Deel 19♡
Pov Emma
"Hoe vaak wil je nog een discussie hierover hebben?" Geërgerd draait Enzo zich om wanneer hij doorheeft dat ik blijf staan.
"Ik zei nog niks." Zeg ik zacht.
"Waarom lig je dan nog niet in dat bed?"
Omdat ik wel van plan was om een discussie te beginnen.. Maar dat zeg ik niet.
Hij loopt naar me toe. "We hadden een deal. Jíj was degene die de deal verzon."
Maar híj is degene die deal verbrak. Nouja eigenlijk verbrak hij hem niet, want ik had inderdaad niet gezegd dat ik niet op zijn deel mocht. Hij mocht alleen niet op mijn deel komen.
"Praat tegen me." Sist Enzo. Aan zijn houding kan in zien dat hij boos is.
"De deal gold voor in het bed op de boot."
Enzo pakt mijn gezicht hard vast. "Deal of geen deal, ik krijg je toch wel in mijn bed."
"Maar ik kan het je wel lastig maken."
Tot mijn verbazing lacht Enzo. Waarom lacht hij? Hoort hij niet boos te worden van zo'n opmerking? Dit is eng.
"Wil je graag spelletjes spelen, Kitten? Dat is goed, ik win toch wel."
Ik slik nerveus. Dat is waar, hij wint altijd met spelletjes. En dan heb ik het over normale spelletjes, niet de spelletjes waar hij het over heeft. Wacht, hoe noemde hij me? Hij heeft me nog bijna nooit een andere bijnaam gegeven dan babe, wat betekent dit?
Ik voel een tikje tegen mijn wang. "Stop met denken en praat tegen me." Hij tilt mijn hoofd een stukje op. "Wat heeft Wesley gedaan vandaag?"
Overvallen door deze vraag staar ik hem aan. Hij had het dus wel door..
"Hmm?" Vraagt Enzo, duidelijk een antwoord verwachtend.
"Niks." Zeg ik zacht.
Hij blijft me aanstaren. "Denk je dat ik dom ben?"
"Nee?" Het klinkt vragend. Twijfelend.
"Vertel me dan wat Wesley heeft gedaan."
"Hij had nog niks gedaan." Antwoord ik eerlijk. En het is de waarheid, hij had echt nog niks gedaan.
Enzo zijn gezicht verandert voor een miliseconde. "Wat wilde hij gaan doen?"
Ik slik nerveus. "Geen idee."
"Ohnee?" Vraagt hij wenkbrauw ophalend. "Volgens mij heb je wel eén idee."
Langzaam schud ik mijn hoofd.
"Je bent een slimme meid, Emma." Hij laat me eindelijk los. "Dus wees slim en maak me niet nog bozer dan ik al ben." Hij wijst naar het bed. "Als ik terug kom, ben jij klaar en lig je in dat bed, of ik trek je naar Welsey zijn kamer en hij kan afmaken wat hij wilde doen." Zonder op antwoord te wachten loopt Enzo de kamer uit.
Met grote ogen kijk ik naar de dichtgeslagen deur. Zou hij dat echt doen?
Ja..
Hij heeft niet gezegd hoe laat hij terug komt, bedenk ik me. Shit. Snel ren ik naar de kast. Ik pak een pyjama en kleed me om. In de badkamer poets ik mijn tanden en kam mijn haar.
Binnen een recordtempo sta ik weer naast het bed. Opgelucht haal ik adem. Oké, nu kan ik even rondsnuffelen en zodra ik Enzo hoor, spring ik in het bed. Ik kijk de kamer rond. Mijn oog valt op een bureau. Voor ik er heen loop check ik of ik iets hoor op de gang. Het is doodstil. En onstevige maar snelle passen loop ik naar het bureau.
Er ligt een kladblok waar een aantal notities in staan. Helaas staat het in het italiaans. Naast een paar pennen en een schaar ligt er niks nuttigs op het bureau. Ik trek een lade open. Mijn ogen worden groot. Wat in deze lade ligt laat mijn hart sneller slaan. Een laptop.. Ik laat mijn vingers over het koude materiaal glijden.
Voetstappen trekken me uit het intieme moment met de laptop. Snel spring ik naar achter op het bed. Niet veel later wordt de deur met een klap open gegooid.
Enzo loopt de kamer in. Hij lijkt oprecht verbaasd wanneer hij me op het bed ziet zitten. "Zie je? Luisteren is niet zo moeilijk."
Boos staar ik hem aan, wat hem doet lachen. Met een zucht draai ik mijn hoofd. Mijn blik komt terecht bij het laadje waar de laptop in ligt. Hij staat nog open..
Ik kijk weer terug naar Enzo. Hij staart me nogsteeds aan. Al snel draait hij zich om en loopt de badkamer in. Snel spring ik uit bed. Zacht maar snel klap ik de lade dicht. Ik draai me om. Een gil verlaat mijn mond wanneer Enzo recht voor me staat.
"Zoek je iets?" Hij grijnst duivels.
"Sokken." Zeg ik snel, voordat ik doorheb wát ik zeg. "Het is koud."
Voor een kort moment trekt hij een wenkbrauw op. "Jij haat slapen met sokken."
Hoe weet hij dat? Een akelig gevoel besluit me. Ik krijg steeds meer het gevoel dat hij me beter kent dan ik denk. En dan ik hoop. "Het is koud." Zeg ik nogmaals.
"Die sokken ga je echt niet daar in vinden." Hij knikt naar de deur van de kast. "Ergens achterin in een bakje."
Ik knik en loop met gebogen hoofd langs hem. Een sterke grip om mijn arm houdt me tegen. "Babe." Hoor ik zacht. "Je vertelt me wel de waarheid toch?"
"Hm-mm." Mompel ik knikkend.
Hij draait me om. "Of lieg je tegen me?"
Ik voel mijn ogen prikken. "Ik wil gewoon sokken pakken." Zeg ik zacht, haast onverstaanbaar.
Hij geeft me een harde zet naar achter. Ik verwacht de harde grond te voelen maar ik beland gelukkig op het zachte matras.
"Ik zei dat je moest blijven zitten." Snauwt hij naar me. "Ik pak de sokken wel."
Niet veel later komt hij terug en gooit een paar warme sokken naar me. Zwijgend trek ik de sokken aan.
"Krijg ik geen bedankje?" Hoor ik naast me.
Fel draai ik me om. "Jij kan de pest krijgen." Snauw ik naar hem voor ik het doorheb.
Voor een kort moment lijkt hij verbaasd maar dan veranderd zijn uitdrukking naar boos. En dan is boos nog zacht uitgedrukt. Oh shit.
Ik zie hoe zijn hand omhoog gaat. Niet veel later laat een harde klap mijn hoofd draaien. Tranen springen in mijn ogen.
Snel spring ik van het bed af. Ook Enzo staat snel op. "Waag het om weg te lopen." Sist hij boos.
Ik weet dat het dom is. En ik weet ook dat ik totaal geen kans maak. Maar toch draai ik me om en ren de kamer uit.
"Blijf staan!" Hoor ik achter achter.
Met trillende benen ren ik de gang door. Ik ren de trap af. In de hal bots ik hard tegen iemand aan. Ik wil door rennen maar word vastgepakt.
"Hé, rustig. Wat is er?"
Ik kijk op naar degene die me vast heeft. Art. "Help me." Fluister ik zacht naar hem.
"Doe dat maar niet." Hoor ik een harde stem achter me.
Het horen van zijn stem bezorgt me kippenvel. Enzo pakt me hardhandig vast.
"Wat is er gebeurd?" Vraagt Art.
"Niks om je zorgen over te maken." Zijn armen omsluiten mijn middel en Enzo trekt me hardhandig bij Art vandaan.
"Nee, laat me los."
Enzo doet het tegenover gestelde en houdt me nog steviger vast terwijl hij me weg trekt.
Tranen rollen over mijn wangen. "Art, help me." Huil ik naar hem.
"Wacht, Enzo." Art loopt onze kant op, maar de man van de hond houdt hem tegen. "Laat hem zijn gang gaan. Dit zijn niet jouw zaken." Sist hij naar Art.
Het laatste beetje hoop wat ik had wordt ruw verslonden. Ik huil hard van angst wanneer Enzo me zijn kamer in gooit. Met een harde klap kom ik op de grond terecht.
Enzo sluit de deur achter zich en doet deze op slot. Hij draait zich naar me om, en nu pas zie ik hoe boos hij is. Angstig kruip ik achteruit. "Het spijt me." Snik ik. "Alsjeblieft, Enzo, stop."
Binnen een paar grote stappen staat hij bij me. Hij hurkt naast me neer. "Ik ben nog geen eens begonnen."
Enzo pakt mijn arm vast. Hij trekt me hardhandig omhoog zodat ik nu sta. Mijn benen trillen en ik ben bang dat ik straks om ga vallen.
"Het spijt me." Stammel ik. "I-Ik had het niet moeten zeggen."
Enzo trekt kort een wenkbrauw omhoog maar hij doet niks. Het werkt. Schiet er door me heen. Ik doe er nog een stapje bovenop. "Ik had je niet de pest moeten toewensen. Al is de pest geen erge ziekte meer." En daar ging ik de fout in. Enzo zijn andere wenkbrauw schiet ook omhoog. Oh shit. "Ik bedoel, ik had je veel ergers kunne-"
Een harde klap in mijn gezicht kapt mijn woorden af. Tranen branden alweer in mijn ogen. Ik vloek zacht op mezelf. Waarom ging ik door? Ik had mezelf hier onderuit kunnen praten, wat meestal wel lukt bij Enzo, maar ik ging te ver.
"Enzo, alsj-"
"-Zwijg!" Schreeuwt hij hard naar me.
Er rollen een aantal tranen over mijn wangen. Ik haat het als hij naar me schreeuwt.
Enzo glimlacht. Zijn hand aait mijn wang voor hij langzaam naar mijn keel glijdt. Hij kijkt ernaar alsof hij ernaar verlangt.
"Ik heb zo'n zin om je keel door te snijden en toe te kijken hoe je langzaam dood bloedt."
Mijn adem stokt door zijn dreigende worden. Met betraande ogen kijk ik hem aan. Ik hoop dat ik ergens in zijn ogen een sprankje van menselijkheid zie. Maar ik zie het niet. Hij lijkt één en al duivels te zijn. Alsof hij regelrecht uit de hel is gekropen. Als je gelooft in engels, moet je ook in demonen geloven. En ik geloof dat er één recht voor me staat.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro