Deel 50♡
De donkere ogen van Enzo lijken wel zwart te kleuren. Zijn hand vliegt omhoog. Geschrokken en met gesloten ogen druk ik mezelf in de bank. Maar in plaats van een klap, hoor ik een harde lach. Ik open mijn ogen om te zien dat Dex degene is die Enzo zijn hand tegen heeft gehouden.
"Gast," lacht hij. "Wees niet zo streng voor haar. Een beetje tegenspraak houdt je scherp."
Enzo laat zijn hand gelukkig zakken. "Ik ben al scherp genoeg, daar heb ik geen tegenspraak voor nodig.
Uit het niets vliegt er een kussen door de lucht die Enzo vol in zijn gezicht raakt.
"Ja, heel scherp." Grijnst Wesley die blijkbaar het kussen had gegooid.
"Oef." Ongewild verlaat een lach mijn mond.
In een ruk draait Enzo zich mijn kant op. "Oh, dus nu kun je wel opeens lachen."
Ik slik mijn gegrinnik in. "Nee."
Zijn ogen glinsteren. Hij is iets van plan. "Wil je lachen?"
"Nee." Antwoord ik nogmaals.
"Nee?" Een por in mijn zij laat me opveren.
"Niet doen." Waarschuw ik hem.
Enzo kijkt me grijnzend aan. "Niet?"
Een grom verlaat mijn mond. Wat doet hij vervelend.
"Hond." Scheldt hij grijnzend op me. Zijn handen glijden naar mijn zij. Nog voor ik kan zeggen dat hij moet stoppen, voel ik zijn handen in mijn zij porren.
Als gestoken door een bij spring ik op. Tranen van de ingehouden lach staan in mijn ogen. Ook Enzo springt op, wat mij aanzet om het op een sprintje te zetten. Ik ren de kamer uit, de gang door. Ik zie de schoen middenin de gang liggen, maar ren te hard om nog te stoppen. Met een klap kom ik op de grond terecht.
Een harde lach klinkt de gang door. Hij is zo hard, dat ik denk dat ze het boven zelfs hebben gehoord. Enzo leunt lachend tegen de muur aan. "Je bent zo'n sukkel."
Verslagen laat ik mezelf liggen. "Ik weet het." Mompel ik, geen poging wagend om op te staan.
"Doet het pijn?" Enzo zakt naast me neer.
Hoofdschuddend ga ik rechtop zitten. "Ik ben al een keer uit de hemel gevallen, dus dit valt wel mee."
Een grinnik verlaat Enzo zijn mond. Hij kijkt me grijnzend aan. Wat is hij van plan? "Je moet vaker lachen, babe. Het staat je goed."
Zijn ogen staan speels. Het is een blik die ik niet vaak bij hem heb gezien. "Ik heb niet veel redenen om te lachen hier."
"Wil je een reden, babe?"
"Nee." Ik schud mijn hoofd. "Babe." Pest ik hem.
"Oh, jij gaat eraan." Hij duwt me achterover. Zijn handen kriebelen in mijn zij.
Ik kan het niet helpen om te lachen. Niet omdat ik het leuk vind, maar omdat ik niet tegen porren kan. "Stop." Tranen rollen over mijn wangen.
Enzo stopt niet. "Wat is het genadewoord?"
"Ik weet het niet." Lachend rol ik over de grond, hem van me af proberend te duwen. "Nee is nee."
Zijn handen blijven me kietelen. "Twee keer nee is ja, babe. Wat is het genadewoord."
Ik duw tegen zijn armen aan. "Ananas?" Hij schudt kort zijn hoofd. "Perzik?"
"Nee." Voor een seconde stopt hij met kietelen. "What the fuck."
Door zijn verwarring, kan ik mijn kans grijpen om hem weg te duwen. Binnen een seconde duwt hij me weer terug. "Niet zo snel jij." Hij hangt nu boven me. "Genadewoord?" Zijn handen glijden over mijn armen heen. Hij pakt mijn polsen vast. In een plotse ruk, duwt hij ze boven mijn hoofd.
"De meeste mensen doen dit in een slaapkamer."
Enzo en ik draaien tegelijk ons hoofd richting de gang. Fabio kijkt ons met opgetrokken wenkbrauwen aan.
"Het zou je nog verbazen." Reageert Enzo.
De man schudt zijn hoofd. "Ik hoef het niet te weten." Nee, ik ook niet. Hij loopt nog steeds hoofdschuddend de gang uit, richting de trap naar boven.
Ik wurm onder Enzo zijn lichaam. Mijn beweging laat hem naar me omkijken. "Wil je me loslaten?" Vraag ik zacht.
"Hmm. Nee, eigenlijk niet. Ik lig wel lekker."
Ik trek aan mijn handen, maar er lijkt geen beweging in te zitten. "Ik niet."
"Awch, babe. Cute dat je denkt dat mij dat iets uit maakt."
Verslagen laat ik mezelf liggen. "Heb je ooit om me gegeven?"
Enzo lijkt na te denken. "Je weet dat ik geen gevoels heb." Antwoordt hij heel zakelijk.
Herinneringen schieten door me heen. Was alles wat wij hadden nep?
*Flashback*
"Je bent perfect."
Zijn woorden laten me omdraaien. Enzo staart me liefdevol aan. "Verre van." Reageer ik.
"Voor mij niet." Zijn hand streelt mijn arm. "Je bent leuk, geïnteresseerd, knap, lief."
Mijn ogen staren in de zijne. Ik haat het als mensen zeggen dat ik leuk ben. Het maakt me onzeker. Het maakt me onzeker omdat ik het er zelf niet mee eens ben.
"Heb je er goed over nagedacht?" Grap ik.
"Heel goed."
Hij buigt naar me toe. Zijn lippen raken de mijne. Zijn kus is hypnotiserende, je kunt je bijna niet terugtrekken. Een koude hand onder mijn shirt laat me opschrikken.
"Enzo." Ik trek me terug. "Niet doen."
Hij duwt me achterover. "Sst. Niet praten." In een vloeiende beweging trekt hij mijn shirt uit. Zijn lippen raken de mijne weer.
"Nee, stop."
"Niet zeuren." Mompelt hij door de kussen door.
"Enzo. Ga we-"
Zijn hand tegen mijn mond kapt mijn zin af. "Babe. Stop met praten." Met zijn andere hand aait hij mijn gezicht. "Je houdt toch van me?"
*Einde flashback*
Nee.
Het antwoord was nee.
Ik hield niet van hem. Ik hield van iemand anders en daar kwam ik te laat achter.
"Verdomme Emma!" Haalt een zware stem me uit mijn gedachten.
Geschrokken kijk ik op. "Wat is er?"
Enzo springt op. "What the fuck." Hij kijkt me verward aan voor hij zich omdraait en de gang uit stormt. Met twee tredes tegelijk sprint hij naar boven.
Verbaasd kijk ik hem na. Inderdaad. What the fuck.
Pov Enzo
Hijgend gooi ik de deur van Fabio zijn kamer open. "Ik ga dood."
Met een vragende blik kijkt hij op. "Nu?"
"Ja, nu." Snauw ik. "Doe iets."
Hij staat op. "Wat is er gebeurd?"
"Er zit iets in mijn buik." Ik loop de kamer in en sluit de deur achter me. "Ik was gewoon beneden met dat kind en opeens begint mijn buik te jeuken. Vanbinnen."
Fabio zijn ogen worden groter. "Dat zijn vlinders."
"Hoe komen die daar? Haal ze weg!"
Hij schiet in de lach. "Geen echte vlinders, idioot."
"Noem me geen idioot." Sis ik. "Ik weet wat vlinders in je buik zijn, ik ben niet gek." Verslagen laat ik mezelf op het bed zakken. "Maar het is onmogelijk. Mijn moeder heeft me naar zo veel dokters gestuurd. Jij was zelfs een aantal keer mee geweest."
Fabio knikt. "Ja. Dat klopt."
"Het antwoord was altijd hetzelfde." Vervolg ik. "Ik zal nooit lief hebben."
"Misschien is die chick de enige die wat in je los kan maken." Antwoordt hij zweverig.
"Fabio." Zucht ik. "Het is neurologisch gezien letterlijk onmogelijk."
Hij zakt naast me neer. "Dokters hebben ook niet altijd gelijk. Misschien is er een wonder."
Een sarcastische lach verlaat mijn mond. "Ik geloof niet in sprookjes."
"Dat weet ik." Nu lacht hij ook. "Jij geloofde nieteens in de kerstman toen je drie was. 'Hoe kan hij nou vliegen? Dat is onmogelijk'." Praat hij in een hoge stem.
Ik schiet in de lach. "Dat is toch ook gewoon onlogisch?"
"Ja." Stemt Fabio in. "Maar een driejarig kind denkt daar niet over na."
"Super intelligente driejarige wel."
"Oh dus jij vindt jezelf super intelligent?" Een grinnik klinkt door de kamer. "Super intelligente mensen joinen niet de mafia."
"Klopt, maar verveelde mensen wel."
Fabio schudt kort zijn hoofd. "Je had met mij mee het leger in moeten gaan. Dat had goed voor je geweest."
"Ja, want voor jou pakte het zo goed uit." Lach ik spottend. "Trauma's en nachtmerries, leuk."
"Daar zou jij toch geen last van hebben, want jij hebt geen gevoel." Hij slaat tegen mijn schouder. "Tot vandaag."
"Nope. Na vandaag nogsteeds niet."
Ons gesprek wordt ruw afgekapt door de deur die met een klap tegen de muur aan vliegt. Cane staat hijgend in de deuropening. "Emma is weg."
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro