niet echt op mijn bucketlijstje. Laat staan drie keer..

Een scherpe steek schiet in mijn zij. Ondanks de pijn in mijn voet en de steek in mijn zij, ren ik door. Mijn lichaam wordt steeds zwakker, ik voel het. Maar ik moet door. Ik moet het redden.

~~

Mijn benen zeuren. Ik wil door rennen, ik wil het echt, maar mijn lichaam lijkt niet meer te kunnen. Hoe lang ren ik al? 5 minuten? 5 uur? Hijgend leun ik met mijn handen op mijn benen. Ik hoest een aantal keer. Tot mijn schrik zie ik bloed op mijn mouw.

Ik vloek hard. Waarom? Waarom geeft mijn lichaam dit op?

Tranen branden in mijn ogen. Stel je niet zo aan. Sis ik tegen mezelf. Je kan dit.

Ik duw mezelf omhoog. Gelijk wordt het zwart voor mijn ogen. Ik knipper een aantal keer, tot het zwarte weg is. Alle bomen en bladeren draaien om me heen. Ik zet een aantal stappen, maar bots gelijk tegen iets aan.

De duizeling laat me op mijn knieën zakken. Langzaam zak ik neer naar de grond. Ik doe zo hard mijn best om op te staan. Ik móet door. Maar het lukt me niet. Mijn lichaam is te zwak. Langzaam sluit ik mijn ogen.

"Emma." Hoor ik een zwevende stem fluisteren. "Emmie." Een hand aait mijn gezicht. "Geef niet op."

Ik kijk op. Vlak voor mij zit een vertrouwd gezicht. Zijn blik is zacht, lief. "Niet gaan slapen."

Tranen verlaten mijn ogen. Zelfs praten lukt me al niet meer.

"Niet gaan slapen, Emmie. Houd nog even vol." Zijn woorden en aanrakingen geven mij kracht.

Maar niet genoeg.

Ondanks dat ik ertegen vecht, geven mijn spieren niet mee. Er vormen zwarte vlekken voor mijn gezichtsveld. Het spijt me, Lan. De zwarte vlekken worden steeds groter tot ze mijn hele zicht overnemen. Sneller dan ik zou willen, word in een diep, zwart gat getrokken.

Pov Enzo
Hoe lastig kan het zijn? We weten welke kant ze op is gerend en toch kunnen we haar niet vinden. Acht tegen één, maar zij lijkt te winnen. We zoeken al uren.

"Enzo!" Klinkt er hard door het bus heen. Wie was dat? "Kom hier!"

Ik draai een rondje. "Waar ben je?"

"Boom nummer 5218." Krijg ik als sarcastische antwoord.

Ik draai me naar links, de kant waar het geluid vandaan kwam. "Grappig." Roep ik terug.

"Kom nou gewoon." Klinkt er terug. Ik volg de stem en trek een klein sprintje. Niet heel veel later kom ik Kevin tegen. "Eindelijk." Zegt hij.

"Wat is er?" Snauw ik aangezien ik geen stribbelende Emma aantrek.

Hij knikt naar beneden. Ik volg zijn blik tot een lichaam op de grond. "Leeft ze nog?"

"Geen idee." Reageert hij. "Ik heb het niet gecheckt."

Ik hurk naast haar neer. Met mijn vingers in haar nek, check ik haar hartslag.

"Is ze dood?" Vraagt Kevin.

"Nee." Ik kijk naar hem op. "Maar ook niet echt heel levend." Mijn hand veegt haar haar weg. Wat is er gebeurd? "App de anderen dat we haar gevonden hebben en zorg dat er een auto naar de weg komt." Beveel ik Kevin.

"Wat heb je gedaan, babe?" Fluister ik zacht. Ik til Emma op. Ze voelt licht in mijn armen. Alsof ze bijna weg zou zweven.

De kou van haar lichaam, laat mij bijna rillen. Ik scan vlug haar lichaam. Mijn ogen komen geen wond tegen. Wat zou er dan gebeurd zijn? Je kan niet zomaar neervallen.

"Welke kant is de weg?" Vraagt Kevin plots.

Ik kijk op. "Volg mij maar."

Met flinke stappen, loop ik door het bos. Bij de weg aangekomen, zie ik dat er in de verte al een auto staat. Terwijl wij richting de auto lopen, begint deze onze kant op te rijden. Hij stopt vlak voor ons.

"Ga jij maar voorin." Brom ik tegen Kevin. Glimlachend trekt hij de deur voor me open en stapt daarna zelf voorin in.

Ik leg Emma op de achterbank, loop om de auto heen en stap ook in.

De bestuurder, Dex, kijkt achterom. "Wat is er gebeurd?"

"Geen idee." Begint Kevin. Zijn harde stem doet pijn aan mijn hoofd. "We vonden haar zo."

Ik trek haar op mijn schoot. "Rijd maar." Terwijl Dex begint met rijden, staar ik naar Emma. Tot mijn verbazing zie ik bloed op haar trui. Ik trek haar mouw omhoog, maar kom geen verwonding tegen. Waar komt dat bloed vandaan?

"Wat is er?" Kevin zit omgedraaid in de stoel. Hij kijkt me vragend aan. Als hij zich toch omdraait, had hij beter zelf achterin kunnen zitten.

"Niks." Een zucht verlaat mijn mond. "Ik snap gewoon niet hoe dit kan gebeuren. Het lijkt me dat ze niet zomaar een dutje gaat doen midden in een bos."

"Tijdens een ontsnappingspoging." Vult Dex me aan.

"Precies." Ik staar haar aan. "Wat is er gebeurd?" Mompel ik zacht.

Alsof ze me kan horen, mompelt ze zacht iets terug. Ik veeg haar haar uit haar gezicht. Mijn aanraking laat haar haar hoofd draaien. Langzaam opent ze haar ogen. Ze kijkt verward om haar heen.

"Waar gaan we heen?" Haar ogen vinden de mijne. "Wat heb je gedaan?" Ondanks de paniek klinkt haar stem zacht, onvast en vooral zwak.

"Dat zijn exact de vragen die ik ook aan jou had." Antwoord ik kalm terug.

Ze duwt zich uit mijn greep. "Wat bedoel je?"

"Exact wat ik zeg, babe." Ik trek haar terug. "Waar wilde je naartoe gaan?"

Aan haar gezicht kan ik zien dat ze geen idee heeft waarover ik het heb. Dit is hopeloos. Ze duwt haarzelf nogmaals uit mijn greep. "Laat me los." Zegt ze, wat mij een teken geeft dat ze niet meer weet wat ze moet zeggen.

"Nee." Ik trek haar voor een tweede keer terug. Haar lichaam trilt.

"Jawel." In een snelle beweging duwt ze haarzelf naar de andere kant van de auto. Ik zie haar hand naar de deurknop gaan.

"Nee!" Roep ik hard door de auto heen. Ik grijp haar arm.en trek haar terug. "Waag het." Ze heeft al een geschiedenis met uit auto's springen. Hier trap ik niet nog een keer in. Ik ben geen ezel.

"Laat me gewoon los." Snauwt ze. Haar handen slaan tegen mijn borst.

In een snelle beweging pak ik haar polsen vast. "Niet doen." Ze stribbelt behoorlijk tegen wat het lastig maakt om haar in bedwang te houden.

"Hé!" Klinkt Dex zijn harde stem door de auto heen. "Niet vechten in de auto." Reageert hij als een boze vader die zijn kinderen onder controle wil houden. "We zijn er bijna."

"Waar?"

"Gewoon bij het huis." Sus ik. Ze is overduidelijk verward. Ze heeft totaal geen herinneringen aan vandaag. Zij is de enige die kan vertellen wat er vandaag is gebeurd en ze kan het zich niet herinneren.

De auto stopt plots. Wanneer ik opkijk, zie ik dat we bij het huis zijn. Eindelijk. Ik stap uit. Mijn hand om Emma haar arm trekt haar mee naar buiten. Ze is behoorlijk vervelend en werkt totaal niet mee. Echt, ik heb een vakantie nodig van deze meid.

Plots voel ik hoe ze haar arm uit mijn grip trekt. "Ho, voorzichtig!" Hoor ik Kevin lachen.

Boos draai ik me om. Emma is tegen Kevin aangevallen, die haar nu stevig vast houdt.

"Jezus Christus." Vloekt Dex hard. "Ik ben zo fucking klaar met jou." Hij pakt haar hardhandig vast. In een soepele beweging gooit hij haar over zijn schouder, wat een gil uit Emma haar mond laat vallen. "Als jij dit popje niet kan handelen, dan doe ik het wel." Snauwt hij boos naar mij.

"Ga je gang, doe maar wat je wil." Niet dat ik haar niet kán handelen, ik heb er nu gewoon geen zin in.

Dex gooit haar op de bank neer. Ikzelf leun tegen de deurpost en kijk toe hoe ze op probeert te staan.

Met een woedende uitdrukking duwt Dex haar terug. "Blijf verdomme zitten en houd je bek!" Schreeuw hij naar haar.

"Jeez." Mompelt Emma zachtjes. "Wat ben jij chago vanda-"

"-Zwijg, kreng." Kapt hij haar af. "Ik zweer het, als je nog één woord zegt, vermoord ik je ter plekke."

Oké, dit is wel een goed moment om me ermee te bemoeien. Ik duw Dex naar achter. "Relax." Lach ik. Ik kijk naar Emma die trillend op de bank zit. "Je mag haar niet vermoorden, dat doe ik."

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro