Deel 30♡
Nog een deeltje omdat al jullie stemmen en reacties me blij maken♡♡
Pov Emma
Een zacht geluid wekt me. Slaperig draai ik me om. "Enzo?" Ik geef hem een duw. "Je wekker gaat."
Ik hoor een kreun naast me, waarna het geluid van de wekker stopt. "Sinds wanneer zet jij wekkers?" Vraag ik.
Enzo rekt zich uit. "Ik moet ergens heen vandaag. Jij blijft hier."
"Waarom zo vroeg?" Ik werp een snelle blik op de klok die aangeeft dat het nog geen 7 uur is.
"Omdat de veerboot alleen om 8 uur gaat."
"Hm-hmm." Knik ik. Eigenlijk boeit het me niet, ik wil gewoon slapen. Enzo verdwijnt in de badkamer. Wanneer ik na enige tijd weer voetstappen hoor, open ik mijn ogen. Hij staat aangekleed, in een strak pak zoals altijd, in de kamer.
"Als er iets is moet je naar Fabio gaan." Zegt hij.
"Sstt. Ik probeer te slapen."
Ik voel zachte lippen op mijn hoofd. Boos kijk ik op. "Jij gedraagt je vandaag." Hij zegt het op een waarschuwende toon.
"Ik beloof niks."
"Emma!"
Zuchtend open ik mijn ogen. "Oké, prima. Kan ik nu weer verder slapen?"
"Ja. Ik ben vanavond weer terug. Gedraag je." Zegt hij nog een keer.
"Doei. Veel plezier." Reageer ik slaperig waarna ik de kamerdeur dicht hoor vallen. Met gesloten ogen draai ik me om. Ik ben te moe om nu al na te denken over wat de dag gaat brengen.
~~
Genietend van het uitzicht staar ik voor me. Het is al een aantal uur sinds Enzo weg is gegaan. Ik neem een slok van de koffie, die ik net snel beneden had gehaald. De zon staat al hoog aan de hemel. Het geluid van vogelgezangen en het golvende water weergalmt tussen de rotsen.
Hoe laat zou het zijn? Met tegenzin sta ik op uit de lekkere stoel. De klok in de slaapkamer geeft aan dat het al over tweeën is. Ik sluit de balkondeur. Ook al heb ik totaal geen zin om wéér weg te rennen, weet ik ook wel dat dit mijn beste kans is. Enzo is weg, en hij komt pas later in de avond terug. Al heeft hij niet gezegd wáár hij is en hoe laat hij terug komt.
Door mijn niet oplettende gedrag, stoot ik hard mijn teen tegen de bureaustoel aan. Pijnlijk trek ik mijn been omhoog. Vloekend sta ik na een tijdje weer recht. Ik duw de stoel van het bureau hard opzij. "Verdomde poot." Scheld ik zacht. Agressief loop ik door.
Wacht eens even..
Abrupt stop ik met lopen. Het bureau.. Lag daar niet een laptop in? Ik stap terug naar het vervloekte bureau. In één ruk trek ik de lade open. "Potverdikkies." Mompel ik. "Waar is dat ding?"
Ik doorzoek de lade, maar kom alleen maar pennen, papier en nog meer nutteloze dingen zoals een perforator en een flesje water zonder water tegen. Zuchtend zak ik neer. Als ik geen mail kan versturen, dan maar een brief.
Zonder na te denken begin ik te schrijven. Het inkt vormen woorden op het papier. Het nalezen van de brief zorgt voor tranen in mijn ogen. Ik besef me maar al te goed dat dit een afscheidsbrief is geworden, geen 'red mij' brief.
Met natte wangen rol ik de brief op en stop het in het lege flesje. Ietwat emotioneel draai ik de dop erop en loop ik naar het balkon. "Sorry milieu." Zeg ik zag voor ik het flesje met een zwaai het water in gooi. Lang staar ik naar het drijvende plastic.
Zuchtend veeg ik de tranen weg. Ik rek me uit en verlaat met opgeheven hoofd de kamer. In de gang bots ik tegen iemand aan. Met een geërgerde blik kijkt Wesley me aan. "Waar is Enzo?" Vraag ik hem voor hij iets kan zeggen.
"Geen idee."
"Weet je hoe laat hij terug komt?"
Een geïrriteerde zucht verlaat zijn mond. "Als ik niet weet waar hij is, waarom zou ik dan weten hoe laat hij terug komt?"
Ik haal kort mijn schouders op. "Geen idee."
"Nou dan." Hij rolt met zijn ogen en loopt weer door.
Ook ik kan een zucht niet onderdrukken voor ik doorloop naar beneden. Ik loop regelrecht door naar de voordeur. De klink schiet omlaag maar de deur blijft helaas gesloten. Met een trilling in mijn borst draai ik me om. Dan maar de sleutel zoeken.
Na vele laadjes opgetrokken en onderzocht te hebben, zak ik zuchtend op een stoel neer. Er is nergens een sleutel te vinden. Misschien kan ik het via de andere deur, waarvan Enzo beweert dat het geen uitgang is, proberen. Ik spring op van de stoel en loop naar de woonkamer.
Helaas is de woonkamer niet, netzoals de keuken, leeg.
"Hoi." Zeg ik tegen de man van de hond. De hond zelf zit zoals gewoonlijk naast hem.
"Goedemiddag." Zijn ogen volgen me terwijl ik naar de tuindeur toe loop.
Zo subtiel mogelijk duw ik de klink naar beneden, maar ook deze deur blijft dicht. Zuchtend draai ik me om. De man kijkt me nogsteeds met opgetrokken wenkbrauwen aan.
"Waar is Enzo?" Vraag ik in een wanhopige poging om te laten lijken alsof ik hem zocht.
"Hij haalt een vriend van mij op." Antwoordt de man tot mijn verbazing.
"Wanneer komt hij terug?" Vraag ik door.
"Rond half 10."
Ik knik en zak neer op de bank. Oké, ik heb dus nog even de tijd voor hij terug komt. Ik kijk de man aan. "Waarom haal je je vriend zelf niet op?"
"Omdat ik niet weg kan."
Fronsend kijk ik hem aan. "Waarom niet?"
Hij knikt naar beneden. Ik volg zijn blik richting zijn voet. Om zijn enkel zit een band. Ik herken het uit films. Het is een soort huisarrest gegeven door de politie.
"Wat heb je gedaan?" Vraag ik met grote ogen.
Hij zucht. "Niks ernstigs. Het was een inbraak en vermeende mishandeling." Hij geeft de hond een zacht zetje. "Maar dat had hij gedaan."
"Je hebt je hond mensen laten mishandelen?" Vraag ik verbaasd. Oké, misschien moet ik maar weg gaan bij deze engerd en opzoek gaan naar Fabio, waar ik van Enzo heen moest.
De man lacht. "Nee. Nero heeft alleen wraak genomen op zijn bazen." De hond kijkt op bij het horen van zijn naam. Alsof hij doorheeft dat we het over hem hebben.
"Hoe bedoel je?"
"Zijn bazen mishandelde hem. Toen ik dacht dat ze niet thuis waren, brak ik in en bevrijdde hem. Maar ze waren wel thuis en Nero werd een beetje wraakzuchtig." Hij geeft de hond een aai. "Toch Neer?"
In een klap ben ik mijn medelijde jegens de baasjes verloren. "Awch. Maar hij is zo lief."
De man grinnekt. "Je bent de eerste die dat zegt."
"Mag ik hem aaien?"
Hij lijkt verbaasd. "Ga je gang."
Ik sta op en loop naar de hond toe. Zowel de hond als de man van de hond houden me nauwlettend in de gaten. Ik zak op de grond voor de hond neer en geef hem een aai over zijn kop. Blijkbaar accepteert hij het want hij sluit genietend zijn ogen.
"Dus.. Je mag het eiland niet af?" Vraag ik weer knikkend naar zijn enkelband.
De man schudt zijn hoofd. "Als ik verder dan 30 meter van dit huis ben, wordt de politie gebeld."
"Dus als ik nu weg ren kun je niet achter me aan?"
Hij lijkt verbaasd. "Meissie, jij komt nieteens in de buurt van die dertig meter."
Ik spring op. Nog voor ik een stap heb gezet, grijpt hij mijn arm al vast. "Waag het. Dat Enzo je niet neerschiet, betekent niet dat ik het ook niet doe."
Ik slik en trek me los. "Chill. Het was een grapje."
"Nog een zo'n grapje en ik bind je vast. Enzo is niet de enige met handboeien."
Automatisch zet ik een aantal stappen bij hem vandaan. Nu vind ik het niet meer leuk. Als er iets was, moest ik volgens Enzo naar Fabio toe gaan. Misschien is het dan handig om te weten wie Fabio is. Ik wil niet de hele dag alleen bij de man van de hond zijn, hij geeft me de kriebels.
"Wie is Fabio?" Vraag ik.
De man van de hond kijkt me verrast aan. "Dat ben ik."
"Oh.." Ik merk dat ik ietwat rood aanloop. "Ongemakkelijk.."
Hij lacht. "Aangenaam."
Ik glimlach ongemakkelijk en zak op de bank. Na enige tijd sta ik op.
"Waar ga je heen?" Vraagt hij gelijk.
"Uhmm.. Boven. Naar Enzo zijn kamer."
Hij knikt en zegt niks meer, wat mij een bevestiging geeft dat ik weg kan. Zo snel als ik kan vlucht ik de kamer uit. Ik loop recht op het balkon af. Enzo zei dat de veerboot alleen sochtends vroeg gaat. Gisteren reden we erlangs. Ik tuur over de bomen heen. In de verte zie ik dat de boomtoppen stoppen en plaats maken voor leegte. Dat moet de plek zijn waar de veerboot komt. Als ik 's ochtends op die veerboot weet te komen, kan Enzo me nooit meer inhalen.
Het bos ziet er dicht uit. Het is mega groot. Hoe had Enzo me ooit kunnen vinden? Ik leg mijn handen op de reling. Er klinkt een tikje. Ik kijk naar beneden om te zien dat de armband om mijn pols tegen de reling heeft getikt.
Mijn ogen worden groot. De armband. Het piepje. Zou er..?
Ik draai de armband rond. Ergens in het massieve staal, zou prima een GPS verstopt kunnen zitten.
"Waar is Enzo?" Hoor ik plots achter me.
Met een gil draai ik me om. Wesley kijkt me met een misselijkmakende grijns aan. "Uhm.. Weg. Hij komt vanavond terug." Antwoord ik.
Hij zucht dramatisch. "Fijn." Mompelt hij grommend. Zijn blik schiet weer naar mij. "Heeft hij je helemaal alleen gelaten?"
Snel schud ik mijn hoofd. "Nee. Fabio let op me."
Wesley kijk achter zich, de kamer in. "Ik zie hem hier niet hoor." Hij draait zich weer tot mij. "En die kut hond van hem ook niet."
Mijn ogen schieten naar zijn arm, waar een grote wond zit.
"Vind je dit grappig?" Vraagt Wesley boos bij het zien van mijn grijns.
"Nee," antwoord ik behoedzaam. "Ik vind dit karma."
"Ohja?" Hij stapt op me af. "Jij vind dit karma? Waarvan? Wat heb ik jou aan gedaan?" Vuurt hij op me af.
Ik sta met mijn rug tegen de leuning van het balkon aan. Wat heeft hij eigenlijk gedaan? Ik was al bang voor hem zonder dat ik hem ooit had gesproken. Waarom? Omdat hij me heeft ontvoerd? Omdat hij me aan iemand doet denken? Omdat hij me aan Cóllin doet denken?
"Je lijkt me gewoon een klootzak." Antwoord ik. En dit, dit antwoord, had ik niet moeten geven.
"Oh." Welsey schiet in de lach. "Als je me toch al een klootzak vindt, kan ik dat beter maar gelijk bevestigen."
Excuse you? "Ik geloof je zo ook al hoor."
"Nee, ik wil het je graag laten zien." Hij loopt naar me toe. Vlak voor me blijft hij staan.
"Serieus, ga weg. Dit is niet grappig."
Wesley grinnekt. "Ik maak ook geen grapje."
Hij legt zijn hand op mijn arm. Gelijk duw ik hem naar achteren. "Rot op, Collin!"
"Collin?" Vraagt Welsey verbaasd. "Wie is Collin?"
Ik denk na. "Niemand."
*Flashback*
Ik loop door de gang wanneer ik plots een kamer ingetrokken wordt. "What the.." mompel ik.
Ik kijk op, recht in Collin zijn ogen.
Gelijk draai ik me weer om maar Collin is sneller en duwt de deur dicht. Hij draait ons om zodat hij nu voor mijn enige uitgang staat.
"Wat moet je?" Probeer ik stoer te zeggen, maar de waarheid is dat ik nog steeds bang voor hem ben.
"Ik hoorde je met Orlando praten."
"Oké." Antwoord ik. "Goed verhaal." Ik probeer langs hem te lopen maar dat laat hij niet toe. Hij duwt me naar achter.
"Nu jullie blijkbaar geen geheimen meer voor elkaar hebben, wil ik één ding duidelijk hebben." Hij duwt me steeds een stukje naar achter tot ik tegen de muur aan sta. Alweer.
Collin zijn hand gaat over mijn gezicht. Mijn adem stokt. "Wat er tussen ons is gebeurd," zegt hij. "Blijft tussen ons."
"Wat er tussen ons is gebeurd?" Vraag ik. "Je bedoeld dat je me aanrandde."
Zijn hand gaat over mijn zij. "En ik zou het zo weer doen dus pas maar op."
*Einde Flashback*
Ik schud de herinnering van me af. Welsey had zo Collin zijn verloren tweelingbroer kunnen zijn. Zijn gedrag, de manier hoe hij uit zijn ogen kijkt en zelf zijn haar. Hij lijkt op hem.
"Ik ben erg benieuwd wat die Collin je aan heeft gedaan." Wesley glimlacht. Hij scant mijn gezicht. "Al heb ik ergens wel een idee." Hij pakt mijn handen en drukt ze tegen de reling aan.
Kippenvel verspreidt zich over mijn armen. Ik blik kort naar zijn lippen, die zich langzaam tot een grijns vormen. "Dus toch."
Tergend langzaam komt hij dichterbij. Tranen staan in mijn ogen. Snel draai ik mijn hoofd weg.
"Oh kom op, zo erg kan dit niet zijn. Ik kan me niet voorstellen dat Enzo dit nog niet heeft gedaan."
De tranen die mijn ogen verlaten zijn een bevestiging van zijn onderliggende vraag. "Dat betekent niet dat ik het je makkelijk maak."
Wesley grinnekt. Hij pakt mijn gezicht vast, waardoor hij mijn hand los laat. Gelijk duw ik hem weg.
Hij gromt geërgerd. "Hoe doet Enzo dit?"
Met handboeien.. "Dat ga ik jou niet vertellen."
"Ik vind wel een manier." Plots laat hij me los, hij pakt mijn arm vast en trekt me het balkon af. Hij geeft een ruk aan mijn arm en gooit me het bed op. Ik sta op, maar hij duwt me stevig het zachte matras in. "Blijf."
"Ga." Reageer ik fel terug.
Hij drukt mijn polsen in het matras. "Gaan net nu ik je onder controle heb? Liever niet."
"Jij zal me nooit onder controle hebben."
Een spottende lach verlaat zijn mond. Met de hand waarmee hij mijn linkerpols vast heeft, pakt hij ook mijn rechterpols over van zijn andere hand. Hij heeft nu dus één hand vrij.
"Weet je dat zeker?" Zijn losse hand pakt mijn kaak vast. "Dit vind ik namelijk best veel controle."
Ik probeer mijn hoofd weg te draaien maar het lukt niet.
Wesley zucht genietend. "Perfect." Mompelt hij. Ik slik wanneer zijn gezicht dichterbij komt. Zijn lippen belanden op mijn kaak. Ze verplaatsen zich steeds een stukje meer richting mijn mond. Als hij het waagt..
Ik trek aan mijn polsen. Hoe hard ik ook probeer, ze komen niet los. Ik had meer moeten sporten, bedenk ik me. Dan had ik me misschien los kunnen vechten.
Plots worden zijn lippen ruw op de mijne gedrukt. In een reflex bijt ik hard in zijn lip.
Hij springt op. "Auw, fuck!"
Ook ik spring op. Zonder na te denken ren ik de kamer uit. Ik proef bloed in mijn mond en vraag me af of het van hem of van mij is.
Voetstappen klinken door de gang. "Emma! Kom hier."
Natuurlijk luister ik niet. Wat had hij dan verwacht, dat ik daadwerkelijk blijf staan? No thanks.
Armen om mijn middel tillen me de lucht in. Een gil verlaat mijn mond. "Nee, laat me los!"
Tuurlijk doet hij dat niet. Hij trekt me mee terug de gang in. "Shut up." Sist hij.
"Fabio!" Roep ik hard. "Fabio, help!"
Wesley gooit me de kamer in. "Houd je mond!"
De grond waar ik op gevallen ben is hard. Snel spring ik weer op. Wesley loopt dreigend op me af. Huilend loop ik achteruit.
"Ben je serieus?" Klinkt er vanuit de deuropening. De stem laat Wesley omdraaien. Fabio staat hoofdschuddend in de kamer.
Oh Godzijdank, hij heeft me gehoord. "Jij laat haar met rust." Zegt hij tegen Wesley. "En jij," hij draait zich tot mij. "Jij komt met mij mee."
Gewillig ren ik naar hem toe, Wesley boos achterlatend.
Fabio wil de kamer verlaten maar Wesley houdt me tegen. "Oh, kom op, gast. Enzo komt er toch niet achter. En waarschijnlijk vindt hij het nieteens erg. Ze kan wel een beetje temming gebruiken."
Fabio kijkt mijn kant op. Snel kijk ik weg. Ik sta trillend op mijn benen.
"Ik denk dat ze de dreiging wel begrijpt." Antwoordt Fabio. "Enzo heeft gevraagd of ik op haar wil letten, dus dat doe ik. Jij blijft uit haar buurt. Als je wat wil doen, moet je dat eerst met hem overleggen."
Overleggen? Een misselijk gevoel stijgt op.
Fabio trekt me de kamer uit, Wesley alleen achter latend. In de keuken duwt hij me op een stoel. "Ik was net van plan om iets te eten te maken. Heb je een voorkeur?"
Langzaam schud ik mijn hoofd.
"Oké." Antwoordt hij. Hij trekt een kast open. "Dan wordt het pasta."
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro