Deel 35♡
Pov Emma
Ik trek mijn blik los van de veerboot. Ik heb hem gemist, daar kan ik niks meer aan veranderen. Het geluid van een auto trekt mijn aandacht. Snel spring in het bos weer in. Vlak langs me rijdt met een hoge snelheid een busje. Midden op een pas stopt het.
Er stapt iemand uit. Mijn adem stokt wanneer ik hem herken. Enzo.. Hij loopt direct door naar een man in een loket. Ze zijn te ver om te verstaan wat ze zeggen. De man wijst een kant op. Nee, de man wijst míjn kant op. Ik druk mezelf tegen een boom aan. Oh gosh. Te bang om te kijken, knijp ik mijn ogen dicht.
Het blijft angstaanjagend stil, tot het geluid van een auto deur mijn ogen laat openen. Er klinkt een motor, en het geluid van steentjes die onder wielen weggedrukt worden.
Nu pas durf ik weer te kijken. De bus rijdt een weg in. Waar gaan ze heen? Volgens mij was dat in de richting waar Enzo en ik pas waren. Bij de fontein. Na een korte twijfel besluit ik om achter ze aan te gaan. Als ik áchter ze blijf, kunnen ze me nooit vinden. Ja, dat klinkt als een goed plan. Dan pak ik morgen ochtend gelijk de veerboot.
Ik draai om om de bus te volgen, maar ik zie hem niet meer. Een zucht verlaat mijn mond. Het was ook dom om te denken dat ik te voet een bus bij kon houden. Dan maar gokken waar ze heen gaan. Waar zouden zij denken dat ík heen ga?
Ik denk na, waar zou ik eigenlijk heen gaan?
De bewoonde wereld. Ik zou naar de bewoonde wereld gaan. Zoeken naar een politiebureau, ook al beweert Enzo dat die er niet is.
Met nog steeds mijn blote voeten, loop ik door het bos. De steentjes prikken onder mijn tenen en voeten. Ik had sokken aan moeten doen.
Na lang wandelen, kom ik aan de rand van het bos. Ik loop door de donkere straatjes heen, hopend dat Enzo me niet ziet. Nog 22 uur voor de veerboot gaat, dat moet lukken.
~~
Mijn maag knort. Ik had eten en drinken mee moeten nemen. Ik heb geen idee hoe laat het is, maar de schemering is al begonnen. Mijn voeten doen zo veel pijn. Ik heb spijt dat ik de armband er eerst af had gehaald, daardoor had ik de veerboot gemist. Het enige voordeel is wel dat Enzo nu niet weet waar ik ben.
Ik loop een straat in, waar in al vier keer doorheen ben gelopen. Het is echt een doolhof hier.
Ik sla mijn handen om mijn blote armen. De frisse wind waait om me heen.
"Emma!" Hoor ik plots achter me.
In een ruk draai ik me om. Art staat nieteens op tien meter afstand. Oh fuck.
Ik draai me om en begin te rennen. Shit, shit, shit. Mijn hartslag bonkt in mijn keel. Plots bots ik hard tegen iemand aan. Een hand pakt me vast. "Babe?"
Enzo zijn ogen doorboren de mijne. Hij kijkt heel boos.
Zo snel als ik kan, duw ik hem naar achter en ren een straatje door. Ik zigzag tussen verschillende smalle straatjes door.
Mijn benen rennen over de gladde tegels. In de verte zie ik een klein huisje waar licht vandaan komt. Het plaatje op het raam verraadt dat het een bakkerij is. Hoop vult mijn lichaam. Ik ren nog sneller er heen, wetend dat Enzo me elk moment kan tackelen. Ik weet niet wáár hij is, maar hij is hier érgens in de buurt. En hij kent deze buurt heel goed.
Hijgend kom ik bij het huisje aan. Ik ren naar binnen waardoor er een belletje rinkelt. Een oudere vrouw kijkt me vragend aan.
"Please, help me!" Ik ren naar de toonbank, waar ik huilend tegenaan leun. "He kidnapped me. Please call the police."
De vrouw kijkt me met dezelfde vragende blik aan als toen ik binnen kwam. Ze zegt iets in het italiaans. De woorden die uit haar mond komen laten me bijna flauwvallen. "No inglese." Zegt ze.
De moed zakt in mijn schoenen. Ze verstaat geen Engels. "No.." Jammer ik. "Kom op! Help is een vrij universeel woord!"
Het geluid van het belletje vult mijn oren. Er is iemand binnen gekomen.. Mijn bloed lijkt te stoppen met stromen en ik trek duidelijk zichtbaar wit weg.
"Tesoro." Hoor ik een stem zeggen. Zíjn stem.
Terwijl Enzo naar de vrouw en mij toe loopt is hij met drukke gebaren aan het praten. Het is aan de vrouw gericht en dus in het italiaans.
Ik zie hoe de vrouw haar gezichtsuitdrukking veranderd. Ze heeft medelijden. Maar niet jegens mij. Ze heeft medelijden met Enzo. Wat zegt hij tegen haar?
Een sterke grip om mijn arm laat me beseffen wat hier aan de hand is.
"No." Zeg ik. "Please don't listen to him. He kidnapped me!" Roep ik
Enzo zegt kort iets tegen de vrouw voor hij me weg trekt richting de deur.
"No, wait, stop! He is gonna murder me. Please, help me." Tranen stromen over mijn wangen. Waarom helpt ze me niet? Ik probeer me met alle kracht los te trekken, maar het lukt niet. "Wacht. Laat me los."
Er klinkt wederom een belletje, wat mij doet beseffen dat Enzo de deur heeft geopend. Hij trekt me hardhandig mee naar buiten. De vrouw, mijn enige redding, verdwijnt uit mijn zicht. Hoe kan ze niet zien dat er iets aan de hand is? Wat heeft Enzo tegen haar gezegd?
Ik zet mijn, ondertussen bebloede, voeten tegen de grond om weerstand te geven.
Enzo stopt met lopen en draait zich met een ruk om. Een harde klap laat mijn hoofd draaien. "Stop verdomme met zo tegenstribbelen en loop gewoon mee!" Schreeuwt hij hard in mijn gezicht.
Tranen prikken in mijn ogen. Ik wil niet mee. Maar ik ben zó moe.
"Het heeft geen zin, babe." Zegt hij wat zachter. "Je hebt verloren."
Nu pas verlaten de tranen mijn ogen. "Ik wil niet." Fluister ik zacht tegen hem.
"Ja, ik weet het." Hij legt zijn hand op mijn, nogsteeds pijnlijke, wang. "Het moet, oké? Ik ben al boos, maak dat niet nog erger." Hij wijst een kant op. "De bus staat daar. Het is vijf minuten lopen, en jij gaat gewoon meelopen. Deal?"
Twijfelend kijk ik in de richting waar hij heen wees. Ik kan meelopen, voor het eerst in mijn leven de makkelijke weg kiezen. Of ga ik zoals altijd voor de moeilijke weg?
Ik wil het wel. Ik wíl kiezen voor de makkelijke weg, maar ik kán het niet. Ik kan niet opgeven. En daarbij, Enzo is toch al boos. Dit maakt dan ook niet meer uit.
"Steek die deal maar in j-"
"-Ik dacht dat je slimmer was dan dit." Kapt hij me af.
"Wel, blijkbaar ken je me niet goed genoeg."
Er klinkt een schamper lachje uit zijn mond. Hij zet een stap dichterbij. Ik ben te gefocust op zijn gezicht dat ik zijn handen niet zie. Hij pakt stevig mijn middel beet en gooit me over zijn schouder heen.
Verbaasd kijk ik om me heen. Wat doet hij? Na, volgens hem, vijf minuten komen we inderdaad aan bij een busje. Hij opent de achterdeur en gooit me letterlijk het busje in. Met een onnodig harde klap val ik op de grond. Gelijk sluiten de deuren weer. Ik hoor hoe ze vanaf buiten op slot worden gedaan.
Alsnog trek ik aan de deur, alsof hij op magische wijze toch open zou zijn. Helaas blijft hij dicht. Aan de andere kant van het busje klinken stemmen.
Shit, ik moet weg voor ze rijden.
Oké. Ik spring een paar keer op en neer om energie te verzamelen. Met een aanloop, voor wat mogelijk is in een voertuig, ren ik naar de deur toe, klaar om deze in te trappen. Net voor ik de deur raak, wordt deze met een ruk opengetrokken. Mijn voet belandt hard in iemand zijn gezicht. Ik hoor een schreeuw en een vloek ineen.
Geschrokken sla ik een hand voor mijn mond en spring uit het busje. "Oh shit." Voorzichtig leg ik mijn hand op Enzo zijn wang, totaal vergetend dat ik aan het ontsnappen was. "Sorry, gaat het?"
"What the fuck is dat voor vraag?" Schreeuwt hij. Er stroomt bloed uit zijn neus. "Je hebt mijn neus gebroken!"
Ik trek zijn hand weg zodat ik naar zijn neus kan kijken. "Gebroken is een groot woord."
Enzo kijkt me boos aan. "Ohja? Zal ik bij jou even wat breken?"
"Nee, dank je." Mompel ik.
"Wat is er aan de hand? Stap toch eens in." Art komt geërgerd aanlopen. "Wat is er met jouw gebeurd?" Hij schiet in de lach bij het aanzicht van Enzo met zijn bebloede gezicht.
"Stop met lachen en geef me een doekje aan."
Art springt het busje in en geeft een doekje aan Enzo.
"Niet die." Reageert Enzo geërgerd. "Daar zit chloroform aan."
Art zucht. "Laat me even zoeken."
Ik kijk hoe Art het busje weer inloopt tot ik me iets bedenk: wat doe ik hier eigenlijk nog?
Langzaam zet ik een stap naar achter. Ze lijken het beide niet door te hebben. Ik draai me om en zet het op een sprinten. Na nieteens twee meter wordt mijn arm vast gepakt.
"Blijf jij maar even hier." Hoor ik de stem van Art zeggen.
Enzo trekt het doekje uit Art zijn hand. "Ik ben er zo klaar mee!" Roept hij boos uit. Hij draait zich om en begint te lopen, Art verbaasd achterlatend. "Gast, waar ga je naartoe?"
"Bekijk het maar!" Roept Enzo uit, die steeds verder weg loopt.
"Oh, dus hij mag wel weg?" Vraag ik nu ook boos aan Art.
Hij kijkt me geërgerd aan. "Enzo, kom terug! Wat moet ik met haar?"
"Laten gaan?" Suggereer ik wanneer Enzo niet reageert.
"Shut up." Hij trekt me mee naar het busje en duwt me in de passagiersstoel. Zelf zakt hij achter het stuur neer.
"Ga je niet op Enzo wachten?" Vraag ik verbaasd.
Hij haalt zijn schouders op. "Waarom zou ik? Hij loopt zelf weg."
Nu haal ik ook mijn schouders op. "Geen idee. Misschien omdat jullie vrienden zijn?"
Art schiet in de lach. "Vrienden? Wij zijn zeker geen vrienden."
"Waarom woon je dan bij hem?" Vraag ik door.
Er klinkt een zucht uit zijn mond. Hij deed nieteens de moeite om het te verbergen. "We hadden een goede band, tot we maar Nederland verhuisde."
"Oh." Verbaasd staar ik naar buiten. "Jullie zijn samen naar Nederland gegaan?"
"Jep. Enzo wilde gewoon weg van zijn ouders, en ik wilde studeren. Volgens Enzo kon dat in Nederland."
"Waar is het fout gegaan?" Vraag ik voorzichtig.
"Enzo vond studeren niet uitdagend genoeg, hij verveelde zich." Hij laat een veelzeggende stilte hangen. We weten denk beide wat daarna gebeurde. Enzo joinde de maffia..
"Waarom blijf je hier dan?" Vraag ik aan hem. "Als je hem haat, dan ga je toch gewoon weg."
"Hé!" Art kijkt opzij. "Zit me niet zo te judgen. Ik kan er niks aan doen dat we in dezelfde familie geboren zijn. Jij bent bewust een relatie met hem aangegaan."
Verbaasd door zijn woorden, staar ik hem aan. "Familie?"
"Neven." Ligt Art kortaf toe.
"Maar dat beantwoord nog steeds niet mijn vraag. Waarom ga je niet weg?"
Art zucht luid. Hij realiseert zich eindelijk dat ik niet stop met vragen voor ik het weet. "Ben jij altijd zo vervelend?"
"Ja. Ontwijk jij altijd dit soort vragen?" Kaats ik terug.
"Ik ben blut, oké?" Zegt hij hard. "Nu blij?"
Langzaam schud ik mijn hoofd. "Ik zal nooit blij zijn zolang ik hier nog ben." Een ongemakkelijk kuchje verlaat mijn mond. "Hoe komt het dat je blut bent?"
Art glimlacht, alsof hij ergens aan terug denkt. "Sinds ik klein was, heb ik altijd al een boot willen hebben. Ik ben speciaal maritieme techniek gaan studeren zodat ik een eigen boot kon bouwen."
"En?" Vraag ik verwachtingsvol.
"Je hebt de boot gezien, het is gelukt. Ik had alleen niet verwacht dat het zó duur zou zijn. Enzo heeft me uit de schulden geholpen, maar ik ben nogsteeds te blut om weg te kunnen."
"Het is wel een mooie boot." Antwoord ik zacht.
Zuchtend kijkt hij opzij. Ik merk nu pas dat de bus stil voor het gebouw staat. "Thanks."
Zwijgend kijk ik naar het grote gebouw voor me. "Ik wil niet. Wanneer Enzo terug komt.." Ik blijf een korte tijd stil. "Hij gaat me vermoorden."
Art schudt zijn hoofd. Alsof hij het er niet mee eens is. "Als hij je had willen vermoorden, dan had hij dat al gedaan."
Nogsteeds staar ik vooruit. "Hij gaat me wel zo veel pijn doen dat ik dood zou willen."
"Als hij eerst naar huis moet lopen, dan duurt dat nog wel even." Art grimast ongemakkelijk. Hij gooit de deur aan zijn kant open. "Zullen we?"
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro