Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Deel 42♡

Pov Emma
Tik. Tik. Kreunend draai ik me op mijn zij. Tik. Tik. Mijn mond is droog en mijn hoofd doet pijn. Tik. Tik. Regen klettert hard tegen het raam. Ik luister naar het rustgevende geluid, maar ergens klopt er iets niet. Waarom komt het geluid van links, als het raam rechts zit?

Voor het eerst openen mijn ogen zich. Het duurt een tijdje voor ik het me besef. Alles in de kamer staat in spiegelbeeld. Dit is niet Enzo zijn kamer. Wie zijn kamer is dit dan wel?

Ik probeer mezelf overeind te duwen, maar mijn armen zakken weer in elkaar. Het lijkt alsof er geen kracht in mijn armen zit.

Ik sluit mijn ogen weer. Nog vijf minuutjes. Langzaam dommel ik weer weg. Een zuchtje wind glijdt over mijn huid. Kippenvel verspreidt zich over mijn lichaam. Waarom is het hier zo koud?

Voor een tweede keer open ik mijn ogen. Nu pas zie ik waarom het zo koud is. Mijn hartslag schiet omhoog. Ademen lijkt plots een stuk lastiger. Waar is mijn shirt?

Mijn ogen zoeken de kamer af. Op de grond naast het bed vinden ze het zwarte lapje stof. Met alle kracht die ik in me heb beweeg ik mijn arm. Ik kan er net bij zonder uit te hoeven stappen.

Kramp schiet in mijn lichaam terwijl ik het shirt aan trek. Waarom was deze uit? Heb ik dat gedaan? Ik trek de deken van mijn lichaam af. Een opluchting overvalt me wanneer ik zie dat mijn spijkerbroek nog wel aan is.

Ik blijf overeind zitten. Er schiet een flits van herkenning door me heen. Deze kamer. Ik ken deze kamer. Ik ben hier eerder geweest. Mijn hart bonkt hard. De donkerblauwe muur. Het schilderij van Al Pacino. De tijdschriften die op het bureau gegooid zijn. Wesley. Dit is Welsey zijn kamer.

Angstig gooi ik mijn benen over de rand van het bed. Ik duw mezelf omhoog. Bijna gelijk zak ik weer naar beneden. Ik zie hoe ik op de grond af raas. Met een luide bonk beland ik op de grond. Het kan niet missen dat ze dit beneden ook hebben gehoord.

Ik duw mezelf omhoog zodat ik zit, maar staan lukt nog niet. Hoewel de kracht in mijn benen langzaam terug komt, krijg ik mezelf niet omhoog. Wat heeft Enzo gedaan?

"Goedemiddag."

Geschrokken kijk ik op. Wesley kijkt me met een vieze grijns aan.

Mijn ogen worden groot. Ik wist dat dit Wesley zijn kamer was, maar alsnog komt deze bevestiging aan als een shock.

"Wat is er gebeurd? Wat heb je gedaan?" Vuur ik op hem af.

Wesley lacht. "Weet je dat niet meer? Zonde."

De paniek wordt groter. "Wat heb je gedaan?" Herhaal ik met een trillende stem.

"Wat je je niet kan herinneren, is niet gebeurd."

Mijn hersenen kraken bij dit raadsel. Wat bedoeld hij daarmee? Met zenuwslopend langzame passen loopt hij naar me toe. Ik slik nerveus. "Waar is Enzo?"

En glimlach verschijnt op zijn gezicht. Hij hurkt naast me neer. Angstig schuif ik achteruit. Een hand op mijn knie houdt me tegen. "Enzo is een beetje druk nu."

Met ingehouden adem druk ik mezelf tegen de muur aan. "Waarmee?"

"Dat doet er niet toe." Zijn hand aait mijn been. "Hij vroeg zelf of ik je boven wilde houden."

Ik duw zijn hand weg. "Waarom?"

Hij kijkt naar zijn hand, maar houdt hem wel bij zichzelf. "Waarom stel je zoveel vragen?"

"Omdat jij geen antwoord geeft." Vuur ik.

Hij is verrast door mijn antwoord, waarschijnlijk had hij helemaal geen antwoord verwacht. "Ach, mijn schatje." Hij grinnikt. "Wat ben je toch weer schattig."

"Ik ben geen schatje." Ik duw hem naar achter. "En zeker niet de jouwe." Boos sta ik op.

Ook Wesley springt snel op. Hij houdt me tegen wanneer ik weg wil lopen. Door een duw tegen mijn zij val ik op het bed. Ik wil opstaan, maar Wesley duwt me terug. "Nee, lieverd, wij moeten nog wat afmaken."

Boos duw ik tegen zijn schouders aan. "Enzo vermoordt je als je dit doet."

Een spottende lach verlaat zijn mond. Hij hangt over me heen. "Denk je? Denk je dat echt?"

Nee.. "Ja."

Zijn hand streelt een pluk haar uit mijn gezicht. "Wat lief dat je nog zo veel vertrouwen in hem heb." Hij plaatst een zachte kus op mijn wang. "Ik wil je niet uit je droom helpen, schatje, maar Enzo geeft helemaal niks om jou."

Ik wil hem tegenspreken, maar doe het niet. Het heeft geen zin, we weten allebei dat dit waar is. Enzo geeft niks om mij.

"Ach." Hij zucht. "Sneu."

Snuivend kijk ik de andere kant op. Hij krijgt mij niet klein. Nooit. Hoewel ik het wil geloven, vertelt mijn lichaam me iets anders. Kippenvel staat op mijn lijf, mijn hart bonkt in mijn keel en tranen schitteren in mijn ogen.

"Godver, je bent zo hot als je bang bent."

"En jij bent zo'n klootzak als je jezelf bent." Val ik hem aan.

Een harde klap tegen mijn wang laat mijn hoofd draaien. Hardhandig draait hij het terug. Zijn gezicht is nu vlak bij het mijne. "Al die tegenspraak maakt je alleen maar hotter."

"Rot op, Wesley." Ik sla zijn hand weg. "Heb jij niks beters te doen?"

"Nah." Hij pakt mijn hand vast. "Het is dit of Enzo helpen."

"Met wat?" Ik houd mijn andere hand zover mogelijk uit zijn buurt. Als hij die te pakken heeft, heeft hij de macht. Dat wil ik kosten wat het kost voorkomen.

"Dat gaat jou niks aan." Hij kijkt naar mijn hand. "Weet je, Emma, ik heb na zitten denken."

"Kan jij dat?" Schiet eruit voor ik erover nadenk.

Welsey kijkt me boos aan. "Nee." Hij duwt zijn hand over mijn mond heen. "Ik bedoel, ja dat kan ik wel. Shut up jij."

Ik trek met mijn losse hand aan de zijne, om hem van mijn mond af te krijgen. In een snelle draai pakt hij mijn pols vast. Hij heeft nu beide polsen vast. Het enige voordeel is dat hij zelf ook geen losse handen meer heeft.

"Jij zei dat mensen niet bang zijn voor wespen, maar voor de steek ervan."

Ik kijk hem met opgetrokken wenkbrauwen aan. Waar doelt hij op?

"Het is duidelijk dat je geen claustrofobie hebt, maar waar zou je dan wel bang voor zijn?" Hij doet alsof hij na denkt. Volgens mij heeft hij al een idee, en ik kan alleen maar hopen dat hij niet gelijk heeft. "Je bent bang voor scherpe punten."

Fuck.

"En wat heeft er nou een scherpe punt? Kun jij iets bedenken?"

Nerveus slik ik. "Mijn nagels, dus ik zal me maar loslaten als je niet opengekrabt wil worden."

Wesley lacht. "Messen. Je bent bang voor messen."

Ik schrik van zijn plotse goede gok. "Nee." Ontken ik. "Je hebt het fout."

"Ohja?" Hij laat één hand los. Met grote ogen kijk ik toe hoe zijn hand in zijn zak verdwijnt. Hij haalt er een scherp, glimmend zakmesje uit. Het zicht van het mesje trekt me terug in een herinnering.

*Flashback*
"Ik zeg het nog een keer lieffie, werk mee."

Hij plaatst zijn lippen op die van mij. Maar ik houd ze stevig op elkaar. Collin gromt en vloekt binnenmonds. De woede is te horen en het maakt me bang. Mijn hele lichaam trilt onder dat van hem.

Collin zet het mesje tegen mijn pols. "Laatste kans." Zegt hij.

"Nee, Collin alsjeblieft." Jammer ik. Maar voor ik mijn zin kan afmaken heeft hij zijn lippen weer op de mijne geduwd. Ik proef de smaak van sterke drank. Voorzichtig doe ik mee terwijl de tranen over mijn wangen stromen. Ik voel Collin tegen mijn lippen aan grijnzen.
*Einde flashback*

Tranen prikken in mijn ogen. Snel knipper ik ze weg, maar het is te laat. Wesley heeft ze al gezien.

Een grijns ontstaat op zijn afgrijselijke gezicht. "Dat dacht ik al."

"Ik ben niet bang voor messen." Zeg ik stoerder dan ik me voel.

"Misschien niet." Reageert Wesley tot mijn verbazing. "Maar je bent wel bang voor de combinatie van mij met een mes."

Langzaam schud ik mijn hoofd. Het maakt niet uit wat hij vast heeft. Ik zou al bang zijn voor hem met een aardappel. Nog voor ik het kan tegenspreken, heeft hij me al afgekapt. "Schattie, je hoeft jezelf niet te bewijzen. Ik zou ook bang voor mij zijn als ik jou was." Hij laat me plots los. "Nou, wees braaf en geef me je handen."

"Nee."

Boos gooit hij het mes naast zich. Met grote ogen kijk ik ernaar. Mijn hand schiet vliegensvlug naar het mes toe. Het koude metaal raakt mijn vingers al wanneer Wesley met een greep mijn pols tegen het matras drukt. Hij brengt mijn polsen bij elkaar en drukt ze met één hand in het matras, terwijl zijn andere hand in zijn zak voelt.

Hij haalt er een soort stokje uit. Wat heeft deze gast toch allemaal in zijn zak zitten? "Komt er straks ook nog een rol ducktape uit?" Vraag ik spottend.

"Nee. Schatje, ik zorg op een andere manier wel dat je niet kunt praten." Pas wanneer hij het stokje naar mijn handen brengt, zie ik dat het helemaal geen stokje is. Het is een tie wrap.

Paniek schiet mijn brein in. Ik trek hard aan mijn polsen. Wesley heeft het moeilijk, maar helaas laat hij niet los. Hij trekt de tiewrap strak aan. Te strak.

"Eindelijk." Mompelt Wesley zacht. "Je bent lastiger dan je eruit ziet."

Ik blijf aan mijn polsen trekken. "Wat bedoel je daar nou weer mee?"

Zijn hand drukt tegen mijn polsen aan, waardoor ze vast komen te zitten tussen hem en het matras. Een grijns vormt zich op zijn gezicht. "Niks."

Met zijn losse hand, glijdt hij over mijn kaak heen. Zijn ogen stralen één en al verlangen uit.

Zijn lichaam, zo dicht op het mijne laat me trillen. Niet alleen van angst, maar ook van woede. Waar haalt deze man het lef vandaan om dit te doen?

De woede groeit in me. En wat doen we als we boos zijn?

Juist, ja. Huilen.

De tranen branden in mijn ogen. "Rot gewoon op man." Ik wurm onder zijn lichaam. "Dit is niet leuk."

Wesley schiet in de lach. Oké, niet de reactie die ik had verwacht. "Voor mij wel. Voor mij is het zelfs heel leuk." Zijn ogen sprankelen van vreugde. "En lekker."

Vuur spat bijna uit mijn ogen. "Jij gore, walgelijke kloo-"

Een hand over mijn mond kapt me ruw af. "Nu is het tijd om je mond te houden." Snauwt hij plots.

Ik draai mijn hoofd weg, maar zijn hand blijft stevig zitten. Zijn lippen geven zachte kusjes in nek.

Een misselijk gevoel overspoelt me. Gatverdamme, ik moet overgeven van deze gast. Terwijl zijn kusjes onophoudelijk doorgaan, duwt zijn hand hinderlijk tegen mijn mond aan. Je moest eens weten hoe lastig het is om te ademen met een hand over je gezicht geen.

Kan ik niet gewoon zijn hand likken?

Ik vraag me af voor wie dat viezer is, voor hem of voor mij. Ondanks de vele bacteriën die aan zijn hand zitten, doe ik het alsnog.

Een grinnek klinkt uit zijn mond. "Geduld. Dat komt straks."

Ik mompel boos iets naar hem, zelf nieteens wetend wat ik zeg.

"Wat zei je?" Wesley kijkt me met een vieze grijns aan. "Ga door?"

Zijn gezicht hangt vlak voor het mijne. Hij haalt zijn hand weg, maar houdt mijn kaak nog stevig vast. "Even gezellig meedoen, schatje." Hij blikt kort op mijn lippen. "En niet bijten dit keer."

"Ik vermoord je als je dit doet."

Wesley schiet in de grap. "Grappig, want ik ben degene met het mes."

"Ha-ha, heel grappig." In een plotse ruk, trek ik mijn handen los. Ik duw hem naar achter.

Verbaasd valt Wesley opzij. Zo snel als ik kan spring ik op. Ik ren naar de deur toe, zonder me te beseffen dat ik deze niet zo makkelijk open kan krijgen met vastgebonden armen.

Door mijn gepruts met de deur heeft Wesley de tijd gehad om zich te herpakken. Eindenlijk heb ik de deur open. Ik ren de gang in. Na nog geen twee stappen verdwijnt de grond onder mijn voeten. Een gil verlaat mijn mond wanneer Wesley me van de grond tilt. Zijn hand om mijn mond dempt mijn verdere gegil. Ik zie de trap steeds verder uit mijn beeld verdwijnen. Hij trekt me terug zijn kamer in.

Hardhandig forceert hij me op het bed. "Jij zwakke eikel die bent!" Roep ik naar hem.

Een klap laat mijn gezicht draaien. "Zwijg, trut."

Ik duw hem weg en schiet overeind. "Awch, ben ik nu opeens je schatje niet meer?"

Hij duwt me terug. Zijn lichaam drukt het mijne in het matras. "Nee, ik ben nu geen schatje meer." Zijn hand pakt mijn bij elkaar gebonden handen strak vast. Hij pint ze boven mijn hoofd.

"Was je toch al niet." Glimlach ik mierzoet.

Zacht schudt hij zijn hoofd. "Jij moet echt leren om je mond te houden." Hij glimlacht netzo zoet terug. "En laat ik nou net weten waar jij bang voor bent." Het metalen mesje glimt in zijn hand.

Beangstig slik ik. Die was ik even vergeten. Hij is zo dichtbij dat ik zijn adem over mijn gezicht voel glijden. "Dus gaan we nu braaf zijn?" Vraagt hij sluw.

Zacht schud ik mijn hoofd. Ruw pakt hij mijn kaak vast. Zijn lippen verplaatsen zich over mijn gezicht, een spoort van kusjes achterlatend. Hij komt steeds dichterbij mijn mond. Wanneer zijn lippen zich op de mijne drukken, houd ik ze stevig op elkaar.

Zuchtend trekt Wesley zich terug. Hij laat mijn gezicht los. Een stiekeme hoop dat hij me laat gaan schiet door mijn lichaam. Maar om te hopen was dom, oerdom. In plaats van dat hij me laat gaan, drukt hij het mes op mijn keel.

Hij buigt naar me toe. "Jij gaat mee doen." Commandeert hij. "Anders snijd ik je luchtpijp open."

Mijn lichaam trilt. Het mes drukt gevaarlijk hard tegen mijn keel aan. Mijn stilte vat Wesley blijkbaar op als een akkoord, want hij drukt zijn lippen weer op die van mij. Voorzichtig en met volle tegenzin, zoen ik met hem mee.

Zoute tranen verlaten mijn ogen. Ze laten een nat spoor op mijn wangen achter.

"Niet huilen." Bromt Wesley zacht. "Dit is leuk." Zijn hand verplaatst zich onder mijn shirt. Ik voel hoe zijn warme hand mijn buik raakt.

Een snik verlaat mijn mond. Door de beweging van mijn keel, snijdt het mes zacht in mijn vel. Warme druppeltjes rollen over mijn nek. "Wesley." Piep ik zacht.

Hij lijkt het niet door te hebben en gaat vrolijk door. Zijn lippen belanden weer om de mijne, terwijl zijn hand steeds hoger gaat.

"Wesley!" Klinkt er hard door de kamer heen.

Geschrokken kijkt hij op. Een scherpe pijn schiet door mijn keel heen.

Ik doe geen moeite om op te kijken wie er binnen is gekomen. Met trillende spieren duw ik Wesley van me af. Ik spring op en ren de eerste beste deur in, die ik achter me sluit.

Na een korte zoektocht vind ik het licht knopje. Het, feller dan verwachte, licht schiet aan en maakt de contouren in de kamer zichtbaar. Het is de badkamer.

Met trillende handen raak ik mijn nek aan. Tot grote schrik zie ik dat mijn handen rood van het bloed zijn. Mijn beeld voor me wordt steeds waziger. Ik zak op de grond neer. Langzaam adem ik in, houd het twee seconde vast en laat de adem mijn mond uit glijden.

Harde geluiden klinken uit de slaapkamer. Hoofdschuddend sluit ik me af van de stemmen. Ik sla mijn armen om mijn benen heen en leun er met mijn hoofd op.

Een harde bonk laat me opschrikken. "Godver, Emma! Doe die verdomde deur open."

"Niet doen!" Klinkt de andere stem. Geen idee of hij het tegen mij of Welsey heeft. "Als Enzo hier achter komt, word hij zo boos op je."

Mijn hart bonkt. Wordt hij boos op mij?

Het blijft stil. "Het boeit Enzo helemaal niks."

Hier ben ik het met Wesley eens. Ik denk inderdaad ook dat Enzo het helemaal niks boeit.

"Heb je wel naar hem geluisterd? Hij zei letterlijk dat je niks moest flikken. En jij doet het enige wat je juist niet mag doen."

Aandachtig luister ik mee. Wesley mocht niks doen van Enzo?

"Oh, kom op. Hij komt er toch niet achter." Sust Wesley de man.

"Denk je echt dat hij geen vragen gaat stellen als zij jankend terugkomt?" Gaat de stem verder, ik kan aan de stem niet horen wie het is.

"Ja."

"Ach, doe niet zo dom." De stem klinkt zachter, alsof ze niet meer voor de deur staan.

Voor een korte tijd hoor ik zelfs helemaal niks meer. Tot een zachte klop op de deur mij laat opschrikken.

"Emma, moppie, wil je de deur opendoen?"

Ik schud mijn hoofd, ookal weet ik dat hij dat niet kan zien. Tranen verlaten mijn ogen. Ik wil niet. Ik wil nooit meer deze kamer verlaten.

"Emma!" Klinkt er harder. "Je kan open doen. Wesley is er niet meer."

Nogmaals weiger ik. Ik geloof hem niet. Wedden dat als ik de deur opendoet, dat Wesley daar staat.

Deze klop op de deur klinkt harder, dreigender. "Popje, doe open. Dit is je laatste kans. Als je niet opendoet ga ik weg en laat ik je weer alleen bij Wesley."

Mijn mond wordt droog. Zou hij dat doen? Deze gok ga ik niet wagen. Ik weet niet wie er voor de deur staat. Als het Fabio is, dan zou hij het menen en straks gewoon weglopen.

Langzaam duw ik mezelf omhoog. Sloffend loop ik naar de deur en open deze. Het is Dex die voor de deur staat en hij had niet gelogen, Wesley is inderdaad weg.

"Ach." Mompelt hij zacht. Hij trekt me in een omhelzing, die erg ongemakkelijk aanvoelt. Aan zijn houding kan ik merken dat hij niet van knuffels houdt. Ik duw hem weg, ik houd namelijk ook niet van knuffels.

"Enzo is bezig." Meldt hij. "Maar je kunt het beste naar zijn kamer gaan." Hij kijkt voor een kort moment op zijn mobiel. "Als hij er iets over vraagt, zeg dan maar dat het van mij moest." Voor een tweede keer kijkt hij op zijn mobiel, alsof hij ergens op wacht. "Ja, klinkt als een goed plan."

Nogsteeds zwijgend kijk ik hem aan. Hij glimlacht, waarna hij me naar de gang duwt. Met een iets te harde duw, duwt hij me Enzo zijn kamer in. Als verstijfd blijf ik staan.

Onderzoekend kijkt Dex me aan. "Gaat het goed?"

Een minuscuul knikje laat hem zuchten. "Oké. Top." Hij draait zich om. "Doei."

Verward staar ik naar de dichtgeslagen deur. Het klikje van het slot laat me wakker schrikken. Kort schud ik mijn hoofd, alsof ik zo alle gedachtes uit mijn brein kan halen. Langzaam draai ik me om. Een warme douche zal me goed doen.

Ik zet de douche aan. Het water spoelt Wesley zijn bacillen van me af. Met tegenzin draai ik na enige tijd de douche weer uit. Ik droog me af en kleed me aan, zeer bewust de spiegel ontwijkend. Ik kan nu niet naar mezelf kijken.

Zuchtend laat ik me op het bed vallen. Ik sluit mijn ogen, net zoals mijn gedachten af. Het rustige getik van de regen op de ramen laat me langzaam wegdommelen.

~~

Een harde bonk laat me schrikken. Met een ruk schiet ik overeind. "Auw!" Hoor ik hard, gevold door een vloek. De deur vliegt open. Enzo staat met een boze uitdrukking in de deuropening. "Waarom zat deze op slot?" Snauwt hij voor hij hem sluit.

Voorzichtig haal ik mijn schouders op.

"Je weet het niet?" Klinkt het ongeloofig.

Langzaam schud ik mijn hoofd, weer geen hardop antwoord gevend.

"Hoe kom je dan h-" middenin zijn zin stopt hij. "Sta eens op."

Geen zin in ruzie hebbend, sta ik zwijgend op.

"Kom eens dichterbij." Gebiedt hij me. "Niet zo bang, ik bijt niet." Lacht hij wanneer ik een mini stapje zet.

"Jij bijt wel." Ga ik tegen hem in. "Letterlijk."

Het duurt hem waarschijnlijk te lang, want hij trekt me hardhandig naar zich toe. Harder dan nodig is, duwt hij mijn gezicht omhoog. Zijn vingers glijden over de snee in mijn nek. "Wat is dit?"

"Niks." Antwoord ik kortaf. "Gestoten."

Enzo trekt verrast zijn wenkbrauwen op. "Waartegen?"

"Uhm.." Ik ruk mijn blik los van de zijne. Langzaam schud ik mijn hoofd.

"Ga je niet antwoorden?"

Nerveus slik ik. "Nee."

Enzo laat mijn gezicht los. "Waarom lieg je tegen me?"

Ik staar naar de muur. Niet wetend wat ik moet zeggen.

"Babe. Waarom vertel je niet gewoon de waarheid?" Hij kijkt me onderzoekend aan. "Ben je bang?"

Ik zet een stap naar achter voor ik op kijk. "Is dat niet juist wat je wil."

"Nee." Hij kort de afstand tussen ons weer in. "En zeker niet voor Wesley."

"Wie zegt dat ik bang ben voor Wesley?" Uitdagend kijk ik hem aan. Tuurlijk ben ik bang voor Welsey, maar dat hoeft hij niet te weten.

"Ik ben niet dom, Emma." Reageert Enzo verrassend boos.

"Nee?"

Nog bozer kijk hij me aan. "Wat heeft hij gedaan?"

"Ik dacht dat je niet dom was." Valt er uit mijn mond voordat ik door heb wat ik zeg.

Een harde klap laat mijn hoofd draaien. Hij pakt hij mijn gezicht vast. "Babe, waarom laat je mij jou pijn doen?" Hij lijkt zich te bedenken. "Nee, ik heb een betere vraag. Waarom laat je Wesley jou pijn doen?"

Ik kijk in zijn donkere ogen. "Ik heb hem niet zijn gang laten gaan, mocht je dat denken."

"Dat weet ik." Klinkt zijn harde stem. "Ik ken jou." Hij grinnekt. "En daarom weet ik dat je te ijdel bent om om hulp te vragen."

"Alsof het iets uit maakt." Ga ik tegen hem in. "Je zou me toch niet helpen."

"Klopt." Reageert hij sluw. "Maar Art wel." Hij laat me los. "Ik zie je over tien minuten beneden."

Verbaasd door deze plotse twist kijk ik toe hoe hij de kamer verlaat.

Pov Enzo
Met stevige passen loop ik door de gang. Geen ganade hebbend voor de deur, gooi ik hem open. "Wessel." Zeg ik hard.

Hij schrikt op waardoor hij gelijk rechtop staat. "Wesley." Mompelt hij zacht.

Boos kijk ik hem aan. "Wat had ik nou vanochtend gezegd?"

"Uhm.. Geen idee."

"Geen idee?" Herhaal ik.

Hij schudt zijn hoofd. "De helft van wat je zegt, daar luistert niemand naar."

"Je kunt beter wel luisteren." Ik leun tegen de muur aan. "Wat heb je met haar gedaan."

"Niks ergs."

"Niks ergs?" Een schampere lach verlaat mijn mond.

"Gast, jij zei zelf dat je wilde dat ze schrok."

"Oh, dus je hebt toch wel geluisterd." Reageer ik. Hij lijkt zich nu pas bewust te zijn van zijn leugen. "Wat had ik dan gezegd over haar aanraken?"

"Ik heb je geholpen." Snauwt hij.

"Nee. Je hebt het enige wat je niet mocht doen wel gedaan én daarover gelogen."

Een lach verlaat zijn mond. "Wat ga je doen dan? Mijn handen eraf hakken? Dat is wel wat je zei dat je zou doen."

"Ja, eigenlijk zou ik dat moeten doen."

Kort schudt hij zijn hoofd. "Grappig, ik dacht dat je niks om die trut gaf."

Met vernauwde ogen kijk ik hem aan. "Doe ik ook niet. Maar die trut is toevallig wel míjn trut. Als ik zeg dat je van haar af moet blijven, dan doe je dat." Ik zet me af van de muur. "Dus waarom verdomme heb je geprobeerd haar keel door te snijden?"

Onverwachts schiet Wesley in de lach. "Is dat wat je denkt?" Lacht hij. "Ik heb niet geprobeerd haar keel door te snijden. Ik schoot gewoon per ongeluk een beetje uit."

"Jezus, Wes."

"Ik zal het niet meer doen." Reageert hij wijs.

Zacht schud ik mijn hoofd. "Daar geloof ik helemaal niks van." Ik zet een stap naar hem toe. "De volgende keer dat je haar ongevraagd aanraakt, verlaat je dit gebouw in een lijkenzak."

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Vrolijk deel, zo vlak voor de feestdagen XD

In ieder geval geen cliffhanger, lief hè?

Ik wens jullie allemaal hele fijne feestdagen toe!♡♡

☆Merry Christmas☆

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro