Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Deel 15♡

Het water blijft stromen en komt beetje bij beetje omhoog. Hoe hoger het water komt, hoe meer ik in paniek raak.

Wat is dit voor kamer? Wordt het helemaal gevuld met water? Dat kan toch niet? Dan moet de boot zinken. Of niet..? Er trekt een huivering door mijn lichaam. Is Enzo echt zó gestoord dat hij me laat verdrinken?

Ja..

Mijn ademhaling versnelt. "Oké, rustig blijven." Fluister ik mezelf toe. Maar het helpt niet, de paniek blijft toenemen. Netzoals het water, wat ondertussen al bij mijn nek is.

Ik probeer mijn hoofd boven het water te houden en mijn krachten te besparen. Uiteindelijk komt het water zo hoog dat ik wel móet trappelen. Hij ijskoude water maakt het niet makkelijker. Ik voel mijn ledematen niet meer maar ik blijf angstvallig spartelen.

Tranen stromen over mijn wangen wanneer ik het plafond bereik. Verdrinken heeft me altijd al één van de meest verschrikkelijke en gruwelijke manieren om van het leven beroofd te worden geleken. Gaat het me nu dan echt gebeuren?

Ik neem een hap lucht in vlak voor het water het laatste beetje zuurstof verdrijft.

Blijf rustig en spaar je krachten. Zegt een stemmetje in mijn hoofd. Hoewel mijn hoofd overuren draait, ontspant mijn lichaam zich.

Mijn longen branden. Het lijkt alsof ze in brand staan, wat best ironisch is aangezien ik aan het verdrinken ben. In water..

Een grinnik verlaat mijn mond waarbij een hap water naar binnen komt. Mijn longen willen het gelijk weer weg hebben en ik begin te hoesten. Nog meer water vult mijn luchtwegen. Ik voel dat ik het niet lang meer ga volhouden en ik elk moment flauw kan vallen.

Mijn hand reikt naar het plafond. Tot mijn grote opluchting zakt het water. Met alle kracht die ik nog in me heb, zwem ik naar boven. Als een vis in het water neem ik een hap lucht binnen. Het zuurstof doet me goed.

Een opgeluchte zucht verlaat mijn mond wanneer het water zakt en niet nóg een keer omhoog gaat. Al snel lig ik bibberend op de grond. Door de paniek was ik even vergeten hoe koud en zout het water was.

Met een piepje gaat de deur open maar er staat niemand. Is dat serieus een automatische deur?

Een zucht verlaat mijn mond maar ik besteed geen verdere aandacht eraan. Ik trek mijn knieën op en sla mijn armen erom heen. Op dit moment heb ik echt geen zin om op te staan.

"Meekomen." Hoor ik na een lange tijd van stilte en eenzaamheid. Enzo staat in de deuropening met een geërgerde blik.

Langzaam sta ik op en loop achter hem aan, waar hij ook naartoe gaat. In zijn kamer stopt hij. "Spoel dat zoute water van je af, anders gaat het prikken."

Trillend schud ik mijn hoofd. Ik wil níet meer in de buurt van water komen. Zeker niet met hem erbij.

Met een zucht stapt Enzo naar me toe. Ik doe nieteens de moeite om weg te lopen. Hij pakt mijn arm vast en trekt me naar de badkamer. Daar duwt hij me onder de douche en zet, met mijn kleren nog aan, de douche aan. Het koude water laat me naar adem happen. Na een korte tijd zet hij de douche weer uit.

Hij duwt een handdoek in mijn handen. "Kleed je om." Zonder op antwoord te wachten loopt hij weg. Aan de deur die hard word dichtgeslagen kan ik horen dat hij de slaapkamer heeft verlaten.

Met trillende handen kleed ik me om. Mijn natte haar maakt het shirt gelijk nat. Ik ril van de koud. Met langzame stappen loop ik naar het slaapgedeelte van de kamer. Zuchtend zak ik op het bed neer. Het voelt zacht en warm.

"Enzo?" Hoor ik na een korte tijd van stilte. Art verschijnt in de deuropening. Hij kijkt kort de kamer rond voor hij mij pas ziet. "Is Enzo hier niet?"

Langzaam schud ik mijn hoofd. "Nee."

"Aha oké." Hij wil weer weggaan maar íets houdt hem tegen. "Gaat het?" Vraagt hij terwijl hij een stap de kamer in zet.

Voor een tweede keer schud ik mijn hoofd. Verslagen laat in mijn hoofd in mijn handen vallen. Ik hoor voetstappen deze kant op komen maar besteed er geen aandacht aan.

"Hij heeft zeker die ene kamer gebruikt?"

Nu pas verlaten de tranen mijn ogen. Ik barst in huilen uit.

"Oh shit." Hoor ik hem zacht zeggen. "Ik had niet verwacht dat hij dat daadwerkelijk zou doen."

"Ik ben oké." Zeg ik zacht. "Het gaat goed."

"Nee, overduidelijk niet."

Een warme hand op mijn rug laat me geschrokken opveren.

"We zijn er bijna." Art zegt het op een zachte toon. "Op het land."

"Wanneer?"

"Nog twee nachten. Hooguit." Hij pakt mijn arm vast. "Houd vol. In ieder geval tot we weer op het vaste land staan."

"Art." Klinkt het hard.

We kijken beide op naar Enzo die in de deuropening staat. Art staat snel op. "Ja, uhm.. Ik heb even je hulp nodig." Hij loopt langs Enzo de deur uit.

"Be right back." Enzo draait zich om en loopt zelf ook de kamer uit.

Een zucht verlaat mijn mond. Ik sla mijn armen om mezelf heen. Waarom krijg ik het niet warm?

Pov Enzo
Met verbazing luister ik naar het verhaal van Art. Hoe dúrft hij zich te bemoeien met de manier waarop ik Emma behandel. Ze is míjn speelgoed, niet de zijne.

"Stop." Kap ik hem midden in zijn zin af. "Ze is mijn gevangene. Ik bepaal wat er met haar gebeurd."

"Ze is een mens, Enzo, je kunt haar niet zomaar laten verdrinken."

"Ik ben anders niet degene die die ziekelijke martelkamer heeft bedacht."

"Dat was een ontwerpfout." Verdedigt hij zichzelf.

"Ja sure. Stiekem ben jij gewoon net zo psychopathisch als ik."

Met een boze blik geeft hij me een zet naar achter. "Dat ben ik niet." Sist hij.

"Prima, als jij het zegt." Ik kijk hem strak aan. "Maar blijf uit haar buurt."

"Ik beslis zelf wat ik doe." Hij zet een stap in mijn richting. "Dit is mijn boot."

Nu zet ik ook een stap in zijn richting. "Niet als ik je overboord gooi, dan wordt het míjn boot."

"Ha ha." Ik hoor een ongemakkelijke lach naast me. Dex duwt me bij Art vandaan. "Wat zijn we weer grappig vandaag." Hij legt zijn hand op mijn schouder. "Moesten wij niet nog iets doen?"

"Nee."

"Jawel." Dex kijkt Art glimlachend aan. "Negeer Enzo zijn woorden, hij maakte een grapje."

"Nee hoor." Reageer ik.

"Ha ha, shut up."

Nu kijkt Art Dex boos aan. "Houd je hond in bedwang." Sist hij voor hij zich omdraait en weg loopt.

"Je gaat hem niet over boord gooien." Zegt Dex boos tegen me zodra Art uit het zicht is.

"Ik zei 'áls'." Zonder op een reactie te wachten draai ik me om en loop naar mijn kamer.

Dex loopt me achterna. Hij sluit de kamerdeur en ploft op het bed neer. "Gaat het wel goed met haar?" Vraagt hij na een tijd van stilte.

Ik volg zijn blik naar Emma. Ze zit op het bed en staart levenloos voor zich uit.

"Dit boeit je echt helemaal niks hè?" Vraagt hij verder.

"Daar weet je het antwoord al op."

"Gast." Hij lacht. "We hebben haar niet ontvoerd zodat jij haar gelijk kan vermoorden."

"Dan zouden we wel makkelijk haar lichaam kunnen dumpen."

Dex schiet in de lach. "Jij bent echt harteloos."

"Empathieloos." Verbeter ik hem. " Er is een verschil."

"Hoe je het ook noemt, je blijft een psychopaat."

"Weet ik." Ik buig wat meer naar Emma toe. Het lijkt net of ze in shock is. Ze staart levensloos voor zich uit en lijkt niet door te hebben dat wij er ook zijn. Ik weet wel een manier om haar hieruit te krijgen. Ik kijk op naar Dex. "Ga." Zeg ik.

Dex staat op. Hij schudt lachend zijn hoofd. "Truste man."

"Hm hmm." Mompel ik. "Slaap lekker."

Pas wanneer hij de kamer uit is draai ik me tot Emma. Ze staart nogsteeds doods voor zich uit. Voorzichtig pak ik haar gezicht vast en draai het mijn kant op. Ze kijkt me wel aan maar ze lijkt dwars door me heen te kijken.

Ik buig naar haar toe en druk mijn lippen op de hare. Voor een aantal seconden zoent ze me terug. Plots lijkt ze wakker te schrikken. Ze duwt me met een harde zet van zich af.

"Wat doe je?" Vraagt ze geschrokken.

Ik negeer haar vraag en duw haar achterover op het bed.

"Enzo." "-Sst." Kap ik haar gepiep af. Ik buig over haar heen.

Pov Emma
Enzo buigt over me heen. Mijn ademhaling schiet omhoog. Met mijn handen duw ik tegen zijn schouders maar het lijkt niet heel veel te werken.

"Wacht. Enzo, stop. Doe dit niet. Jij bent beter dan dit. Je k-"

Zijn hand over mijn mond kapt mijn zin af. "Dat ben ik niet." Hij haalt zijn hand van mijn mond maar houdt nog steeds mijn gezicht vast. "We weten beide dat ik niet beter ben dan dit."

Er rolt een traan over mijn wang. Ergens had ik een hoop dat hij zou zien wat hij met me doet. Maar wie houd ik voor de gek? Hij is een monster en dat weet hij zelf ook. Het boeit hem alleen niks. "Stop. We hadden een deal."

Plots stopt Enzo. Ja, hij is een monster, maar wel een monster dat zich aan afspraken houdt. Enzo rolt van me af. Opgelucht zucht ik. Pfoe, dat was op het nippertje. Net wanneer ik denk dat hij weg gaat, pakt hij me vast en trekt me naar de andere kant van het bed. Wat?

Ik ga rechtop zitten maar hij duwt me netzo snel weer achterover. Nog voor ik weg kan rollen, hangt hij al weer over me heen. "Ik mag niet op jouw kant komen, dat klopt." Zegt hij. "Maar je hebt nooit gezegd dat jij niet op mijn kant mag komen."

Die gore graatloze kwal dat hij is.

Hij aait mijn wang. Ik voel zijn lippen over mijn nek glijden. Mijn handen duwen tegen zijn schouders aan. Ergens voelt zijn lichaamswarmte goed tegen mijn koude lichaam aan. Maar dit is fout. Ik wil dit niet.

"Stop me zo vechten, babe. Het heeft toch geen zin."

"Nee, jij moet stoppen." Ik sla zijn hand van mijn gezicht.

Met een boze uitdrukking pakt Enzo mijn polsen vast. "Accepteer het gewoon."

Tranen vallen uit mijn ogen. "Nee." Ik trek aan mijn polsen ook al weet ik dat het niet heel veel zin heeft. Maar ik zal nooit opgeven. Nooit.

Ik voel dat Enzo mijn gezicht nogmaals vast pakt. Dit keer wacht hij niet en plaatst gelijk zijn lippen op de mijne. Raar genoeg zoent hij me liefdevol. Ruw, maar liefdevol. Precies zoals we zoende toen we een relatie hadden.

Zijn hand die naar mijn keel zakt schudt me wakker. Ik trek aan mijn polsen maar er komt geen centimeter verschil in. Hoe kan hij met één hánd sterker zijn dan ik met twee armen? Dit is gewoon vervelend.

Met een zucht rolt hij plots van me af. "Ga. Voor ik me bedenk."

Ik kan mijn oren bijna niet geloven. Zo snel als ik kan rol ik van het bed af. Ik sprint de kamer uit. Het licht in de woonkamer brandt nog. Maar ik heb nu echt geen zin om die andere klootzakken te zien. Met betraande ogen zak ik op een ligbedje neer die op het dek staat.

Ik trek mijn benen op om mezelf te beschermen tegen de kou. Het lijkt echter niet te werken want ik tril als een rietje. Het is zó koud. Maar ik ga niet terug naar Enzo. Ik kan niet terug. Ondanks de kou sluit ik mijn ogen. Na vele tranen mijn ogen hebben verlaten, val ik toch in slaap.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro